Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2010, 74 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2010, 74 | Verdrag |
45 (1989) Nr. 4
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot de Nederlandse Antillen en het Koninkrijk Noorwegen tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen;
Willemstad, 13 november 1989
De Engelse tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1990, 4.
De Engelse tekst van het wijzigingsprotocol van 10 september 2009 is geplaatst in Trb. 2009, 162.
Zie Trb. 1990, 4.
De vertaling van het wijzigingsprotocol van 10 september 2009 luidt als volgt:
Het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen,
en
het Koninkrijk Noorwegen,
Geleid door de wens een Protocol te sluiten tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, met betrekking tot de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Noorwegen tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Willemstad 13 november 1989 (hierna te noemen „het Verdrag”);
Overwegend dat het Verdrag de economische betrekkingen tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Noorwegen bevordert;
Overwegend dat het Verdrag, onder bepaalde beperkingen, voorziet in de uitwisseling van inlichtingen;
Overwegend dat het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, een politieke verbintenis met betrekking tot de beginselen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling betreffende doeltreffende uitwisseling van inlichtingen is aangegaan;
Overeenstemming bereikt hebbend dat teneinde deze doelstellingen te verwezenlijken een Protocol tot wijziging van het Verdrag dient te worden gesloten;
Geleid door de wens deze doeltreffende uitwisseling van inlichtingen in alle belastingzaken verder te vereenvoudigen;
Zijn het volgende overeengekomen:
1. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten wisselen de inlichtingen uit die naar verwachting van belang zullen zijn voor het uitvoeren van de bepalingen van dit Verdrag of voor de toepassing of handhaving van de nationale wetgeving met betrekking tot belastingen van elke soort en benaming die worden geheven ten behoeve van de Verdragsluitende Staten, of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke publiekrechtelijke lichamen daarvan, voor zover de heffing ingevolge die wetgeving niet in strijd is met het Verdrag. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door de artikelen 1 en 2.
2. Alle uit hoofde van het eerste lid door een Verdragsluitende Staat ontvangen inlichtingen worden op dezelfde wijze vertrouwelijk behandeld als inlichtingen die volgens de nationale wetgeving van die Verdragsluitende Staat zijn verkregen en worden uitsluitend ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (met inbegrip van rechterlijke en bestuursrechtelijke instanties) die betrokken zijn bij de vaststelling of inning van, de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van, de beslissing in beroepszaken betrekking hebbende op de in het eerste lid bedoelde belastingen, of het toezicht daarop. Deze personen of autoriteiten mogen uitsluitend voor deze doeleinden van de inlichtingen gebruikmaken. Zij mogen de inlichtingen bekendmaken in openbare rechtszittingen of in gerechtelijke beslissingen. Niettegenstaande het voorgaande, mogen inlichtingen ontvangen door een Verdragsluitende Staat voor andere doeleinden worden gebruikt, indien dat krachtens de wetgeving van beide Verdragsluitende Staten is toegestaan en de bevoegde autoriteit van de aangezochte Verdragsluitende Staat een dergelijk gebruik toestaat.
3. In geen geval worden de bepalingen van het eerste en tweede lid zo uitgelegd dat zij een Verdragsluitende Staat de verplichting opleggen:
a. bestuursrechtelijke maatregelen te nemen die in strijd zijn met de wetgeving en bestuursrechtelijke praktijk van die of van de andere Verdragsluitende Staat;
b. inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn volgens de wetgeving of in de normale gang van zaken in de administratie van die of van de andere Verdragsluitende Staat;
c. inlichtingen te verstrekken waardoor een handelsgeheim, zakelijk geheim, industrieel, commercieel of beroepsgeheim of handelsproces zou worden onthuld, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde (ordre public).
4. Indien inlichtingen worden verzocht door een Verdragsluitende Staat in overeenstemming met dit artikel, wendt de andere Verdragsluitende Staat zijn maatregelen ten behoeve van het verzamelen van inlichtingen aan om de verzochte inlichtingen te verkrijgen, ongeacht het feit dat de andere Verdragsluitende Staat ten behoeve van zijn eigen belastingheffing niet over dergelijke inlichtingen hoeft te beschikken. Op de in de vorige zin vervatte verplichting zijn de beperkingen van het derde lid van toepassing, maar deze beperkingen mogen in geen geval zodanig worden uitgelegd dat het een Verdragsluitende Staat toegestaan is het verstrekken van inlichtingen te weigeren uitsluitend op grond van het feit dat hij geen nationaal belang heeft bij dergelijke inlichtingen.
5. De bepalingen van het derde lid mogen in geen geval zodanig worden uitgelegd dat het een Verdragsluitende Staat toegestaan is het verstrekken van inlichtingen te weigeren uitsluitend op grond van het feit dat de betreffende gegevens berusten bij een bank, een andere financiële instelling, gevolmachtigde of persoon die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwenspersoon optreedt, dan wel omdat deze betrekking hebben op eigendomsbelangen in een persoon.”
1. De Verdragsluitende Partijen stellen elkaar schriftelijk, langs diplomatieke weg, ervan in kennis dat aan de interne procedures van beide Verdragsluitende Partijen vereist voor de inwerkingtreding van dit Protocol is voldaan.
2. Het Protocol treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na de datum van ontvangst van de laatste van de bovenbedoelde kennisgevingen en is vervolgens met ingang van die datum van kracht.
De bepalingen van dit Protocol zijn tevens van toepassing op inlichtingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit Protocol zijn verstrekt.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Parijs op 10 september 2009, in de Engelse taal.
E. DE LANNOOY
TARALD O. BRAUTASET
Zie Trb. 1991, 7 en Trb. 2009, 162.
Zie Trb. 1991, 7 en Trb. 2009, 162.
Zie Trb. 2009, 162.
Uitgegeven de derde maart 2010.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. VERHAGEN
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-2010-74.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.