41 (2000) Nr. 15

A. TITEL

Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, anderzijds (met Bijlagen en Protocollen);

Cotonou, 23 juni 2000

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 009318 en 013362 in de Verdragenbank.

B. TEKST

Het ACS-EU-Comité van ambassadeurs heeft op 12 juli 2016 te Brussel een besluit genomen tot wijziging van Bijlage III bij de Overeenkomst. De Nederlandse tekst1) van het besluit luidt als volgt:


Besluit nr. 3/2016 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 12 juli 2016 betreffende de herziening van Bijlage III bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst [2016/1163]

Het ACS-EU-Comité van ambassadeurs,

Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds1) („ACS-EU-partnerschapsovereenkomst”), en met name artikel 100,

Overwegende hetgeen volgt:

  • 1. Op grond van artikel 100 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst kunnen de bijlagen I bis, I ter, II, III, IV en VI daarbij door de ACS-EU-Raad van ministers opnieuw worden onderzocht en al dan niet worden gewijzigd op basis van een aanbeveling van het ACS-EU-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.

  • 2. Op grond van artikel 15, lid 4, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst kan de ACS-EU-Raad van ministers bevoegdheden delegeren aan het ACS-EU-Comité van ambassadeurs.

  • 3. Artikel 2 van bijlage III bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst betreft het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven („COB”). Op grond van artikel 2, lid 6, onder a), van die bijlage III, wordt het ACS-EU-Comité van ambassadeurs aangewezen als toezichthoudende autoriteit van het COB en onder meer gemachtigd de statuten van het COB vast te stellen, hetgeen is gebeurd bij Besluit nr. 8/2005 van het ACS-EG-Comité van ambassadeurs2) („COB-statuten”). Op grond van artikel 2, lid 7, onder a), van bijlage III, wordt de raad van bestuur van het COB onder meer gemachtigd het financieel reglement en het personeelsreglement van het COB vast te stellen.

  • 4. In artikel 1 van de COB-statuten wordt het beginsel van de rechtspersoonlijkheid van het COB vastgesteld.

  • 5. In de artikelen 9 en 10 van de COB-statuten worden het mandaat en de samenstelling van de raad van bestuur van het COB vastgesteld.

  • 6. Op zijn 39e zitting die op 19 en 20 juni 2014 in Nairobi, Kenia, is gehouden, is de ACS-EU-Raad van ministers in een gezamenlijke verklaring overeengekomen om over te gaan tot de ordelijke sluiting van het COB, alsook de wijziging van bijlage III bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en om daartoe aan het ACS-EU-Comité van ambassadeurs een bevoegdheidsdelegatie te verlenen om de noodzakelijke besluiten vast te stellen, met inbegrip van de relevante wijziging van die bijlage III.

  • 7. Bij die gezamenlijke verklaring van de ACS-EU-Raad van ministers is de ACS-EU-Gezamenlijke Werkgroep opgericht, om ervoor te zorgen dat het COB onder de best mogelijke omstandigheden wordt gesloten.

  • 8. Het ACS-EU-Comité van ambassadeurs machtigde de raad van bestuur van het COB bij Besluit nr. 4/20143) alle passende maatregelen voor de voorbereiding van de sluiting van het COB te nemen. Daarop ondertekende de raad van bestuur van het COB een contract met een curator dat loopt tot en met 31 december 2016.

  • 9. Overeenkomstig artikel 2, lid 3, van Besluit nr. 4/2014 voorziet het plan tot sluiting in de voltooiing van de liquidatie per 31 december 2016 („sluitingsfase”). Met de goedkeuring door de raad van bestuur van het COB van het definitieve plan tot sluiting op 29 en 30 juni 2015 trad het COB de sluitingsfase in.

  • 10. De sluitingsfase moet worden gevolgd door een „passieve fase” waarin het COB blijft bestaan met als uitsluitend doel de liquidatie ervan. De passieve fase, die door een curator moet worden geleid, kan administratieve taken omvatten, zoals het bijhouden van het archief van het COB, antwoorden op administratieve formaliteiten of het afhandelen van resterende gerechtelijke procedures die tijdens de sluitingsfase niet konden worden afgesloten. De passieve fase moet ingaan op de dag na de sluitingsfase, namelijk op 1 januari 2017. De passieve fase moet na een periode van vier jaar worden afgesloten of, indien dat eerder is, op het ogenblik dat het COB al zijn verplichtingen heeft voldaan en al zijn vermogen te gelde heeft gemaakt.

  • 11. Op grond van artikel 26, lid 1, van het financieel reglement van het COB, vastgesteld bij Besluit nr. 5/2004 van het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs4), moeten de rekeningen van het COB worden afgesloten op het eind van het financiële jaar teneinde de jaarrekening van het COB te kunnen opstellen. Daarom moet de wettelijke controle van het jaar 2016 die betrekking heeft op de sluitingsfase, uiterlijk op 30 juni 2017 zijn afgerond.

  • 12. De wijzigingen van bijlage III bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst betreffen de schrapping van de verwijzingen naar het COB. Onderhavig besluit biedt het nieuwe wettelijke kader voor het COB met ingang van de passieve fase, namelijk met ingang van 1 januari 2017.

  • 13. Krachtens artikel 95, lid 1, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst vervalt de overeenkomst in 2020. De bestuursstructuren die betrekking hebben op het functioneren van het COB in de passieve fase, moeten derhalve ook voor de periode na 29 februari 2020 worden vastgesteld,

Heeft het volgende besluit vastgesteld:

Artikel 1

Teneinde rekening te houden met de stopzetting van de activiteiten van het COB met ingang van 31 december 2016, wordt bijlage III bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst als volgt gewijzigd:

1) In bijlage III wordt de titel vervangen door:

„INSTITUTIONELE STEUN”.

2) Artikel 1 wordt vervangen door:

„De samenwerking ondersteunt het institutionele mechanisme ter bevordering van landbouw en plattelandsontwikkeling. In dit verband dient de samenwerking de rol van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (TCLP) bij de institutionele capaciteitsopbouw in de ACS te helpen versterken, met name wat betreft informatiemanagement, ter verbetering van de toegang tot technologieën om productiviteit en afzetmogelijkheden in de landbouw te verhogen en voedselzekerheid en plattelandsontwikkeling te versterken.”.

3) Artikel 2 wordt geschrapt.

4) Artikel 3 wordt hernummerd tot artikel 2.

Artikel 2

  • 1. Vóór het einde van de sluitingsfase, namelijk 31 december 2016, stelt de Europese Commissie een curator aan om de uitvoering van de passieve fase te garanderen met ingang van 1 januari 2017 en voor een periode van vier jaar of, indien dat eerder is, tot het ogenblik dat het COB al zijn verplichtingen heeft voldaan en al zijn vermogen te gelde heeft gemaakt.

  • 2. De curator is verantwoordelijk voor de uitvoering van de passieve fase. De curator dient jaarverslagen in bij het ACS-EU-Comité van ambassadeurs over de vooruitgang die is geboekt met de uitvoering van de passieve fase.

Artikel 3

  • 1. De COB-statuten, het financieel reglement van het COB en het personeelsreglement van het COB blijven van kracht tot het einde van de sluitingsfase.

    Onderhavig besluit biedt het nieuwe wettelijke kader voor het COB met ingang van 1 januari 2017.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2017 wordt de rechtspersoonlijkheid van het COB, als gedefinieerd in artikel 1 van de COB-statuten, uitsluitend gehandhaafd met het oog op de liquidatie van het COB.

  • 3. Tijdens de passieve fase blijft de raad van bestuur van het COB, opgericht bij de artikelen 9 en 10 van de COB-statuten, bestaan tot de datum van het besluit van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs inzake het kwijtingsvoorstel krachtens artikel 4 van Besluit nr. 4/2014.

    Met ingang van de passieve fase blijft de taak van de raad van bestuur van het COB beperkt tot de goedkeuring van het sluitingsverslag, de goedkeuring van de rekeningen die betrekking hebben op de sluitingsfase, en het toezenden van een kwijtingsvoorstel aan het ACS-EU-Comité van ambassadeurs tot besluitneming. Vanaf 1 januari 2017 komt de raad van bestuur nog maar één keer per jaar bijeen. Dit sluit niet uit dat de raad van bestuur van het COB volgens een schriftelijke procedure een besluit kan nemen.

    Tenzij het ACS-EU-Comité van ambassadeurs een ander besluit treft, wordt de kwijting geacht te zijn goedgekeurd drie maanden na de datum van toezending van het kwijtingsvoorstel of, indien dat eerder is, op 31 december 2017.

  • 4. De kosten die verband houden met de passieve fase, worden gefinancierd uit het elfde Europees Ontwikkelingsfonds.

  • 5. De rechten van het COB ten aanzien van derden en de rechten van derden ten aanzien van het COB worden beperkt tot een periode van drie jaar met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 4

De opdracht van de ACS-EU-Gezamenlijke Werkgroep in verband met de sluiting van het COB, als vastgesteld door de gezamenlijke verklaring van de ACS-EU-Raad van ministers van 19 en 20 juni 2014, loopt af met het besluit van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs over het kwijtingsvoorstel krachtens artikel 4 van Besluit nr. 4/2014.

Artikel 5

Onderhavig besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld, met uitzondering van artikel 1 dat in werking treedt op 1 januari 2017.

GEDAAN te Brussel, 12 juli 2016.

Voor het ACS-EU-Comité van ambassadeurs De voorzitter R.J. MENGA


G. INWERKINGTREDING

Het besluit van 12 juli 2016 tot wijziging van Bijlage III bij de Overeenkomst is ingevolge artikel 5 van het besluit op diezelfde datum in werking getreden, met uitzondering van artikel 1 van het besluit dat in werking zal treden op 1 januari 2017.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het besluit alleen voor Nederland (het Europese deel), als lidstaat van de Europese Unie.

Koninkrijk der Nederlanden

Partnerschapsovereenkomst

Land

Voorlopige toepassing

In werking

Terugwerkende kracht

Buiten werking

Nederland (in Europa)

02-08-2000

01-04-2003

   

Nederland (Bonaire)

       

Nederland (Sint Eustatius)

       

Nederland (Saba)

       

Aruba

       

Curaçao

       

Sint Maarten

       

Uitgegeven de negentiende september 2016.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. KOENDERS


X Noot
1)

De Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse tekst zijn niet opgenomen. De tekst van het besluit is tevens gepubliceerd in PbEU 2016, L 192, blz. 77-79.

X Noot
1)

Overeenkomst ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3), als gewijzigd bij de overeenkomst ondertekend te Luxemburg op 25 juni 2005 (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 27) en bij de overeenkomst ondertekend te Ouagadougou op 22 juni 2010 (PB L 287 van 4.11.2010, blz. 3).

X Noot
2)

Besluit nr. 8/2005 van het ACS-EG-Comité van ambassadeurs van 20 juli 2005 betreffende de statuten en het reglement van orde van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (PB L 66 van 8.3.2006, blz. 16).

X Noot
3)

Besluit nr. 4/2014 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 23 oktober 2014 betreffende het aan de raad van bestuur van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (COB) te verlenen mandaat (PB L 330 van 15.11.2014, blz. 61).

X Noot
4)

Besluit nr. 5/2004 van het ACS-EG-Comité van ambassadeurs van 17 december 2004 betreffende het financieel reglement van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (PB L 70 van 9.3.2006, blz. 52).

Naar boven