1 (2016) Nr. 2

A. TITEL

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek betreffende de gezamenlijke tentoonstelling en het gezamenlijk beheer van de portretten van Maerten Soolmans en van Oopjen Coppit door Rembrandt van Rijn;

Parijs, 1 februari 2016

B. TEKST

De Franse tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 2016, 11.

In dat Tractatenblad dient in de tekst de volgende correctie te worden aangebracht.

Op blz. 4, bij de ondertekeningsdatum, dient het jaartal „2016” te worden toegevoegd.

C. VERTALING


Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek betreffende de gezamenlijke tentoonstelling en het gezamenlijk beheer van de portretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit van Rembrandt van Rijn

Overwegend dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek („de verdragsluitende partijen”) een tot voorbeeld strekkend samenwerkingsproject willen opzetten voor de gezamenlijke tentoonstelling aan het publiek van het tweetal portretten van Oopjen Coppit en Maerten Soolmans geschilderd door de Nederlandse schilder Rembrandt van Rijn.

Overwegend dat vanwege de geschiedenis van deze bijzondere meesterwerken van de schilder Rembrandt van Rijn en de sterke banden ervan met zowel Frankrijk als Nederland, op 24 november 2015 te Brussel een partnerschapsovereenkomst inzake culturele samenwerking is ondertekend tussen Fleur Pellerin, minister van Cultuur en Communicatie van de Franse Republiek en Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van het Koninkrijk der Nederlanden, die de aanzet moet geven tot een uniek en innovatief Europees cultureel project waarbij de portretten gezamenlijk aan het publiek worden tentoongesteld, afwisselend in het Rijksmuseum te Amsterdam en in het Musée du Louvre te Parijs, die daarmee hebben ingestemd.

Overwegend dat teneinde dit project voor culturele samenwerking gestalte te geven, de Franse staat en de Nederlandse staat een koopovereenkomst hebben ondertekend met de verkopers van elk van de portretten voor het verwerven van respectievelijk het portret van Oopjen Coppit voor de Franse Republiek en het portret van Maerten Soolmans voor het Koninkrijk der Nederlanden.

Overwegend dat de verdragsluitende partijen een project voor culturele samenwerking willen opzetten voor de gezamenlijke tentoonstelling, afwisselend in het Rijksmuseum te Amsterdam en in het Musée du Louvre te Parijs, alsmede voor het beheer van de portretten van Oopjen Coppit en Maerten Soolmans geschilderd door Rembrandt van Rijn, na de verwerving ervan door respectievelijk de Franse staat en de Nederlandse staat.

Zijn de verdragsluitende partijen het volgende overeengekomen:

TITEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVING EN DOEL VAN DE SAMENWERKING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen
  • 1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:

    a. „kunstwerken”:

    twee portretten geschilderd door de Nederlandse kunstenaar Rembrandt van Rijn (1606 – 1669):

    • 1. Portret van Maerten Soolmans

      Olieverf op doek

      209,5 x 135,5 cm

    • 2. Portret van Oopjen Coppit

      Olieverf op doek

      210 x 134,5 cm.

    b. „behoud”:

    alle maatregelen en acties gericht op de bescherming van het materieel cultureel erfgoed waarbij de toegankelijkheid ervan voor de huidige en toekomstige generaties gewaarborgd blijft. Onder behoud worden preventieve en curatieve conservering begrepen. Bij alle maatregelen en acties dienen het belang en de fysieke eigenschappen van het cultureel erfgoed gerespecteerd te worden.

Artikel 2 Doel van de samenwerking
  • 1. De verdragsluitende partijen besluiten een innovatief project voor culturele samenwerking op te zetten om de kunstwerken gezamenlijk aan het publiek tentoon te stellen, afwisselend in het Rijksmuseum te Amsterdam en in het Musée du Louvre te Parijs, alsmede gezamenlijk zorg te dragen voor het beheer van deze werken.

  • 2. Met het oog op de uitvoering van dit project hebben de verdragsluitende partijen elk een van de kunstwerken van de respectieve verkopers verworven: het portret van Oopjen Coppit voor Frankrijk en het portret van Maerten Soolmans voor Nederland.

  • 3. De kunstwerken worden aan het publiek tentoongesteld waarbij de twee portretten nooit van elkaar gescheiden worden en in het bijzonder de onlosmakelijke band tussen de werken wordt benadrukt.

TITEL 2 BIJZONDERE BEPALINGEN VAN DE SAMENWERKING

Artikel 3 Doelstellingen van de samenwerking
  • 1. De verdragsluitende partijen nemen alle maatregelen die nodig zijn om gezamenlijk de tentoonstelling, het behoud en de restauratie van de kunstwerken te waarborgen.

  • 2. De verdragsluitende partijen vertrouwen de uitvoering van dit project voor culturele samenwerking wat Frankrijk betreft toe aan het Musée du Louvre te Parijs en wat Nederland betreft aan het Rijksmuseum te Amsterdam. De bepalingen voor de uitvoering van dit project voor culturele samenwerking worden vastgelegd in een overeenkomst tussen beide musea.

  • 3. De kunstwerken worden door middel van gezamenlijke beschikbaarstelling bij toerbeurt onafscheidelijk van elkaar en afwisselend in elk van de bovengenoemde musea tentoongesteld.

  • 4. Elke verdragsluitende partij neemt de maatregelen die nodig zijn, in overeenstemming met de van kracht zijnde regelgeving, om het kunstwerk waarvan zij eigenaar is aan de andere verdragsluitende partij uit te lenen ten behoeve van de tentoonstelling ervan, zoals omschreven in dit Verdrag.

  • 5. De verdragsluitende partijen plegen onderling overleg over de aspecten van het project voor culturele samenwerking die niet in dit Verdrag zijn vastgelegd.

  • 6. Zij komen te allen tijde wanneer een van de partijen daarom verzoekt en in elk geval eens per vijf jaar bijeen om de uitvoering van dit Verdrag te evalueren.

Artikel 4 Status van de kunstwerken

De kunstwerken dienen, in overeenstemming met de van kracht zijnde wetgeving, onderdeel uit te maken van het publieke domein van de verdragsluitende partijen en de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op hun nationale collecties zijn derhalve van toepassing.

Artikel 5 Tentoonstelling van de kunstwerken

De kunstwerken worden permanent aan het publiek tentoongesteld, afwisselend in het Rijksmuseum te Amsterdam en in het Musée du Louvre in Parijs. De nadere details over de tentoonstelling van de werken en het rotatieschema voor de lange termijn worden vastgelegd in een overeenkomst tussen beide musea.

Artikel 6 Onvervreemdbaarheid en niet-vatbaar voor beslag
  • 1. De kunstwerken zijn, in overeenstemming met de regelgeving inzake openbare collecties in Frankrijk en Nederland, onvervreemdbaar en niet vatbaar voor beslag. Dit houdt in dat op de kunstwerken geen beslag kan worden gelegd noch dat er andere executoriale maatregelen tegen genomen kunnen worden, ongeacht of deze door een Franse of Nederlandse autoriteit of door een autoriteit van een andere staat worden bevolen.

  • 2. Wanneer de kunstwerken in Frankrijk worden tentoongesteld, verplicht de Franse partij zich ertoe in overeenstemming met de geldende wetgeving alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om te waarborgen dat de kunstwerken niet vatbaar zijn voor beslag en de Nederlandse partij hiervan in kennis te stellen.

  • 3. Wanneer de kunstwerken in Nederland worden tentoongesteld, verplicht de Nederlandse partij zich ertoe in overeenstemming met de geldende wetgeving alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om te waarborgen dat de kunstwerken niet vatbaar zijn voor beslag en de Franse partij hiervan in kennis te stellen.

Artikel 7 Behoud van de onafscheidelijke verbondenheid van de kunstwerken

Indien in een van de partijen een wijziging in de wetgeving plaatsvindt waardoor de mogelijkheid tot verkoop van de kunstwerken ontstaat, mogen de verdragsluitende partijen geen gebruikmaken van deze mogelijkheid zonder onderling overleg te plegen met het oog op het behoud van de onafscheidelijke band tussen beide kunstwerken.

Artikel 8 Verbod op uitlenen

De kunstwerken mogen niet worden uitgeleend, ook niet tijdelijk, aan een derde land of een culturele instelling anders dan het Musée du Louvre en het Rijksmuseum, behalve in uitzonderlijke gevallen met schriftelijke toestemming van de verdragsluitende partijen.

TITEL 3 UITVOERING VAN DE SAMENWERKING

Artikel 9 Uitvoering van het samenwerkingsproject

De verdragsluitende partijen erkennen dat het Musée du Louvre te Parijs en het Rijksmuseum te Amsterdam in een overeenkomst de voorwaarden voor het gezamenlijke beheer van de kunstwerken hebben vastgelegd, met inbegrip van de voorwaarden voor tentoonstelling, behoud, restauratie, veiligheid, beveiliging, verzekering, documentatie, communicatie, publicatie en de regeling van geschillen. In de overeenkomst zijn tevens de voorwaarden vastgelegd inzake de betaling van aanvullende kosten die verband houden met de uitvoering van de samenwerking en die na de verwerving kunnen ontstaan.

Artikel 10 Conserverende maatregelen

De vertegenwoordigers van elke verdragsluitende partij en/of van het museum op haar grondgebied zijn te allen tijde gemachtigd tijdens de tentoonstelling van de kunstwerken in het museum op het grondgebied van de andere verdragsluitende partij te controleren of naar behoren wordt voldaan aan de voorwaarden voor conservering, beveiliging en veiligheid.

TITEL 4 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 11 Onderling overleg
  • 1. De verdragsluitende partijen plegen onderling overleg en roepen, wanneer zij dat noodzakelijk achten, een vergadering bijeen over elke kwestie die verband houdt met de uitvoering van dit Verdrag.

  • 2. In het geval van een wijziging van de wetgeving inzake kwesties die verband houden met de uitvoering van dit Verdrag, plegen de verdragsluitende partijen onderling overleg teneinde naleving van dit Verdrag te waarborgen.

Artikel 12 Regeling van geschillen

In het geval van een geschil tussen de verdragsluitende partijen over de interpretatie of uitvoering van dit Verdrag, treden de partijen met elkaar in overleg teneinde het geschil door middel van onderhandelingen op te lossen.

Artikel 13 Duur

Dit Verdrag wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

Artikel 14 Territoriale toepassing

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag slechts van toepassing op het Europese deel van het Koninkrijk.

Artikel 15 Inwerkingtreding
  • 1. Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de verdragsluitende partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de voor de inwerkingtreding van het Verdrag vereiste interne procedures is voldaan.

  • 2. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van ondertekening.

TEN BLIJKE waarvan de ondergetekenden, daartoe door hun onderscheiden Regeringen naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Parijs op 1 februari 2016, in tweevoud in de Franse taal.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, JET BUSSEMAKER

Voor de Regering van de Franse Republiek, FLEUR PELLERIN


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2016, 11.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2016, 11.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2016, 11.

Uitgegeven de vierentwintigste mei 2016.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. KOENDERS

Naar boven