41 (2010) Nr. 3

A. TITEL

Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen betreffende de burgerluchtvaart;

Beijing, 10 september 2010

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummer 012483 in de Verdragenbank.

D. PARLEMENT

Het Verdrag is uitdrukkelijk goedgekeurd bij Rijkswet van 9 april 2014 (Stb. 2014, 170).

Voor de behandeling in de Staten-Generaal, zie Kamerstukken 33760 (R2010).

E. PARTIJGEGEVENS

Het Koninkrijk der Nederlanden heeft op 17 maart 2016 een verklaring bij het Verdrag afgelegd voor het Europese en het Caribische deel van Nederland. De Engelse tekst van de verklaring luidt als volgt:


“With reference to Article 10 of the Convention, the Kingdom of the Netherlands declares, for the European part of the Netherlands and the Caribbean part of the Netherlands (the islands of Bonaire, Sint Eustatius and Saba), that this article is understood to also encompass the right of the prosecuting authorities to decline to prosecute if compelling reasons of a procedural nature would render effective prosecution impossible.

In conformity with Article 21, paragraph 4, under a, of the Convention, the Kingdom of the Netherlands declares, for the European part of the Netherlands and the Caribbean part of the Netherlands (the islands of Bonaire, Sint Eustatius and Saba), that it has, in accordance with Article 8, paragraph 2 of the Convention, established jurisdiction under its national law with respect to the offences listed under Article 1 of the Convention in as far as the offence has been committed against a person of Dutch nationality.

In conformity with Article 21, paragraph 4, under b, of the Convention, the Kingdom of the Netherlands declares, for the European part of the Netherlands and the Caribbean part of the Netherlands (the islands of Bonaire, Sint Eustatius and Saba), that it shall apply the provisions of Article 1, paragraph 4, under d, of the Convention in accordance with the principles of its criminal law concerning family exemptions from liability.”

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zijn ingevolge artikel 22, eerste lid, van het Verdrag op 1 juli 2018 voor het Koninkrijk der Nederlanden in werking getreden.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het Verdrag voor Nederland (het Europese en het Caribische deel).

Uitgegeven de drieëntwintigste november 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK

Naar boven