Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2011, 254 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2011, 254 | Verdrag |
17 (2011) Nr. 1
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Regering van de Franse Republiek inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen;
’s-Gravenhage, 14 november 2011
Overwegend dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Regering van de Franse Republiek („de verdragsluitende partijen”) de voorwaarden voor de uitwisseling van informatie betreffende belastingen wensen te verbeteren en te vergemakkelijken;
Zijn de verdragsluitende partijen thans overeengekomen het volgende verdrag te sluiten waarin uitsluitend de verplichtingen van de verdragsluitende partijen zijn vervat:
1. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen verlenen elkaar bijstand door middel van de uitwisseling van informatie die naar verwachting van belang zal zijn voor de toepassing en handhaving van de nationale wetten van de verdragsluitende partijen die betrekking hebben op de belastingen en belastingzaken waarop dit Verdrag van toepassing is. Deze informatie omvat informatie die naar verwachting van belang zal zijn voor de bepaling, vaststelling, verificatie en inning van deze belastingen, de invordering en tenuitvoerlegging van belastingvorderingen of het onderzoek naar of de vervolging van belastingzaken. Informatie wordt uitgewisseld in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag en wordt vertrouwelijk behandeld op de wijze voorzien in artikel 9.
2. De uit hoofde van de wetgeving of de bestuursrechtelijke praktijk van de aangezochte partij aan personen toegekende rechten en waarborgen blijven van toepassing voor zover zij de doeltreffende uitwisseling van informatie niet onnodig verhinderen of vertragen.
3. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag uitsluitend van toepassing op Aruba.
Teneinde de implementatie van de bepalingen van dit Verdrag mogelijk te maken wordt informatie in overeenstemming met dit Verdrag verschaft door de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij, ongeacht of de persoon op wie de informatie betrekking heeft en of de informatie in het bezit is van een inwoner of onderdaan is van een verdragsluitende partij. Een aangezochte partij is niet verplicht informatie te verstrekken die noch in het bezit is van haar autoriteiten, noch in het bezit of in de macht van of bereikbaar voor personen die onder haar territoriale rechtsmacht vallen.
1. De belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is zijn de bestaande belastingen die uit hoofde van de wetgeving van de verdragsluitende partijen worden geheven.
2. Dit Verdrag is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van dit Verdrag naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden geheven.
3. Dit Verdrag is ook van toepassing op andere belastingen die kunnen worden overeengekomen bij een notawisseling tussen de verdragsluitende partijen.
4. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen doen elkaar mededeling van alle relevante wijzigingen die zijn aangebracht in de belastingheffing en daarmee samenhangende maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie waarop dit Verdrag van toepassing is.
1. Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij anders is bepaald:
a. wordt verstaan onder de uitdrukking „Frankrijk” de Europese en overzeese departementen van de Franse Republiek met inbegrip van de territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waar de Franse Republiek in overeenstemming met het internationale recht soevereine rechten heeft voor de exploratie en exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de zeebodem, de ondergrond daarvan en de bovengelegen wateren;
b. wordt verstaan onder de uitdrukking „Aruba”, dat deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat is gelegen in het Caribische gebied en bestaat uit het eiland Aruba;
c. wordt verstaan onder de uitdrukking „bevoegde autoriteit”:
i. wat Frankrijk betreft, de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
ii. wat Aruba betreft, de minister belast met Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
d. wordt verstaan onder de uitdrukking „persoon” een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een lichaam of vereniging van dergelijke personen;
e. wordt verstaan onder de uitdrukking „belasting” elke belasting waarop het Verdrag van toepassing is;
f. wordt verstaan onder de uitdrukking „verzoekende partij” de partij die om informatie verzoekt;
g. wordt verstaan onder de uitdrukking „aangezochte partij” de partij die verzocht wordt informatie te verstrekken;
h. wordt verstaan onder de uitdrukking „maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie” wetten en bestuursrechtelijke of gerechtelijke procedures die een verdragsluitende partij in staat stellen de gevraagde informatie te verkrijgen en te verstrekken;
i. wordt verstaan onder de uitdrukking „informatie” alle feiten, verklaringen, documenten of stukken ongeacht in welke vorm;
j. wordt verstaan onder de uitdrukking „strafrechtelijke belastingzaken” belastingzaken waarbij sprake is van opzettelijke gedragingen die vervolgd kunnen worden krachtens de strafwetten van de verzoekende partij;
k. wordt verstaan onder de uitdrukking „strafwetten” alle strafrechtelijke bepalingen die krachtens de nationale wetgeving als zodanig worden aangeduid, ongeacht of zij zijn opgenomen in belastingwetten, het wetboek van strafrecht of andere wetten.
2. Wat betreft de toepassing van dit Verdrag op enig moment door een verdragsluitende partij heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat tijdstip heeft volgens de wetgeving van die verdragsluitende partij, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die verdragsluitende partij prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die verdragsluitende partij aan die uitdrukking wordt gegeven.
1. De bevoegde autoriteit van de aangezochte partij verstrekt op schriftelijk verzoek informatie ten behoeve van de in artikel 1 bedoelde doeleinden. Deze informatie wordt uitgewisseld ongeacht of de aangezochte partij de informatie ten behoeve van haar eigen belastingheffing nodig heeft en of de te onderzoeken gedragingen strafbaar zouden zijn krachtens de wetgeving van de aangezochte partij indien zij in de aangezochte partij zouden hebben plaatsgevonden.
2. Indien de informatie in het bezit van de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij niet toereikend is om aan het verzoek om informatie te voldoen, treft die verdragsluitende partij alle toepasselijke maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie teneinde de verzoekende partij de verzochte informatie te verstrekken, ongeacht het feit dat de aangezochte partij ten behoeve van haar eigen belastingheffing niet over dergelijke informatie hoeft te beschikken.
3. Indien de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij daar specifiek om verzoekt, is de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij gehouden uit hoofde van dit artikel informatie te verstrekken, voor zover zulks is toegestaan in overeenstemming met haar nationale wetgeving, in de vorm van getuigenverklaringen en gewaarmerkte afschriften van originele stukken.
4. Elke verdragsluitende partij waarborgt dat haar bevoegde autoriteit voor de toepassing van dit Verdrag over de bevoegdheid beschikt op verzoek het navolgende te verkrijgen en te verstrekken:
a. informatie die berust bij banken, overige financiële instellingen en personen die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwenspersoon optreden, met inbegrip van gevolmachtigden en trustees;
b.
i. informatie met betrekking tot de juridische en feitelijke eigendom van lichamen, samenwerkingsverbanden, collectieve beleggingsregelingen en andere personen;
ii. in het geval van trusts informatie over instellers, trustees, begunstigden en borgen; en
iii. in het geval van een stichting, informatie over de stichters, leden van het bestuur van de stichting en begunstigden.
5. De bevoegde autoriteit van de verzoekende partij verstrekt de volgende informatie aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij:
a. de identiteit van de persoon op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft;
b. het tijdvak waarvoor om de informatie wordt verzocht;
c. de aard van de verzochte informatie en de vorm waarin de verzoekende partij deze bij voorkeur wenst te ontvangen;
d. het fiscale doel waarvoor om informatie wordt verzocht;
e. de redenen om te veronderstellen dat de gevraagde informatie zich bevindt in de aangezochte partij of in het bezit of in de macht is van of beschikbaar voor een persoon die zich in het rechtsgebied van de aangezochte partij bevindt;
f. de naam en adresgegevens, voor zover bekend, van personen van wie verondersteld wordt dat zij in het bezit zijn van, of kunnen beschikken over de verzochte informatie of deze zouden kunnen verkrijgen;
g. een verklaring dat het verzoek in overeenstemming is met de wetgeving en de bestuursrechtelijke praktijk van de verzoekende partij;
h. een verklaring dat de verzoekende partij op haar eigen grondgebied alles in het werk heeft gesteld om de informatie te verkrijgen, tenzij dit zou leiden tot onevenredige moeilijkheden.
6. Teneinde een snel antwoord te waarborgen:
a. bevestigt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij de ontvangst van een verzoek schriftelijk aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij en stelt zij de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek in kennis van eventuele gebreken in het verzoek; en
b. indien de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij er niet in geslaagd is de informatie binnen 90 dagen na ontvangst van het verzoek te verkrijgen en te verstrekken, stelt zij de verzoekende partij daarvan op de hoogte onder vermelding van de oorzaken van de onmogelijkheid, de aard van de belemmeringen of de redenen voor haar weigering.
De verdragsluitende partijen kunnen elkaar zonder voorafgaand verzoek informatie verstrekken waarvan zij weten dat deze in overeenstemming met artikel 1 naar verwachting van belang kan zijn.
1. Voor zover toegestaan ingevolge haar nationale recht kan de aangezochte partij, na een verzoek binnen een redelijke termijn van de verzoekende partij, vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij toestaan het grondgebied van de aangezochte partij binnen te komen teneinde natuurlijke personen te ondervragen en stukken te onderzoeken na voorafgaande schriftelijke toestemming van de betrokken personen. De bevoegde autoriteit van de verzoekende partij stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij in kennis van het tijdstip en de locatie van de bijeenkomst met de betrokken natuurlijke personen.
2. Op verzoek van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij kan de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij toestaan aanwezig te zijn bij een belastingcontrole op het grondgebied van de aangezochte partij.
3. Indien het in het tweede lid bedoelde verzoek wordt ingewilligd, stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij die de controle uitvoert, de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij zo spoedig mogelijk in kennis van het tijdstip en de locatie van de controle, de autoriteit of functionaris die bevoegd is de controle uit te voeren en van de procedures en voorwaarden die bij de aangezochte partij vereist zijn voor de uitvoering van de controle. Alle beslissingen met betrekking tot de uitvoering van de controle worden genomen door de aangezochte partij die de controle uitvoert.
1. De bevoegde autoriteit van de aangezochte partij kan weigeren bijstand te verlenen indien het verzoek niet in overeenstemming met dit Verdrag is gedaan of indien openbaarmaking van de verzochte informatie in strijd zou zijn met de openbare orde (ordre public).
2. De bepalingen van dit Verdrag verplichten een verdragsluitende partij niet informatie te verstrekken die een handelsgeheim, zakelijk geheim, industrieel, commercieel of beroepsgeheim (vertrouwelijke communicatie tussen een cliënt en een advocaat of een andere erkende juridische vertegenwoordiger, indien deze plaatsvindt ten behoeve van het verzoeken om of verstrekken van juridisch advies of ten behoeve van bestaande of mogelijk in te stellen gerechtelijke procedures) of een handelsproces zou onthullen, met dien verstande dat de in artikel 5, vierde lid, omschreven informatie niet uitsluitend op grond van dat feit als geheim of handelsproces wordt behandeld.
3. Een verzoek om informatie wordt niet geweigerd op grond van het feit dat de belastingvordering die aanleiding gaf tot het verzoek wordt betwist.
4. Van de aangezochte partij kan niet worden verlangd dat zij informatie verkrijgt en verstrekt die de verzoekende partij volgens haar wetten ten behoeve van de toepassing of handhaving van haar eigen belastingwetgeving of naar aanleiding van een geldig verzoek gedaan onder soortgelijke omstandigheden van de aangezochte partij ingevolge dit Verdrag niet zou kunnen verkrijgen.
5. De aangezochte partij kan een verzoek om informatie afwijzen indien de informatie door de verzoekende partij wordt gevraagd teneinde een bepaling van de belastingwetgeving van de verzoekende partij ten uitvoer te leggen of te handhaven die, of een daarmee verband houdend vereiste dat, discriminatie inhoudt van een onderdaan van de aangezochte partij ten opzichte van een onderdaan van de verzoekende partij die zich in dezelfde omstandigheden bevindt.
1. Alle door de bevoegde autoriteit van een verdragsluitende partij verschafte of ontvangen informatie wordt vertrouwelijk behandeld.
2. Aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij verschafte informatie kan uitsluitend voor andere dan de in artikel 1 vermelde doeleinden worden gebruikt na de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de aangezochte partij.
3. Verstrekte informatie wordt uitsluitend bekendgemaakt aan personen of autoriteiten (met inbegrip van gerechtelijke en bestuursrechtelijke autoriteiten) die betrokken zijn bij de in dit Verdrag omschreven doeleinden en uitsluitend voor deze doeleinden door die personen of autoriteiten gebruikt. Voor deze doeleinden mag informatie worden onthuld tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke beslissingen.
4. Uit hoofde van dit Verdrag aan een verzoekende partij verschafte informatie mag niet bekend worden gemaakt aan een andere rechtsmacht.
Gewone kosten gemaakt bij het verlenen van bijstand worden gedragen door de aangezochte partij. De aangezochte partij kan de verzoekende partij verzoeken om restitutie van directe buitengewone kosten die zijn gemaakt bij het verlenen van bijstand.
De verdragsluitende partijen stellen alle wetgeving vast die noodzakelijk is om te voldoen aan en ter uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag. Dit omvat mede de beschikbaarheid van informatie, toegang tot informatie en uitwisseling van informatie.
1. De bevoegde autoriteiten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen tussen de verdragsluitende partijen met betrekking tot de toepassing of de uitlegging van dit Verdrag in onderling overleg op te lossen.
2. Naast de in het eerste lid bedoelde afspraken, kunnen de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen in onderling overleg overeenstemming bereiken over de krachtens de artikelen 5, 7 en 10 te hanteren procedures.
3. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde de overeenstemming als bedoeld in dit artikel te bereiken.
4. De verdragsluitende partijen kunnen waar nodig schriftelijk ook overeenstemming bereiken over andere vormen van geschillenregeling.
Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat beide verdragsluitende partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat de vereiste interne procedures voor de inwerkingtreding ervan zijn voltooid. Vanaf de datum van inwerkingtreding is het van toepassing op:
a. strafrechtelijke belastingzaken vanaf die datum; en
b. alle overige aangelegenheden vanaf die datum waarop artikel 1 van toepassing is, zij het uitsluitend met betrekking tot belastingtijdvakken beginnend op of na die datum, of bij ontbreken van een belastingtijdvak, alle belastingvorderingen ontstaan op of na die datum.
1. Elk van de verdragsluitende partijen kan dit Verdrag beëindigen door de andere partij daar langs diplomatieke weg schriftelijk van in kennis te stellen.
2. Deze opzegging wordt van kracht op de eerste dag van de maand na het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving van beëindiging door de andere verdragsluitende partij.
3. Indien het Verdrag wordt beëindigd, blijven de verdragsluitende partijen gebonden door de voorwaarden van artikel 9 ten aanzien van alle uit hoofde van dit Verdrag verkregen informatie. Alle verzoeken die worden ontvangen voor de datum waarop het Verdrag beëindigd is, worden behandeld in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Den Haag op 14 november 2011, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.
E. ABATH
P. MENAT
Considérant que le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d’Aruba et le Gouvernement de la République française («les Parties contractantes») souhaitent renforcer et faciliter la mise en œuvre des dispositions régissant l’échange de renseignements en matière fiscale;
les Parties contractantes sont convenues de conclure le présent Accord, qui ne crée d’obligations que pour les seules Parties contractantes:
1. Les autorités compétentes des Parties contractantes s’accordent une assistance par l'échange de renseignements vraisemblablement pertinents pour l’application et l’exécution de la législation interne des Parties contractantes relative aux impôts et aux domaines fiscaux visés par le présent Accord. Ces renseignements sont ceux vraisemblablement pertinents pour la détermination, l'établissement, le contrôle et la perception de ces impôts, pour le recouvrement et l’exécution des créances fiscales, ou pour les enquêtes ou les poursuites en matière fiscale. Les renseignements sont échangés conformément au présent Accord et traités comme confidentiels selon les modalités prévues à l’article 9.
2. Les droits et protections dont bénéficient les personnes en vertu des dispositions législatives ou réglementaires ou des pratiques administratives de la Partie requise restent applicables dans la mesure où ils n’entravent ou ne retardent pas indûment un échange effectif de renseignements.
3. Concernant le Royaume des Pays-Bas, le présent Accord ne s’applique qu’à l’égard d’Aruba.
Afin de permettre la mise en œuvre des dispositions du présent Accord, les renseignements doivent être fournis conformément au présent Accord par l'autorité compétente de la Partie requise, que les renseignements portent ou non sur un résident, un ressortissant ou un citoyen d’une Partie contractante, ou soient détenus ou non par ce résident, ce ressortissant ou ce citoyen. Une Partie requise n’est pas soumise à l’obligation de fournir des renseignements qui ne sont pas détenus par ses autorités, ni en la possession ou sous le contrôle de personnes relevant de sa compétence territoriale ou susceptibles d’être obtenus par elles.
1. Les impôts visés par le présent Accord sont les impôts existants prévus par les dispositions législatives et réglementaires des Parties contractantes.
2. Le présent Accord s’applique aussi aux impôts de nature identique ou analogue qui seraient établis après la date de signature du présent Accord et qui s’ajouteraient aux impôts actuels ou qui les remplaceraient.
3. En outre, l’Accord s’applique à tous les autres impôts dont peuvent convenir les Parties contractantes par échange de lettres.
4. Les autorités compétentes des Parties contractantes se communiquent les modifications pertinentes apportées aux mesures fiscales et aux mesures connexes de collecte de renseignements qui sont visées dans l’Accord.
1. Aux fins du présent Accord, sauf définition contraire:
a) le terme «France» désigne les départements européens et d'outre-mer de la République française, y compris la mer territoriale et au-delà de celle-ci les zones sur lesquelles, en conformité avec le droit international, la République française a des droits souverains aux fins de l'exploration et de l'exploitation des ressources naturelles des fonds marins, de leur sous-sol et des eaux surjacentes;
b) le terme «Aruba» désigne la région du Royaume des Pays-Bas qui est située dans les Caraïbes et comprenant l’île d’Aruba;
c) l’expression «autorité compétente» désigne:
i) dans le cas de la France, le Ministre des Finances ou son représentant autorisé;
ii) dans le cas d’Aruba, le Ministre en charge des Finances ou son représentant autorisé;
d) le terme «personne» désigne une personne physique, une personne morale et tout groupement de ces personnes;
e) le terme «impôt» désigne tout impôt auquel s'applique le présent Accord;
f) l’expression «Partie requérante» désigne la Partie qui demande des renseignements;
g) l’expression «Partie requise» désigne la Partie à laquelle il est demandé de fournir des renseignements;
h) l’expression «mesures de collecte de renseignements» désigne les dispositions législatives et réglementaires ainsi que les procédures administratives ou judiciaires qui permettent à une Partie contractante d'obtenir et de fournir les renseignements demandés;
i) le terme «renseignement» désigne tout fait, déclaration, document ou fichier, quelle que soit sa forme;
j) l’expression «en matière fiscale pénale» désigne toute affaire fiscale faisant intervenir un acte intentionnel passible de poursuites en vertu du droit pénal de la Partie requérante;
k) l’expression «droit pénal» désigne l’ensemble des dispositions pénales qualifiées de telles en droit interne, qu'elles figurent dans la législation fiscale, dans le code pénal ou dans d'autres lois.
2. Pour l'application du présent Accord à un moment donné par une Partie contractante, tout terme ou expression qui n'y est pas défini a, sauf si le contexte exige une interprétation différente, le sens que lui attribue, à ce moment, le droit de cette Partie contractante, le sens attribué à ce terme ou expression par le droit fiscal de cette Partie contractante prévalant sur le sens que lui attribuent les autres branches du droit de cette Partie contractante.
1. L'autorité compétente de la Partie requise fournit les renseignements sur demande par écrit aux fins visées à l'article 1er. Ces renseignements doivent être échangés, que la Partie requise ait, ou non, besoin de ces renseignements à ses propres fins fiscales ou indépendamment du fait que l'acte faisant l'objet de l'enquête aurait constitué, ou non, une infraction pénale au regard du droit de la Partie requise s'il s'était produit dans la Partie requise.
2. Si les renseignements dont dispose l'autorité compétente de la Partie requise ne sont pas suffisants pour lui permettre de donner suite à la demande de renseignements, cette Partie prend toutes les mesures adéquates de collecte des renseignements nécessaires pour fournir à la Partie requérante les renseignements demandés, même si la Partie requise n'a pas besoin de ces renseignements à ses propres fins fiscales.
3. Sur demande spécifique de l'autorité compétente de la Partie requérante, l'autorité compétente de la Partie requise fournit les renseignements visés au présent Article, dans la mesure où son droit interne l’y autorise, sous la forme de dépositions de témoins et de copies certifiées conformes aux documents originaux.
4. Chaque Partie contractante fait en sorte que son autorité compétente, pour l’application du présent Accord, dispose du droit d'obtenir et de fournir sur demande:
a) les renseignements détenus par les banques, les autres institutions financières et toute personne agissant en qualité de mandataire ou de fiduciaire;
b)
i) les renseignements concernant les propriétaires juridiques et les bénéficiaires effectifs des sociétés, sociétés de personnes, fonds de placement collectif, et autres personnes,
ii) dans le cas d'une fiducie, les renseignements sur les constituants, les fiduciaires, les bénéficiaires et les tiers protecteurs; et
iii) dans le cas de fondations, les renseignements sur les fondateurs, les membres du conseil de la fondation et les bénéficiaires.
5. L’autorité compétente de la Partie requérante fournit les renseignements suivants à l’autorité compétente de la Partie requise:
a) l'identité de la personne faisant l'objet du contrôle ou de l’enquête;
b) la période sur laquelle porte la demande de renseignements;
c) la nature des renseignements demandés et la forme sous laquelle la Partie requérante souhaite les recevoir;
d) le but fiscal dans lequel les renseignements sont demandés;
e) les raisons qui donnent à penser que les renseignements demandés sont détenus dans la Partie requise ou sont en la possession ou sous le contrôle d’une personne relevant de la compétence de la Partie requise, ou peuvent être obtenus par cette personne;
f) dans la mesure où ils sont connus, les nom et adresse de toute personne dont il y a lieu de penser qu'elle détient, contrôle ou est en mesure d’obtenir les renseignements demandés;
g) une déclaration attestant que la demande est en conformité avec les dispositions législatives ainsi qu’avec les pratiques administratives de la Partie requérante;
h) une déclaration attestant que la Partie requérante a utilisé pour obtenir les renseignements tous les moyens disponibles sur son propre territoire, hormis ceux susceptibles de soulever des difficultés disproportionnées.
6. Pour assurer une réponse rapide, l’autorité compétente de la Partie requise:
a) accuse réception de la demande par écrit à l’autorité compétente de la Partie requérante et, dans les 60 jours à compter de la réception de la demande, avise cette autorité des éventuelles lacunes de la demande; et
b) si l’autorité compétente de la Partie requise n’a pu obtenir et fournir les renseignements dans les 90 jours à compter de la réception de la demande, elle en informe la Partie requérante, en indiquant les raisons de l’incapacité dans laquelle elle se trouve de fournir les renseignements, la nature des obstacles rencontrés ou les motifs de son refus.
Les Parties contractantes peuvent s’échanger, sans demande préalable, des renseignements dont elles ont connaissance et qui peuvent être vraisemblablement pertinents en vertu de l’article 1.
1. La Partie requise peut, dans les limites autorisées par son droit interne, moyennant un préavis raisonnable de la Partie requérante, autoriser des représentants de l’autorité compétente de la Partie requérante à entrer sur le territoire de la Partie requise pour interroger des personnes physiques et examiner des documents, avec le consentement écrit préalable des personnes concernées. L’autorité compétente de la Partie requérante informe l’autorité compétente de la Partie requise de la date et du lieu de la réunion prévue avec les personnes concernées.
2. A la demande de l’autorité compétente de la Partie requérante, l’autorité compétente de la Partie requise peut autoriser des représentants de l’autorité compétente de la Partie requérante à assister à un contrôle fiscal sur le territoire de la Partie requise.
3. Si la demande mentionnée au paragraphe 2 est acceptée, l’autorité compétente de la Partie requise qui conduit le contrôle communique, aussi rapidement que possible, à l’autorité compétente de la Partie requérante la date et le lieu du contrôle, l’autorité ou la personne désignée pour réaliser le contrôle ainsi que les procédures et conditions exigées par la Partie requise pour conduire le contrôle. Toute décision relative à la conduite du contrôle fiscal est prise par la Partie requise qui le conduit.
1. L’autorité compétente de la Partie requise peut refuser l’assistance lorsque la demande n’est pas soumise conformément au présent Accord ou lorsque la divulgation des renseignements demandés serait contraire à l’ordre public.
2. Les dispositions du présent Accord n’obligent nullement une Partie contractante à fournir des renseignements qui divulgueraient un secret commercial, industriel ou professionnel (communications confidentielles entre un client et un avocat ou un autre représentant juridique agréé lorsque ces communications ont pour but de demander ou de fournir un avis juridique, ou sont destinées à être utilisées dans une action en justice en cours ou envisagée) ou un procédé commercial, étant entendu que les renseignements du type de ceux qui sont visés au paragraphe 4 de l’article 5 ne peuvent pas, pour ce seul motif, être considérés comme un secret ou un procédé commercial.
3. Une demande de renseignements ne peut être rejetée au motif que la créance fiscale faisant l’objet de la demande est contestée.
4. La Partie requise n’est pas tenue d’obtenir ou de fournir des renseignements que la Partie requérante ne pourrait pas obtenir en vertu de son propre droit aux fins de l’application ou de l’exécution de sa propre législation fiscale ou en réponse à une demande valide formulée dans des circonstances similaires par la Partie requise en vertu du présent Accord.
5. La Partie requise peut rejeter une demande de renseignements si les renseignements sont demandés par la Partie requérante pour appliquer ou faire exécuter une disposition de la législation fiscale de la Partie requérante, ou toute obligation s’y rattachant, qui est discriminatoire à l’encontre d’un ressortissant ou d’un citoyen de la Partie requise par rapport à un ressortissant ou un citoyen de la Partie requérante se trouvant dans des circonstances identiques.
1. Tous les renseignements reçus par l’autorité compétente d’une Partie contractante sont tenus confidentiels.
2. Les renseignements fournis à l’autorité compétente de la Partie requérante peuvent être utilisés à des fins autres que celles visées à l’article 1er avec l’autorisation préalable, écrite et expresse de la Partie requise.
3. Les renseignements fournis ne peuvent être divulgués qu’aux personnes ou autorités (y compris les autorités juridictionnelles et administratives) concernées aux fins prévues par le présent Accord et ils ne peuvent être utilisés par ces personnes ou autorités qu’à ces fins. A ces mêmes fins, les renseignements peuvent être divulgués lors d’audiences publiques de juridictions ou dans des décisions de justice.
4. Les renseignements fournis à la Partie requérante en vertu du présent Accord ne peuvent être divulgués à aucune autre autorité étrangère.
Les frais ordinaires engagés pour l’assistance sont pris en charge par la Partie requise. La Partie requise peut demander à la Partie requérante le remboursement des frais extraordinaires directement engagés pour l’assistance.
Les Parties contractantes adoptent toute législation nécessaire pour se conformer au présent Accord et lui donner effet. Sont notamment concernés: la disponibilité des renseignements, l’accès à ces renseignements, l’échange de ces renseignements.
1. En cas de difficultés ou de doutes entre les Parties contractantes au sujet de la mise en œuvre ou de l’interprétation du présent Accord, les autorités compétentes s’efforcent de régler la question par voie d’accord amiable.
2. Outre les accords visés ci-dessus, les autorités compétentes des Parties contractantes peuvent déterminer d’un commun accord les procédures à suivre en application des articles 5, 7 et 10.
3. Les autorités compétentes des Parties contractantes peuvent communiquer directement entre elles en vue de parvenir à un accord en application du présent Article.
4. Les Parties contractantes peuvent également, en tant que de besoin, convenir par écrit d’autres formes de règlement des différends.
Le présent Accord entre en vigueur le premier jour du second mois après que les Parties contractantes se sont notifié mutuellement par écrit et par les voies diplomatiques l’accomplissement des procédures internes requises pour son entrée en vigueur. À compter de la date de son entrée en vigueur, le présent Accord prend effet:
a) en matière fiscale pénale, à cette date; et
b) en ce qui concerne toutes les autres questions visées à l’article 1er, à cette même date, mais uniquement pour les exercices fiscaux commençant à cette date ou postérieurement ou, à défaut d'exercice fiscal, pour toutes les obligations fiscales prenant naissance à cette date ou postérieurement.
1. Chacune des Parties peut dénoncer le présent Accord en notifiant par écrit et par les voies diplomatiques cette dénonciation.
2. La dénonciation prend effet le premier jour du mois suivant l’expiration d’un délai de trois mois après la date de réception de la notification de dénonciation par l’autre Partie contractante.
3. En cas de dénonciation du présent Accord, les Parties contractantes restent liées par les dispositions de l’article 9 pour tout renseignement obtenu en application du présent Accord. Toutes les demandes de renseignements reçues jusqu’à la date effective de la dénonciation sont traitées conformément aux conditions du présent Accord.
EN FOI DE QUOI, les soussignés, dûment autorisés par leurs Gouvernements respectifs, ont signé le présent Accord.
FAIT à La Haye, le 14 novembre 2011, en double exemplaire, en langues néerlandaise et française, les deux textes faisant également foi.
E. ABATH
P. MENAT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 13 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand nadat beide verdragsluitende partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat de vereiste interne procedures voor de inwerkingtreding ervan zijn voltooid.
Uitgegeven de vijftiende december 2011.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
U. ROSENTHAL
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-2011-254.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.