55 (1992) Nr. 3

A. TITEL

Tweede Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake grenscorrecties (Tweede Verdrag inzake grenscorrecties), met bijlagen, en Aanvullend Protocol;

’s-Gravenhage, 20 oktober 1992

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummer 005098 in de Verdragenbank.

E. PARTIJGEGEVENS

Bij nota’s van 23 april 2021 en 22 juni 2021 hebben de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Bondsrepubliek Duitsland een interpretatieve verklaring vastgelegd inzake artikel 1, eerste lid, onder 10, en tweede lid, van het Verdrag. De Nederlandse en de Duitse tekst van de nota’s luidt als volgt:

Nr. I

BOTSCHAFT DES KÖNIGREICHS DER NIEDERLANDE

Klosterstraβe 50

10179 Berlin

Berlijn, 23 april 2021

BLN/PA/2021-002

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar het op 20 oktober 1992 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Tweede Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake grenscorrecties (Tweede Verdrag inzake grenscorrecties), hierna „het Verdrag”.

Het Verdrag bevat bepalingen die voorzien in een herziening van de grens tussen Nederland en Duitsland. In dat kader wordt in artikel 1, eerste lid, onder 10, van het Verdrag het gebied Enschede, Losser, Gronau beschreven met aanduiding van bepaalde percelen die zijn overgegaan van Nederland naar Duitsland respectievelijk van Duitsland naar Nederland. Als gevolg hiervan loopt de grens in die gebieden in het midden van de huidige (genormaliseerde) Glanerbeek/Glanerbach. Artikel 1, tweede lid, van het Verdrag verwijst naar 18 bijgevoegde kaarten die deel uit maken van het Verdrag. Op kaart 12 is de situatie rond de Glanerbeek/Glanerbach weergegeven.

De Ambassade deelt mee dat het Nederlandse Waterschap Vechtstromen samen met de Duitse Kreis Borken het gebied waarin een deel van de Glanerbeek/Glanerbach ligt, opnieuw inricht. Als gevolg hiervan wordt de stroom van de Glanerbeek/Glanerbach op drie trajecten verlegd.

Wanneer de Glanerbeek/Glanerbach wordt verlegd, zal de weergave van de Glanerbeek/Glanerbach op kaart 12 behorende bij het Verdrag niet meer overeenkomen met de feitelijke situatie. Als gevolg daarvan zal ook de weergave op kaart 12 van de ligging van de grens ten opzichte van de Glanerbeek/Glanerbach niet langer overeen komen met de feitelijke situatie. Dit zou kunnen leiden tot onduidelijkheid over de ligging van de grens tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Duitsland in het gebied Enschede, Losser, Gronau rondom de Glanerbeek/Glanerbach.

Om mogelijke onduidelijkheid over de ligging van de grens te voorkomen en onder verwijzing naar artikel 31, derde lid, onderdelen a en b, van het op 23 mei 1969 tot stand gekomen Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht stelt de Ambassade de volgende interpretatie voor bij artikel 1, eerste lid, onder 10, en tweede lid, van het Verdrag:

  • Na de verlegging van delen van de stroom van de Glanerbeek/Glanerbach (2021-2022) komt de weergave van de ligging van de Glanerbeek/Glanerbach tussen Enschede, Losser en Gronau op kaart 12 die deel uitmaakt van het Tweede Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake Grenscorrecties, niet langer overeen met de feitelijke situatie. De verlegging van delen van de Glanerbeek/Glanerbach heeft geen gevolgen voor de ligging van de grens in het betreffende gebied zoals deze is vastgelegd in artikel 1, eerste lid, onder 10, van het genoemde Verdrag.

Illustratieve kaarten en de bijbehorende metingsstukken die in het kader van de afbakening van de grens na de verlegging van delen van de stroom van de Glanerbeek/Glanerbach worden opgesteld, zullen worden uitgewisseld tussen de bevoegde autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden.

Indien het voorstel aanvaardbaar is voor de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland, heeft de Ambassade voorts de eer voor te stellen dat deze nota en de antwoordnota van het Ministerie een interpretatieve verklaring betreffende artikel 1, eerste lid, punt 10 en tweede lid van het Verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.

An das Auswärtige Amt

Referat 505


Nr. II

AUSWÄRTIGES AMT

Berlijn, 22 juni 2021

505-501.37

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van de nota nr. BLN/PA/2021-002 d.d. 23 April 2021, die als volgt luidt:

(zoals in Nr. I)

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden ervan in kennis te stellen dat de regering van de Bondsrepubliek Duitsland met bovengenoemd voorstel instemt. Bijgevolg komen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden overeen dat de verbale nota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden nr. BLN/PA/2021-002 van 23 April 2021 en deze antwoordnota een interpretatieve verklaring zullen vormen betreffende artikel 1, eerste lid, punt 10 en tweede lid, van het op 20 oktober 1992 tot stand gekomen Tweede Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake grenscorrecties (Tweede Verdrag inzake grenscorrecties).

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland maakt van deze gelegenheid gebruik om de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

An die Botschaft des Königreichs der Niederlande


Nr. I

BOTSCHAFT DES KÖNIGREICHS DER NIEDERLANDE

Klosterstraβe 50

10179 Berlin

Berlin, 23. April 2021

BLN/PA/2021-002

Die Botschaft des Königreichs der Niederlande beehrt sich, das Auswärtige Amt auf den Vertrag vom 20. Oktober 1992 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über Grenzberichtigungen (Zweiter Grenzberichtigungsvertrag), im Folgenden »der Vertrag«, hinzuweisen.

Der Vertrag enthält Bestimmungen zur Berichtigung der Grenze zwischen Deutschland und den Niederlanden. In Artikel 1 Absatz 1 Nummer 10 des Vertrags wird der Bereich Enschede, Losser und Gronau beschrieben, und es werden bestimmte Grundstücke genannt, die von Deutschland auf die Niederlande bzw. von den Niederlanden auf Deutschland übergegangen sind. Hierdurch verläuft die Grenze in diesen Gebieten in der Mitte des heutigen (begradigten) Glanerbachs/Glanerbeek. In Artikel 1 Absatz 2 des Vertrags wird auf 18 beigefügte Kartenblätter verwiesen, die als Bestandteil des Vertrags gelten. Kartenblatt 12 stellt die Situation in Bezug auf den Glanerbach/Glanerbeek dar.

Die Botschaft teilt mit, dass der niederländische Wasserverband Waterschap Vechtstromen gemeinsam mit dem Kreis Borken das Gebiet, in dem ein Teil des Glanerbachs/Glanerbeek gelegen ist, neu gestaltet. In diesem Zusammenhang wird der Lauf des Glanerbachs/Glanerbeek in drei Abschnitten verlegt.

Wenn der Glanerbach/Glanerbeek verlegt wird, stimmt die Darstellung des Glanerbachs/Glanerbeek auf dem zum Vertrag gehörenden Kartenblatt 12 nicht mehr mit der tatsächlichen Situation überein. Und auch die Darstellung des Grenzverlaufs in Bezug auf den Glanerbach/Glanerbeek auf Kartenblatt 12 entspricht dann nicht mehr der tatsächlichen Situation. Dies könnte zu Unklarheiten über den Verlauf der Grenze zwischen Deutschland und den Niederlanden in Bezug auf den Glanerbach/Glanerbeek im Bereich Enschede, Losser, Gronau, führen.

Zur Vermeidung von möglichen Unklarheiten in Bezug auf den Verlauf der Grenze und unter Verweis auf Artikel 31 Absatz 3 Buchstaben a und b des Wiener Übereinkommens vom 23. Mai 1969 über das Recht der Verträge schlägt die Botschaft folgende Auslegung von Artikel 1 Absatz 1 Nummer 10 und Absatz 2 des Vertrags vor:

  • Nach der Verlegung von Teilen des Laufs des Glanerbachs/Glanerbeek (2021-2022) stimmt die Darstellung der Lage des Glanerbachs/Glanerbeek zwischen Enschede, Losser und Gronau auf dem Kartenblatt 12, das als Bestandteil des am 20. Oktober 1992 in Den Haag geschlossenen Zweiten Vertrags zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über Grenzberichtigungen gilt, nicht länger mit der tatsächlichen Situation überein. Die Verlegung von Teilen des Glanerbachs/Glanerbeek hat keine Folgen für den Grenzverlauf in dem betreffenden Gebiet, wie er in Artikel 1 Absatz 1 Nummer 10 des genannten Vertrags festgelegt ist.

Die im Rahmen der Abmarkungsarbeiten nach der Verlegung von Teilen des Glanerbachs/Glanerbeek erstellten illustrativen Karten und Vermessungsunterlagen werden zwischen den zuständigen Behörden der Bundesrepublik Deutschland und des Königreichs der Niederlande ausgetauscht.

Falls sich die Regierung der Bundesrepublik Deutschland mit diesem Vorschlag einverstanden erklärt, würde sich die Botschaft darüber hinaus beehren, vorzuschlagen, dass sich die Regierung der Bundesrepublik Deutschland und die Regierung des Königreichs der Niederlande mit dieser Verbalnote und der das Einverständnis der Regierung der Bundesrepublik Deutschland zum Ausdruck bringenden Antwortnote des Auswärtigen Amts auf eine Auslegungserklärung zu Artikel 1 Absatz 1 Nummer 10 und Absatz 2 des Vertrags verständigen.

Die Botschaft des Königreichs der Niederlande benutzt diesen Anlass, das Auswärtige Amt erneut ihrer ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

An das Auswärtige Amt

Referat 505


Nr. II

AUSWÄRTIGES AMT

Berlin, 22. Juni 2021

505-501.37

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Botschaft des Königreichs der Niederlande den Empfang der Verbalnote Nr. BLN/PA/2021-002 vom 23. April 2021 zu bestätigen, die wie folgt lautet:

(zoals in Nr. I)

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Botschaft des Königreichs der Niederlande mitzuteilen, dass sich die Regierung der Bundesrepublik Deutschland mit dem vorgenannten Vorschlag einverstanden erklärt. Demgemäß verständigen sich die Regierung der Bundesrepublik Deutschland und die Regierung des Königreichs der Niederlande mit der Verbalnote der Botschaft des Königreichs der Niederlande Nr. BLN/PA/2021-002 vom 23. April 2021 und dieser Antwortnote auf eine Auslegungserklärung zu Artikel 1 Absatz 1 Nummer 10 und Absatz 2 des Vertrags vom 20. Oktober 1992 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über Grenzberichtigungen (Zweiter Grenzberichtigungsvertrag).

Das Auswärtige Amt benutzt diesen Anlass die Botschaft des Königreichs der Niederlande erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

An die Botschaft des Königreichs der Niederlande


Uitgegeven de tweede september 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. KAAG

Naar boven