2 (2005) Nr. 7

A. TITEL

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika inzake de status van militair- en burgerpersoneel van de Amerikaanse Strijdkrachten tijdens militaire training en oefeningen op de Nederlandse Antillen en Aruba;

’s-Gravenhage, 3 mei 2005

B. TEKST

De tekst van het in nota’s vervatte verdrag is geplaatst in Trb. 2005, 176.

Zie rubriek H van Trb. 2006, 95 voor het in nota’s vervatte verlen gingsverdrag van 11 april 2006.

Zie rubriek H van Trb. 2007, 99 voor het in nota’s vervatte verlen gingsverdrag van 21 mei 2007.

Zie rubriek H van Trb. 2008, 105 voor het in nota’s vervatte verlen gingsverdrag van 8 mei 2008.

Zie rubriek H van Trb. 2009, 82 voor het in nota’s vervatte verlen gingsverdrag van 1 mei 2009.

Zie rubriek H van Trb. 2010, 217 voor het in nota’s vervatte verlen gingsverdrag van 12 juli 2010.


Zie rubriek H hieronder voor de tekst van het in nota’s vervatte verlengingsverdrag van 6 mei 2011.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 2005, 176, Trb. 2006, 95, Trb. 2007, 99, Trb. 2008, 105, Trb. 2009, 82 en Trb. 2010, 217.

Bij brieven van 17 november 2010 is het in nota’s vervatte verlengingsverdrag van 12 juli 2010 medegedeeld aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.


Het hieronder in rubriek H opgenomen in nota’s vervatte verlengingsverdrag van 6 mei 2011 behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel e, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2005, 176, Trb. 2006, 95, Trb. 2007, 99, Trb. 2008, 105, Trb. 2009, 82 en Trb. 2010, 217.

Het in de nota’s vervatte verdrag, waarvan de geldigheid op 3 mei 2011 zou aflopen, blijft, ingevolge het gestelde in de laatste respectievelijk voorlaatste alinea van de in rubriek H hieronder opgenomen nota’s Nr. I en II, van kracht voor een volgende periode van twaalf maanden, tot 3 mei 2012.


Het verlengingsverdrag, dat is opgenomen in rubriek H hieronder, is ingevolge het in de laatste respectievelijk voorlaatste alinea van het in nota Nr. I en II gestelde in werking getreden op 6 mei 2011 en zal tot 3 mei 2012 van kracht blijven.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het verlengingsverdrag voor het gehele Koninkrijk.

H. VERLENGING

Bij notawisseling van 3 mei 2011 en 6 mei 2011 is een verdrag tot stand gekomen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika waarmee het verdrag van 3 mei 2005, waarvan de geldigheid op 3 mei 2011 zou aflopen, wederom voor een periode van één jaar wordt verlengd. De tekst van deze nota’s luidt als volgt:

Nr. I

THE EMBASSY OF THE UNITED STATES OF AMERICA

The Hague, May 3, 2011

No. 041/11

The Embassy of the United States of America presents its compliments to the Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands, and has the honor to refer to the Agreement between the United States of America and the Kingdom of the Netherlands concerning the status of military and civilian personnel of the United States Department of Defense temporarily present in the Netherlands Antilles and Aruba in connection with military exercises and training constituted by exchange of notes at The Hague on May 3, 2005 (the Agreement), which has been extended five times, each time for a period of one year, and terminates, in accordance with its terms, on May 3, 2011.

Desiring to continue military cooperation between our military forces in the same areas as the existing Agreement, and in view of upcoming military training exercises and any other agreed activities, including scheduled port visits, the Government of the United States proposes that the Agreement shall again be extended for an additional period of one year until May 3, 2012, based on the understanding that references in the Agreement to the Netherlands Antilles are construed, with effect from October 10, 2010, the date of the dissolution of the Netherlands Antilles, to refer to all the islands that constituted part of the Netherlands Antilles: the Caribbean part of the Netherlands (Bonaire, Saba, and St. Eustatius), Curaçao, and St. Maarten.

If the foregoing is acceptable to the Government of the Kingdom of the Netherlands, the Government of the United States proposes that this note, together with a response from the Government of the Kingdom of the Netherlands, shall constitute an Agreement between our two governments, which shall enter into force on the date of the Ministry’s reply, and shall remain in force until May 3, 2012.


Nr. II

THE MINISTRY OF FOREIGN AFFAIRS OF THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS

The Hague, 6 May 2011

Treaties Division

DJZ/VE-401/11

The Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands presents its compliments to the Embassy of the United States of America and has the honour to refer to the Embassy’s Note No. 041/11 of May 3, 2011, which reads as follows:

(zoals in Nota Nr. I)

The Ministry has further the honor to inform the Embassy of the United States of America that the proposals set forth in the Embassy’s note are acceptable to the Government of the Kingdom of the Netherlands and to confirm that the Embassy’s note and this note shall constitute an Agreement between the two Governments, which shall enter into force on the date of this reply, and shall remain in force until May 3, 2012.

The Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands avails itself of this opportunity to renew to the Embassy of the United States of America the assurances of its highest consideration.

To the Embassy of the United States of America

at The Hague


J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2005, 176.


In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat het in de nota’s vervatte verdrag van 6 mei 2011 zal zijn bekendgemaakt in het Koninkrijk der Nederlanden op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de negentiende mei 2011.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. ROSENTHAL

Naar boven