73 (1995) Nr. 11

A. TITEL

Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-staten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds (met Bijlagen, Protocollen en Verklaringen);

Brussel, 17 juli 1995

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 006598 en 013803 in de Verdragenbank.

B. TEKST1)

Op 27 juli 2020 is te Brussel een Protocol bij de onderhavige Overeenkomst tot stand gekomen in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie.

De Nederlandse tekst2) van dit Protocol luidt als volgt:


Protocol bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

Het Koninkrijk België,

de Republiek Bulgarije,

de Tsjechische Republiek,

het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

de Republiek Estland,

Ierland,

de Helleense Republiek,

het Koninkrijk Spanje,

de Franse Republiek,

de Republiek Kroatië,

de Italiaanse Republiek,

de Republiek Cyprus,

de Republiek Letland,

de Republiek Litouwen,

het Groothertogdom Luxemburg,

Hongarije,

de Republiek Malta,

het Koninkrijk der Nederlanden,

de Republiek Oostenrijk,

de Republiek Polen,

de Portugese Republiek,

Roemenië,

de Republiek Slovenië,

de Slowaakse Republiek,

de Republiek Finland,

het Koninkrijk Zweden,

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

Verdragsluitende partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna de „lidstaten” genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie, en

de Europese Unie, hierna „de Unie” genoemd, enerzijds,

alsmede

de Republiek Tunesië, hierna „Tunesië” genoemd, anderzijds,

voor de toepassing van dit protocol hierna gezamenlijk „de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

overwegende dat de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, hierna „de overeenkomst” genoemd, op 17 juli 1995 in Brussel werd ondertekend en op 1 maart 1998 in werking is getreden;

overwegende dat het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie op 9 december 2011 in Brussel werd ondertekend en op 1 juli 2013 in werking is getreden;

overwegende dat overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, de toetreding van Kroatië tot de overeenkomst dient te worden geregeld door middel van een protocol bij de overeenkomst;

overwegende dat het in artikel 23, lid 2, van de overeenkomst bedoelde overleg heeft plaatsgevonden teneinde rekening te kunnen houden met de wederzijdse belangen van de Unie en Tunesië,

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

De Republiek Kroatië wordt partij bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, en dient, op dezelfde wijze als de andere lidstaten van de Unie, de teksten van de overeenkomst, alsmede de gemeenschappelijke verklaringen, verklaringen en briefwisselingen goed te keuren en er nota van te nemen.

HOOFDSTUK I WIJZIGINGEN IN DE TEKST VAN DE EUROMEDITERRANE OVEREENKOMST EN DE BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN

Artikel 2

Oorsprongsregels

Protocol 4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Bijlage IV bis wordt vervangen door:

[…]3)

  • 2. Bijlage IV ter wordt vervangen door:

    […]4)

HOOFDSTUK II OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 3

Goederen in doorvoer

  • 1. De bepalingen van de overeenkomst kunnen worden toegepast op goederen die van Tunesië naar Kroatië of van Kroatië naar Tunesië worden uitgevoerd, wanneer die goederen voldoen aan de bepalingen van Protocol 4 bij de overeenkomst en op de datum van de toetreding van Kroatië ofwel onderweg zijn of in tijdelijke opslag zijn in een douane- entrepot of in een vrije zone in Tunesië of Kroatië.

  • 2. In dergelijke gevallen mag preferentiële behandeling worden verleend, mits binnen vier maanden na de datum van de toetreding van Kroatië bij de douaneautoriteiten van het land van invoer een bewijs van oorsprong wordt ingediend dat achteraf is afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer.

HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN EN ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 4

Tunesië verbindt zich ertoe geen claim, verzoek of beroep in te dienen, noch concessies te wijzigen of in te trekken op grond van de artikelen XXIV.6 en XXVIII van de GATT 1994 naar aanleiding van deze uitbreiding van de Unie.

Artikel 5

Tijdig na de parafering van dit protocol zal de Unie de Kroatische taalversie van de overeenkomst aan haar lidstaten en de Republiek Tunesië doen toekomen. Onder voorbehoud van de inwerkingtreding van dit protocol wordt de in de eerste zin van dit artikel bedoelde tekst authentiek op dezelfde voorwaarden als de teksten van de overeenkomst in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Arabische taal.

Artikel 6

Dit protocol maakt een integrerend deel uit van de overeenkomst.

Artikel 7
  • 1. Dit protocol wordt door de Europese Unie, door de Raad van de Europese Unie namens de lidstaten en door Tunesië volgens hun eigen procedures goedgekeurd. De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de daarvoor vereiste procedures. De akten van goedkeuring worden neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.

  • 2. Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop alle partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

  • 3. Dit protocol is in afwachting van zijn inwerkingtreding voorlopig van toepassing met ingang van 1 juli 2013.

Artikel 8

Dit protocol is opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit protocol hebben ondertekend.


D. PARLEMENT

Het Protocol van 27 juli 2020 behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel a, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, juncto artikel 2 van de Rijkswet van 18 april 2013 (Stb. 2013, 147), niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Het Protocol van 27 juli 2020 wordt ingevolge artikel 7, derde lid, van het Protocol met ingang van 1 juli 2013 voorlopig toegepast.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden geldt de voorlopige toepassing voor Nederland (het Europese deel), als lidstaat van de Europese Unie.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Protocol van 27 juli 2020 zullen ingevolge artikel 7, tweede lid, van het Protocol in werking treden op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop alle partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.


In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat het Protocol zal zijn bekendgemaakt in Nederland (het Europese deel) op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de zestiende februari 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK


X Noot
1)

De tekst van het Protocol is tevens gepubliceerd in PbEU 2020, L 330, blz. 3–12.

X Noot
2)

De Arabische, de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taalversies zijn niet opgenomen.

X Noot
3)

De gewijzigde bijlagen IV bis en ter bij Protocol 4 zijn niet opgenomen. Deze liggen ter inzage bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, afdeling Verdragen.

X Noot
4)

De gewijzigde bijlagen IV bis en ter bij Protocol 4 zijn niet opgenomen. Deze liggen ter inzage bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, afdeling Verdragen.

Naar boven