71 (2009) Nr. 2

A. TITEL

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en ITC-UNESCO inzake de registratie van stagiairs;

Enschede, 2 november 2009

B. TEKST

De Engelse tekst van het in nota’s vervatte verdrag is geplaatst in Trb. 2009, 224.

C. VERTALING

Nr. I

AFDELING VERDRAGEN

Den Haag, 27 februari 2009

DJZ/VE-173/09

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en ITC-UNESCO inzake de registratie van stagiairs

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden biedt de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur betreffende het ITC-UNESCO-Centrum voor geïntegreerde kartering (hierna te noemen ITC-UNESCO) zijn complimenten aan en heeft de eer, onder verwijzing naar de Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur houdende een overeenkomst betreffende het ITC-UNESCO-Centrum voor geïntegreerde kartering van 1 juni 1978 alsmede naar het overleg tussen het Ministerie en ITC-UNESCO inzake de registratie van stagiairs die ITC-UNESCO tot zijn stageprogramma in Nederland heeft toegelaten, het volgende voor te stellen:

  • 1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder „stagiair”: een student die door ITC-UNESCO is toegelaten tot het stageprogramma van ITC-UNESCO en die op die grond bepaalde taken voor ITC-UNESCO vervult waarvoor hij of zij een maandelijkse vergoeding ontvangt. Deze vergoeding moet toereikend zijn voor zijn of haar levensonderhoud. Een stagiair valt in geen geval onder de begripsomschrijving van functionaris van ITC-UNESCO.

  • 2. Binnen acht (8) dagen na de eerste aankomst van een stagiair in Nederland verzoekt ITC-UNESCO het Ministerie van Buitenlandse Zaken de stagiair te registreren in overeenstemming met het derde lid.

  • 3. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken registreert een stagiair ten behoeve van zijn of haar stage bij ITC-UNESCO voor een tijdvak van ten hoogste zes maanden, mits ITC-UNESCO het Ministerie van Buitenlandse Zaken een door de stagiair ondertekende verklaring doet toekomen, vergezeld van voldoende bewijs, waaruit blijkt dat:

    • a. de stagiair Nederland is binnengekomen in overeenstemming met de van toepassing zijnde immigratieprocedures;

    • b. de stagiair over voldoende financiële middelen beschikt om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien alsmede voor zijn of haar terugkeer, en voldoende verzekerd is tegen ziektekosten (met inbegrip van een dekking voor kosten van ziekenhuisopname voor ten minste de duur van de stage plus een maand) en beschikt over een wettelijkeaansprakelijkheidsverzekering, en niet ten laste zal komen van de openbare middelen van Nederland;

    • c. de stagiair gedurende zijn of haar stage in Nederland uitsluitend werkzaam zal zijn als stagiair bij ITC-UNESCO;

    • d. de stagiair geen familieleden meebrengt die bij hem of haar in Nederland zullen wonen, tenzij in overeenstemming met de desbetreffende immigratieprocedures;

    • e. de stagiair Nederland verlaat binnen 14 dagen na het einde van zijn of haar stage, tenzij hij of zij op andere gronden gerechtigd is in Nederland te verblijven in overeenstemming met de desbetreffende immigratiewetgeving.

  • 4. Na registratie van de stagiair in overeenstemming met het derde lid, geeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de stagiair een identiteitskaart af voorzien van de code ZF.

  • 5. ITC-UNESCO is niet aansprakelijk voor schade voortvloeiend uit niet-naleving door in overeenstemming met het derde lid geregistreerde stagiairs, van de voorwaarden van de in dat lid bedoelde verklaring.

  • 6. De stagiair geniet geen voorrechten of immuniteiten.

  • 7. In uitzonderlijke omstandigheden kan het maximumtijdvak van zes maanden genoemd in het derde lid eenmaal worden verlengd met ten hoogste zes maanden.

  • 8. ITC-UNESCO stelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken binnen acht (8) dagen na het definitieve vertrek van de stagiair uit Nederland daarvan in kennis en retourneert daarbij de identiteitskaart van de stagiair.

Indien dit voorstel aanvaardbaar is voor ITC-UNESCO, stelt het Ministerie voor dat deze nota en de bevestigende antwoordnota van ITC-UNESCO tezamen een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en ITC-UNESCO. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van dat antwoord en treedt in werking op de dag nadat beide partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om ITC-UNESCO opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

ITC-UNESCO-Centrum voor geïntegreerde kartering

Enschede


Nr. II

HET ITC-UNESCO-CENTRUM VOOR GEÏNTEGREERDE KARTERING

Enschede, 2 november 2009

Directie / Bestuur - 963

Antwoordnota

De Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur betreffende het ITC-UNESCO-Centrum voor geïntegreerde kartering (hierna te noemen ITC-UNESCO) biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden haar complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van nota DJZ/VE-173/09 van het Ministerie van 261) februari 2009, die luidt als volgt:

(Zoals in Nr. I)

ITC-UNESCO heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken ervan in kennis te stellen dat het voorstel aanvaardbaar is voor ITC-UNESCO. ITC-UNESCO stemt er bijgevolg mee in dat de nota van het Ministerie en dit antwoord een verdrag zullen vormen tussen ITC-UNESCO en het Koninkrijk der Nederlanden. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van dit antwoord en treedt in werking op de dag nadat beide partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

ITC-UNESCO maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Den Haag


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2009, 224.

De voorlopige toepassing van het in de nota’s vervatte verdrag (zie rubriek F van Trb. 2009, 224) is medegedeeld aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij brieven van 18 januari 2010.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2009, 224.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2009, 224.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2009, 224.

Uitgegeven de negende september 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN


XNoot
1)

Noot redactie Tractatenblad: hier wordt kennelijk „27” bedoeld.

Naar boven