Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2010, 256 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2010, 256 | Verdrag |
7 (2007) Nr. 3
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek ten Oosten van de Uruguay inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op de douanewetgeving;
Montevideo, 22 februari 2007
De Engelse en de Nederlandse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2007, 88.
Bij briefwisseling tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek ten Oosten van de Uruguay is op 20 augustus 2010 te Montevideo een verdrag tot stand gekomen ter uitbreiding van het onderhavige Verdrag tot de Nederlandse Antillen en Aruba. De Engelse en de Neder landse tekst1) van de brieven luiden als volgt:
EMBASSY OF THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS
Montevideo 25 May 2010
Your Excellency,
I have the honour to refer to the Agreement between the Kingdom of the Netherlands and the Oriental Republic of Uruguay on mutual administrative assistance for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences, signed at Montevideo on 22 February 2007 (hereinafter referred to as “the Agreement”).
The Government of the Kingdom of the Netherlands proposes that, in accordance with Article 19, paragraphs 2 and 3, of the Agreement, the application of the Agreement shall be extended to the Netherlands Antilles and Aruba, subject to the following.
1. For the Kingdom of the Netherlands, the term “customs administration” shall mean, as regards the Netherlands Antilles and Aruba, the central administrations responsible for the implementation of customs laws.
2. The second sentence of Article 2, paragraph 5, of the Agreement shall apply only to the Netherlands Antilles and Aruba, as the case may be, insofar as the bilateral and multilateral treaties referred to therein apply to those parts of the Kingdom of the Netherlands, respectively.
3. As regards the Netherlands Antilles and Aruba, the requirements of national law within the meaning of Article 15 of the Agreement shall include Chapter 3 of the Kingdom Act on administrative customs assistance, until such time as legal and administrative provisions adopted by the Netherlands Antilles or Aruba come into force.
If the foregoing is acceptable to the Government of the Oriental Republic of Uruguay, I have the further honour to propose that this letter and your Ministry’s reply shall constitute an agreement between the Kingdom of the Netherlands and the Oriental Republic of Uruguay which shall be provisionally applied as from the date of your Ministry’s reply and which shall enter into force on the first day of the second month following the date of receipt of the last notification in which one of the Parties informs the other Party that the formalities required for the entry into force have been complied with.
I avail myself of this opportunity to renew to you, Your Excellency, the assurance of my highest consideration.
Drs. H. E. C. M. TER BRAACK
Ambassador
To the Minister of Foreign Affairs of the Oriental Republic of Uruguay
H. E. Dr. Luis Almagro
Montevideo
AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
Montevideo, 25 mei 2010
Excellentie,
Ik heb de eer te verwijzen naar het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek ten Oosten van de Uruguay inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op de douanewetgeving, ondertekend te Montevideo op 22 februari 2007 (hierna te noemen „het Verdrag”).
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden stelt voor, in overeenstemming met artikel 19, tweede en derde lid, van het Verdrag, de toepassing van het Verdrag uit te breiden tot de Nederlandse Antillen en Aruba, met inachtneming van het volgende.
1. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, wordt, voor wat betreft de Nederlandse Antillen en Aruba, onder „douaneadministratie” verstaan: de centrale administraties die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de douanewetgeving.
2. De tweede zin van artikel 2, vijfde lid, van het Verdrag is uitsluitend van toepassing op de Nederlandse Antillen en Aruba, naar gelang het geval, voor zover de aldaar genoemde bilaterale en multilaterale verdragen respectievelijk van toepassing zijn op deze delen van het Koninkrijk der Nederlanden.
3. Wat de Nederlandse Antillen en Aruba betreft, omvatten de eisen van de nationale wetgeving in de zin van artikel 15 van het Verdrag, hoofdstuk 3 van de Rijkswet administratieve bijstand douane, tot het tijdstip waarop wettelijke en administratieve bepalingen die door de Nederlandse Antillen, respectievelijk Aruba worden aangenomen, in werking treden.
Indien het bovenstaande voorstel aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek ten Oosten van de Uruguay, heb ik de eer voor te stellen dat deze brief en het antwoord van uw Ministerie een verdrag vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek ten Oosten van de Uruguay, dat voorlopig zal worden toegepast vanaf de datum van het antwoord van uw Ministerie en in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de Partijen mededeelt aan de andere Partij dat aan de benodigde formaliteiten voor de inwerkingtreding is voldaan.
Ik maak van deze gelegenheid gebruik om u de hernieuwde verzekering van mijn bijzondere hoogachting te geven.
Drs. H. E. C. M. TER BRAACK
Ambassadeur
Aan de Minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek ten Oosten van de Uruguay
Z. E. Dr. Luis Almagro
Montevideo
MINISTRY OF FOREIGN AFFAIRS OF THE ORIENTAL REPUBLIC OF URUGUAY
Montevideo 20 August 2010
Your Excellency,
Hereby I have the honour to acknowledge receipt of your letter dated 25 May 2010, which reads as follows:
(Zoals in Brief Nr. I)
In this connection it is my pleasure to inform Your Excellency of the acceptance by the Oriental Republic of Uruguay of the provisions that have already been laid down, by virtue of which the present letter and Your Excellency’s letter constitute an agreement between our two Governments. This agreement will be applied provisionally from the date of the present letter, and will enter into force on the first day of the second month following the date of reception of the final notification by which one of the Parties informs the other Party of the completion of the formalities for its entry into force.
I avail myself of this opportunity to renew to Your Excellency the assurances of my highest consideration.
Ambassador Dr LUIS ALMAGRO
Minister of Foreign Affairs of the Oriental Republic of Uruguay
Excellency Drs H. E. C. M. ter Braack
Ambassador of the Kingdom of the Netherlands
Montevideo
MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN VAN DE REPUBLIEK TEN OOSTEN VAN DE URUGUAY
Montevideo, 20 augustus 2010
Excellentie,
Bij deze heb ik het genoegen de ontvangst te bevestigen van uw brief d.d. 25 mei 2010, die als volgt luidt:
(Zoals in Brief Nr. I)
Dienaangaande heb ik het genoegen ter kennis van Uwe Excellentie te brengen dat de Regering van de Republiek ten Oosten van de Uruguay instemt met de eerder aangehaalde bepalingen, op grond waarvan deze Brief en die van Uwe Excellentie een overeenkomst tussen onze beide Regeringen zullen vormen die met ingang van de datum van deze Brief voorlopig zal worden toegepast en die in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de ontvangst van de laatste kennisgeving waarbij één der Partijen aan de andere mededeelt dat aan alle vereisten voor haar inwerkingtreding is voldaan.
Ik verzeker Uwe Excellentie nogmaals van mijn zeer bijzondere hoogachting.
Ambassadeur Dr. LUIS ALMAGRO
Minister van Buitenlandse Betrekkin gen
Excellentie Drs. H. E. C. M. ter Braack
Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden
Montevideo
Zie Trb. 2009, 7.
Het in de brieven vervatte verdrag van 20 augustus 2010 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het in de brieven vervatte verdrag kan worden gebonden.
Het in de brieven vervatte verdrag van 20 augustus 2010 wordt ingevolge het gestelde in de op één na laatste alinea van de brieven Nr. I en Nr. II vanaf 20 augustus 2010 voorlopig toegepast door het Koninkrijk der Nederlanden.
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt de voorlopige toepassing alleen voor de Nederlandse Antillen en Aruba.
Zie Trb. 2009, 7.
De bepalingen van het in de brieven vervatte verdrag van 20 augustus 2010 zullen ingevolge het gestelde in de op één na laatste alinea van de brieven Nr. I en Nr. II in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de partijen mededeelt aan de andere partij dat aan de benodigde formaliteiten voor de inwerkingtreding is voldaan.
In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat het in de brieven vervatte verdrag van 20 augustus 2010 zal zijn bekendgemaakt in de Nederlandse Antillen en Aruba op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.
Uitgegeven de veertiende oktober 2010.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. VERHAGEN
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-2010-256.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.