40 (1966) Nr. 14

A. TITEL

Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966

(met Bijlagen);

Londen, 5 april 1966

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag, met Bijlagen, zijn geplaatst in Trb. 1966, 275.

Voor correcties in de Engelse en de Franse tekst van Verdrag en Bijlagen, zie Trb. 1967, 140 en rubriek B en J van Trb. 1969, 217.

Voor wijzigingen van Verdrag en Bijlagen, zie Trb. 2008, 196 en rubriek J van Trb. 1972, 63, Trb. 1976, 104, Trb. 1978, 173, Trb. 1980, 99, Trb. 1984, 37, Trb. 1996, 158, Trb. 2008, 196 en Trb. 2015, 3.

C. VERTALING

De vertaling van de op 4 december 2013 aangenomen resolutie A.1082(28), houdende wijziging van Bijlage II bij het Verdrag (zie Trb. 2015, 3), luidt als volgt:

Resolutie A.1082(28)
(Aangenomen op 4 december 2013)

Wijzigingen van het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966

De Algemene Vergadering,

Herinnerend aan artikel 15, onderdeel j, van het Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie betreffende de functies van de Algemene Vergadering met betrekking tot voorschriften en richtlijnen inzake de veiligheid ter zee,

In aanmerking nemend de voorgestelde wijzigingen van het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966 (Verdrag inzake uitwatering,1966) om de grens van de zuidelijke periodieke wintervaarzone voor de zuidelijke punt van Afrika 50 mijl zuidwaarts te verplaatsen,

Tevens in aanmerking nemend dat de Maritieme Veiligheidscommissie, tijdens haar negentigste zitting, de voorgestelde wijzigingen heeft aangenomen in overeenstemming met artikel 29, derde lid, onderdeel a, van het Verdrag inzake uitwatering, 1966,

Na bestudering van de voorgestelde wijzigingen van voorschrift 47 van het Verdrag inzake uitwatering, 1966,

  • 1. Neemt, in overeenstemming met artikel 29, derde lid, onderdeel b, van het Verdrag inzake uitwatering, 1966, de wijzigingen van voorschrift 47 aan, waarvan de tekst is vervat in de bijlage bij deze resolutie;

  • 2. Verzoekt de Secretaris-Generaal, in overeenstemming met artikel 29, derde lid, onderdeel b, van het Verdrag inzake uitwatering, 1966, gewaarmerkte afschriften van deze resolutie en de bijlage daarbij aan alle Verdragsluitende Regeringen bij het genoemde Verdrag ter overweging en aanvaarding te doen toekomen, alsmede afschriften te zenden aan alle Leden van de Organisatie;

  • 3. Verzoekt alle betrokken Regeringen dringend de wijzigingen zo spoedig mogelijk te aanvaarden; en

  • 4. Besluit dat, indien de inwerkingtreding van voornoemde wijzigingen geschiedt na eenstemmig te zijn aanvaard in overeenstemming met artikel 29, tweede lid, van het Verdrag inzake uitwatering, 1966, voorafgaand aan de inwerkingtreding op grond van hun aanvaarding als verzocht bij deze resolutie, deze resolutie niet langer van kracht is.


Bijlage
Wijzigingen van het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966

Bijlage II

Vaarzones, vaargebieden en seizoenen

Voorschrift 47 – Zuidelijke periodieke wintervaarzone

De huidige tekst van voorschrift 47 wordt vervangen door:

„De noordgrens van de zuidelijke periodieke wintervaarzone wordt gevormd door:

de loxodroom van de oostkust van het Amerikaanse continent bij Kaap Tres Puntas naar een punt op 34° Zuiderbreedte en 50° Westerlengte, van daar door de parallel van 34° Zuiderbreedte tot 16° Oosterlengte, van daar door de loxodroom naar een punt op 36° Zuiderbreedte en 20° Oosterlengte, van daar door de loxodroom naar een punt op 34° Zuiderbreedte en 30° Oosterlengte, van daar door de loxodroom naar een punt op 35° 30' Zuiderbreedte en 118° Oosterlengte, en van daar door de loxodroom naar Kaap Grim aan de noordwestkust van Tasmanië; van daar door de noordkust en de oostkust van Tasmanië tot het zuidelijkste punt van Bruny Island, van daar door de loxodroom naar Black Rock Point op Stewart Island, van daar door de loxodroom naar een punt op 47° Zuiderbreedte en 170° Oosterlengte, van daar door de loxodroom naar een punt op 33° Zuiderbreedte en 170° Westerlengte en van daar door de parallel van 33° Zuiderbreedte tot de westkust van het Amerikaanse continent.

Seizoenen:

WINTER:

16 april tot en met 15 oktober

ZOMER:

16 oktober tot en met 15 april”


De vertaling van de op 4 december 2013 aangenomen resolutie A.1083(28), houdende wijziging van Bijlage I en toevoeging van Bijlage IV bij het Verdrag (zie Trb. 2015, 3), luidt als volgt:

Resolutie A.1083(28)
Aangenomen op 4 december 2013

Wijzigingen van het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966

De Algemene Vergadering,

Herinnerend aan artikel 15, onderdeel j, van het Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie betreffende de functies van de Algemene Vergadering met betrekking tot voorschriften en richtlijnen inzake de veiligheid ter zee,

Tevens in herinnering brengend dat zij bij resolutie A.1070(28) de Code voor de implementatie van IMO-instrumenten (de III Code) heeft aangenomen,

In aanmerking nemend de voorgestelde wijzigingen van het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966 (Verdrag inzake uitwatering, 1966) om het gebruik van de III Code verplicht te stellen,

Tevens in aanmerking nemend dat de Maritieme Veiligheidscommissie, tijdens haar eenennegentigste zitting, de voorgestelde wijzigingen heeft aangenomen in overeenstemming met artikel 29, derde lid, onderdeel a, van het Verdrag inzake uitwatering, 1966,

Na bestudering van de voorgestelde wijzigingen van het Verdrag inzake uitwatering, 1966,

  • 1. Neemt, in overeenstemming met artikel 29, derde lid, onderdeel b, van het Verdrag inzake uitwatering, 1966, de wijzigingen aan, waarvan de tekst is vervat in de bijlage bij deze resolutie;

  • 2. Bepaalt dat, ingevolge het nieuwe voorschrift 53 van bijlage IV, wanneer in de III Code (Bijlage bij resolutie A.1070(28) „zou/zouden moeten” wordt gebruikt, dit gelezen dient te worden als „moet/moeten”, met uitzondering van de paragrafen 29, 30, 31 en 32;

  • 3. Verzoekt de Secretaris-Generaal, in overeenstemming met artikel 29, derde lid, onderdeel b, van het verdrag inzake uitwatering, 1966, gewaarmerkte afschriften van deze resolutie en de bijlage daarbij aan alle Verdragsluitende Regeringen bij het genoemde Verdrag ter overweging en aanvaarding te doen toekomen, alsmede afschriften te zenden aan alle Leden van de Organisatie;

  • 4. Verzoekt alle betrokken Regeringen dringend de wijzigingen zo spoedig mogelijk te aanvaarden; en

  • 5. Besluit dat, indien de inwerkingtreding van voornoemde wijzigingen geschiedt na eenstemmig te zijn aanvaard in overeenstemming met artikel 29, tweede lid, van het Verdrag inzake uitwatering, 1966, voorafgaand aan de inwerkingtreding op grond van hun aanvaarding als verzocht bij deze resolutie, deze resolutie niet langer van kracht is.


Bijlage
Wijzigingen van de Bijlagen I en IV bij het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966, zoals gewijzigd

Bijlage I

Voorschriften voor de vaststelling van de uitwatering

HOOFDSTUK I ALGEMEEN

Voorschrift 3 – Omschrijving van de in de Bijlagen gebruikte termen

1. De volgende nieuwe omschrijvingen worden toegevoegd na omschrijving 12:

  • „13. Audit betekent een systematisch, onafhankelijk en gedocumenteerd proces voor het verkrijgen van audit-informatie en de objectieve beoordeling daarvan teneinde te bepalen in hoeverre aan de auditcriteria is voldaan.

  • 14. Auditprogramma betekent het auditprogramma voor IMO-lidstaten die door de Organisatie is opgezet, rekening houdend met de door de Organisatie ontwikkelde richtlijnen.

  • 15. Implementatiecode betekent de Code voor de implementatie van IMO-instrumenten

    (III Code) aangenomen door de Organisatie bij resolutie A.1070(28).

  • 16. Auditnorm betekentde Implementatiecode.”

2. Er wordt een nieuwe Bijlage IV toegevoegd na Bijlage III, die luidt als volgt:

„Bijlage IV Verificatie van de naleving van de bepalingen van dit Verdrag
Voorschrift 53 Toepassing

De Verdragsluitende Regeringen gebruiken de bepalingen van de Implementatiecode bij de uitvoering van hun verplichtingen en verantwoordelijkheden zoals vervat in dit Verdrag.

Voorschrift 54 Verificatie van de naleving
  • 1. Elke Verdragsluitende Regering wordt onderworpen aan periodieke audits door de Organisatie in overeenstemming met de auditnorm teneinde de naleving en implementatie van dit Verdrag te verifiëren.

  • 2. De Secretaris-Generaal van de Organisatie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het auditprogramma, op basis van de door de Organisatie opgestelde richtlijnen.

  • 3. Elke Verdragsluitende Regering is verantwoordelijk voor het faciliteren van de uitvoering van de audit en de implementatie van een actieprogramma teneinde een vervolg te geven aan de bevindingen, op basis van de door de Organisatie opgestelde richtlijnen.

  • 4. De audit van alle Verdragsluitende Regeringen:

    • a. is gebaseerd op een door de Secretaris-Generaal van de Organisatie ontwikkeld algemeen schema, rekening houdend met de door de Organisatie opgestelde richtlijnen; en

    • b. vindt periodiek plaats, rekening houdend met de door de Organisatie opgestelde richtlijnen.”


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1967, 140 en rubriek J van Trb. 1978, 173, Trb. 1981, 89, Trb. 1984, 37, Trb. 1996, 158, Trb. 2008, 196 en Trb. 2015, 3.

E. PARTIJGEGEVENS

Zie Trb. 1966, 275, Trb. 1967, 140 en, laatstelijk, Trb. 2015, 3.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1967, 140 en Trb. 1996, 158 en rubriek J van Trb. 1976, 104, Trb. 1978, 173, Trb. 1980, 99, Trb. 1984, 37, Trb. 1996, 158, Trb. 2008, 196, Trb. 2009, 149 en Trb. 2015, 3.

J. VERWIJZINGEN

Zie voor verwijzingen en andere verdragsgegevens Trb. 1966, 275, Trb. 1967, 140, Trb. 1969, 217, Trb. 1972, 63, Trb. 1976, 104, Trb. 1978, 173, Trb. 1980, 99, Trb. 1981, 89, Trb. 1984, 37, Trb. 1996, 158, Trb. 2008, 196, Trb. 2009, 149 en Trb. 2015, 3.

Uitgegeven de vijfde februari 2015.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. KOENDERS

Naar boven