14 (1992) Nr. 5

A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zuid-Afrika inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden (met Bijlage);

Kaapstad, 26 mei 1992

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 005002 en 010283 in de Verdragenbank.

C. VERTALING

De vertaling van de op 7 oktober 2009 te Pretoria tot stand gekomen notawisseling houdende een verdrag tot wijziging van de Overeenkomst en de Bijlage daarbij (Trb. 2009, 216) luidt als volgt:

Nr. I

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Pretoria, 25 Augustus 2009

PRE-EA/238-09

Note verbale

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Internationale Betrekkingen en Samenwerking van de Republiek Zuid-Afrika haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar het op 9 en 10 juli 2008 te Pretoria gehouden overleg tussen de delegatie van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de delegatie van de Regering van de Republiek Zuid-Afrika over de bilaterale Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Zuid-Afrika, gedaan te Kaapstad op 26 mei 1992, hierna te noemen „de Overeenkomst”.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer de volgende wijzigingen van de Overeenkomst voor te stellen:

Toevoegen van een nieuw artikel 16bis inzake veiligheid van de luchtvaart, met de volgende tekst:

Veiligheid van de luchtvaart

  • 1. Een Overeenkomstsluitende Partij kan te allen tijde verzoeken om overleg over de veiligheidsnormen die door de andere Overeenkomstsluitende Partij worden gehandhaafd met betrekking tot luchtvaartvoorzieningen, bemanning, luchtvaartuigen en de exploitatie van luchtvaartuigen. Dergelijk overleg vindt plaats binnen dertig (30) dagen na dat verzoek.

  • 2. Indien een Overeenkomstsluitende Partij na dergelijk overleg oordeelt dat de andere Overeenkomstsluitende Partij op een van de hierboven bedoelde gebieden niet op doeltreffende wijze veiligheidsnormen handhaaft en toepast die ten minste gelijk zijn aan de minimumnormen die op dat moment uit hoofde van het Verdrag waren vastgesteld, stelt de eerstgenoemde Overeenkomstsluitende Partij de andere Overeenkomstsluitende Partij daarvan in kennis en van de noodzakelijk geachte stappen om te voldoen aan die minimumnormen. Deze Overeenkomstsluitende Partij neemt passende corrigerende maatregelen en indien zij nalaat om binnen vijftien (15) na de kennisgeving, of binnen een langere termijn als overeen te komen, passende maatregelen te nemen, is dit aanleiding voor de toepassing van artikel 5.

  • 3. Onverminderd de verplichtingen bedoeld in artikel 33 van het Verdrag, wordt overeengekomen dat elk luchtvaartuig dat door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de ene Overeenkomstsluitende partij wordt gebruikt voor diensten naar of vanuit het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij, terwijl het zich op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij bevindt, mag worden onderworpen aan een inspectie door de bevoegde vertegenwoordiger van die andere Overeenkomstsluitende Partij. Met deze inspectie wordt onder meer beoogd de geldigheid van de documenten van het luchtvaartuig alsmede die van zijn bemanning en de kennelijke toestand van het luchtvaartuig en zijn uitrusting te controleren (hierna aangeduid als „platforminspectie”), mits dit niet leidt tot onredelijke vertraging.

  • 4. Indien een dergelijke platforminspectie of reeks platforminspecties leidt tot ernstige bezorgdheid dat:

    • a. een luchtvaartuig of de exploitatie van een luchtvaartuig niet voldoet aan de op dat moment uit hoofde van het Verdrag vastgestelde minimumnormen; of

    • b. de op dat moment uit hoofde van het Verdrag vastgestelde veiligheidsnormen onvoldoende worden gehandhaafd en vastgelegd,

      staat het de Overeenkomstsluitende Partij die de inspectie verricht vrij, voor de toepassing van artikel 33 van het Verdrag, de conclusie te trekken dat de vereisten krachtens welke het bewijs of de vergunningen ten aanzien van dat luchtvaartuig of ten aanzien van de bemanning van dat luchtvaartuig zijn afgegeven of geldig verklaard, of dat de vereisten uit hoofde waarvan dat luchtvaartuig wordt geëxploiteerd, niet gelijk zijn aan of zwaarder zijn dan de minimumnormen die zijn vastgesteld uit hoofde van het Verdrag.

  • 5. Ingeval toegang ten behoeve van de uitvoering van een platforminspectie in overeenstemming met het bovenstaande derde lid van een door een aangewezen luchtvaartmaatschappij van een Overeenkomstsluitende Partij geëxploiteerd luchtvaartuig door de vertegenwoordigers van die aangewezen luchtvaartmaatschappij wordt geweigerd, kan de andere Overeenkomstsluitende Partij daaruit afleiden dat er aanleiding is voor ernstige bezorgdheid als bedoeld in het bovenstaande vierde lid en de conclusies te trekken zoals bedoeld in dat lid.

  • 6. Elke Overeenkomstsluitende Partij behoudt zich het recht voor de vergunning van een aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij onmiddellijk te schorsen of daarvan af te wijken, ingeval de eerstgenoemde Overeenkomstsluitende Partij concludeert, hetzij naar aanleiding van een platforminspectie hetzij na overleg, dat onverwijld ingrijpen essentieel is voor de veiligheid van de exploitatie door de luchtvaartmaatschappij.

  • 7. Elke maatregel door een Overeenkomstsluitende Partij in overeenstemming met het bovenstaande tweede of zesde lid wordt beëindigd zodra de andere Overeenkomstsluitende Partij de veiligheidsbepalingen van dit artikel naleeft.

Vervangen van artikel 16, derde lid, inzake Beveiliging van de luchtvaart door de volgende tekst:

Beveiliging van de luchtvaart

  • 3. De Overeenkomstsluitende Partijen handelen in overeenstemming met elke tussen hen van kracht zijnde overeenkomst inzake de bestrijding van gedragingen van wederrechtelijke inmenging, onder andere ten aanzien van luchtvaartuigen tijdens de vlucht, luchtvaartuigen in gebruik en/of beveiliging op luchthavens.

Vervangen van artikel 8 inzake tarieven door de volgende tekst:

Tarieven

  • 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij staat toe dat de aangewezen luchtvaartmaatschappijen op basis van commerciële marktoverwegingen tarieven voor luchtdiensten vaststellen. Het ingrijpen door de Overeenkomstsluitende Partijen is beperkt tot:

    • a. het voorkomen van tarieven of praktijken waarvan de toepassing concurrentiebeperkend gedrag vormt dat de concurrentie belemmert, beperkt of verstoort of een concurrent buiten een route houdt, of dit hoogstwaarschijnlijk tot gevolg heeft;

    • b. het beschermen van consumenten tegen tarieven die onredelijk hoog of beperkend zijn als gevolg van misbruik van marktmacht; en

    • c. het beschermen van luchtvaartmaatschappijen tegen tarieven die kunstmatig laag zijn als gevolg van directe of indirecte overheidssubsidie of overheidssteun.

  • 2. Geen van de Overeenkomstsluitende Partijen vereist kennisgeving of indiening van door de aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van de andere Overeenkomstsluitende Partij in rekening te brengen tarieven. De tarieven blijven van kracht, tenzij ze worden afgekeurd overeenkomstig het onderstaande derde lid.

  • 3. Geen van de Overeenkomstsluitende Partijen neemt eenzijdige maatregelen ter voorkoming van de invoering of handhaving van een tarief dat wordt berekend of wordt voorgesteld door een luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij. Indien een van de Overeenkomstsluitende Partijen van mening is dat een dergelijk tarief onverenigbaar is met de overwegingen vervat in het bovenstaande eerste lid, verzoekt zij om overleg en stelt zij de andere Overeenkomstsluitende partij zo spoedig mogelijk in kennis van de redenen voor haar ongenoegen. Dit overleg vindt plaats uiterlijk 15 dagen na de ontvangst van het verzoek. Bij gebreke van een dergelijke wederzijdse overeenstemming wordt of blijft het tarief van kracht.

Schrappen van artikel 12 betreffende dubbele belasting.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft voorts de eer voor te stellen dat deze nota tezamen met de concept antwoordnota waarin namens de Regering van de Republiek Zuid-Afrika de bovenstaande overeenkomst wordt bevestigd, wordt beschouwd als een overeenkomst tussen de twee Regeringen tot wijziging van de Overeenkomst. Deze overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van de antwoordnota van de Regering van de Republiek Zuid-Afrika en treedt in werking op de datum waarop beide Regeringen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat in hun onderscheiden landen aan de grondwettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Internationale Betrekkingen en Samenwerking van de Republiek Zuid-Afrika opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Zuid-Afrika

Pretoria


Bijlage
Routetabel

DE INGEVOLGE DEZE OVEREENKOMST GEMACHTIGDE LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJ(EN) VAN DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA EXPLOITEREN OP DE ONDERSTAANDE ROUTES IN BEIDE RICHTINGEN:

VERTREKPUNTEN

TUSSENLIGGENDE PUNTEN

PUNTEN VAN BESTEMMING

VERDER GELEGEN PUNTEN

Punten in de Republiek Zuid-Afrika

Alle punten

Punten in het Koninkrijk der Nederlanden

Alle punten

DE INGEVOLGE DEZE OVEREENKOMST GEMACHTIGDE LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJ(EN) VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN EXPLOITEREN OP DE ONDERSTAANDE ROUTES IN BEIDE RICHTINGEN:

VERTREKPUNTEN

TUSSENLIGGENDE PUNTEN

PUNTEN VAN BESTEMMING

VERDER GELEGEN PUNTEN

Punten in het Koninkrijk der Nederlanden

Alle punten

Punten in de Republiek Zuid-Afrika

Alle punten

Noten:

  • Een of alle tussenliggende en verder gelegen punten kunnen op een of alle vluchten worden overgeslagen en/of in elke volgorde worden aangedaan, naar keuze van de betrokken luchtvaartmaatschappijen.

  • Tussengelegen en verder gelegen punten worden zonder vijfde vrijheidsrechten aangedaan, tenzij de luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen anderszins overeenkomen.


Nr. II

Pretoria, de 7e oktober 2009

23/2009

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Zuid-Afrika biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar nota verbaal PRE-EA/238-09, die als volgt luidt:

(Zoals in Nr. I)

In antwoord hierop heeft het Ministerie van Internationale Betrekkingen en Samenwerking de eer de Ambassade ervan in kennis te stellen dat het bovengenoemde voorstel voor de Regering van de Republiek Zuid-Afrika aanvaardbaar is en dat deze nota en de nota van de Ambassade een overeenkomst tussen de twee Regeringen zullen vormen die voorlopig zal worden toegepast vanaf de datum van deze antwoordnota en in werking treedt op de datum waarop beide Regeringen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat in hun onderscheiden landen aan de grondwettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Ministerie van Internationale Betrekkingen en Samenwerking heeft voorts de eer te verzoeken dat het antwoord wordt doorgestuurd naar de luchtvaartautoriteit van Nederland in overeenstemming met het Memorandum van Overeenstemming van 10 juli 2008 tussen de twee landen.

Het Ministerie van Buitenlandse Betrekkingen en Samenwerking van de Republiek Zuid-Afrika maakt van deze gelegenheid gebruik om de Ambassade opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden

Pretoria


Uitgegeven de eenentwintigste februari 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK

Naar boven