25 (2004) Nr. 6

A. TITEL

Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004 (met Bijlage, Aanhangsels en Resoluties);

Londen, 13 februari 2004

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummer verdragsnummers 010590, 013579, 013580 en 013604 in de Verdragenbank.

B. TEKST

In Trb. 2018, 156 dienen in de Engelse tekst de volgende correcties te worden aangebracht.

Op blz. 2, onder de gecentreerde streep, dient boven (BWMS Code) de volgende subtitel te worden ingevoegd: Annex Amendments to the Annex to the BWM Convention.

Op blz. 2, in de bijlage bij resolutie MEPC.296(72), voorschrift D-3, onder 2, onderdelen 1.1 en 1.2, dienen na het woord ,,installed” de voetnoten 1 en 2 te worden ingevoegd:

Refer to paragraph 2 of the Unified interpretation of appendix I (Form of the International Ballast Water Management Certificate) of the BMW Convention related to “date installed” contained in BWM.2/Circ.66.

In voorschrift D-3, onder 2, onderdeel 1.2 dient voetnoot 3 te worden ingevoegd na het woord ,,guidelines”:

Refer to resolutions MEPC.125(53), MEPC.174(58) or MEPC.279(70), as appropriate.

Op blz. 3, onder de gecentreerde streep, dient boven (implementation schedule etc…) de volgende subtitel te worden ingevoegd: Annex Amendments to the Annex to the BWM Convention.

Op blz. 3, in de bijlage bij resolutie MEPC.297(72), voorschrift B-3, onder 10, onderdeel .1, dient na het woord ,,Committee,” de 1 te worden weergegeven als voetnoot 1 met de volgende tekst:

1) Reference is made to resolution MEPC.298(72).

Op blz. 4 bovenaan, voorschrift B-3, onder 10, onderdeel .2.2 dient na het woord ,,Committee” ook voetnoot 2 met dezelfde tekst te worden ingevoegd.

C. VERTALING

De vertaling van de op 13 april 2018 door de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onderdeel c, van het Verdrag, aangenomen resolutie MEPC.296(72) houdende wijzigingen van de Bijlage bij het Verdrag (Trb. 2018, 156) luidt als volgt:

Resolutie MEPC.296(72)
(aangenomen op 13 april 2018)

Wijzigingen van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004

Wijzigingen van de voorschriften A-1 en D-3

(Code voor de goedkeuring van ballastwaterbeheersystemen (BWMS-Code))

De Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu,

In herinnering brengend artikel 38, onderdeel a, van het Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie betreffende de taken die aan de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu zijn opgedragen bij internationale verdragen ter voorkoming en beperking van verontreiniging van de zee door schepen,

Gelet op artikel 19 van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004 (het BWM-verdrag), dat de procedure voor wijziging aangeeft en aan de Commissie voor de bescherming van het mariene milieu van de Organisatie de taak opdraagt wijzigingen van het Verdrag te bestuderen, die door de partijen dienen te worden aangenomen,

Tevens gelet op resolutie MEPC.300(72) waarbij de Commissie de Code voor de goedkeuring van ballastwaterbeheersystemen (BWMS-Code)) aannam,

Na bestudering, tijdens zijn tweeënzeventigste zitting, van voorgestelde wijzigingen van de voorschriften A-1 en D-3 van het BWM-verdrag om de bepalingen van de BWMS-code verplicht te maken,

  • 1. Neemt, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onderdeel c, van het BWM-verdrag, de wijzigingen van de voorschriften A-1 en D-3 aan, waarvan de tekst is vervat in de bijlage bij deze resolutie,

  • 2. Bepaalt, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onderdeel e, onder ii, van het BWM-verdrag, dat de wijzigingen worden geacht te zijn aanvaard op 13 april 2019, tenzij vóór die datum meer dan een derde van de partijen hun bezwaren tegen de wijzigingen kenbaar hebben gemaakt aan de Secretaris-Generaal,

  • 3. Nodigt de partijen uit kennis te nemen van het feit dat de genoemde wijzigingen, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onderdeel f, onder ii, van het BWM-verdrag, in werking treden op 13 oktober 2019 na hun aanvaarding in overeenstemming met het tweede lid hierboven,

  • 4. Verzoekt de Secretaris-Generaal voor de toepassing van artikel 19, tweede lid, onderdeel d, van het BWM-verdrag gewaarmerkte afschriften van deze resolutie en van de tekst van de in de bijlage vervatte wijzigingen te doen toekomen aan alle partijen bij het BWM-verdrag,

  • 5. Verzoekt de Secretaris-Generaal voorts afschriften van deze resolutie en de bijlage daarbij te doen toekomen aan de Leden van de Organisatie die geen partij zijn bij het BWM-verdrag;

  • 6. Verzoekt de Secretaris-Generaal voorts een geconsolideerde gewaarmerkte tekst van het BWM-verdrag op te stellen.


Bijlage
Wijzigingen van de Bijlage bij het BWM-Verdrag

(BWMS Code)

Afdeling A. – Algemene bepalingen

Voorschrift A-1. Begripsomschrijvingen
  • 1. Het volgende nieuwe punt 8 wordt ingevoegd:

    • „8. BWMS Code, de Code voor de goedkeuring van ballastwaterbeheersystemen, aangenomen bij resolutie MEPC.300(72), eventueel als gewijzigd door de Organisatie, op voorwaarde dat deze wijzigingen worden aangenomen en van kracht worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 19 van dit Verdrag betreffende de procedure voor wijziging die van toepassing is op deze Bijlage.”

Afdeling D. – Normen voor ballastwaterbeheer

Voorschrift D-3. Goedkeuringsvereisten voor ballastwaterbeheersystemen
  • 2. Punt 1 wordt vervangen door:

    • 1. Behalve in het geval omschreven in punt 2, worden ballastwaterbeheersystemen die worden gebruikt om te voldoen aan dit Verdrag als volgt goedgekeurd door de Administratie:

      • .1 ballastwaterbeheersystemen die op of na 28 oktober 2020 worden geïnstalleerd1) worden goedgekeurd in overeenstemming met de BWMS-Code, eventueel zoals gewijzigd; en

      • .2 ballastwaterbeheersystemen die vóór 28 oktober 2020 zijn geïnstalleerd2) worden goedgekeurd rekening houdend met de door de Organisatie opgestelde richtlijnen3) of de BWMS-Code, eventueel als gewijzigd.”


De vertaling van de op 13 april 2018 door de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onderdeel c, van het Verdrag, aangenomen resolutie MEPC.297(72) houdende wijzigingen van de Bijlage bij het Verdrag (Trb. 2018, 156) luidt als volgt:

Resolutie MEPC.297(72)
(aangenomen op 13 april 2018)

Wijzigingen van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004

Wijzigingen van voorschrift B-3

(Implementatieschema ballastwaterbeheer voor schepen)

De Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu,

In herinnering brengend artikel 38, onderdeel a, van het Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie betreffende de taken die aan de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu zijn opgedragen bij internationale verdragen ter voorkoming en beperking van verontreiniging van de zee door schepen,

Gelet op artikel 19 van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004 (het BWM-verdrag), dat de procedure voor wijziging aangeeft en aan de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu van de Organisatie de taak opdraagt wijzigingen van het Verdrag te bestuderen die door de partijen dienen te worden aangenomen,

Na bestudering, tijdens zijn tweeënzeventigste zitting, van voorgestelde wijzigingen van voorschrift B-3 van het BWM-verdrag betreffende het implementatieschema van het ballastwaterbeheer voor schepen,

In herinnering brengend resolutie MEPC.287(71), waarbij de Commissie besloot dat de partijen het gewijzigde voorschrift B-3 onmiddellijk na de inwerkingtreding van het BWM-verdrag moeten implementeren, in plaats van het bij resolutie A.1088(28) inzake de toepassing van het BWM-verdrag aanbevolen implementatieschema en niettegenstaande het in voorschrift B-3 vervatte schema, teneinde een dubbele regeling uit hoofde van het Verdrag te voorkomen gedurende de tijd tussen de inwerkingtreding van het BWM-verdrag en de inwerkingtreding van het gewijzigde voorschrift B-3,

  • 1. Neemt, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onder c, van het BWM-verdrag, de wijzigingen van voorschrift B-3 van het Verdrag aan, waarvan de tekst is vervat in de bijlage bij deze resolutie;

  • 2. Bepaalt, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onderdeel e, onder ii, van het BWM-verdrag, dat de wijzigingen worden geacht te zijn aanvaard op 13 april 2019, tenzij vóór die datum meer dan een derde van de partijen hun bezwaren tegen de wijzigingen kenbaar hebben gemaakt aan de Secretaris-Generaal;

  • 3. Nodigt de partijen uit kennis te nemen van het feit dat de genoemde wijzigingen, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onderdeel f, onder ii, van het BWM-verdrag, in werking treden op 13 oktober 2019 na hun aanvaarding in overeenstemming met het tweede lid hierboven;

  • 4. Verzoekt de Secretaris-Generaal voor de toepassing van artikel 19, tweede lid, onderdeel d, van het BWM-verdrag gewaarmerkte afschriften van deze resolutie en van de tekst van de in de bijlage vervatte wijzigingen te doen toekomen aan alle partijen bij het BWM-verdrag;

  • 5. Verzoekt de Secretaris-Generaal voorts afschriften van deze resolutie en de bijlage daarbij te doen toekomen aan de Leden van de Organisatie die geen partij zijn bij het BWM-verdrag;

  • 6. Verzoekt de Secretaris-Generaal voorts een geconsolideerde gewaarmerkte tekst van het BWM-verdrag op te stellen.


Bijlage
Wijzigingen van de Bijlage bij het BWM-Verdrag

(Implementatieschema ballastwaterbeheer voor schepen)

Afdeling B. – Vereisten voor schepen ten aanzien van beheer en controle

Voorschrift B-3. Ballastwaterbeheer voor schepen
  • 1. De tekst van voorschrift B-3 wordt vervangen door de volgende tekst:

    • „1. Op schepen gebouwd vóór 2009:

      • .1 met een ballastwatercapaciteit van 1.500 tot en met 5.000 kubieke meter, dient het ballastwater tot de herkeuring omschreven in punt 10 te worden beheerd op een wijze die ten minste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-1 of in voorschrift D-2, en nadien ten minste aan de normen beschreven in voorschrift D-2;

      • .2 met een ballastwatercapaciteit van minder dan 1.500 of meer dan 5.000 kubieke meter, dient het ballastwater tot de herkeuring beschreven in punt 10 te worden beheerd op een wijze die ten minste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-1 of in voorschrift D-2 en nadien ten minste aan de normen beschreven in voorschrift D-2.

    • 2. Op schepen gebouwd in of na 2009 en vóór 8 september 2017 met een ballastwatercapaciteit van minder dan 5.000 kubieke meter dient het ballastwater vanaf de datum van de herkeuring beschreven in punt 10 te worden beheerd op een wijze die ten minste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-2.

    • 3. Op schepen gebouwd in of na 2009, maar vóór 2012, met een ballastwatercapaciteit van 5.000 kubieke meter of meer dient het ballastwater te worden beheerd in overeenstemming met punt 1.2.

    • 4. Op schepen gebouwd in of na 2012 en vóór 8 september 2017 met een ballastwatercapaciteit van 5.000 kubieke meter of meer dient het ballastwater vanaf de datum van de herkeuring beschreven in punt 10 te worden beheerd op een wijze die ten minste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-2.

    • 5. Op schepen gebouwd op of na 8 september 2017 dient het ballastwater te worden beheerd op een wijze die ten minste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-2.

    • 6. De vereisten van dit voorschrift zijn niet van toepassing op schepen die ballastwater lozen bij een ontvangstinrichting die overeenkomstig de door de Organisatie voor dergelijke inrichtingen opgestelde richtlijnen is ontworpen.

    • 7. Andere methoden voor ballastwaterbeheer kunnen worden aanvaard als alternatief voor de vereisten beschreven in de punten 1 tot en met 5 en punt 8, mits deze methoden ten minste dezelfde mate van bescherming van het milieu, de gezondheid van de mens, van goederen of hulpbronnen waarborgen en deze in beginsel zijn goedgekeurd door de Commissie.

    • 8. Op schepen gebouwd vóór 8 september 2017 waarop de in punt 10 beschreven herkeuring niet van toepassing is, dient het ballastwater te worden beheerd op een wijze die ten minste voldoet aan de normen beschreven in voorschrift D-2 vanaf de door de Administratie te bepalen datum, maar niet later dan 8 september 2024.

    • 9. Schepen waarop de punten 2, 4 of 8 van toepassing zijn dienen te voldoen aan hetzij voorschrift D-1, hetzij voorschrift D-2 tot het moment waarop zij dienen te voldoen aan voorschrift D-2.

    • 10. Niettegenstaande voorschrift E-1.1.2 wordt onder de in de punten 1.1, 1.2, 2 en 4 bedoelde herkeuring verstaan:

      • .1 de eerste herkeuring, zoals bepaald door de Commissie1), op of na 8 september 2017 indien:

        • .1 deze is voltooid op of na 8 september 2019; of

        • .2 een herkeuring is voltooid op of na 8 september 2014 maar vóór 8 september 2017;en

      • .2 de tweede herkeuring, zoals bepaald door de Commissie2), op of na 8 september 2017 indien de eerste herkeuring op of na 8 september 2017 is voltooid vóór 8 september 2019, mits niet is voldaan aan de voorwaarden van punt 10.1.2.”


De vertaling van de op 13 april 2018 door de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onderdeel c, van het Verdrag, aangenomen resolutie MEPC.299(72) houdende wijzigingen van de Bijlage bij het Verdrag (Trb. 2018, 156) luidt als volgt:

Resolutie MEPC.299(72)
(aangenomen op 13 april 2018)

Wijzigingen van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004

Wijzigingen van de voorschriften E-1 en E-5

(Aantekenen van aanvullende inspecties op het internationaal ballastwaterbeheercertificaat)

De Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu,

In herinnering brengend artikel 38, onderdeel a, van het Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie betreffende de taken die aan de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu zijn opgedragen bij internationale verdragen ter voorkoming en beperking van verontreiniging van de zee door schepen,

Gelet op artikel 19 van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004 (het BWM-verdrag), dat de procedure voor wijziging aangeeft en aan de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu van de Organisatie de taak opdraagt wijzigingen van het Verdrag te bestuderen die door de partijen dienen te worden aangenomen,

Na bestudering, tijdens zijn tweeënzeventigste zitting, van voorgestelde wijzigingen van de voorschriften E-1 en E-5 van het BWM-verdrag inzake het aantekenen van aanvullende inspecties op het internationaal ballastwaterbeheercertificaat,

  • 1. Neemt, overeenkomstig artikel 19, tweede lid, onder c, van het BWM-verdrag, de wijzigingen van de voorschriften E-1 en E-5 aan, waarvan de tekst is vervat in de bijlage bij deze resolutie,

  • 2. Bepaalt, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onderdeel e, onder ii, van het BWM-verdrag, dat de wijzigingen worden geacht te zijn aanvaard op 13 april 2019, tenzij vóór die datum meer dan een derde van de partijen hun bezwaren tegen de wijzigingen kenbaar hebben gemaakt aan de Secretaris-Generaal,

  • 3. Nodigt de partijen uit kennis te nemen van het feit dat de genoemde wijzigingen, in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, onderdeel f, onder ii, van het BWM-verdrag, in werking treden op 13 oktober 2019 na hun aanvaarding in overeenstemming met het tweede lid hierboven,

  • 4. Nodigt de partijen voorts uit te overwegen de voornoemde wijzigingen van het BWM-verdrag zo snel mogelijk toe te passen op schepen die gerechtigd zijn hun vlag te voeren,

  • 5. Verzoekt de Secretaris-Generaal voor de toepassing van artikel 19, tweede lid, onderdeel d, van het BWM-verdrag gewaarmerkte afschriften van deze resolutie en van de tekst van de in de bijlage vervatte wijzigingen te doen toekomen aan alle partijen bij het BWM-verdrag,

  • 6. Verzoekt de Secretaris-Generaal voorts afschriften van deze resolutie en de bijlage daarbij te doen toekomen aan de Leden van de Organisatie die geen partij zijn bij het BWM-verdrag,

  • 7. Verzoekt de Secretaris-Generaal voorts een geconsolideerde gewaarmerkte tekst van het BWM-verdrag op te stellen.


Bijlage
Wijzigingen van de Bijlage bij het BWM-Verdrag

(Aantekenen van aanvullende inspecties op het internationaal ballastwaterbeheercertificaat)

Afdeling E. – Inspectie- en certificatievereisten voor ballastwaterbeheer

Voorschrift E-1. Inspecties
  • 1. In punt 1.5 wordt de laatste zin: „Deze inspecties worden aangetekend op het certificaat, afgegeven krachtens voorschrift E-2 of E-3.” geschrapt.

Voorschrift E-5. Looptijd en geldigheid van het certificaat
  • 2. In de aanhef van punt 8 worden de woorden „jaarlijkse inspectie” vervangen door de woorden „jaarlijkse of tussentijdse inspectie”.

  • 3. In punt 8.3 worden de woorden „jaarlijkse inspecties” vervangen door de woorden „jaarlijkse of tussentijdse inspecties”.

  • 4. Het bestaande punt 9.1 wordt geschrapt en de bestaande punten 9.2 tot en met 9.4 worden vernummerd tot respectievelijk punten 9.1 tot en met 9.3.


G. INWERKINGTREDING

In Trb. 2018, 156 dient een correctie te worden aangebracht.

Op blz. 5 in rubriek G, derde regel, dient „twee derde” te worden vervangen door „een derde”.

Uitgegeven de veertiende november 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK


X Noot
1)

Zie punt 2 van de Eenvormige uitlegging van Aanhangsel I (Model van internationaal ballastwaterbeheercertificaat) van het BWM Verdrag met betrekking tot de “datum van installatie” als opgenomen in BWM.2/circ.66.

X Noot
2)

Zie punt 2 van de Eenvormige uitlegging van Aanhangsel I (Model van internationaal ballastwaterbeheercertificaat) van het BWM Verdrag met betrekking tot de “datum van installatie” als opgenomen in BWM.2/circ.66.

X Noot
3)

Zie resoluties MEPC.125(53), MEPC.174(58) of MEPC.279(70), waar van toepassing.

X Noot
1)

Zie resolutie MEPC.298(72).

X Noot
2)

Zie resolutie MEPC.298(72).

Naar boven