24 (2002) Nr. 5

A. TITEL

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Federatieve Republiek Brazilië inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving;

Brasilia, 7 maart 2002

B. TEKST

De Engelse en de Nederlandse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2002, 103.


De Engelse tekst van de notawisseling van 12 december 2014 inzake de uitbreiding van het Verdrag tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten is geplaatst in Trb. 2015, 8.

C. VERTALING

Nr. I

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

N° 146/SEC/2014

Brasilia, 12 december 2014

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Federatieve Republiek Brazilië inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, ondertekend te Brasilia op 7 maart 2002 (hierna te noemen „het Verdrag van 2002”).

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden stelt voor dat, in overeenstemming met artikel 19, tweede en derde lid, van het Verdrag van 2002, de toepassing van het Verdrag van 2002 wordt uitgebreid tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten, met inachtneming van het volgende:

  • 1. Voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt onder de uitdrukking „douane-administratie” in artikel 1, eerste lid, van het Verdrag van 2002, wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft, verstaan de respectieve centrale administraties die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van douanewetgeving.

  • 2. De tweede zin van artikel 2, vierde lid, van het Verdrag van 2002 is uitsluitend van toepassing op Aruba, Curaçao en Sint Maarten, naargelang van het geval, voor zover de daarin bedoelde bilaterale en multilaterale verdragen van toepassing zijn op deze respectieve delen van het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 3. De vereisten van de nationale wetgeving in de zin van de artikelen 14 en 15 van het Verdrag van 2002 vallen wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft, onder het bereik van de toepasselijke wetgeving van respectievelijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

  • 4. Indien het voorgaande aanvaardbaar is voor de Regering van de Federatieve Republiek Brazilië, heb ik voorts de eer voor te stellen dat deze nota en uw antwoordnota een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Federatieve Republiek Brazilië dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de partijen aan de andere partij meedeelt dat aan de benodigde formaliteiten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik om u opnieuw te verzekeren van mijn zeer bijzondere hoogachting.

J.P.M. Peters Ambassadeur

Zijne Excellentie Luiz Alberto Figueiredo Machado

Minister van Buitenlandse Zaken van de Federatieve Republiek Brazilië

Brasilia - DF


Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN VAN DE FEDERATIEVE REPUBLIEK BRAZILIË

12 december 2014

DAI/DACESS/DE I/02/PAIN BRAS HOLA

Excellentie,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van nota nr. 146/SEC/2014 d.d. 12 december 2014 van Uwe Excellentie inzake het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Federatieve Republiek Brazilië inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, op 7 maart 2002 ondertekend te Brasilia. De tekst van voornoemde nota luidt als volgt:

(Zoals in Nr. I)

  • 2. Ik heb de eer te bevestigen dat het bovengenoemde voorstel aanvaardbaar is voor de Regering van de Federatieve Republiek Brazilië en dat de nota van Uwe Excellentie en deze antwoordnota een verdrag zullen vormen tussen de twee regeringen dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de partijen aan de andere partij mededeelt dat aan de benodigde formaliteiten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.

  • 3. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw te verzekeren van mijn zeer bijzondere hoogachting.

LUIZ ALBERTO FIGUEIREDO MACHADO Minister van Buitenlandse Betrekkingen van de Federatieve Republiek Brazilië

Zijne Excellentie J.P.M. Peters

Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2006, 114, Trb. 2012, 15 en Trb. 2015, 8.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2006, 114, Trb. 2012, 15 en Trb. 2015, 8.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2002, 103, Trb. 2006, 114 en Trb. 2012, 15.

Uitgegeven de vijfentwintigste februari 2015.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. KOENDERS

Naar boven