A. TITEL

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Slovenië inzake privileges en immuniteiten voor verbindingsofficieren die door Slovenië bij Europol te ’s-Gravenhage gedetacheerd worden;

’s-Gravenhage, 22 december 2003

B. TEKST

De tekst van het in de nota’s vervatte verdrag is geplaatst in Trb. 2004, 53.

C. VERTALING

Zie Trb. 2004, 138.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 2 juni 2004 (Kamerstukken II 2003/2004, 29 636 nr. 1) is het in de nota’s vervatte verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen ter stilzwijgende goedkeuring overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken B. R. BOT.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 5 juli 2004.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie rubriek G van Trb. 2004, 53.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het in de nota’s vervatte verdrag, die vanaf 22 december 2003 voorlopig werden toegepast, zullen ingevolge de één na laatste alinea van beide nota’s in werking treden op 1 maart 2006.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het in de nota’s vervatte verdrag ingevolge artikel 10 van de Bijlage alleen voor Nederland gelden.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2004, 53.

Verwijzingen

Titel:Protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Economische Gemeenschap; Brussel, 17 april 1957
Tekst:Trb. 1957, 94 (Nederlands en Frans)
Laatste Trb. :Trb. 2004, 77 (buitenwerkingtreding)

Uitgegeven de achtste februari 2006

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT

Naar boven