29 (2001) Nr. 13

A. TITEL

Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (met Bijlagen);

Stockholm, 22 mei 2001

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 009387 en 013563 in de Verdragenbank.

C. VERTALING

De vertaling van de op 5 mei 2017 te Genève tot stand gekomen wijzigingen van Bijlage A en C bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (Trb. 2018, 13) luidt als volgt:


SC-8/10: Vermelding van decabroomdifenylether

De Conferentie van de Partijen,

Na bestudering van het risicoprofiel, de risicobeheerevaluatie en het addendum bij de risicobeheerevaluatie voor decabroomdifenylether (commercieel mengsel, c-decaBDE), toegezonden door de Toetsingscommissie inzake persistente organische verontreinigende stoffen,1)

Gelet op de aanbeveling van de Toetsingscommissie inzake persistente organische verontreinigende stoffen om decabroomdifenylether (BDE-209) van c-decaBDE te vermelden in Bijlage A bij het Verdrag met specifieke uitzonderingen,2)

  • 1. Besluit deel I van Bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen te wijzigen door er decabroomdifenylether (BDE-209) aanwezig in commercieel decabroomdifenylether in op te nemen, met specifieke uitzonderingen voor de productie en het gebruik van commercieel decabroomdifenylether, door invoeging van de volgende rij:

    Chemische stof

    Activiteit

    Specifieke uitzondering

    Decabroomdifenylether (BDE-209) aanwezig in commercieel

    Productie

    Zoals toegestaan voor de Partijen vermeld in het register

    Gebruik

    In overeenstemming met de bepalingen van Deel IX van deze Bijlage:

    Decabroomdifenylether (CAS-nummer: 1163-19-5)

     

    • Onderdelen voor gebruik in voertuigen vermeld in paragraaf 2 van Deel IX van deze Bijlage

     

    • Luchtvaartuigen waarvoor typegoedkeuring is aangevraagd vóór december 2018 en die vóór december 2022 is verkregen, alsmede reserveonderdelen voor deze luchtvaartuigen

       

    • Textielproducten die vlamwerende eigenschappen moeten bezitten, uitgezonderd kleding en speelgoed

       

    • Additieven in behuizingen en onderdelen van kunststof gebruikt voor verwarmingsapparaten voor thuisgebruik, strijkijzers, ventilatoren, dompelaars die elektrische onderdelen bevatten of daarmee rechtstreeks in contact staan of die aan brandvertragingsnormen dienen te voldoen, bij concentraties van minder dan 10 gewichtspercent van het onderdeel

       

    • Polyurethaanschuim voor gebouwisolatie

  • 2. Besluit voorts het volgende nieuwe deel IX op te nemen in Bijlage A:

Deel IX Decabroomdifenylether

  • 1. De productie en het gebruik van decabroomdifenylether wordt uitgebannen, behoudens ten aanzien van Partijen die het Secretariaat in kennis hebben gesteld van hun voornemen deze stof te produceren en/of te gebruiken in overeenstemming met artikel 4.

  • 2. Specifieke uitzonderingen voor onderdelen die in voertuigen worden gebruikt kunnen gelden voor de productie en het gebruik van commercieel decabroomdifenylether. Deze zijn beperkt tot:

    • a. Onderdelen voor gebruik in voertuigen van oudere modellen. Voertuigen van oudere modellen worden omschreven als voertuigen die niet langer op grote schaal worden geproduceerd, waarbij de onderdelen tot een of meer van de volgende categorieën behoren:

      • i. aandrijflijn en voorzieningen onder de motorkap zoals de massakabel van de accu, interconnectiekabel van de accu, buizen van de klimaatregelingsapparatuur, aandrijflijn, bussen van het uitlaatspruitstuk, isolatie onder de motorkap, kabels en kabelboom onder de motorkap (bekabeling van de motor enz.), snelheidssensoren, slangen, ventilatormodules en klopsensoren;

      • ii. Voorzieningen van het brandstofsysteem zoals brandstofslangen en al dan niet aan de onderzijde van de carrosserie bevestigde brandstoftanks;

      • iii. Pyrotechnische voorzieningen en voorzieningen die daardoor worden beïnvloed, zoals ontstekingskabels van de airbags, stoelhoezen/-bekleding (alleen voor zover relevant met het oog op de airbags) en airbags (frontaal en lateraal);

      • iv. Ophanging en interieurtoepassingen zoals sierelementen, akoestisch materiaal en veiligheidsgordels.

    • b. Onderdelen in voertuigen gespecificeerd in het bovenstaande tweede lid, onderdeel a, punten i-iv, en onderdelen die in een of meer van de volgende categorieën vallen:

      • i. Versterkte kunststoffen (instrumentenpanelen en interieurbekleding);

      • ii. Onder de motorkap of het dashboard (aansluitblokken/zekeringsblokken, bedrading voor hoge stroomsterkte en kabelbekleding (bougiedraden));

      • iii. Elektrische en elektronische apparatuur (accuhouders, accubakken, elektrische connectoren voor de motorbesturing, onderdelen van radiodisks, systemen voor satellietnavigatie, gps- en computersystemen);

      • iv. Weefsels zoals hoedenplanken, bekleding, hemelbekleding, autozittingen, hoofdsteunen, zonnekleppen, interieurpanelen, vloerbekleding.

  • 3. De specifieke uitzonderingen voor de in het tweede lid, onderdeel a, genoemde onderdelen verstrijken aan het einde van de levensduur van voertuigen van oudere modellen of in 2036, naargelang welke datum het eerste is.

  • 4. De specifieke uitzonderingen voor de in het tweede lid, onderdeel b, genoemde onderdelen verstrijken aan het einde van de levensduur van voertuigen van oudere modellen of in 2036, naargelang welke datum het eerste is.

  • 5. De specifieke uitzonderingen voor reserveonderdelen voor luchtvaartuigen waarvoor typegoedkeuring is aangevraagd vóór december 2018 en die vóór december 2022 is verkregen, verstrijken aan het einde van de levensduur van deze luchtvaartuigen.



SC-8/11: Vermelding van kortketenige gechloreerde paraffines

De Conferentie van de Partijen,

Na bestudering van het risicoprofiel en de risicobeheerevaluatie voor kortketenige gechloreerde paraffines toegezonden door de Toetsingscommissie inzake persistente organische verontreinigende stoffen,1)

Gelet op de aanbeveling van de Toetsingscommissie inzake persistente organische verontreinigende stoffen om kortketenige gechloreerde paraffines op te nemen in Bijlage A bij het Verdrag met controles om de aanwezigheid van kortketenige gechloreerde paraffines in andere mengsels van gechloreerde paraffines te beperken, met of zonder specifieke beperkingen,2)

  • 1. Besluit deel I van Bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen te wijzigen door er met specifieke uitzonderingen kortketenige gechloreerde paraffines in op te nemen door invoeging van de volgende rij:

    Chemische stof

    Activiteit

    Specifieke uitzondering

    Kortketenige gechloreerde paraffines (alkanen, C10-13, chloor) +: gechloreerde koolwaterstoffen met een rechte keten van 10 tot 13 koolstofatomen en 48 gewichtsprocent of meer chloor

    Productie

    Zoals toegestaan voor de Partijen vermeld in het register

    Gebruik

    • Additieven bij de productie van drijfriemen door de rubberindustrie (natuurlijk en synthetisch)

    Onder andere de stoffen met de volgende CAS-nummers mogen kortketenige gechloreerde paraffines bevatten:

    CAS-nummer 85535-84-8;

    CAS-nummer 68920-70-7;

    CAS-nummer 71011-12-6;

    CAS-nummer 85536-22-7;

    CAS-nummer 85681-73-8;

    CAS-nummer 108171-26-2.

     

    • Reserveonderdelen voor rubberen transportbanden in mijn- en bosbouwbedrijven

     

    • Leerindustrie, met name invetten van leer

     

    • Additieven voor smeermiddelen, met name voor automotoren, elektrische generatoren en windenergie-installaties, en voor boorwerkzaamheden bij de olie- en gasexploratie, petroleumraffinage ten behoeve van de productie van dieselolie

     

    • Slangen voor decoratieverlichting voor gebruik buitenshuis

     

    • Waterdichte verf en brandvertragende verf

     

    • Kleefmiddelen

     

    • Metaalbewerking

     

    • Secundaire weekmakers in flexibel polyvinylchloride, met uitzondering van speelgoed en producten voor kinderen

  • 2. Besluit tevens de volgende nieuwe opmerking vii. op te nemen in deel I van Bijlage A:

    • vii. Opmerking i. is niet van toepassing op hoeveelheden van een chemische stof die een plusteken („+”) achter zijn naam heeft staan in de kolom „Chemische stof” in deel I van deze Bijlage die voorkomt in mengsels met een concentratie die hoger is dan of gelijk is aan 1 gewichtspercent.



SC-8/12: Vermelding van hexachloorbutadieen

De Conferentie van de Partijen,

Na bestudering van het risicoprofiel en de risicobeheerevaluatie voor hexachloorbutadieen, alsmede de evaluatie van nieuwe informatie met betrekking tot de vermelding van hexachloorbutadieen in Bijlage C bij het Verdrag, toegezonden door de Toetsingscommissie inzake persistente organische verontreinigende stoffen,1)

Gelet op de aanbeveling van de Toetsingscommissie inzake persistente organische verontreinigende stoffen hexachloorbutadieen te vermelden in Bijlage C bij het Verdrag en de conclusie van de evaluatie van nieuwe informatie over de onbedoelde productie van hexachloorbutadieen, 2)

Besluit deel I van Bijlage C bij het Verdrag te wijzigen door er hexachloorbutadieen in te vermelden door „hexachloorbutadieen (Cas-nummer 87-68-3)” op te nemen in de kolom „Chemische stof” van de Bijlage en door hexachloorbutadieen op te nemen in het eerste lid van deel II en deel III van de Bijlage.


Uitgegeven de vierde april 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK


X Noot
1)

UNEP/POPS/POPRC.10/10/Add.2; UNEP/POPS/POPRC.11/10/Add.1; UNEP/POPS/POPRC.12/11/Add.4.

X Noot
2)

UNEP/POPS/COP.4/13.

X Noot
1)

UNEP/POPS/POPRC.11/10/Add.2 en UNEP/POPS/POPRC.12/11/Add.3.

X Noot
2)

UNEP/POPS/COP.4/14.

X Noot
1)

UNEP/POPS/POPRC.8/16/Add.2; UNEP/POPS/POPRC.9/13/Add.2; UNEP/POPS/POPRC.12/11/Add.5.

X Noot
2)

UNEP/POPS/COP.4/15.

Naar boven