6 (1961) Nr. 4

A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot verbetering van de verbinding tussen het Julianakanaal en het Albertkanaal;

(met bijlagen)

Brussel, 24 februari 1961

B. TEKST

De Nederlandse en de Franse tekst van het Verdrag, met bijlagen, zijn geplaatst in Trb. 1961, 46.

Voor de Nederlandse en de Franse tekst van de in brieven vervatte overeenkomst van 8 februari 1989 tot wijziging van de bijlagen bij het Verdrag, zie rubriek J van Trb. 1989, 41.


Op 27 februari 2013 is te Brussel een Verdrag tot stand gekomen tot wijziging van het Verdrag.

De Nederlandse tekst van het wijzigingsverdrag luidt als volgt:


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot verbetering van de verbinding tussen het Julianakanaal en het Albertkanaal

Het Koninkrijk der Nederlanden,

en

het Vlaams Gewest,

Verwijzend naar het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot verbetering van de verbinding tussen het Julianakanaal en het Albertkanaal, gesloten te Brussel op 24 februari 1961 (hierna: het Verdrag);

Overwegende dat artikel 10 van het Verdrag kan worden vervangen, omdat de daarin voorziene mogelijkheid van een directe verbinding tussen het Julianakanaal en het Albertkanaal, het zogenaamde Cabergkanaal, overbodig is gebleken en voorts het voor het Cabergkanaal gereserveerde terrein, gesitueerd op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest, onderdeel uitmaakt van grensoverschrijdende ruimtelijke ontwikkeling in het gebied;

Bevestigend dat de belangen van het scheepvaartverkeer tussen het Julianakanaal en het Albertkanaal ook in de toekomst gewaarborgd blijven;

Overwegende dat door de opeenvolgende institutionele hervormingen in het Koninkrijk België het Vlaams Gewest exclusief bevoegd is geworden inzake mobiliteit, openbare werken en ruimtelijke ordening, en dit zowel op intern als op extern vlak, met inbegrip van het sluiten van verdragen,

komen het volgende overeen:

Artikel 1

Artikel 10 van het Verdrag komt als volgt te luiden:

„Artikel 10
  • 1. Het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden bevestigen het belang van het behoud van de scheepvaartrelatie tussen het Julianakanaal en het Albertkanaal, rekening houdend met de ontwikkeling van de scheepvaart en de modernisering in de sector. Als lange termijn streefbeeld wordt daarbij uitgegaan van een verbinding op niveau van CEMT klasse V (Conférence européenne des ministres des Transports).

    Het Koninkrijk der Nederlanden zal, indien een onderbouwde behoefte ontstaat om tot aanpassing van deze scheepvaartrelatie te komen, deze behoefte en mogelijke oplossingen onderzoeken conform de procedures die daarvoor op dat moment nationaal gelden. Aanpassing van de scheepvaartrelatie heeft in dat geval betrekking op het vaarweggedeelte in het stedelijk gebied van Maastricht.

  • 2. Het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden zullen, op verzoek van één hunner en op het moment dat de ontwikkelingen in de scheepvaart naar het oordeel van één hunner daartoe aanleiding geven, in overleg treden over de verwezenlijking van de doelstellingen in het eerste lid. Het Waals Gewest kan, indien het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden dat wenselijk achten, worden uitgenodigd voor dit overleg.”

Artikel 2

Het per diplomatieke briefwisseling van 28 november 1988 en 8 februari 1989 gesloten Verdrag ter vervanging van de bijlagen II, III en IV bij het Verdrag vervalt.

Artikel 3

Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar hebben medegedeeld dat aan hun onderscheidenlijke constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

TEN BLIJKE WAARVAN de Gevolmachtigden van de Regeringen der Verdragsluitende Partijen dit Verdrag hebben ondertekend.

ONDERTEKEND in tweevoud in de Nederlandse taal te Brussel op 27 februari 2013.

Het Koninkrijk der Nederlanden, M. H. SCHULTZ

Het Vlaams Gewest, H. CREVITS


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1962, 112 en Trb. 1989, 41.


Het wijzigingsverdrag van 27 februari 2013 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het wijzigingsverdrag kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1962, 112 en rubriek J van Trb. 1989, 41.


De bepalingen van het wijzigingsverdrag van 27 februari 2013 zullen ingevolge artikel 3 van het wijzigingsverdrag in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar hebben medegedeeld dat aan hun onderscheidenlijke constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

J. VERWIJZINGEN

Zie voor verwijzingen en overige verdragsgegevens Trb. 1961, 46, Trb. 1962, 112 en Trb. 1989, 41.

Uitgegeven de vijfde april 2013.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. TIMMERMANS

Naar boven