17 (2013) Nr. 2

A. TITEL

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek Kroatië betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

(met aanhangsel en bijlage)

Willemstad, 27 juni 2013

B. TEKST

De Engelse tekst van de in brieven vervatte overeenkomst, met aanhangsel en bijlage, is geplaatst in Trb. 2013, 108.

C. VERTALING


Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden en de voorlopige toepassing ervan

A. Brief van de Republiek Kroatië

Mevrouw/Mijnheer,

Ik heb de eer te verwijzen naar de teksten van respectievelijk de „Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen en (België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling”, de „Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen en (andere EU-lidstaat dan België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling”, de „Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba en (andere EU-lidstaat dan België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling” en de „Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba en (België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling”. Deze teksten, die het resultaat zijn van de onderhandelingen die met de Nederlandse Antillen en Aruba zijn gevoerd over een overeenkomst inzake belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, zijn respectievelijk als bijlage I, II, III en IV toegevoegd aan het resultaat van de besprekingen van de Groep op hoog niveau van de Raad van Ministers van de Europese Unie van 12 maart 2004 (doc. 7660/1/04 REV 1 FISC 68 + COR 1).

In het licht van de bovengenoemde teksten heb ik de eer u de „Overeenkomst betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling” in aanhangsel 1 bij deze brief voor te stellen, en in overweging te geven dat wij er ons wederzijds toe verbinden zo spoedig mogelijk de interne grondwettelijke formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst te vervullen en elkaar onverwijld van de voltooiing daarvan in kennis te stellen.

In afwachting van de voltooiing van deze interne procedures en van de inwerkingtreding van deze „Overeenkomst betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling”, stel ik u voor dat de Republiek Kroatië en het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Curaçao deze Overeenkomst, binnen de grenzen van onze respectieve binnenlandse grondwettelijke voorschriften, voorlopig toepassen vanaf de datum van toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie.

Ik heb de eer voor te stellen dat, indien het bovenstaande voor uw regering aanvaardbaar is, deze brief en uw bevestiging tezamen een Overeenkomst vormen tussen de Republiek Kroatië en het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Curaçao.

Gelieve, Mevrouw, Mijnheer, de verzekering van onze zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

Voor de Republiek Kroatië, S. LINIĆ Minister van Financiën

GEDAAN te Zagreb op 3.6.2013, in de Engelse taal in drie exemplaren.



B. Brief van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao

Mijnheer,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief van 3 juni 2013, die als volgt luidt:

(zoals in A)

Ik kan bevestigen dat de inhoud van deze brief voor Curaçao aanvaardbaar is.

Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, J.M.N. JARDIM

GEDAAN te Willemstad op 27-6-2013, in de Engelse taal in drie exemplaren.


Aanhangsel 1
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek Kroatië betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling

Overwegende hetgeen volgt:

  • 1. Artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2003/48/EG (hierna te noemen „de richtlijn”) van de Raad van de Europese Unie (hierna te noemen „de Raad”) betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling bepaalt dat de lidstaten de wet- en regelgeving en bestuursrechtelijke bepalingen aannemen en bekendmaken die nodig zijn om te voldoen aan de richtlijn, waarvan de bepalingen vanaf 1 januari 2005 worden toegepast mits:

    • de Zwitserse Bondsstaat, het Vorstendom Liechtenstein, de Republiek San Marino, het Vorstendom Monaco en het Vorstendom Andorra vanaf diezelfde datum maatregelen toepassen die gelijkwaardig zijn aan de maatregelen waarin de richtlijn voorziet, zulks overeenkomstig de overeenkomsten die zij met de Europese Gemeenschap hebben gesloten na met eenparigheid van stemmen genomen besluiten van de Raad;

    • alle overeenkomsten of andere regelingen van kracht zijn waarin wordt bepaald dat alle betrokken afhankelijke of geassocieerde gebieden vanaf die datum automatische gegevensuitwisseling toepassen zoals voorgeschreven in hoofdstuk II van de richtlijn of tijdens de in artikel 10 bepaalde overgangsperiode een bronbelasting toepassen die strookt met de in artikelen 11 en 12 vervatte voorwaarden;

  • 2. De Raad heeft op 19 juli 2004 (Besluit van de Raad 2004/587/EG) de toepassingsdatum van de richtlijn gewijzigd van 1 januari 2005 in 1 juli 2005.

  • 3. De Raad heeft op 24 juni 2005:

    • kennis genomen van de bevestiging die hij heeft ontvangen van de 25 lidstaten van de EU, 5 Europese derde landen (Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino, Zwitserland), 3 direct van de Britse Kroon afhankelijke gebieden (Guernsey, eiland Man, Jersey) en 7 afhankelijke of geassocieerde gebieden in het Caribisch gebied (de Nederlandse Antillen, Aruba, Anguilla, de Britse Maagdeneilanden, de Caymaneilanden, Montserrat en de Turks- en Caicoseilanden) dat zij de overeengekomen belastingmaatregelen ter zake van spaargelden met ingang van 1 juli 2005 zullen toepassen („licht op groen”);

    • de nota „Licht op groen” (doc. 10038/05 FISC 69) aangenomen, waardoor de toepassing, door alle 40 betrokken verdragspartners, van de overeengekomen belastingmaatregelen ter zake van spaargelden met ingang van 1 juli 2005 een feit werd;

    • het Raadssecretariaat gemachtigd de nota „Licht op groen” en de informatie betreffende de bilaterale overeenkomsten inzake de belasting op spaargelden en de richtlijn belasting op spaargelden ter kennis te brengen van de betrokken derde landen en gebieden en van het publiek.

  • 4. Curaçao ligt niet in het belastinggebied van de Europese Unie maar is voor de toepassing van de richtlijn een met de Europese Unie geassocieerd gebied en als zodanig niet aan het bepaalde in de richtlijn gebonden. Het Koninkrijk der Nederlanden is evenwel bereid ten behoeve van Curaçao, op basis van een regeling tussen Curaçao en Nederland, met de lidstaten van de Europese Unie overeenkomsten te sluiten, houdende dat tijdens de in artikel 10 van de richtlijn vastgestelde overgangsperiode een bronbelasting wordt toegepast die strookt met de in artikelen 11 en 12 van de richtlijn vervatte voorwaarden en dat na het verstrijken van de overgangsperiode automatische gegevensuitwisseling wordt toegepast zoals voorgeschreven in hoofdstuk II van de richtlijn.

  • 5. De in het vorige punt bedoelde regeling tussen Curaçao en Nederland geldt op voorwaarde dat de lidstaten de wet- en regelgeving en bestuursrechtelijke bepalingen hebben vastgesteld die nodig zijn om te voldoen aan de richtlijn en dat aan de voorschriften van artikel 17 van de richtlijn is voldaan.

  • 6. Door middel van deze Overeenkomst stemt Curaçao ermee in de bepalingen van de richtlijn met betrekking tot uiteindelijk gerechtigden met woonplaats in de Republiek Kroatië toe te passen, onverminderd hetgeen overigens hierin is bepaald, en de Republiek Kroatië stemt ermee in de richtlijn toe te passen met betrekking tot uiteindelijk gerechtigden met woonplaats in Curaçao.

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Regering van de Republiek Kroatië, geleid door de wens een Overeenkomst te sluiten die het mogelijk maakt dat inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling die in een van de overeenkomstsluitende staten worden verricht aan uiteindelijk gerechtigden die een natuurlijke persoon zijn en hun woonplaats in de andere overeenkomstsluitende staat hebben, effectief worden belast overeenkomstig het recht van laatstgenoemde overeenkomstsluitende staat, in overeenstemming met de richtlijn en met de hierboven door de overeenkomstsluitende staten geuite voornemens, zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Algemene werkingssfeer

  • 1. Deze Overeenkomst is van toepassing op rentebetalingen die door een op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende staten gevestigde uitbetalende instantie worden verricht teneinde het mogelijk te maken dat inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling die in een overeenkomstsluitende staat worden verricht aan uiteindelijk gerechtigden die een natuurlijke persoon zijn en hun fiscale woonplaats in de andere overeenkomstsluitende staat hebben, effectief worden belast overeenkomstig de wetgeving van de laatstgenoemde overeenkomstsluitende staat.

  • 2. De werkingssfeer van deze Overeenkomst is beperkt tot belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetalingen uit hoofde van schuldvorderingen; vraagstukken in verband met de belastingheffing op onder meer pensioenen en verzekeringsuitkeringen vallen buiten de werkingssfeer van deze Overeenkomst.

  • 3. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is deze Overeenkomst uitsluitend van toepassing op Curaçao.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt, tenzij de context anders vereist:

    • a. verstaan onder de uitdrukkingen „een overeenkomstsluitende staat” en „de andere overeenkomstsluitende staat”: het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, of de Republiek Kroatië, al naargelang de context vereist;

    • b. verstaan onder de uitdrukking „Curaçao”: het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat is gelegen in het Caribisch gebied en bestaat uit het grondgebied van Curaçao, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten en grenzend aan zijn territoriale zee waarin het Koninkrijk der Nederlanden, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsmacht of soevereine rechten uitoefent, evenwel met uitzondering van het deel dat betrekking heeft op Aruba en Bonaire;

    • c. verstaan onder de „overeenkomstsluitende staat” zijnde lidstaat van de Europese Unie: de Republiek Kroatië;

    • d. verstaan onder de uitdrukking „richtlijn”: Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, zoals van toepassing op de datum van ondertekening van deze Overeenkomst;

    • e. verstaan onder de uitdrukking „uiteindelijk gerechtigde(n)”: uiteindelijk gerechtigde(n) in de zin van artikel 2 van de richtlijn;

    • f. verstaan onder de uitdrukking „uitbetalende instantie”: de uitbetalende instantie(s) in de zin van artikel 4 van de richtlijn;

    • g. verstaan onder de uitdrukking „bevoegde autoriteit”:

      • i. in het geval van Curaçao: de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;

      • ii. in het geval van de Republiek Kroatië: de bevoegde autoriteit van die staat in de zin van artikel 5 van de richtlijn;

    • h. verstaan onder de uitdrukking „rentebetaling(en)”: rentebetaling(en) in de zin van artikel 6 van de richtlijn, met inachtneming van artikel 15 van de richtlijn;

    • i. aan niet anderszins omschreven termen de betekenis gehecht die daaraan in de richtlijn wordt gegeven.

  • 2. Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt in de bepalingen van de richtlijn waarnaar in deze Overeenkomst wordt verwezen in plaats van „lidstaten” gelezen: overeenkomstsluitende staten.

Artikel 3 Identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigden

Voor de toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 neemt elke overeenkomstsluitende staat de procedures aan die nodig zijn om de uitbetalende instantie in staat te stellen de identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigden vast te stellen en draagt zorg voor de toepassing van deze procedures binnen zijn grondgebied. Deze procedures voldoen aan de minimumnormen van artikel 3, leden 2 en 3, van de richtlijn, met dien verstande dat, wat betreft het bepaalde in lid 2, onder a), en in lid 3, onder a), de identiteit en de woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde worden vastgesteld op grond van de informatie waarover de uitbetalende instantie beschikt krachtens de toepassing van de desbetreffende wet- en regelgeving van de overeenkomstsluitende staat waar de uitbetalende instantie is gevestigd. De bestaande vrijstellingen of ontheffingen die in voorkomend geval op verzoek aan uiteindelijk gerechtigden met woonplaats in de Republiek Kroatië zijn verleend, zijn evenwel niet langer van toepassing en aan die uiteindelijk gerechtigden worden geen verdere vrijstellingen of ontheffingen van dien aard verleend.

Artikel 4 Automatische gegevensuitwisseling

  • 1. De bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende staat waar de uitbetalende instantie is gevestigd verstrekt de in artikel 8 van de richtlijn bedoelde gegevens aan de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende staat waar de uiteindelijk gerechtigde zijn woonplaats heeft.

  • 2. De gegevensverstrekking gebeurt automatisch en ten minste eenmaal per jaar, binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar van de overeenkomstsluitende staat van de uitbetalende instantie, voor alle gedurende dat jaar verrichte rentebetalingen.

  • 3. De overeenkomstsluitende staten behandelen de gegevensuitwisseling uit hoofde van deze Overeenkomst op een wijze die strookt met het bepaalde in artikel 16 van Richtlijn 2011/16/EU.

Artikel 5 Overgangsbepalingen

  • 1. Indien de uiteindelijk gerechtigde tot de rente zijn woonplaats in de Republiek Kroatië en de uitbetalende instantie zijn woonplaats in Curaçao heeft, heft Curaçao gedurende de in artikel 10 van de richtlijn bedoelde overgangsperiode bronbelasting op rentebetalingen tegen een tarief van 35%. Gedurende deze periode is Curaçao niet gehouden de bepalingen van artikel 4 toe te passen. Curaçao ontvangt echter gegevens van de Republiek Kroatië overeenkomstig dat artikel.

  • 2. De uitbetalende instantie houdt de bronbelasting in op de wijze als omschreven in artikel 11, leden 2 en 3, van de richtlijn.

  • 3. Het opleggen van bronbelasting door Curaçao belet de Republiek Kroatië niet de inkomsten te belasten overeenkomstig haar nationale recht.

  • 4. Gedurende de overgangsperiode kan Curaçao bepalen dat een marktdeelnemer die rente uitbetaalt aan of een rentebetaling bewerkstelligt voor een in de Republiek Kroatië gevestigde entiteit als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de richtlijn, wordt aangemerkt als de uitbetalende instantie in plaats van de entiteit, en heft hij de bronbelasting op die rente, tenzij de entiteit formeel heeft aanvaard dat haar naam en adres alsmede het totale bedrag van de rentebetaling die aan haar is verricht of voor haar is bewerkstelligd, worden meegedeeld overeenkomstig de laatste alinea van artikel 4, lid 2.

  • 5. Aan het einde van de overgangsperiode is Curaçao gehouden de bepalingen van artikel 4 toe te passen en past Curaçao niet langer bronbelasting en verdeling van belastingopbrengsten als bedoeld in de artikelen 5 en 6 toe. Indien Curaçao er tijdens de overgangsperiode voor kiest de bepalingen van artikel 4 toe te passen, past Curaçao niet langer bronbelasting en verdeling van belastingopbrengsten als bedoeld in de artikelen 5 en 6 toe.

Artikel 6 Verdeling van belastingopbrengsten

  • 1. Curaçao behoudt 25% van de opbrengsten van de bronbelasting als bedoeld artikel 5, lid 1, en draagt 75% van de opbrengsten over aan de Republiek Kroatië.

  • 2. Indien Curaçao overeenkomstig artikel 5, lid 4, bronbelasting heft, behoudt Curaçao 25% van de opbrengsten van de bronbelasting geheven op rentebetalingen aan in de Republiek Kroatië gevestigde entiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de richtlijn en draagt 75% over aan de Republiek Kroatië.

  • 3. Deze overdrachten vinden uiterlijk plaats in de zes maanden die volgen op het eind van het belastingjaar van Curaçao.

  • 4. Curaçao treft de maatregelen die nodig zijn om het systeem voor de verdeling van de belastingopbrengsten correct te doen functioneren.

Artikel 7 Uitzonderingen op de procedure van bronbelasting

  • 1. Curaçao voorziet in één van beide of beide procedures van artikel 13, lid 1, van de richtlijn om te verzekeren dat uiteindelijk gerechtigden een verzoek kunnen indienen tot het niet-inhouden van bronbelasting.

  • 2. Op verzoek van de uiteindelijk gerechtigde geeft de bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende staat waar deze zijn fiscale woonplaats heeft een verklaring af overeenkomstig artikel 13, lid 2, van de richtlijn.

Artikel 8 Vermijden van dubbele belasting

De Republiek Kroatië zorgt ervoor dat dubbele belasting wordt vermeden die zou kunnen voortvloeien uit het heffen van bronbelasting als bedoeld in artikel 5, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, leden 2 en 3, van de richtlijn, of zorgt voor restitutie van de bronbelasting.

Artikel 9 Andere bronbelastingen

De Overeenkomst belet de overeenkomstsluitende staten niet, naast de bronbelasting als bedoeld in artikel 5, overeenkomstig hun nationale wetten en verdragen tot voorkoming van dubbele belasting, ook andere bronbelastingen te heffen.

Artikel 10 Omzetting

De overeenkomstsluitende staten dienen voor de datum van toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie de wet- en regelgeving en bestuursrechtelijke bepalingen aan te nemen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze Overeenkomst te voldoen.

Artikel 11 Bijlage

De tekst van artikel 16 van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG, waarnaar deze Overeenkomst verwijst, is opgenomen als Bijlage bij en vormt een integrerend onderdeel van deze Overeenkomst.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze Overeenkomst treedt in werking op de laatste dag van de eerste maand die volgt op de laatste van de data waarop de respectieve regeringen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat de in hun respectieve staten voorgeschreven grondwettelijke formaliteiten zijn vervuld en de bepalingen ervan vinden toepassing op de datum van toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie.

Artikel 13 Beëindiging

Deze Overeenkomst blijft van kracht totdat zij door een van beide overeenkomstsluitende staten wordt beëindigd. Elke overeenkomstsluitende staat kan de Overeenkomst langs diplomatieke weg beëindigen door ten minste zes maanden voor het einde van enig kalenderjaar na het verstrijken van een tijdvak van drie jaar na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst kennis te geven van beëindiging. In dat geval houdt de Overeenkomst op van toepassing te zijn voor tijdvakken die aanvangen na het einde van het kalenderjaar waarin de kennisgeving van beëindiging is gegeven.

GEDAAN in de Engelse taal.

Voor de Republiek Kroatië, S. LINIĆ

Voor het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, J.M.N. JARDIM


Annex
Artikel 16 van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad

„Openbaarmaking van inlichtingen en bescheiden

  • 1. De inlichtingen die de lidstaten elkaar krachtens deze richtlijn in enigerlei vorm verstrekken, vallen onder de geheimhoudingsplicht en genieten de bescherming waarin het nationale recht van de ontvangende lidstaat met betrekking tot soortgelijke inlichtingen voorziet. Deze inlichtingen kunnen worden gebruikt voor de administratie en de handhaving van de nationale wetgeving van de lidstaten met betrekking tot de in artikel 2 bedoelde belastingen.

    De inlichtingen kunnen tevens worden gebruikt voor de vaststelling en invordering van andere belastingen en rechten vallend onder artikel 2 van Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde belastingen, rechten en andere maatregelen1), en voor de vaststelling en invordering van verplichte socialezekerheidsbijdragen.

    De inlichtingen kunnen voorts worden gebruikt in mogelijk tot bestraffing leidende gerechtelijke en administratieve procedures wegens overtreding van de belastingwetgeving, onverminderd de algemene regels en de bepalingen betreffende de rechten van de verdachten en getuigen in dergelijke procedures.

  • 2. Met toestemming van de bevoegde autoriteit van de lidstaat die overeenkomstig deze richtlijn inlichtingen verstrekt, en voor zover het in de lidstaat van de ontvangende bevoegde autoriteit wettelijk is toegestaan, kunnen de overeenkomstig deze richtlijn ontvangen inlichtingen en bescheiden voor andere dan de in lid 1 bedoelde doeleinden worden gebruikt. De toestemming wordt verleend indien de inlichtingen, in de lidstaat van de bevoegde autoriteit die de inlichtingen verstrekt, voor soortgelijke doeleinden kunnen worden gebruikt.

  • 3. De bevoegde autoriteit die van oordeel is dat de van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat verkregen inlichtingen de bevoegde autoriteit van een derde lidstaat van nut kunnen zijn voor de in lid 1 beoogde doelen, mag de inlichtingen aan deze autoriteit doorgeven, op voorwaarde dat dat in overeenstemming is met de in deze richtlijn vastgelegde voorschriften en procedures. Zij stelt de bevoegde autoriteit van de inlichtingen verstrekkende lidstaat in kennis van haar voornemen om die inlichtingen met een derde lidstaat te delen. De inlichtingen verstrekkende lidstaat kan zich hiertegen verzetten binnen tien werkdagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving van de lidstaat die de inlichtingen wenst te delen.

  • 4. Toestemming voor het gebruik overeenkomstig lid 2 van de overeenkomstig lid 3 doorgegeven inlichtingen kan slechts worden verleend door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan de inlichtingen afkomstig zijn.

  • 5. Inlichtingen, verslagen, verklaringen en andere bescheiden, alsook voor eensluidend gewaarmerkte afschriften of uittreksels daarvan, die door de aangezochte autoriteit zijn verkregen en overeenkomstig deze richtlijn aan de verzoekende autoriteit zijn doorgegeven, kunnen door de bevoegde instanties van de verzoekende lidstaat op dezelfde voet als bewijs worden aangevoerd als soortgelijke inlichtingen, verslagen, verklaringen en andere bescheiden die door een andere autoriteit van die lidstaat zijn verstrekt.”


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2013, 108.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2013, 108.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2013, 108.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2013, 108.

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk België betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 173

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Republiek Cyprus betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 159

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en Denemarken betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 180

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Republiek Estland betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 174

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Republiek Finland betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 178

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Regering van de Franse Republiek betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 153

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Helleense Republiek betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 177

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Republiek Hongarije betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 175

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en Ierland betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 184

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Republiek Letland betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 183

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Republiek Litouwen betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 154

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Groothertogdom Luxemburg betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 176

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en Malta betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 158

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Republiek Oostenrijk betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 152

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Republiek Polen betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 157

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Portugese Republiek betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 181

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Slowaakse Republiek betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 155

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Tsjechische Republiek betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 160

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Zweden betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 27 augustus 2004

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 156

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Spanje betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 12 april 2005

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 179

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

’s-Gravenhage, 12 april 2005

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 182

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Republiek Bulgarije betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

Willemstad, 20 oktober 2006

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 161

     

Titel

:

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en Roemenië betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

Willemstad, 20 oktober 2006

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 162

     

Titel

:

Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en de Republiek Kroatië betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie;

Brussel, 9 december 2011

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 109

Uitgegeven de zevende november 2013.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. TIMMERMANS


X Noot
1)

PbEU L 84, 31.3.2010, p. 1

Naar boven