31 (2009) Nr. 2

A. TITEL

Verdrag ter bevordering van de economische betrekkingen tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en het Koninkrijk Noorwegen;

Parijs, 10 september 2009

B. TEKST

De Engelse tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 2009, 164.

C. VERTALING


Verdrag ter bevordering van de economische betrekkingen tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en het Koninkrijk Noorwegen

Het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba,

en

het Koninkrijk Noorwegen,

Overwegend dat het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en het Koninkrijk Noorwegen („de partijen”) heden een Verdrag inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen hebben ondertekend;

Aangezien zowel het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, als het Koninkrijk Noorwegen zich verplicht heeft zich in te zetten voor een internationaal financieel stelsel dat vrij is van verstoringen ten gevolge van een gebrek aan transparantie en het ontbreken van een doeltreffende uitwisseling van informatie bij belastingzaken;

Aangezien het Koninkrijk Noorwegen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, wenst bij te staan bij het diversifiëren van zijn economie;

Zijn de partijen thans het volgende overeengekomen:

Artikel 1

  • 1. Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders vereist:

    • a. wordt verstaan onder de uitdrukking „Noorwegen” het Koninkrijk Noorwegen; deze omvat zijn grondgebied en de binnenwateren; onder de uitdrukking worden niet verstaan Spitsbergen, Jan Mayen en de Noorse afhankelijke gebieden („biland”);

    • b. wordt verstaan onder de uitdrukking „Aruba” dat deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat is gelegen in het Caribische gebied en bestaat uit het eiland Aruba;

    • c. wordt verstaan onder de uitdrukking „bevoegde autoriteit”:

      • i. wat Noorwegen betreft, de minister van Financiën of de bevoegde vertegenwoordiger van de minister;

      • ii. wat Aruba betreft, de minister van Financiën en Economische Zaken of zijn bevoegde vertegenwoordiger;

    • d. wordt verstaan onder de uitdrukking „lichaam dat inwoner is van Noorwegen” elk lichaam dat uit hoofde van het recht van Noorwegen aldaar aan belasting is onderworpen op grond van zijn woonplaats, verblijf, plaats van leiding of enige andere soortgelijke omstandigheid. Onder deze uitdrukking wordt echter niet verstaan een lichaam dat in Noorwegen slechts aan belasting is onderworpen ter zake van inkomsten uit bronnen in Noorwegen;

    • e. wordt verstaan onder de uitdrukking „persoon” een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;

    • f. wordt verstaan onder de uitdrukking „vaste inrichting”:

      • i. een vaste bedrijfsinrichting door middel waarvan de werkzaamheden van een lichaam dat inwoner is van Noorwegen geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend;

      • ii. de uitdrukking „vaste inrichting” omvat in het bijzonder:

        • a. een plaats waar leiding wordt gegeven;

        • b. een filiaal;

        • c. een kantoor;

        • d. een fabriek;

        • e. een werkplaats; en

        • f. een mijn, een olie- of gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;

      • iii. de uitdrukking „vaste inrichting” omvat voorts een bouwterrein of constructie-, assemblage-, of installatiewerkzaamheden, evenwel uitsluitend indien de plaats van uitvoering of van de werkzaamheden langer dan zes maanden blijft voortbestaan respectievelijk voortduurt;

      • iv. niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit lid wordt de uitdrukking „vaste inrichting” niet geacht te omvatten:

        • a. het gebruikmaken van inrichtingen, uitsluitend voor opslag of uitstalling van aan het lichaam toebehorende goederen of koopwaar;

        • b. het aanhouden van een voorraad van aan het lichaam toebehorende goederen of koopwaar, uitsluitend voor opslag of uitstalling;

        • c. het aanhouden van een voorraad van aan het lichaam toebehorende goederen of koopwaar, uitsluitend voor bewerking of verwerking door een andere onderneming;

        • d. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor het lichaam goederen of koopwaar aan te kopen of informatie te verzamelen;

        • e. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor het lichaam enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft;

        • f. het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werkzaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft.

      • v. niettegenstaande de bepalingen van i en ii, indien een persoon

        • niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie lid f, onder vi, van toepassing is, optreedt namens een lichaam dat inwoner is van Noorwegen en op Aruba een machtiging bezit om namens het lichaam overeenkomsten te sluiten en dit recht gewoonlijk uitoefent, wordt dit lichaam geacht een vaste inrichting te hebben op Aruba ter zake van de in artikel 3 genoemde werkzaamheden die die persoon voor het lichaam verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de werkzaamheden genoemd onder iv, die, indien zij worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken;

      • vi. een lichaam dat inwoner is van Noorwegen wordt niet geacht een vaste inrichting op Aruba te bezitten uitsluitend op grond van de omstandigheid dat het op Aruba zaken doet door bemiddeling van een makelaar, commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen.

  • 2. Wat betreft de toepassing, op enig moment, van dit Verdrag door een partij, heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van die partij, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die partij prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die partij aan die uitdrukking wordt gegeven.

Artikel 2

Indien een lichaam dat inwoner is van Noorwegen een vaste inrichting heeft op Aruba, stelt Noorwegen de aan die vaste inrichting toe te rekenen voordelen vrij van belasting, mits het grootste deel van de voordelen verkregen is uit de activiteiten bedoeld in artikel 3.

Artikel 3

  • 1. Artikel 1 is uitsluitend van toepassing op voordelen die voor het grootste deel zijn verkregen uit de volgende activiteiten, voor zover deze activiteiten worden verricht op Aruba:

    • a. industriële en productieactiviteiten, met inbegrip van assemblagewerkzaamheden;

    • b. toerisme (met inbegrip van hotels);

    • c. een bouwterrein, of constructie-, assemblage-, of installatiewerkzaamheden;

    • d. aquacultuur en landbouw;

    • e. medische diensten;

    • f. reparatie, onderhoud, certificering van schepen en luchtvaartuigen; en

    • g. olie- en gasactiviteiten en energieproductie.

  • 2. Op het recht van een lichaam dat inwoner is van Noorwegen zich op Aruba bezig te houden met de activiteiten genoemd in het vorige lid blijft de nationale wetgeving van toepassing dat van kracht is op Aruba.

Artikel 4

  • 1. Indien een lichaam dat inwoner is van Noorwegen van oordeel is dat de maatregelen van een van de partijen voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit Verdrag, kan het, ongeacht de rechtsmiddelen waarin de nationale wetgeving van die partij voorziet, zijn geval voorleggen aan de bevoegde autoriteit van Noorwegen. Het geval moet worden voorgelegd binnen drie jaar nadat de maatregel die leidt tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit Verdrag, voor het eerst te zijner kennis is gebracht.

  • 2. De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar haar gegrond voorkomt en indien zij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplossing te komen, het geval in onderling overleg met de bevoegde autoriteit van Aruba op te lossen teneinde belastingheffing die niet in overeenstemming is met dit Verdrag te vermijden. De bereikte overeenstemming wordt ten uitvoer gelegd niettegenstaande de verjaringstermijnen in de nationale wetgeving van de partijen.

  • 3. De bevoegde autoriteiten van de partijen trachten moeilijkheden die mochten rijzen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van dit Verdrag in onderling overleg op te lossen.

  • 4. De bevoegde autoriteiten van de partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde de in de voorgaande leden bedoelde overeenstemming te bereiken.

Artikel 5

Dit Verdrag geldt voor een tijdvak van vijf jaar vanaf de datum waarop het Verdrag van toepassing wordt. Dit tijdvak kan in onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten van de partijen worden verlengd.

Artikel 6

Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat beide partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan hun interne procedures vereist voor de inwerkingtreding van het Verdrag is voldaan. Dit Verdrag is van toepassing op inkomsten verkregen in enig belastingjaar dat aanvangt op of na 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin dit Verdrag in werking treedt.

Artikel 7

  • 1. Dit Verdrag blijft van kracht totdat het door een van de partijen wordt beëindigd. Elk van de partijen kan dit Verdrag beëindigen door ten minste zes maanden voor het eind van enig kalenderjaar langs diplomatieke weg schriftelijk kennis te geven van beëindiging. In dat geval houdt het Verdrag op van toepassing te zijn voor belastingjaren en -tijdvakken die aanvangen na het einde van het kalenderjaar waarin de kennisgeving van de beëindiging is gedaan.

  • 2. Dit Verdrag vormt een aanvulling op het Verdrag inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen tussen de partijen. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid, wordt dit Verdrag, na ontvangst langs diplomatieke weg van een schriftelijke kennisgeving van beëindiging van het Verdrag inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen, beëindigd en houdt het op van kracht te zijn op de datum waarop het Verdrag inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen tussen de partijen beëindigd wordt.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Parijs op 10 september 2009, in de Engelse taal.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba:

N. J. J. SWAEN

Voor het Koninkrijk Noorwegen:

TARALD O. BRAUTASET


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2009, 164.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2009, 164.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2009, 164.

Titel

:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en het Koninkrijk Noorwegen inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen;

Parijs, 10 september 2009

Tekst

:

Trb. 2009, 163 1) (Engels)

Trb. 2010, 77 (vertaling).

Uitgegeven de zestiende maart 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN


XNoot
1)

In dit Tractatenblad is ten onrechte vermeld dat de Engelse tekst van dit Verdrag is geplaatst in Trb. 2009, 162.

Naar boven