17 (1988) Nr. 4

A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen;

(met Protocol)

New Delhi, 30 juli 1988

B. TEKST

De Engelse en de Nederlandse tekst van de Overeenkomst, met Protocol, zijn geplaatst in Trb. 1988, 122.


Op 10 mei 2012 is te ’s-Gravenhage een Protocol tot wijziging van de Overeenkomst, met Protocol, tot stand gekomen. De Engelse en de Nederlandse tekst1) van het Protocol luiden als volgt:


Protocol amending the Convention between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of India for the avoidance of double taxation and for the prevention of fiscal evasion with respect to taxes on income and on capital with Protocol, which was signed at New Delhi on 30th July 1988

The Government of the Kingdom of the Netherlands

and

the Government of the Republic of India;

Desiring to conclude a Protocol (hereinafter referred to as “Amending Protocol”) to amend the Convention between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of India for the Avoidance of Double Taxation and for the Prevention of Fiscal Evasion with respect to Taxes on Income and on Capital with protocol, which was signed at New Delhi on 30th July, 1988 and which entered into force on 21st January, 1989 (hereinafter referred to as “the Convention”);

Have agreed as follows:

Article 1

Article 26 (Exchange of Information) of the Convention shall be deleted and replaced by the following Article:

“Article 26 Exchange of Information
  • 1. The competent authorities of the States shall exchange such information (including documents or certified copies of the documents) as is foreseeably relevant for carrying out the provisions of this Convention or to the administration or enforcement of the domestic laws concerning taxes of every kind and description imposed on behalf of the States, or of their political subdivisions or local authorities, insofar as the taxation thereunder is not contrary to the Convention. The exchange of information is not restricted by Articles 1 and 2.

  • 2. Any information received under paragraph 1 by a State shall be treated as secret in the same manner as information obtained under the domestic laws of that State and shall be disclosed only to persons or authorities (including courts and administrative bodies) concerned with the assessment or collection of, the enforcement or prosecution in respect of, the determination of appeals in relation to the taxes referred to in paragraph 1, or the oversight of the above. Such persons or authorities shall use the information only for such purposes. They may disclose the information in public court proceedings or in judicial decisions. Notwithstanding the foregoing, information received by a State may be used for other purposes when such information may be used for such other purposes under the laws of both States and the competent authority of the supplying State authorizes such use.

  • 3. In no case shall the provisions of paragraphs 1 and 2 be construed so as to impose on a State the obligation:

    • a. to carry out administrative measures at variance with the laws and administrative practice of that or of the other State;

    • b. to supply information which is not obtainable under the laws or in the normal course of the administration of that or of the other State;

    • c. to supply information which would disclose any trade, business, industrial, commercial or professional secret or trade process, or information the disclosure of which would be contrary to the public policy (ordre public).

  • 4. If information is requested by a State in accordance with this Article, the other State shall use its information gathering measures to obtain the requested information, even though that other State may not need such information for its own tax purposes. The obligation contained in the preceding sentence is subject to the limitations of paragraph 3 but in no case shall such limitations be construed to permit a State to decline to supply information solely because it has no domestic interest in such information.

  • 5. In no case shall the provisions of paragraph 3 be construed to permit a State to decline to supply information solely because the information is held by a bank, other financial institution, nominee or person acting in an agency or a fiduciary capacity or because it relates to ownership interests in a person.”

Article 2

A new paragraph VIII of the Protocol to the Convention shall be added as follows:

“VIII Ad Article 26
  • 1. The provisions of Article 26 shall also apply accordingly to information that is relevant for carrying out the income-related regulations under the laws of the States by the tax authorities of the State concerned with the implementation, administration or enforcement of these income-related regulations.

  • 2. Notwithstanding the second sentence of paragraph 2 of Article 26, any information received under paragraph 1 of Article 26 by a State may, without further conditions, also be used by that State for the carrying-out of the income-related regulations as meant in paragraph 1.”

Article 3

  • 1. The Governments of the States shall notify each other through diplomatic channels that all legal requirements and procedures for giving effect to this Amending Protocol have been satisfied.

  • 2. The Amending Protocol, which shall form an integral part of the Convention, shall enter into force on the date of the later of the notifications referred to in paragraph 1 and its provisions shall have effect forthwith.

IN WITNESS WHEREOF the undersigned, duly authorized thereto by their respective Governments, have signed this Amending Protocol.

DONE in duplicate at The Hague this 10th day of May 2012 in the Netherlands, Hindi and English languages, the three texts being equally authentic. In case of divergence between the Netherlands and Hindi texts, the English text shall be the operative one.

For the Government of the Kingdom of the Netherlands: F. WEEKERS

For the Government of the Republic of India: BHASWATI MUKHERJEE



Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol, ondertekend te New Delhi op 30 juli 1988

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Regering van de Republiek India,

Geleid door de wens een protocol te sluiten (hierna te noemen het „Wijzigingsprotocol”) tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol, die op 30 juli 1988 te New Delhi werd ondertekend en in werking trad op 21 januari 1989 (hierna te noemen „de Overeenkomst”),

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

Artikel 26 (Uitwisseling van informatie) van de Overeenkomst wordt geschrapt en vervangen door het volgende artikel:

„Artikel 26 Uitwisseling van informatie
  • 1. De bevoegde autoriteiten van de Staten wisselen de informatie uit die naar verwachting van belang is voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of voor de toepassing of de handhaving van de nationale wetgeving betreffende belastingen van elke soort en benaming die worden geheven ten behoeve van de Staten, of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke publiekrechtelijke lichamen daarvan, voor zover de heffing van die belastingen niet in strijd is met de Overeenkomst. De uitwisseling van informatie wordt niet beperkt door de artikelen 1 en 2.

  • 2. Alle uit hoofde van het eerste lid door een Staat ontvangen informatie wordt op dezelfde wijze geheim gehouden als informatie die volgens de nationale wetgeving van die Staat is verkregen en wordt alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke en bestuursrechtelijke instanties) die betrokken zijn bij de vaststelling of invordering van, de handhaving of vervolging ter zake van, of de beslissing in beroepszaken betrekking hebbende op de in het eerste lid bedoelde belastingen, of het toezicht daarop. Deze personen of autoriteiten mogen alleen voor deze doeleinden van de informatie gebruikmaken. Zij mogen de informatie bekendmaken in openbare rechtszittingen of in gerechtelijke beslissingen. Niettegenstaande het voorgaande mag informatie ontvangen door een Staat voor andere doeleinden worden gebruikt, indien deze informatie krachtens de wetgeving van beide staten voor deze andere doeleinden mag worden gebruikt en de bevoegde autoriteit van de verstrekkende Staat een dergelijk gebruik toestaat.

  • 3. In geen geval worden de bepalingen van het eerste en tweede lid zo uitgelegd dat zij een Staat de verplichting opleggen:

    • a. bestuurlijke maatregelen uit te voeren die in strijd zijn met de wetgeving of de bestuurlijke praktijk van die of van de andere Staat;

    • b. informatie te verstrekken die niet verkrijgbaar is volgens de wetgeving of in de normale gang van zaken in het bestuur van die of van de andere Staat;

    • c. informatie te verstrekken die een handelsgeheim, zakelijk geheim, industrieel, commercieel of beroepsgeheim of een handelsproces zou onthullen, dan wel informatie waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde (ordre public).

  • 4. Indien informatie wordt verzocht door een Staat in overeenstemming met dit artikel, wendt de andere Staat zijn maatregelen inzake het verzamelen van informatie aan om de verzochte informatie te verkrijgen, ongeacht het feit dat de andere staat ten behoeve van zijn eigen belastingheffing niet over dergelijke informatie behoeft te beschikken. Op de in de vorige volzin vervatte verplichting zijn de beperkingen van het derde lid van toepassing, maar deze beperkingen mogen in geen geval zodanig worden uitgelegd dat het een Staat toegestaan is uitsluitend op grond van het feit dat hij geen nationaal belang heeft bij dergelijke informatie te weigeren informatie te verstrekken.

  • 5. De bepalingen van het derde lid mogen in geen geval zodanig worden uitgelegd dat het een Staat toegestaan is het verschaffen van informatie te weigeren uitsluitend op grond van het feit dat de informatie berust bij een bank, een andere financiële instelling, een gevolmachtigde, of een persoon die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwenspersoon optreedt, dan wel omdat deze betrekking heeft op eigendomsbelangen in een persoon.”

Artikel 2

Aan het Protocol bij de Overeenkomst wordt een paragraaf VIII toegevoegd die luidt als volgt:

„VIII. Ad artikel 26
  • 1. De bepalingen van artikel 26 zijn dienovereenkomstig van toepassing op informatie die van belang is voor de uitvoering van inkomensgerelateerde voorschriften krachtens de wetgeving van de Staten door de belastingautoriteiten van de Staten die belast zijn met de implementatie, toepassing of handhaving van deze inkomensgerelateerde voorschriften.

  • 2. Niettegenstaande artikel 26, tweede lid, tweede volzin, kan uit hoofde van artikel 26, eerste lid, door een Staat ontvangen informatie zonder nadere voorwaarden door deze Staat worden gebruikt voor de uitvoering van de inkomensgerelateerde voorschriften bedoeld in het eerste lid”.

Artikel 3

  • 1. De Regeringen van de Staten zullen elkaar langs diplomatieke weg ervan in kennis stellen dat aan alle wettelijke vereisten en procedures voor de inwerkingtreding van dit Wijzigingsprotocol is voldaan.

  • 2. Het Wijzigingsprotocol dat een integrerend onderdeel van de Overeenkomst zal vormen zal in werking treden op de datum van de laatste van de kennisgevingen bedoeld in het eerste lid en de bepalingen ervan vinden onmiddellijk toepassing.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe door hun onderscheiden Regeringen naar behoren gemachtigd, dit Wijzigingsprotocol hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te ’s-Gravenhage op 10 mei 2012, in de Nederlandse, Hindi en de Engelse taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk authentiek. Ingeval de Nederlandse en de Hindi tekst verschillend kunnen worden uitgelegd, is de Engelse tekst doorslaggevend.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, F. WEEKERS

Voor de Regering van de Republiek India, BHASWATI MUKHERJEE


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1989, 4.


Het Protocol van 10 mei 2012 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1989, 4 en Trb. 1989, 168.


De bepalingen van het Protocol van 10 mei 2012 zullen ingevolge artikel 3, tweede lid, in werking treden op de datum van de laatste van de kennisgevingen dat aan alle wettelijke vereisten en procedures voor de inwerkingtreding is voldaan.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 1988, 122.

Titel

:

Verdrag nopens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

Parijs, 14 december 19601)

Laatste Trb.

:

Trb. 1994, 193

Uitgegeven de dertiende juni 2012.

De Minister van Buitenlandse Zaken, U. ROSENTHAL


X Noot
1)

De Hindi tekst is niet opgenomen.

X Noot
1)

In Trb. 1988, 122 is ten onrechte 24 december 1960 als datum van totstandkoming vermeld.

Naar boven