64 (1997) Nr. 20

A. TITEL

Protocol van 1997 tot wijziging van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, zoals gewijzigd door het Protocol van 1978 daarbij (met Bijlage);

Londen, 26 september 1997

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 008161 en 013641 in de Verdragenbank.

B. TEKST

Op 26 oktober 2018 heeft de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu in overeenstemming met artikel 16, tweede lid, van het Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, junctis artikel VI van het Protocol van 1978 bij het Verdrag en artikel 4 van het Protocol van 1997, resolutie MEPC.305(73) aangenomen houdende wijzigingen van de Bijlage bij dit Protocol. De Engelse tekst1) van de resolutie luidt als volgt:

Resolution MEPC.305(73)
(adopted on 26 October 2018)

Amendments to the Annex of the Protocol of 1997 to amend the International Convention for the Prevention of Pollution from Ships, 1973, as modified by the Protocol of 1978 relating thereto

Amendments to MARPOL Annex VI

(Prohibition on the carriage of non-compliant fuel oil for combustion purposes for propulsion or operation on board a ship)

The Marine Environment Protection Committee,

Recalling article 38(a) of the Convention on the International Maritime Organization concerning the functions of the Marine Environment Protection Committee conferred upon it by international conventions for the prevention and control of marine pollution from ships,

Noting article 16 of the International Convention for the Prevention of Pollution from Ships, 1973, as modified by the Protocols of 1978 and 1997 relating thereto (MARPOL), which specifies the amendment procedure and confers upon the appropriate body of the Organization the function of considering amendments thereto for adoption by the Parties,

Having considered, at its seventy-third session, proposed amendments to MARPOL Annex VI concerning the prohibition on the carriage of non-compliant fuel oil for combustion purposes for propulsion or operation on board a ship,

  • 1. Adopts, in accordance with article 16(2)(d) of MARPOL, amendments to MARPOL Annex VI, the text of which is set out in the annex to the present resolution;

  • 2. Determines, in accordance with article 16(2)(f)(iii) of MARPOL, that the amendments shall be deemed to have been accepted on 1 September 2019 unless, prior to that date, not less than one third of the Parties or Parties the combined merchant fleets of which constitute not less than 50% of the gross tonnage of the world's merchant fleet, have communicated to the Organization their objection to the amendments;

  • 3. Invites the Parties to note that, in accordance with article 16(2)(g)(ii) of MARPOL, the said amendments shall enter into force on 1 March 2020 upon their acceptance in accordance with paragraph 2 above;

  • 4. Requests the Secretary-General, for the purposes of article 16(2)(e) of MARPOL, to transmit certified copies of the present resolution and the text of the amendments contained in the annex to all Parties to MARPOL;

  • 5. Requests further the Secretary-General to transmit copies of the present resolution and its annex to Members of the Organization which are not Parties to MARPOL.



Amendments to Marpol Annex VI

(Prohibition on the carriage of non-compliant fuel oil for combustion purposes for propulsion or operation on board a ship)

ANNEX VI REGULATIONS FOR THE PREVENTION OF AIR POLLUTION FROM SHIPS

Regulation 14 Sulphur Oxides (SOX) and Particulate Matter

General requirements

1. Paragraph 1 is replaced by the following:

  • “1 The sulphur content of fuel oil used or carried for use on board a ship shall not exceed 0.50% m/m.”

Requirements within Emission Control Areas

2. Paragraph 3 is replaced by the following:

  • “3 For the purpose of this regulation, an Emission Control Area shall be any sea area, including any port area, designated by the Organization in accordance with the criteria and procedures set forth in appendix III to this Annex. The Emission Control Areas under this regulation are:

    • .1 the Baltic Sea area as defined in regulation 1.11.2 of Annex I of the present Convention;

    • .2 the North Sea area as defined in regulation 1.14.6 of Annex V of the present Convention;

    • .3 the North American Emission Control Area, which means the area described by the coordinates provided in appendix VII to this Annex; and

    • .4 the United States Caribbean Sea Emission Control Area, which means the area described by the coordinates provided in appendix VII to this Annex.”

3. Paragraph 4 is replaced by the following:

  • “4 While a ship is operating within an Emission Control Area, the sulphur content of fuel oil used on board that ship shall not exceed 0.10% m/m.”

4. The subtitle “Review Provision” and paragraphs 8, 9 and 10 are deleted.


Appendix I
Form of International Air Pollution Prevention (IAPP) Certificate (Regulation 8)

Supplement to International Air Pollution Prevention Certificate (IAPP Certificate)

5. Paragraphs 2.3.1 and 2.3.2 are replaced by the following and a new paragraph 2.3.3 is added as follows:

  • “2.3.1 When the ship operates outside of an Emission Control Area specified in regulation 14.3, the ship uses:

    • .1 fuel oil with a sulphur content as documented by bunker delivery notes that does not exceed the limit value of 0.50% m/m, and/or ....................□

    • .2 an equivalent arrangement approved in accordance with regulation 4.1 as listed in paragraph 2.6 that is at least as effective in terms of SOX emission reductions as compared to using a fuel oil with a sulphur content limit value of 0.50% m/m ....................□

  • 2.3.2 When the ship operates inside an Emission Control Area specified in regulation 14.3, the ship uses:

    • .1 fuel oil with a sulphur content as documented by bunker delivery notes that does not exceed the limit value of 0.10% m/m, and/or ....................□

    • .2 an equivalent arrangement approved in accordance with regulation 4.1 as listed in paragraph 2.6 that is at least as effective in terms of SOX emission reductions as compared to using a fuel oil with a sulphur content limit value of 0.10% m/m ....................□

  • 2.3.3 For a ship without an equivalent arrangement approved in accordance with regulation 4.1 as listed in paragraph 2.6, the sulphur content of fuel oil carried for use on board the ship shall not exceed 0.50% m/m as documented by bunker delivery notes ....................□”


C. VERTALING

In Trb. 2002, 192 dient een correctie te worden aangebracht.

Op blz. 3, in artikel 6, eerste lid, derde regel, dient ,,het brutotonnage” te worden vervangen door ,,de brutotonnage”.


Resolutie MEPC.305(73)
(aangenomen op 26 oktober 2018)

Wijzigingen van de Bijlage bij het Protocol van 1997 tot wijziging van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1978 daarbij

Wijzigingen van Bijlage VI bij MARPOL

(Verbod op het vervoer van niet-geschikte brandstofolie gebruikt voor verbrandingsdoeleinden voor de voortstuwing of bedrijfsdoeleinden aan boord van een schip)

De Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu,

In herinnering brengend artikel 38, onderdeel a, van het Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie betreffende de taken die aan de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu zijn opgedragen bij internationale verdragen ter voorkoming en bestrijding van verontreiniging van de zee door schepen,

Gelet op artikel 16 van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, zoals gewijzigd bij de Protocollen van 1978 en 1997 daarbij (MARPOL), dat de procedure voor wijziging aangeeft en aan het bevoegde orgaan van de Organisatie de taak opdraagt wijzigingen van het Verdrag te bestuderen en door de partijen te laten aannemen,

Na bestudering, tijdens haar drieënzeventigste zitting, van voorgestelde wijzigingen van Bijlage VI bij MARPOL inzake het verbod op het vervoer van niet-geschikte brandstofolie gebruikt voor verbrandingsdoeleinden voor de voortstuwing of bedrijfsdoeleinden aan boord van een schip,

  • 1. Neemt, in overeenstemming met artikel 16, tweede lid, onderdeel d, van MARPOL, wijzigingen aan van Bijlage VI bij MARPOL, waarvan de tekst is vervat in de bijlage bij deze resolutie;

  • 2. Bepaalt, in overeenstemming met artikel 16, tweede lid, onderdeel f, onder iii, van MARPOL dat de wijzigingen worden geacht te zijn aanvaard op 1 september 2019, tenzij voorafgaand aan die datum ten minste een derde van de partijen, dan wel de partijen waarvan de koopvaardijvloten tezamen ten minste 50% vormen van de brutotonnage van de wereldkoopvaardijvloot, bij de Organisatie hun bezwaar hebben aangetekend tegen de wijzigingen;

  • 3. Nodigt de partijen uit kennis te nemen van het feit dat de genoemde wijzigingen, in overeenstemming met artikel 16, tweede lid, onderdeel g, onder ii, van MARPOL, in werking treden op 1 maart 2020 na hun aanvaarding in overeenstemming met het tweede lid hierboven;

  • 4. Verzoekt de Secretaris-Generaal voor de toepassing van artikel 16, tweede lid, onderdeel e, van MARPOL voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van deze resolutie en van de in de bijlage vervatte tekst van de wijzigingen te doen toekomen aan alle partijen bij MARPOL;

  • 5. Verzoekt de Secretaris-Generaal voorts afschriften van deze resolutie en de bijlage daarbij te doen toekomen aan de Leden van de Organisatie die geen partij zijn bij MARPOL.



Wijzigingen van Bijlage VI bij Marpol

(Verbod op het vervoer van niet-geschikte brandstofolie gebruikt voor verbrandingsdoeleinden voor de voortstuwing of bedrijfsdoeleinden aan boord van een schip)

BIJLAGE VI VOORSCHRIFTEN TER VOORKOMING VAN LUCHTVERONTREINIGING DOOR SCHEPEN

Voorschrift 14 Zwaveloxides (SOx) en fijnstof

Algemene vereisten

1. Paragraaf 1 wordt vervangen door:

  • „1 Het zwavelgehalte van brandstofolie die wordt gebruikt aan boord van een schip mag niet hoger zijn dan 0,5% m/m.”

Vereisten binnen de gebieden voor emissiebeheersing

2. Paragraaf 3 wordt vervangen door:

  • „3 Voor de toepassing van dit voorschrift wordt verstaan onder een gebied voor emissiebeheersing, elk door de Organisatie, volgens de criteria en procedures vervat in Aanhangsel III bij deze Bijlage, aangewezen zeegebied, met inbegrip van havengebieden. De onder dit voorschrift vallende gebieden voor emissiebeheersing zijn:

    • .1 het Baltische Zeegebied zoals omschreven in voorschrift 1.11.2 van Bijlage I bij dit Verdrag;

    • .2 het Noordzeegebied zoals omschreven in voorschrift 1.14.6 van Bijlage V bij dit Verdrag;

    • .3 het Noord-Amerikaanse gebied voor emissiebeheersing, waaronder wordt verstaan het gebied aangegeven met de coördinaten vervat in Aanhangsel VII bij deze Bijlage; en

    • .4 het Caribische Zeegebied van de Verenigde Staten voor emissiebeheersing, waaronder wordt verstaan het gebied aangegeven met de coördinaten vervat in Aanhangsel VII bij deze Bijlage.”

3. Paragraaf 4 wordt vervangen door:

  • „4 Wanneer een schip vaart binnen een gebied voor emissiebeheersing, mag het zwavelgehalte van de brandstofolie gebruikt aan boord van dat schip niet hoger zijn dan 0,1% m/m.”

4. Het subkopje „Toetsing” en de paragrafen 8, 9 en 10 worden geschrapt.


Aanhangsel I
Model van het Internationaal certificaat betreffende voorkoming van luchtverontreiniging (IAPP) (Voorschrift 8)

Aanvulling op het Internationaal certificaat betreffende voorkoming van luchtverontreiniging (IAPP-certificaat)

5. De paragrafen 2.3.1 en 2.3.2 worden vervangen door de volgende paragrafen en een nieuwe paragraaf 2.3.3 wordt toegevoegd:

  • „2.3.1 Indien het schip vaart buiten een gebied voor emissiebeheersing zoals aangeduid in voorschrift 14.3, gebruikt het schip:

    • .1 brandstofolie met een zwavelgehalte als aangetoond door middel van bunkerafleveringsbonnen dat ten hoogste de grenswaarde bedraagt van 0,5% m/m, en/of ....................□

    • .2 een gelijkwaardige voorziening goedgekeurd in overeenstemming met voorschrift 4.1 zoals vermeld in paragraaf 2.6 die ten minste even doeltreffend is wat betreft de reductie van de emissie van SOx ten opzichte van het gebruik van een brandstofolie met een zwavelgehalte met een grenswaarde van 0,5% m/m, en/of ....................□

  • 2.3.2 Indien het schip vaart binnen een gebied voor emissiebeheersing zoals aangeduid in voorschrift 14.3, gebruikt het schip:

    • .1 brandstofolie met een zwavelgehalte als aangetoond door middel van bunkerafleveringsbonnen dat ten hoogste de grenswaarde bedraagt van 0,1% m/m, en/of ....................□

    • .2 een gelijkwaardige voorziening goedgekeurd in overeenstemming met voorschrift 4.1 zoals vermeld in paragraaf 2.6 die ten minste even doeltreffend is wat betreft de reductie van de emissie van SOx ten opzichte van het gebruik van een brandstofolie met een zwavelgehalte met een grenswaarde van 0,1% m/m ....................□

  • 2.3.3 Voor een schip zonder een gelijkwaardige voorziening goedgekeurd in overeenstemming met voorschrift 4.1 zoals vermeld in paragraaf 2.6, mag het zwavelgehalte van brandstofolie dat gebruikt wordt aan boord van het schip als aangetoond door middel van bunkerafleveringsbonnen ten hoogste 0,5% m/m bedragen ....................□”


D. PARLEMENT

De bepalingen van de wijzigingen van 26 oktober 2018 van de Bijlage bij het Protocol (MEPC.305(73)) behoeven ingevolge artikel 7, onderdeel f, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

G. INWERKINGTREDING

Resolutie MEPC.305(73) van 26 oktober 2018

De wijzigingen van 26 oktober 2018 (MEPC.305(73)) zullen ingevolge artikel 16, tweede lid, onderdeel f, onder iii, juncto artikel 16, tweede lid, onderdeel g, onder ii, van het Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, op 1 maart 2020 in werking treden, tenzij vóór 1 september 2019 ten minste een derde van de partijen, dan wel de partijen waarvan de koopvaardijvloten tezamen ten minste vijftig procent vormen van de brutotonnage van de wereldkoopvaardijvloot, bij de Internationale Maritieme Organisatie bezwaar hebben aangetekend tegen de wijzigingen.

Uitgegeven de zesentwintigste maart 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK


X Noot
1)

De Arabische, de Chinese, de Franse, de Russische en de Spaanse tekst zijn niet opgenomen. Het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift is nog niet ontvangen. In de tekst kunnen derhalve onjuistheden voorkomen, die in een volgend Tractatenblad zullen worden gecorrigeerd.

Naar boven