77 (2009) Nr. 2

A. TITEL

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM) inzake de registratie van stagiairs;

Petten, 6 november 2009

B. TEKST

De Engelse tekst van het in nota’s vervatte verdrag is geplaatst in Trb. 2010, 13.

C. VERTALING

Nr. I

AFDELING VERDRAGEN

Den Haag, 27 februari 2009

DJZ/VE-172/09

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Instituut voor Energie inzake de registratie van stagiairs

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden biedt de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie – het Instituut voor Energie, het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (hierna te noemen het Instituut voor Energie) zijn complimenten aan en heeft, onder verwijzing naar de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) betreffende de vestiging te Petten van een inrichting van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek op het gebied van de Kernenergie van 25 juli 1961 alsmede naar het overleg tussen het Ministerie en het Instituut voor Energie betreffende de registratie van stagiairs die het Instituut voor Energie tot zijn stageprogramma in Nederland heeft toegelaten, de eer het volgende voor te stellen:

  • 1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder „stagiair”: een student die door het Instituut voor Energie is toegelaten tot het stageprogramma van het Instituut voor Energie en die op die grond bepaalde taken voor het Instituut voor Energie vervult waarvoor hij of zij een maandelijkse vergoeding ontvangt. Deze vergoeding moet toereikend zijn voor zijn of haar levensonderhoud. Een stagiair valt in geen geval onder de begripsomschrijving van functionaris van het Instituut voor Energie.

  • 2. Binnen acht (8) dagen na de eerste aankomst van een stagiair in Nederland verzoekt het Instituut voor Energie het Ministerie van Buitenlandse Zaken de stagiair te registreren in overeenstemming met het derde lid.

  • 3. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken registreert een stagiair ten behoeve van zijn of haar stage bij het Instituut voor een tijdvak van ten hoogste zes maanden, mits het Instituut het Ministerie van Buitenlandse Zaken een door de stagiair ondertekende verklaring doet toekomen, vergezeld van voldoende bewijs, waaruit blijkt dat:

    • a. de stagiair Nederland is binnengekomen in overeenstemming met de van toepassing zijnde immigratieprocedures;

    • b. de stagiair over voldoende financiële middelen beschikt om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien alsmede voor zijn of haar terugkeer, en voldoende verzekerd is tegen ziektekosten (met inbegrip van een dekking voor kosten van ziekenhuisopname voor ten minste de duur van de stage plus een maand) en beschikt over een wettelijkeaansprakelijkheidsverzekering, en niet ten laste zal komen van de openbare middelen van Nederland;

    • c. de stagiair gedurende zijn of haar stage in Nederland uitsluitend werkzaam zal zijn als stagiair bij het Instituut voor Energie;

    • d. de stagiair geen familieleden meebrengt die bij hem of haar in Nederland zullen wonen, tenzij in overeenstemming met de desbetreffende immigratieprocedures;

    • e. de stagiair Nederland verlaat binnen 14 dagen na het einde van zijn of haar stage, tenzij hij of zij op andere gronden gerechtigd is in Nederland te verblijven in overeenstemming met de desbetreffende immigratiewetgeving.

  • 4. Na registratie van de stagiair in overeenstemming met het derde lid, geeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de stagiair een identiteitskaart af voorzien van de code ZF.

  • 5. Het Instituut voor Energie is niet aansprakelijk voor schade voortvloeiend uit niet-naleving door in overeenstemming met het derde lid geregistreerde stagiairs, van de voorwaarden van de in dat lid bedoelde verklaring.

  • 6. De stagiair geniet geen voorrechten of immuniteiten.

  • 7. In uitzonderlijke omstandigheden kan het maximumtijdvak van zes maanden genoemd in het derde lid eenmaal worden verlengd met ten hoogste zes maanden.

  • 8. Het Instituut voor Energie stelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken binnen acht (8) dagen na het definitieve vertrek van de stagiair uit Nederland daarvan in kennis en retourneert daarbij de identiteitskaart van de stagiair.

    Indien dit voorstel aanvaardbaar is voor het Instituut voor Energie, stelt het Ministerie voor dat deze nota en de bevestigende antwoordnota van het Instituut voor Energie tezamen een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Instituut voor Energie. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van dat antwoord en treedt in werking op de dag nadat beide Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het Instituut voor Energie opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Instituut voor Energie

Petten


Nr. II

INSTITUUT VOOR ENERGIE

Petten, 6 november 2009

Antwoordnota

De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie – het Instituut voor Energie, het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (het Instituut voor Energie) biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van nota DJZ/VE-172/09 van het Ministerie van 261) februari 2009, die luidt als volgt:

(Zoals in Nr. I)

Het Instituut voor Energie heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken ervan in kennis te stellen dat het voorstel aanvaardbaar is voor het Instituut voor Energie. Het Instituut voor Energie stemt er dienovereenkomstig mee in dat de nota van het Ministerie en dit antwoord een verdrag zullen vormen tussen het Instituut voor Energie en het Koninkrijk der Nederlanden. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van dit antwoord en treedt in werking op de dag nadat beide Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Instituut voor Energie maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

G. DE SANTI

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Den Haag


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2010, 13.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2010, 13.

De voorlopige toepassing van het in de nota’s vervatte Verdrag (zie rubriek F van Trb. 2010, 13) is medegedeeld aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij brieven van 18 januari 2010.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2010, 13.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2010, 13.

Uitgegeven de derde maart 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN


XNoot
1)

Noot redactie Tractatenblad: hier wordt kennelijk „27” bedoeld.

Naar boven