81 (2009) Nr. 2

A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Montserrat (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen;

(met Protocol)

Londen, 10 december 2009

B. TEKST

De Engelse tekst van het Verdrag, met Protocol, is geplaatst in Trb. 2010, 31.

C. VERTALING


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Montserrat (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen

Overwegend dat Montserrat en het Koninkrijk der Nederlanden (hierna te noemen „de verdragsluitende partijen”) erkennen dat de huidige wetgeving reeds voorziet in samenwerking en de uitwisseling van informatie in strafrechtelijke belastingzaken;

Overwegend dat bevestigd wordt dat Montserrat krachtens de voorwaarden van de Entrustment van het Verenigd Koninkrijk gerechtigd is met Nederland te onderhandelen over een verdrag tot uitwisseling van informatie betreffende belastingen, dit te sluiten en uit te voeren;

Overwegend dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden het sluiten van dit Verdrag met de Regering van Montserrat toejuicht, dat een belangrijke stap betekent in de nakoming van de afspraken die de Regering van Montserrat met de OESO op 27 februari 2002 heeft gemaakt omtrent het eerbiedigen van de beginselen van transparantie en uitwisseling van informatie;

Overwegend dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden meent dat dit Verdrag aantoont dat Montserrat bereid is strenge normen te hanteren voor de doeltreffende uitwisseling van informatie ter zake van zowel strafrechtelijke als civielrechtelijke fiscale aangelegenheden, die overeenkomen met de doelen en doelstellingen van het Global Forum on Transparency and Exchange of Information;

Overwegend dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden voorts erkent dat Montserrat zich heeft verplicht belastingfraude te bestrijden door mechanismen in werking te stellen ter bevordering van de transparantie, waaronder door aanpassing van de nationale wetgeving van Montserrat teneinde aan dit Verdrag te voldoen, en het Koninkrijk der Nederlanden meent derhalve dat Montserrat niet betrokken is bij schadelijke fiscale praktijken en geen belastingparadijs is;

Overwegend dat de verdragsluitende partijen de voorwaarden voor de uitwisseling van informatie betreffende belastingen wensen te verbeteren en te vergemakkelijken;

Zijn de verdragsluitende partijen thans overeengekomen het volgende Verdrag te sluiten waarin uitsluitend de verplichtingen van de verdragsluitende partijen zijn vervat:

Artikel 1 Doelstelling en reikwijdte van het Verdrag

De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen verlenen elkaar bijstand door middel van de uitwisseling van informatie die naar verwachting van belang zal zijn voor de toepassing en handhaving van de nationale wetten van de verdragsluitende partijen die betrekking hebben op de belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is, met inbegrip van informatie die naar verwachting van belang zal zijn voor de bepaling, vaststelling, verificatie, tenuitvoerlegging, invordering of inning van belastingvorderingen ten aanzien van personen die deze belastingen verschuldigd zijn of betreffende het onderzoek naar of de vervolging van belastingzaken met betrekking tot dergelijke personen. Informatie wordt uitgewisseld in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag en wordt vertrouwelijk behandeld op de wijze voorzien in artikel 8.

Artikel 2 Rechtsmacht

Informatie wordt uitgewisseld in overeenstemming met dit Verdrag ongeacht of de persoon op wie de informatie betrekking heeft inwoner of onderdaan van een verdragsluitende partij is en of de persoon in wiens bezit de informatie is inwoner of onderdaan van een verdragsluitende partij is. Een aangezochte partij is evenwel niet verplicht informatie te verstrekken die noch in het bezit is van haar autoriteiten, noch in het bezit of in de macht van een persoon die onder haar territoriale rechtsmacht valt.

Artikel 3 Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is

  • 1. De bestaande belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is betreffen:

    • a. in Nederland belastingen van elke soort en benaming; en

    • b. op Montserrat directe belastingen van elke soort en benaming.

  • 2. Dit Verdrag is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die door een van de gebieden na de datum van ondertekening van dit Verdrag naast of in de plaats van de in het eerste lid genoemde belastingen worden geheven. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen doen elkaar mededeling van alle relevante wijzigingen die zijn aangebracht in de belastingheffing en daarmee samenhangende maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie waarop dit Verdrag van toepassing is.

Artikel 4 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij anders is bepaald:

    • a. wordt verstaan onder „Montserrat” het Britse overzeese gebied Montserrat;

    • b. wordt verstaan onder „Nederland” het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen Nederland, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsmacht of soevereine rechten uitoefent met betrekking tot de zeebodem, de ondergrond daarvan en de bovengelegen wateren en hun natuurlijke rijkdommen;

    • c. wordt verstaan onder de uitdrukking „collectieve beleggingsregeling” elk gezamenlijk beleggingsinstrument, ongeacht de rechtsvorm;

    • d. wordt verstaan onder de uitdrukking „lichaam” elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;

    • e. wordt verstaan onder de uitdrukking „bevoegde autoriteit” wat Nederland betreft de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger, en wat Montserrat betreft de Comptroller of Inland Revenue.

    • f. wordt verstaan onder de uitdrukking „verdragsluitende partij” het Koninkrijk der Nederlanden of Montserrat, al naargelang de context vereist;

    • g. wordt verstaan onder de uitdrukking „strafwetten” alle strafrechtelijke bepalingen die krachtens de nationale wetgeving als zodanig worden aangeduid, ongeacht of zij zijn opgenomen in belastingwetten, het wetboek van strafrecht of andere wetten;

    • h. wordt verstaan onder de uitdrukking „strafrechtelijke belastingzaken” belastingzaken waarbij sprake is van opzettelijke gedragingen die vervolgd kunnen worden krachtens de strafwetten van de verzoekende verdragsluitende partij;

    • i. wordt verstaan onder de uitdrukking „informatie” alle feiten, verklaringen, documenten of stukken ongeacht in welke vorm;

    • j. wordt verstaan onder de uitdrukking „maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie” wet- en regelgeving en bestuursrechtelijke procedures die een verdragsluitende partij in staat stellen de verzochte informatie te verkrijgen en te verstrekken;

    • k. wordt verstaan onder de uitdrukking „persoon” een natuurlijke persoon, een lichaam of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld of elke andere vereniging of groep van personen;

    • l. wordt verstaan onder de uitdrukking „openbare collectieve beleggingsregeling” elke collectieve regeling of elk collectief fonds waarbij de aankoop, verkoop of aflossing van aandelen of andere belangen niet impliciet of expliciet is voorbehouden aan een beperkte groep investeerders;

    • m. wordt verstaan onder de uitdrukking „aangezochte partij” de verdragsluitende partij bij dit Verdrag die verzocht wordt informatie te verstrekken of dit reeds gedaan heeft naar aanleiding van een verzoek;

    • n. wordt verstaan onder de uitdrukking „verzoekende partij” de verdragsluitende partij bij dit Verdrag die verzoekt om informatie of deze heeft ontvangen van de aangezochte partij;

    • o. wordt verstaan onder de uitdrukking „belasting” elke belasting waarop dit Verdrag van toepassing is;

    • p. wordt verstaan onder de uitdrukking „voornaamste aandelencategorie” de aandelencategorie of -categorieën die een meerderheid van het totale aantal stemmen en de waarde van het lichaam vertegenwoordigen;

    • q. wordt verstaan onder de uitdrukking „beursgenoteerd lichaam” elk lichaam waarvan de voornaamste aandelencategorie aan een erkende effectenbeurs staat genoteerd mits de ter beurze genoteerde aandelen direct door het publiek gekocht of verkocht kunnen worden. Aandelen kunnen „door het publiek” worden gekocht of verkocht indien de aankoop of verkoop van aandelen niet impliciet of expliciet is voorbehouden aan een beperkte groep investeerders;

    • r. wordt verstaan onder de uitdrukking „erkende effectenbeurs” elke effectenbeurs die de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen zijn overeengekomen;

  • 2. Wat betreft de toepassing, op enig moment, van dit Verdrag door een verdragsluitende partij, heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat tijdstip heeft volgens de wetgeving van die partij, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die partij prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die partij aan die uitdrukking wordt gegeven.

Artikel 5 Uitwisseling van informatie op verzoek

  • 1. De bevoegde autoriteit van de aangezochte partij verstrekt op schriftelijk verzoek van de verzoekende partij informatie ten behoeve van de in artikel 1 van dit Verdrag omschreven doeleinden. Dergelijke informatie wordt uitgewisseld ongeacht of de onderzochte gedragingen, indien deze op het grondgebied van de aangezochte partij zouden plaatsvinden, uit hoofde van de wetgeving van de aangezochte partij als strafbaar feit zouden worden aangemerkt. Indien de informatie die door de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij is ontvangen niet toereikend is om aan het verzoek om informatie te voldoen, stelt zij de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij hiervan in kennis en verzoekt zij om de aanvullende informatie die nodig kan zijn om het verzoek naar behoren te kunnen behandelen.

  • 2. Indien de informatie in het bezit van de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij niet toereikend is om aan het verzoek om informatie te voldoen, treft de aangezochte partij alle relevante maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie teneinde de verzoekende partij de verzochte informatie te verstrekken, ongeacht het feit dat de aangezochte partij ten behoeve van haar eigen belastingheffing niet over dergelijke informatie hoeft te beschikken.

  • 3. Indien de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij daar specifiek om verzoekt, is de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij gehouden uit hoofde van dit artikel informatie te verstrekken, voor zover zulks is toegestaan in overeenstemming met haar nationale wetgeving, in de vorm van getuigenverklaringen en gewaarmerkte afschriften van originele stukken.

  • 4. Elke verdragsluitende partij waarborgt dat haar bevoegde autoriteit ten behoeve van de in artikel 1 van dit Verdrag omschreven doelstellingen, over de bevoegdheid beschikt op verzoek het navolgende te verkrijgen en te verstrekken:

    • a. informatie die berust bij banken, overige financiële instellingen en personen die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwenspersoon optreden, met inbegrip van gevolmachtigden en trustees;

    • b. informatie met betrekking tot de juridische en feitelijke eigendom van lichamen, samenwerkingsverbanden, trusts, stichtingen en andere personen, met inbegrip van, binnen de beperkingen van artikel 2, informatie inzake de eigendom met betrekking tot al deze personen binnen een eigendomsketen; in het geval van trusts, informatie met betrekking tot instellers, trustees, begunstigden en borgen; en in het geval van stichtingen, informatie met betrekking tot oprichters, leden van het bestuur en begunstigden.

  • 5. Dit Verdrag schept geen verplichting voor de verdragsluitende partijen informatie inzake de eigendom te verkrijgen of te verstrekken met betrekking tot beursgenoteerde lichamen of openbare collectieve beleggingsfondsen of openbare collectieve beleggingsregelingen tenzij deze informatie kan worden verkregen zonder tot onevenredige moeilijkheden te leiden.

  • 6. De bevoegde autoriteit van de verzoekende partij verstrekt de volgende informatie aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij wanneer de eerstgenoemde partij uit hoofde van dit Verdrag een verzoek om informatie doet, teneinde aan te tonen dat deze naar verwachting van belang zal zijn voor het verzoek:

    • a. de identiteit van de persoon op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft;

    • b. de aard van en het soort verzochte informatie, met inbegrip van een beschrijving van de specifieke bewijzen waarom verzocht wordt en de vorm waarin de verzoekende partij de informatie bij voorkeur wenst te ontvangen;

    • c. de belastingdoeleinden waarvoor om de informatie wordt verzocht en de redenen om aan te nemen dat de verzochte informatie naar verwachting van belang zal zijn voor de toepassing en handhaving van de nationale wetten van de verzoekende partij;

    • d. redelijke gronden om te veronderstellen dat de verzochte informatie op het grondgebied van de aangezochte partij is of in het bezit of in de macht van een persoon die onder de rechtsmacht van de aangezochte partij valt;

    • e. de naam en adresgegevens, voor zover bekend, van personen van wie verondersteld wordt dat zij in het bezit zijn van of kunnen beschikken over de verzochte informatie;

    • f. een verklaring dat het verzoek in overeenstemming is met dit Verdrag en de wetgeving en de bestuursrechtelijke praktijk van de verzoekende partij, en dat indien de verzochte informatie zich in het rechtsgebied van de verzoekende partij zou bevinden, de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij deze informatie volgens de wetten van de verzoekende partij of volgens de normale gang van zaken in de bestuursrechtelijke praktijk zou kunnen verkrijgen;

    • g. een verklaring dat de verzoekende partij op haar eigen grondgebied alles in het werk heeft gesteld om de informatie te verkrijgen, tenzij dit zou leiden tot onevenredige moeilijkheden.

  • 7. Niettegenstaande de bepalingen van artikel 10 in het bijzonder, doet de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij de verzochte informatie zo spoedig mogelijk toekomen aan de verzoekende partij. Teneinde een snel antwoord te waarborgen:

    • a. bevestigt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij de ontvangst van een verzoek schriftelijk aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij en stelt zij de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek in kennis van eventuele gebreken in het verzoek; en

    • b. indien de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij niet in staat is de informatie binnen 90 dagen na ontvangst van het verzoek te verkrijgen en te verstrekken, onder meer omdat zij belemmeringen ondervindt bij het verstrekken van de informatie, of indien de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij weigert de informatie te verstrekken, stelt zij de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij daarvan onverwijld op de hoogte, onder vermelding van de oorzaken van de onmogelijkheid, de aard van de belemmeringen of de redenen voor haar weigering.

Artikel 6 Belastingcontrole (of -onderzoek) in het buitenland

  • 1. Voor zover toegestaan ingevolge haar nationale recht kan de aangezochte partij vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij toestaan het grondgebied van de aangezochte partij binnen te komen teneinde personen te ondervragen en met voorafgaande schriftelijke toestemming van de betrokken personen stukken te onderzoeken. De bevoegde autoriteit van de verzoekende partij stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij in kennis van het tijdstip en de locatie van de beoogde bijeenkomst met de betrokken personen.

  • 2. Op verzoek van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij kan de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij toestaan aanwezig te zijn bij het daarvoor in aanmerking komende deel van een belastingcontrole op het grondgebied van de aangezochte partij.

  • 3. Indien het in het tweede lid bedoelde verzoek wordt ingewilligd, stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij die de controle uitvoert, de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij zo spoedig mogelijk in kennis van het tijdstip en de locatie van de controle, de autoriteit of persoon die bevoegd is de controle uit te voeren en van de procedures en voorwaarden die bij de aangezochte partij vereist zijn voor de uitvoering van de controle. Alle beslissingen met betrekking tot de uitvoering van de controle worden genomen door de aangezochte partij die de controle uitvoert.

Artikel 7 Mogelijkheid een verzoek af te wijzen

  • 1. De bevoegde autoriteit van de aangezochte partij kan weigeren bijstand te verlenen:

    • a. indien het verzoek niet in overeenstemming met dit Verdrag is gedaan;

    • b. indien de verzoekende partij niet alle op haar eigen grondgebied beschikbare middelen heeft aangewend om de informatie te verkrijgen, tenzij aanwending van die middelen zou leiden tot onevenredige moeilijkheden;

    • c. indien bekendmaking van de verzochte informatie in strijd zou zijn met de openbare orde (ordre public) van de aangezochte partij.

    • d. indien de verzoekende partij de informatie niet zou kunnen verkrijgen

      • i. ingevolge haar eigen wetgeving ten behoeve van de toepassing of handhaving van haar eigen belastingwetgeving; of

      • ii. naar aanleiding van een geldig verzoek van de aangezochte partij uit hoofde van dit Verdrag.

  • 2. Dit Verdrag verplicht een verdragsluitende partij niet tot het verstrekken van informatie waardoor een handelsgeheim, zakelijk geheim, industrieel, commercieel of beroepsgeheim of een handelsproces zou worden onthuld. De in artikel 5, vierde lid, omschreven informatie mag niet uitsluitend op grond daarvan als een geheim of een handelsproces worden aangemerkt.

  • 3. De bepalingen van dit Verdrag mogen een verdragsluitende partij niet verplichten informatie te verkrijgen of te verstrekken waardoor vertrouwelijke communicatie tussen een cliënt en een professionele juridisch adviseur zou worden onthuld indien dergelijke communicatie:

    • i. plaatsvindt ten behoeve van het verzoeken om of verstrekken van juridisch advies; of

    • ii. plaatsvindt ten behoeve van bestaande of mogelijk in te stellen gerechtelijke procedures.

    Dit lid belet een advocaat evenwel niet de naam en het adres van een cliënt te verstrekken indien dit geen schending van de vertrouwelijkheid vormt.

  • 4. Een verzoek om informatie wordt niet geweigerd op grond van het feit dat de verschuldigde belasting die aanleiding gaf tot het verzoek wordt betwist door de belastingbetaler.

  • 5. De aangezochte partij is niet verplicht informatie te verkrijgen en te verstrekken die, indien de verzochte informatie zich in het rechtsgebied van de verzoekende partij zou bevinden, de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij volgens haar wetten of volgens de normale gang van zaken in de bestuursrechtelijke praktijk niet zou kunnen verkrijgen.

  • 6. De aangezochte partij kan een verzoek om informatie afwijzen indien de informatie door de verzoekende partij wordt gevraagd om een bepaling van de belastingwetgeving van de verzoekende partij toe te passen of te handhaven die, of een daarmee verband houdend vereiste dat, discriminatie inhoudt van een onderdaan of inwoner van de aangezochte partij ten opzichte van een onderdaan of inwoner van de verzoekende partij die zich in dezelfde omstandigheden bevindt.

Artikel 8 Vertrouwelijkheid

  • 1. Alle uit hoofde van dit Verdrag door de bevoegde autoriteiten van een verdragsluitende partij verstrekte en ontvangen informatie wordt vertrouwelijk behandeld en wordt uitsluitend ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (met inbegrip van rechterlijke en bestuursrechtelijke instanties) die onder de rechtsmacht van de desbetreffende partij vallen en betrokken zijn bij de vaststelling of inning van, de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van, of de beslissing in beroepszaken betrekking hebbende op de belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is. Deze personen of autoriteiten mogen uitsluitend voor deze doeleinden van deze informatie gebruikmaken. Zij mogen de informatie bekendmaken in openbare rechtszittingen of in gerechtelijke beslissingen.

  • 2. De informatie mag niet ter kennis worden gebracht van enige andere persoon, instelling of autoriteit zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij.

  • 3. Aan een verzoekende partij verschafte informatie mag niet bekend worden gemaakt aan een andere rechtsmacht.

Artikel 9 Waarborgen

De uit hoofde van de wetten of de bestuursrechtelijke praktijk van de aangezochte partij aan personen toegekende rechten en waarborgen blijven van toepassing. De aangezochte partij mag de rechten en waarborgen niet zodanig toepassen dat de doeltreffende uitwisseling van informatie onnodig wordt verhinderd of vertraagd.

Artikel 10 Administratiekosten of moeilijkheden

De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen bereiken overeenstemming over kosten die voortvloeien uit het verlenen van bijstand (met inbegrip van redelijke kosten van derden en externe adviseurs in verband met gerechtelijke procedures of andere kosten).

Artikel 11 Uitvoeringswetgeving

De verdragsluitende partijen stellen alle wetgeving vast die noodzakelijk is om te voldoen aan en ter uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag.

Artikel 12 Taal

Verzoeken om bijstand en antwoorden daarop worden in het Engels gesteld.

Artikel 13 Procedure voor onderling overleg

  • 1. De bevoegde autoriteiten stellen alles in het werk om moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen tussen de verdragsluitende partijen met betrekking tot de uitvoering of de uitleg van dit Verdrag in onderling overleg op te lossen.

  • 2. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen kunnen in onderling overleg de krachtens de artikelen 5 en 6 van dit Verdrag te hanteren procedures vaststellen.

  • 3. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen voor de toepassing van dit Verdrag.

  • 4. De verdragsluitende partijen kunnen ook overeenstemming bereiken over andere vormen van geschillenregeling.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de laatste van de data waarop de verdragsluitende partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de daartoe in hun onderscheiden verdragsluitende partijen grondwettelijk of anderszins vereiste formaliteiten is voldaan.

  • 2. Vanaf de inwerkingtreding zijn de bepalingen van dit Verdrag van toepassing:

    • a. op strafrechtelijke belastingzaken vanaf die datum; en

    • b. op alle overige aangelegenheden vanaf die datum waarop artikel 1 van toepassing is, zij het uitsluitend met betrekking tot belastingtijdvakken beginnend op of na die datum, of bij ontbreken van een belastingtijdvak, alle belastingvorderingen ontstaan op of na die datum.

Artikel 15 Beëindiging

  • 1. Elk van de verdragsluitende partijen kan het Verdrag beëindigen door schriftelijk een kennisgeving van beëindiging in te dienen aan de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende partij.

  • 2. Deze beëindiging wordt van kracht op de eerste dag van de maand na het verstrijken van een tijdvak van zes maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving van beëindiging door de andere verdragsluitende partij.

  • 3. De verdragsluitende partijen blijven gebonden door de voorwaarden van artikel 8 ten aanzien van alle uit hoofde van dit Verdrag verkregen informatie.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door de onderscheiden verdragsluitende partijen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Londen op 10 december 2009, in de Engelse taal.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden,

P. W. WALDECK

Voor Montserrat,

R. T. MEADE



Protocol tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Montserrat (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) betreffende de uitleg en toepassing van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Montserrat (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Montserrat (hierna te noemen de „verdragsluitende partijen”),

Geleid door de wens de uitwisseling van informatie betreffende belastingen te vergemakkelijken,

Zijn voorts het volgende overeengekomen:

Artikel 1 (Ad artikel 5)

Indien uit hoofde van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Montserrat (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen persoonsgegevens worden uitgewisseld zijn de volgende aanvullende bepalingen van toepassing:

  • a. De bevoegde autoriteit van de verdragsluitende partij die de informatie heeft ontvangen („de ontvangende autoriteit”) mag dergelijke gegevens uitsluitend gebruiken voor het opgegeven doel en wel onder de door de bevoegde autoriteit van de verdragsluitende partij die de gegevens heeft verstrekt („de verstrekkende autoriteit”) gestelde voorwaarden; dergelijk gebruik is eveneens toegestaan na de ingevolge artikel 8 vereiste schriftelijke toestemming ter voorkoming en vervolging van ernstige delicten en ten behoeve van de bestrijding van ernstige bedreigingen voor de openbare veiligheid;

  • b. Op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de verstrekkende autoriteit in kennis van het gebruik van de verstrekte gegevens en de resultaten die ermee bereikt zijn;

  • c. Persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de verantwoordelijke instanties worden verstrekt. Persoonsgegevens mogen verder uitsluitend aan andere instanties worden doorgegeven na voorafgaande toestemming van de verstrekkende autoriteit;

  • d. De verstrekkende autoriteit is verplicht alle redelijke zorg te betrachten om te waarborgen dat de te verstrekken gegevens correct zijn en dat zij nodig zijn voor en in verhouding staan tot het doel waarvoor zij worden verstrekt. Alle verboden ter zake van de verstrekking van gegevens krachtens de van toepassing zijnde nationale wetgeving dienen te worden geëerbiedigd. Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt of dat er gegevens zijn verstrekt die niet verstrekt hadden mogen worden, dient de ontvangende autoriteit hiervan onverwijld in kennis te worden gesteld. De ontvangende autoriteit is verplicht dergelijke gegevens onverwijld te corrigeren of te vernietigen.

  • e. Op aanvraag wordt de betrokken persoon geïnformeerd over de verstrekte gegevens die op hem betrekking hebben en over het doel waarvoor zij worden verstrekt. Deze informatie behoeft niet te worden verstrekt indien na afweging blijkt dat het openbaar belang bij niet-verstrekken zwaarder weegt dan het belang dat de betrokken persoon heeft bij het ontvangen ervan. In alle overige opzichten is op het recht van de betrokken persoon te worden geïnformeerd over de bestaande gegevens over hem het nationale recht van toepassing van de verdragsluitende partij op wier soevereine grondgebied het verzoek om informatie wordt gedaan.

  • f. De ontvangende autoriteit is in overeenstemming met haar nationale recht aansprakelijk jegens elke persoon die wederrechtelijk schade lijdt ten gevolge van het verstrekken van gegevens uit hoofde van dit Verdrag. Jegens de persoon die schade heeft geleden mag de ontvangende autoriteit ter verdediging niet aanvoeren dat de schade is veroorzaakt door de verstrekkende instantie.

  • g. Indien het nationale recht van de verstrekkende autoriteit ter zake van de verstrekte persoonsgegevens voorziet in vernietiging binnen een bepaalde termijn, dient deze autoriteit de ontvangende autoriteit daarvan op de hoogte te stellen. Ongeacht dergelijke termijnen dienen verstrekte persoonsgegevens te worden vernietigd zodra zij niet langer nodig zijn voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt.

  • h. De verstrekkende en de ontvangende autoriteit zijn verplicht het verstrekken en ontvangen van persoonsgegevens officieel te registreren.

  • i. De verstrekkende en de ontvangende autoriteit zijn verplicht doeltreffende maatregelen te nemen ter bescherming van verstrekte persoonsgegevens tegen toegang of wijziging door en bekendmaking aan onbevoegden.

Artikel 2

  • 1. Op grond van ervaringen met de werking van het Verdrag of van veranderende omstandigheden kan elk van de verdragsluitende partijen aanpassing van de bepalingen van het Verdrag voorstellen. Indien zulks het geval is, is het wel te verstaan dat de andere verdragsluitende partij instemt met tijdig overleg teneinde de bepalingen van het Verdrag te herzien.

  • 2. De bevoegde autoriteiten kunnen in overleg treden indien:

    • i. het Koninkrijk der Nederlanden een verdrag sluit met een andere, met Montserrat vergelijkbare mogendheid dat voorziet in andere vormen van uitwisseling van informatie;

    • ii. Montserrat een verdrag sluit met een andere mogendheid dat voorziet in andere vormen van uitwisseling van informatie;

    • iii. Montserrat nieuwe wetgeving invoert die andere vormen van uitwisseling van informatie mogelijk maakt.

  • 3. Indien het Koninkrijk der Nederlanden met een ander met Montserrat vergelijkbare mogendheid regelingen treft voor het verstrekken van informatie betreffende belastingen die in materieel opzicht minder belastend zijn dan de bepalingen van het Verdrag, kan Montserrat met Nederland in overleg treden teneinde het Verdrag dienovereenkomstig aan te passen.

Artikel 3

Dit Protocol vormt een integrerend onderdeel van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Montserrat (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen en treedt in werking op dezelfde datum als het Verdrag.

Artikel 4

De verdragsluitende partijen kunnen dit Protocol te allen tijde in wederzijds overleg schriftelijk wijzigen. Een dergelijke wijziging treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de verdragsluitende partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de grondwettelijke of interne vereisten voor de inwerkingtreding van dit Protocol is voldaan.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Londen op 10 december 2009, in de Engelse taal.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden,

P. W. WALDECK

Voor Montserrat,

R. T. MEADE


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2010, 31.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2010, 31.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2010, 31.

Uitgegeven de vijftiende juni 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN

Naar boven