25 (1976) Nr. 3

A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende de wederzijdse erkenning en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en authentieke akten in burgerlijke zaken;

’s-Gravenhage, 27 augustus 1976

B. TEKST

De Nederlandse tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1976, 144.


Op 14 juli 2015 is te Paramaribo bij notawisseling een overeenkomst tot stand gekomen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname tot uitbreiding van de Overeenkomst tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De Nederlandse tekst van de notawisseling luidt als volgt:

Nr. I

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Paramaribo, 20 november 2014

PRM-CDP/2014/071b

De ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname haar complimenten aan en heeft de eer het Ministerie voor te stellen, dat de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en authentieke akten in burgerlijke zaken, ’s-Gravenhage, 27 augustus 1976, conform zijn artikel 15, tweede lid, wordt uitgebreid tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Voor wat betreft Aruba, Curaçao en Sint Maarten kan iedere belanghebbende partij een verzoek tot verkrijging van het verlof tot tenuitvoerlegging, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Overeenkomst, richten aan het Gerecht in eerste aanleg waar de wederpartij van de verzoeker woonplaats heeft of het Gerecht in eerste aanleg waar de tenuitvoerlegging wordt verlangd.

Indien het bovenstaande voorstel aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek Suriname, heeft de ambassade de eer voor te stellen dat deze Nota, samen met de Antwoordnota een Overeenkomst vormt, die in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand na de kennisgeving van de Republiek Suriname data aan de vereisten voor inwerkingtreding van deze Overeenkomst is voldaan.

De ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van de gelegenheid gebruik het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname te verzekeren van haar gevoelens van de meeste hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname

Afdeling Protocol

Paramaribo


Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Paramaribo, 14 juli 2015

No. 7938 EB/eb

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Paramaribo haar complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van de nota van de Ambassade van 20 november 2014, kenmerk PRM-CDP/2014/071b, waarvan de inhoud als volgt luidt:

(zoals in Nr. I)

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden mede te delen dat de Regering van de Republiek Suriname het voorstel zoals vervat in bovengenoemde nota van de Ambassade aanvaardt en dat deze uitbreiding in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand na de kennisgeving van de Republiek Suriname data aan de vereisten voor inwerkingtreding van deze Overeenkomst is voldaan.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname maakt van de gelegenheid gebruik de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Paramaribo te verzekeren van haar gevoelens van de meeste hoogachting.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden

Paramaribo


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1979, 7.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1979, 7.


De bepalingen van de in de nota’s vervatte overeenkomst zullen ingevolge het gestelde in de op een na laatste alinea van nota nr. I en nota nr. II in werking treden op de eerste dag van de tweede maand na de kennisgeving van de Republiek Suriname dat aan de vereisten voor inwerkingtreding van deze overeenkomst is voldaan.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 1976, 144.


Titel

:

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende de uitlevering en rechtshulp in strafzaken;

’s-Gravenhage, 27 augustus 1976

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 234

Uitgegeven de twaalfde augustus 2015.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. KOENDERS

Naar boven