40 (2008) Nr. 2

A. TITEL

Verdrag tot oprichting van de Afrikaanse faciliteit voor juridische ondersteuning;

Tunis, 30 april 2008

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2011, 36.

C. VERTALING


Verdrag tot oprichting van de Afrikaanse faciliteit voor juridische ondersteuning

De staten en de internationale organisaties die partij zijn bij dit Verdrag

Herinnerend aan de verklaring van de Afrikaanse ministers van Financiën van 2 juni 2003 inzake hulp, handel, schulden, IMF, hiv/aids, waarin zij opriepen tot spoedige oprichting van een faciliteit voor juridisch-technische bijstand ter ondersteuning van arme landen met een zware schuldenlast („HIPCs” oftewel Heavily Indebted Poor Countries) in Afrika bij het aanpakken van problemen bij rechtsgedingen met schuldeisers;

Gelet op het feit dat deze rechtsgedingen de voornaamste doelen van het HIPC-initiatief bedreigen, daar ze ten koste gaan van de resultaten van schuldverlichting voor de HIPCs en ertoe leiden dat de lasten ongelijk worden verdeeld tussen de schuldeisers;

In herinnering roepend dat de Commissie voor Afrika in dit verband heeft opgeroepen tot de oprichting van een snel inzetbare faciliteit voor juridisch-technische bijstand, die los staat van de Bretton Woods Instellingen, en die Afrikaanse landen helpt dergelijke rechtsgedingen te voorkomen of te vermijden, dan wel ze tot een goed einde te brengen;

In herinnering roepend de resolutie van de door de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en de Economische Commissie voor Afrika van de Verenigde Naties gezamenlijk georganiseerde Afrikaanse Ministersconferentie van februari 2007 inzake het beheer van Afrika's natuurlijke rijkdommen ten behoeve van groei en armoedevermindering, die wees op de kloof tussen Afrikaanse landen en geïndustrialiseerde landen op het gebied van onderhandelingscapaciteit ten behoeve van contracten voor de winning van natuurlijke rijkdommen, en die in het bijzonder opriep tot het oprichten van een faciliteit ter ondersteuning van Afrikaanse landen bij het ontwikkelen van expertise en capaciteit om onderhandelingen te voeren en eerlijke en billijke regelingen af te sluiten voor het beheer van Afrika's natuurlijke rijkdommen en mijnbouwactiviteiten;

Erkennend dat het de Afrikaanse landen ontbreekt aan expertise en capaciteit op het gebied van rechtsgedingen met schuldeisers en onderhandelingen betreffende complexe commerciële transacties en dat hun mogelijkheden dergelijke expertise en capaciteit te verwerven worden belemmerd door financiële en institutionele beperkingen;

Ervan overtuigd dat gunstige commerciële betrekkingen en een redelijk evenwicht tussen de rechten en verplichtingen bij complexe commerciële transacties, investeringsovereenkomsten, overeenkomsten op het gebied van de winning van natuurlijke rijkdommen en rechtsgedingen met schuldeisers alleen kunnen worden gewaarborgd, indien de partijen daarbij volledig op de hoogte zijn van hun onderscheiden rechten en verplichtingen en dezelfde kansen hebben op, en op gelijke voet toegang hebben tot adequate juridische dienstverlening;

Gelet op de lovenswaardige inspanningen van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank ten behoeve van het oprichten van een Afrikaanse faciliteit voor juridische ondersteuning;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel I Oprichting

Bij dit Verdrag wordt een internationale juridische instelling opgericht met de naam „African Legal Support Facility” (hierna te noemen de „Faciliteit”), die in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag te werk zal gaan.

Artikel II Doelstellingen en taken

  • 1. De doelstellingen waarvoor de Faciliteit wordt opgericht zijn:

    • i. het verschaffen van juridische adviezen en dienstverlening aan Afrikaanse landen op het gebied van rechtsgedingen met schuldeisers;

    • ii. het verschaffen van juridisch-technische bijstand aan Afrikaanse landen teneinde hun juridische expertise en onderhandelingscapaciteit te versterken op het gebied van:

      • A. het beheer van schulden en het voeren van rechtsgedingen;

      • B. het beheren van natuurlijke rijkdommen, mijnbouwactiviteiten en aanbestedingen;

      • C. investeringsovereenkomsten; en

      • D. in voorkomende gevallen aanverwante commerciële en handelstransacties;

    • iii. het versterken van de opbouw van juridische expertise en capaciteit in Afrikaanse landen.

  • 2. Ten behoeve van haar doelstellingen verricht de Faciliteit de volgende taken en werkzaamheden:

    • i. het identificeren van juridische expertise op het gebied van rechtsgedingen met schuldeisers; het beheer van schulden, evenals in voorkomende gevallen, met betrekking tot mijnbouwactiviteiten, en het beheer van andere natuurlijke rijkdommen en aanbestedingen; investeringsovereenkomsten;

    • ii. het verschaffen van financiële middelen aan de Afrikaanse lidstaten van de Faciliteit teneinde hen bij te staan bij lopende rechtsgedingen met schuldeisers en onderhandelingen ter zake van complexe commerciële transacties; waarbij staten bereid en in staat zijn om de kosten van haar diensten terug te betalen;

    • iii. het investeren in en organiseren van de opleiding van juristen van Afrikaanse lidstaten van de Faciliteit teneinde hun de noodzakelijke juridische expertise te verschaffen voor het voeren van rechtsgedingen met schuldeisers en aasgierfondsen;

    • iv. het verschaffen van juridisch-technische bijstand, anders dan bij het feitelijk voeren van rechtsgedingen, aan Afrikaanse lidstaten van de Faciliteit;

    • v. het instellen en bijhouden van een lijst met gespecialiseerde advocatenkantoren en juridisch deskundigen om de Afrikaanse lidstaten van de Faciliteit te vertegenwoordigen bij rechtsgedingen met schuldeisers en, in voorkomende gevallen, bij onderhandelingen over complexe commerciële transacties;

    • vi. het ontwikkelen van een database en systemen voor het ter beschikking stellen en opzoeken van eerdere uitspraken in rechtsgedingen met schuldeisers, waarbij soevereine schuldenaren betrokken zijn;

    • vii. het bevorderen van overeenstemming tussen Afrikaanse landen omtrent vraagstukken betreffende het identificeren en het oplossen van problemen verband houdende met rechtsgedingen met schuldeisers, waarbij soevereine schuldenaren geconfronteerd worden met aasgierfondsen, en, in voorkomende gevallen, onderhandelingen over complexe commerciële transacties, in het bijzonder overeenkomsten ter zake van natuurlijke rijkdommen; en

    • viii. het uitvoeren van andere aanverwante taken of werkzaamheden die bijdragen aan de doelstellingen van de Faciliteit.

Artikel III Rechtspersoonlijkheid

De Faciliteit wordt opgericht als een internationale instelling met volledige rechtspersoonlijkheid krachtens het recht van de staten die partij zijn bij dit Verdrag (hierna te noemen de „deelnemende staten”) en is in het bijzonder bevoegd tot:

  • i. het aangaan van contracten en het sluiten van overeenkomsten;

  • ii. het verwerven en vervreemden van roerende en onroerende zaken;

  • iii. het optreden als partij bij rechtsgedingen en andere juridische of administratieve procedures.

Artikel IV Lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van de Faciliteit staat open voor: (a) alle lidstaten van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank; (b) andere staten; (c) de Afrikaanse Ontwikkelingsbank; (d) andere internationale organisaties of instellingen.

  • 2. De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor het lidmaatschap worden vastgesteld door de Raad van Bestuur van de Faciliteit.

  • 3. Elke staat of internationale organisatie die dit Verdrag niet heeft ondertekend voor de datum waarop het in werking treedt en lid van het Verdrag wil worden, dient vooraf tot dit Verdrag toe te treden door een akte van toetreding neder te leggen bij de voorlopige depositaris van het Verdrag.

Artikel V Zetel van de Faciliteit

  • 1. De zetel van de Faciliteit wordt gevestigd op het grondgebied van een deelnemende staat die wordt aangewezen door de Raad van Bestuur van de Faciliteit.

  • 2. De deelnemende staat op het grondgebied waarvan de zetel van de Faciliteit zal worden gevestigd, ondertekent tezamen met de Faciliteit een overeenkomst betreffende de zetel van de Faciliteit (de „zetelovereenkomst”) en neemt alle maatregelen die nodig zijn, teneinde deze uit te voeren op zijn grondgebied.

  • 3. De zetelovereenkomst wordt uiterlijk negentig (90) dagen na de datum van de eerste vergadering van de Raad van Bestuur van de Faciliteit door de betrokken partijen gesloten en zal onmiddellijk na ondertekening bindende werking hebben en van kracht zijn.

Artikel VI Financiële middelen

  • 1. De financiële middelen van de Faciliteit bestaan uit:

    • i. vrijwillige bijdragen door: (a) deelnemende staten, (b) internationale organisaties, anders dan de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, die dit Verdrag hebben ondertekend, (c) niet-deelnemende staten, (d) particuliere instellingen [die zijn erkend door de Raad van Bestuur];

    • ii. bijdragen uit de netto-inkomsten van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank; en

    • iii. inkomsten die voortvloeien uit het kapitaalfonds van de Faciliteit, met inbegrip van inkomsten in de vorm van rente, vergoedingen en opbrengsten uit de verkoop van bezittingen en publicaties.

  • 2. De partijen bij dit Verdrag en andere donateurs die bijdragen aan de financiële middelen van de Faciliteit omschreven in het eerste lid van dit artikel, leggen hun toezeggingen neer bij de Faciliteit in de vorm van akten, waarin de specifieke bijdragen worden vermeld. Betaling van de bijdragen geschiedt in vrij inwisselbare valuta.

  • 3. De partijen bij dit Verdrag zijn op geen enkele wijze verplicht de Faciliteit, anders dan op basis van vrijwilligheid, financieel te ondersteunen. Daarnaast zijn de leden noch afzonderlijk noch gezamenlijk aansprakelijk voor schulden, verplichtingen of verbintenissen van de Faciliteit.

Artikel VII Bestuur en managementstructuur

De Faciliteit heeft een Raad van Bestuur, een Raad van Beheer, een Directeur en de medewerkers die nodig zijn voor het uitvoeren van de taken en werkzaamheden van de Faciliteit.

Artikel VIII Raad van Bestuur: bevoegdheden

  • 1. Alle bevoegdheden van de Faciliteit berusten bij de Raad van Bestuur.

  • 2. De Raad van Bestuur kan al zijn bevoegdheden delegeren aan de Raad van Beheer, met uitzondering van de bevoegdheid tot:

    • i. het benoemen van de leden van de Raad van Beheer;

    • ii. het benoemen van externe accountants voor het controleren van de boekhouding van de Faciliteit en het goedkeuren van de balans en de staat van inkomsten en uitgaven van de Faciliteit;

    • iii. het goedkeuren van aanvullingen van de middelen van de Faciliteit;

    • iv. het uitbreiden van de doelstellingen en taken van de Faciliteit;

    • v. het goedkeuren van het beleid van de Faciliteit;

    • vi. het wijzigen van dit Verdrag;

    • vii. het verlengen of bekorten van de duur of het verleggen van de uiterste datum van voortbestaan van de Faciliteit; en

    • viii. het besluiten de werkzaamheden van de Faciliteit te beëindigen en haar activa te verdelen.

Artikel IX Raad van Bestuur: samenstelling en vertegenwoordiging

  • 1. De Raad van Bestuur bestaat uit twaalf leden die worden benoemd door de deelnemende staten, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en andere internationale organisaties, anders dan de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, die partij zijn bij dit Verdrag.

  • 2. Vijf leden vertegenwoordigen de deelnemende staten die regionale lidstaten zijn van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en de vijf regio's van Afrika vertegenwoordigen. Zij worden bij toerbeurt benoemd uit de deelnemende staten van elke regio; vier leden vertegenwoordigen de deelnemende staten die tevens lidstaten zijn van de Organisatie voor Economische Samenwerking (OESO); één lid vertegenwoordigt de deelnemende staten die geen lid zijn van de OESO; één lid vertegenwoordigt de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en één lid vertegenwoordigt de andere internationale organisaties die partij zijn bij dit Verdrag.

Artikel X Raad van Bestuur: procedure

  • 1. De Raad van Bestuur vergadert op de zetel van de Faciliteit of op een andere plaats waartoe de Raad van Beheer kan besluiten. De Raad komt eenmaal per jaar bijeen, tenzij de werkzaamheden van de Faciliteit anderszins vereisen.

  • 2. De vergaderingen van de Raad van Bestuur worden bijeengeroepen door de Directeur van de Faciliteit of op verzoek van twee derde van de leden van de Raad van Bestuur.

  • 3. Twee derde van de leden aanwezig tijdens een vergadering van de Raad van Bestuur vormen het quorum.

  • 4. De Raad van Bestuur stelt zijn eigen reglement van orde vast.

Artikel XI Raad van Beheer: bevoegdheden en taken

  • 1. De Raad van Beheer oefent de door de Raad van Bestuur aan hem gedelegeerde bevoegdheden en taken van de Faciliteit uit of hetgeen is vervat in dit Verdrag. De Raad van Beheer is belast met de algemene leiding van de werkzaamheden van de Faciliteit. De Raad van Beheer dient in het bijzonder:

    • i. de Directeur van de Faciliteit te benoemen;

    • ii. de jaarlijkse begrotingen en de jaarlijkse werkprogramma's van de Faciliteit goed te keuren;

    • iii. de (interne) regels en voorschriften van de Faciliteit uit te vaardigen;

    • iv. voorstellen in te dienen bij de Raad van Bestuur voor het aanvullen van de middelen van de Faciliteit.

Artikel XII Raad van Beheer: samenstelling

  • 1. De Raad van Beheer bestaat uit vijf leden die worden benoemd door de Raad van Bestuur. De Directeur van de Faciliteit maakt ambtshalve deel uit van de Raad van Beheer maar heeft geen stemrecht.

  • 2. De leden van de Raad van Beheer voldoen aan hoge normen van integriteit en bekwaamheid op het gebied van het recht, financiën en ontwikkeling. Zij nemen op persoonlijke titel zitting en niet als vertegenwoordiger van deelnemende staten of internationale organisaties die partij zijn bij dit Verdrag.

Artikel XIII Raad van Beheer: procedure

  • 1. De Raad van Beheer vergadert op de zetel van de Faciliteit, of op een andere plaats waartoe hij kan besluiten. De Raad van Beheer komt tweemaal per jaar bijeen, tenzij de werkzaamheden van de Faciliteit anderszins vereisen.

  • 2. De vergaderingen van de Raad van Beheer worden bijeengeroepen door de Directeur van de Faciliteit of op verzoek van tenminste drie leden.

  • 3. Drie leden aanwezig tijdens een vergadering van de Raad van Beheer vormen het quorum.

  • 4. De Raad van Beheer stelt zijn eigen reglement van orde vast.

Artikel XIV Directeur en personeel

  • 1. De Directeur fungeert als de hoogste functionaris van de Faciliteit en is belast met de dagelijkse leiding van de Faciliteit. De Directeur wordt benoemd door de Raad van Beheer. De Directeur voldoet aan hoge normen van integriteit en bekwaamheid op het gebied van de juridische aspecten van het beheren van schulden, aanbesteding van de winning van natuurlijke rijkdommen of commerciële transacties en beschikt over ruime professionele en managementervaring.

  • 2. De Directeur legt verantwoording af aan de Raad van Beheer over het management en de werkzaamheden van de Faciliteit, in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag, en de besluiten van de Raad van Bestuur en de Raad van Beheer.

  • 3. De Directeur woont de vergaderingen van de Raad van Beheer ambtshalve bij en heeft geen stemrecht.

  • 4. De Directeur wordt voor een termijn van vijf jaar benoemd en kan ten hoogste eenmaal worden herbenoemd voor een termijn van vijf jaar.

  • 5. De Directeur benoemt de medewerkers die nodig zijn voor het uitvoeren van de taken en werkzaamheden van de Faciliteit.

Artikel XV Samenwerkingsovereenkomsten

De Faciliteit kan samenwerkingsovereenkomsten sluiten met andere instellingen. Daartoe kan zij op basis van detachering of uitwisseling deskundigen en medewerkers van andere instellingen ontvangen.

Artikel XVI Immuniteiten, vrijstellingen, voorrechten, voorzieningen en concessies

Elke deelnemende staat treft, op grond van zijn nationale recht, alle wetgevende maatregelen en alle administratieve maatregelen, die nodig zijn om de Faciliteit in staat te stellen haar doelstellingen te verwezenlijken en de haar toevertrouwde taken te verrichten. Elke deelnemende staat verleent de Faciliteit daartoe, op zijn grondgebied, de in dit Verdrag vervatte status, immuniteiten, vrijstellingen, voorrechten, voorzieningen en concessies en stelt de Faciliteit in kennis van de specifieke maatregelen die hij daartoe heeft getroffen.

Artikel XVII Gerechtelijke procedures

De Faciliteit geniet immuniteit van elke vorm van rechtsvervolging, met uitzondering van zaken die voortvloeien uit de uitoefening van haar bevoegdheden tot lenen. Hiervoor mag zij uitsluitend worden berecht door een bevoegde rechter op het grondgebied van de deelnemende staat waar de Faciliteit haar zetel heeft, of op het grondgebied van een deelnemende staat of niet-lidstaat, waar zij een vertegenwoordiger heeft benoemd voor de ontvangst van dagvaardingen of waar zij waardepapieren uitgegeven of gegarandeerd heeft. Tegen de Faciliteit mogen echter geen procedures worden ingesteld door leden of personen die optreden voor of vorderingen hebben op leden.

Artikel XVIII Immuniteit van eigendommen en bezittingen

  • 1. De eigendommen en bezittingen van de Faciliteit, ongeacht waar zij zich bevinden en door wie zij worden gehouden, worden gevrijwaard van: (a) onderzoek, vordering, onteigening, confiscatie, nationalisatie en iedere andere vorm van beslaglegging of executie op last van de uitvoerende of wetgevende macht; en (b) inbeslagname, beslaglegging of executie voordat een definitief vonnis tegen de Faciliteit is uitgesproken.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel XVIII omvat de uitdrukking „eigendommen en bezittingen van de Faciliteit” mede eigendommen en bezittingen die eigendom zijn van of in het bezit zijn van de Faciliteit en voor de lopende zaken aan de Faciliteit toevertrouwde deposito's en fondsen.

Artikel XIX Vrijstelling van beperkingen ten aanzien van eigendommen, bezittingen en werkzaamheden

  • 1. Voor zover nodig om de doelstellingen van de Faciliteit te verwezenlijken en haar taken uit te voeren, dient iedere deelnemende staat afstand te doen van en zich te onthouden van het opleggen van administratieve, financiële of andere beperkende voorschriften, die het soepel functioneren van de Faciliteit op enige wijze zouden kunnen belemmeren of haar werkzaamheden zouden kunnen schaden.

  • 2. Daartoe worden de Faciliteit, haar eigendommen, bezittingen, werkzaamheden en activiteiten vrijgesteld van beperkingen, voorschriften, toezicht of controles, moratoria en alle andere beperkingen van wetgevende, uitvoerende, administratieve, fiscale en monetaire aard.

Artikel XX Onschendbaarheid van de archieven

  • 1. De archieven van de Faciliteit en in het algemeen alle documenten die toebehoren aan of in het bezit zijn van de Faciliteit zijn onschendbaar, ongeacht waar zij zich bevinden, met dien verstande dat de in dit artikel voorziene onschendbaarheid zich niet uitstrekt tot documenten die dienen te worden overgelegd in het kader van gerechtelijke of arbitrageprocedures waarbij de Faciliteit partij is;

  • 2. Onverminderd het algemene karakter van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, mogen documenten met vertrouwelijke bepalingen die in het bezit zijn van de Faciliteit niet worden overgelegd voor gerechtelijke of arbitrageprocedures.

Artikel XXI Voorrechten met betrekking tot communicatie

Elke deelnemende staat behandelt de officiële communicatie van de Faciliteit op dezelfde wijze en met dezelfde voorkeurstarieven als hij hanteert voor de officiële communicatie van andere internationale organisaties.

Artikel XXII Persoonlijke immuniteiten, voorrechten en vrijstellingen

  • 1. Alle leden van de Raad van Bestuur, de leden van de Raad van Beheer, de Directeur en de overige medewerkers van de Faciliteit, de bij de Faciliteit gedetacheerde medewerkers en de adviseurs en deskundigen die opdrachten voor de Faciliteit uitvoeren:

    • i. worden ter zake van door hen in hun officiële hoedanigheid verrichte handelingen gevrijwaard van gerechtelijke procedures;

    • ii. wordt dezelfde immuniteit van immigratiebeperkingen en vereisten op het gebied van vreemdelingenregistratie verleend en, wanneer zij geen onderdanen zijn van de deelnemende staat waar zij hun werkzaamheden verrichten, worden hun dezelfde vrijstelling van verplichtingen verleend met betrekking tot burgerdienst of militaire dienst en dezelfde wisselfaciliteiten als door elke deelnemende staat worden verleend aan vertegenwoordigers, functionarissen en medewerkers van vergelijkbare rang van andere staten of internationale organisaties; en

    • iii. indien deze personen geen ingezetenen zijn of personen zijn met een permanente verblijfsvergunning van de deelnemende staat waar zij hun werkzaamheden verrichten, wordt hun dezelfde behandeling op het gebied van reisvoorzieningen toegekend als door deelnemende staten wordt toegekend aan vertegenwoordigers, functionarissen en medewerkers van vergelijkbare rang van andere staten of internationale organisaties.

  • 2. De Directeur en de overige medewerkers van de Faciliteit:

    • i. genieten immuniteit ten aanzien van arrestatie of detentie, met dien verstande dat deze niet geldt voor de wettelijke aansprakelijkheid bij verkeersongevallen of bij verkeersovertredingen; en

    • ii. worden vrijgesteld van elke vorm van directe en indirecte belastingheffing over door de Faciliteit betaalde salarissen en vergoedingen.

  • 3. Een deelnemende staat kan, bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of toetreding, zichzelf en zijn staatkundige onderdelen het recht voorbehouden belasting te heffen over salarissen en vergoedingen die de Faciliteit betaalt aan zijn onderdanen of inwoners.

Artikel XXIII Afstand van voorrechten en immuniteiten

De voorrechten en immuniteiten voorzien in dit Verdrag worden in het belang van de Faciliteit verleend. Hiervan kan alleen afstand worden gedaan, in de mate en onder de voorwaarden bepaald door de Raad van Beheer van de Faciliteit, in gevallen waarin, naar zijn opvatting, een dergelijk besluit de belangen van de Faciliteit niet schaadt. De Directeur van de Faciliteit is bevoegd en verplicht de immuniteit van een werknemer, gedetacheerde werknemer, adviseur of deskundige van de Faciliteit op te heffen, indien hij meent dat de immuniteit de rechtsgang zou schaden en opheffing kan geschieden zonder de belangen van de Faciliteit te schaden. In vergelijkbare omstandigheden en onder dezelfde voorwaarden is de Raad van Beheer bevoegd en verplicht de immuniteit van de Directeur van de Faciliteit op te heffen.

Artikel XXIV Vrijstelling van belastingen

  • 1. De Faciliteit, haar eigendommen, overige bezittingen en inkomsten, evenals haar werkzaamheden en transacties zijn vrijgesteld van alle belastingen en douaneheffingen.

  • 2. Onverminderd het algemene karakter van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, treft elke deelnemende staat alle noodzakelijke maatregelen om te waarborgen dat de eigendommen en bezittingen van de Faciliteit, en andere instrumenten en transacties, rente, commissies, honoraria, en andere inkomsten, rendementen en gelden van welke soort dan ook die voortvloeien uit, behoren tot of verschuldigd zijn aan de Faciliteit, ongeacht uit welke bron, zijn vrijgesteld van alle vormen van belasting, heffingen, rechten, accijnzen en welke toeslagen dan ook, met inbegrip van zegelrechten en andere rechten op documenten, die thans of in de toekomst worden geheven op zijn grondgebied.

  • 3. De Faciliteit is voorts vrijgesteld van elke verplichting met betrekking tot het betalen, inhouden of heffen van welke belastingen of heffingen dan ook.

Artikel XXV Fiscale vrijstellingen, financiële voorzieningen, voorrechten en concessies

Elke deelnemende staat verleent aan de Faciliteit een status die niet ongunstiger is dan die van andere internationale organisaties. Bovendien geniet zij alle fiscale vrijstellingen, financiële voorzieningen, voorrechten en concessies die door de deelnemende staten aan internationale organisaties en andere instellingen worden verleend.

Artikel XXVI Uitlegging en geschillenbeslechting

  • 1. Dit Verdrag wordt uitgelegd in het licht van zijn primaire doel de Faciliteit in staat te stellen haar taken en doelstellingen volledig en doeltreffend te verwezenlijken.

  • 2. De Engelse en de Franse tekst van dit Verdrag zijn gelijkelijk authentiek.

  • 3. Elk geschil tussen de partijen bij dit Verdrag of tussen de Faciliteit en een partij bij dit Verdrag betreffende de uitlegging of toepassing van de bepalingen van dit Verdrag wordt voorgelegd aan de Raad van Bestuur van de Faciliteit, wiens beslissing onherroepelijk en bindend zal zijn.

Artikel XXVII Inwerkingtreding

  • 1. Dit Verdrag staat open voor ondertekening door of namens de verdragsluitende partijen en dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd.

  • 2. Dit Verdrag treedt in werking op de dag waarop: (i) tien (10) deelnemende staten en internationale organisaties het Verdrag hebben ondertekend; en (ii) zeven (7) akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring zijn nedergelegd.

  • 3. Dit Verdrag treedt voor elke verdragsluitende partij in werking op de datum van de nederlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding in overeenstemming met haar grondwettelijke of andere van toepassing zijnde wettelijke procedures.

Artikel XXVIII Duur

De Faciliteit wordt opgericht voor een termijn van veertien jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag; deze termijn kan bij besluit van de Raad van Bestuur echter worden verlengd of bekort.

Artikel XXIX Depositaris

  • 1. De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, die zal optreden als voorlopige depositaris van dit Verdrag (hierna te noemen de „voorlopige depositaris”).

  • 2. De voorlopige depositaris laat dit Verdrag registreren bij het Secretariaat van de Verenigde Naties, in overeenstemming met artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties en de uit hoofde daarvan door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen regelgeving. De voorlopige depositaris doet voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van dit Verdrag toekomen aan alle verdragsluitende partijen.

  • 3. Voor aanvang van de werkzaamheden van de Faciliteit doet de voorlopige depositaris de tekst van dit Verdrag en alle relevante akten en documenten die hij in zijn bezit heeft, toekomen aan de Directeur van de Faciliteit, die daarna zal optreden als depositaris.


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2011, 36.

E. PARTIJGEGEVENS

Zie Trb. 2011, 36.

Partij

Onder tekening

Ratificatie

Type*

In werking

Opzegging

Buiten werking

AfDB (Afrikaanse Ontwikkelingsbank)

11-02-09

         

België

25-09-08

         

Benin

31-12-08

         

Brazilië

18-08-08

         

Burkina Faso

24-09-08

01-07-09

R

01-07-09

   

Burundi

15-09-08

         

Centraal Afrikaanse Republiek

14-05-09

         

Congo, Democratische Republiek

22-08-08

         

Congo, Republiek

19-09-08

06-04-09

R

06-04-09

   

Djibouti

10-09-08

11-12-08

R

15-12-08

   

Egypte

05-08-10

         

Ethiopië

15-08-08

02-12-08

R

15-12-08

   

Gabon

13-10-08

         

Gambia

10-09-08

         

Guinee

31-10-08

         

Guinee-Bissau

12-09-08

12-09-08

R

15-12-08

   

Ivoorkust

16-09-08

         

Kameroen

15-04-09

         

Kenia

07-11-08

         

Liberia

12-12-08

         

Libië

25-08-08

         

Madagaskar

05-09-08

25-11-08

R

15-12-08

   

Malawi

12-08-08

         

Mali

15-12-08

15-12-08

R

15-12-08

   

Marokko

12-09-08

         

Mauritanië

14-05-09

         

Mozambique

16-09-08

         

Nederlanden, het Koninkrijk der

26-03-10

         

– Nederland:

           

 – in Europa

           

 – Bonaire

           

 – Sint Eustatius

           

 – Saba

           

– Aruba

           

– Curaçao

           

– Sint Maarten

           

Niger

12-09-08

13-05-09

R

13-05-09

   

Nigeria

31-07-09

         

Rwanda

08-08-08

         

Senegal

25-08-08

28-11-08

R

15-12-08

   

Seychellen, de

25-06-09

         

Sierra Leone

13-05-09

         

Soedan

25-06-09

         

Tanzania

16-06-09

         

Togo

08-09-08

04-11-08

R

15-12-08

   

Tsjaad

08-09-08

14-01-09

R

14-01-09

   

Tunesië

24-06-09

20-09-10

R

20-09-10

   

Uganda

29-07-08

         

Verenigd Koninkrijk, het

17-12-09

         

Zambia

02-12-08

22-12-08

R

22-12-08

   

Zimbabwe

14-10-08

         

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R=Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebonden heid, NB=Niet bekend

Verklaringen, voorbehouden en bezwaren

Nederlanden, het Koninkrijk der, 26 maart 2010

The Kingdom of the Netherlands interprets Article XXV of the Agreement for the Establishment of the African Legal Support Facility as follows: in the Netherlands the ALSF will be treated as any other international (intergovernmental) organisation in the Netherlands and as such the Dutch policy on privileges will be decisive.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2011, 36.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2011, 36.

Overige verwijzingen

Titel

:

Handvest van de Verenigde Naties;

San Francisco, 26 juni 1945

Laatste Trb.

:

Trb. 2011, 57

Uitgegeven de vierentwintigste augustus 2011.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. ROSENTHAL

Naar boven