A. TITEL

Overeenkomst tot oprichting van het Europees Centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn; (met Bijlage en Protocol)

Brussel, 11 oktober 1973

B. TEKST

De Nederlandse, de Engelse en de Franse tekst van Overeenkomst, Bijlage en Protocol zijn geplaatst in Trb. 1974, 7.


Op 22 april 2005 is te Londen een Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van het Europees Centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn vastgesteld. De Nederlandse en de Engelse tekst1 van dit Protocol luiden als volgt:

Protocol tot wijziging

Wijzigingen aan de Conventie voor het Europees Centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn

De Raad van het Europees Centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn (ECMWT, het Centrum) beveelt overeenkomstig Artikel 18(1) van de Conventie van het ECMWT de Lidstaten aan de volgende wijzigingen aan de Conventie tot de oprichting van het Europees Centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn te accepteren:

In de Nederlandse, Franse, Duitse en Italiaanse versies zijn de verwijzingen naar de artikelen/leden in de hele Conventie vervangen met de respectievelijk nummers/letters tussen haakjes.

In de Nederlandse versie is ‘Overeenkomst’ overal vervangen door ‘Conventie’

In de Nederlandse versie zijn ‘Lid-Staat’ en ‘Lid-Staten’ overal vervangen door ‘Lidstaat’ en ‘Lidstaten’

In de Nederlandse versie is ‘artikel’ overal vervangen door ‘Artikel’

In de Nederlandse versie zijn de woorden ‘paragraaf’ of ‘alinea’ overal vervangen door ‘lid’ en de woorden ‘paragrafen’ of ‘alinea’s’ door ‘leden’.

In de Nederlandse versie is ‘begrotingsjaar’ overal vervangen door ‘boekjaar’.

De zin „De verdragsluitende Staten in deze conventie’’ is toegevoegd vóór de Considerata.

De Considerata worden vervangen door het volgende:

„Erkennend dat aan weer gebonden bedreigingen voor leven en gezondheid, en voor economie en eigendom in toenemende mate van belang zijn;

Ervan overtuigd dat de verbetering van weersvoorspellingen op middellange termijn bijdraagt aan de bescherming en veiligheid van de bevolking;

Er voorts van overtuigd dat het hiertoe uitgevoerde wetenschappelijke en technische onderzoek een waardevolle stimulans levert voor de ontwikkeling van de meteorologie in Europa;

Overwegende dat het ter verwezenlijking van dit doel en deze doelstellingen noodzakelijk is middelen aan te wenden op een schaal die ver uitgaat boven wat normaal op nationaal niveau praktisch is om dit doel en deze doelstellingen te bereiken;

Het belang opmerkend voor de Europese economie van een aanzienlijke verbetering in weersvoorspellingen op middellange termijn;

Opnieuw bevestigend dat de vestiging van een autonoom Europees centrum met internationale status de passende manier is om dit doel en deze doelstellingen te bereiken;

Overtuigd dat een dergelijk centrum waardevolle bijdragen kan leveren voor de ontwikkeling van de wetenschappelijke basis voor milieubewaking;

Opmerkend dat een dergelijk centrum tevens kan helpen met de postuniversitaire training van wetenschappers;

Verzekerend dat de activiteiten van een dergelijk centrum bovendien een noodzakelijke bijdrage zullen vormen voor bepaalde programma’s van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en andere aardobservatieprogramma’s van ruimtevaartorganisaties;

Overwegende het belang dat de oprichting van een dergelijk centrum kan hebben voor de ontwikkeling van de Europese industrie op het gebied van gegevensverwerking;

De bereidheid realiserend om het lidmaatschap van een dergelijk centrum tot meer Staten uit te breiden;’’

Het lid: „heeft besloten een . . . [samen met de lijst van gevolmachtigden] . . . in goede en behoorlijke vorm bevonden’’ is geschrapt.

In de Nederlandse versie is de zin ‘Overeenkomst hebben Bereikt Omtrent de Volgende Bepalingen:’ is vervangen door ‘komen het volgende overeen:’

Artikel 1

Artikel 1 krijgt de titel: „Oprichting, Raad, Lidstaten, Hoofdkantoor, Talen’’.

Artikel 1(2): Het woord „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’. In de Italiaanse versie is de uitdrukking „Comitato consultivo scientifico’’ vervangen door „Comitato Scientifico Consultivo’’ en de uitdrukking „Comitato finanziario’’ door „Comitato Finanze’’. In de Nederlandse versie is de uitdrukking ‘een Wetenschappelijk Raadgevend Comité’ vervangen door ‘een Wetenschappelijke Adviescommissie’ en de uitdrukking ‘Financieel Comité’ door ‘Financiële Commissie’.

Artikel 1(5) heeft een extra zin „...tenzij anders besloten door de Raad conform Artikel 6(1)(g).’’

Artikel 1(6) is aangepast en luidt nu als volgt:

„6. De officiële talen van het Centrum zijn de officiële talen van de Lidstaten.

De werktalen zijn Engels, Frans en Duits.

De Raad bepaalt in welke mate de officiële en werktalen respectievelijk worden gebruikt in overeenstemming met Artikel 6(2)(l).’’

Artikel 2

Artikel 2 krijgt de titel: „De doelen, doelstellingen en activiteiten’’.

Er is een nieuw Artikel 2(1) ingevoegd:

„1. De voornaamste doelen van het Centrum zijn de ontwikkeling van een capaciteit voor weersvoorspellingen op middellange termijn en de voorziening van weersvoorspellingen op middellange termijn voor de Lidstaten.

Het opnieuw genummerde Artikel 2(2) wordt ingeleid door de zin „De doelstellingen van het Centrum zijn’’.

Artikel 2(1)(a) is vervangen door 2(2)(a):

  • „a. het regelmatig ontwikkelen en bewerken van mondiale modellen en gegevensassimilatiesystemen voor de dynamica, thermodynamica en samenstelling van de vloeistofomhulling van de aarde en reactiebestanddelen van het aarde-systeem, teneinde:

    • i. voorspellingen voor te bereiden door middel van numerieke methodes;

    • ii. initiële condities te leveren voor de voorspellingen; en

    • iii. bij te dragen aan het bewerken van de relevante onderdelen van het aarde-systeem;’’

Artikel 2(1)(b) is geschrapt.

Artikel 2(1)(c) is nu genummerd 2(2)(b).

Artikel 2(1)(d) is vervangen door 2(2)(c):

  • „c. het verzamelen en opslaan van toepasselijke gegevens;’’.

    Artikel 2(1)(e) is vervangen door 2(2)(d):

  • „d. het ter beschikking stellen van de resultaten voorzien in (a) en (b) en de gegevens vermeld in (c) aan de meteorologische instituten van de Lidstaten, in de meest toepasselijke vorm;’’.

Artikel 2(1)(f) is vervangen door 2(2)(e):

  • „e. het ter beschikking stellen van een adequaat deel van de computercapaciteit aan de Lidstaten voor hun onderzoek, waarbij prioriteit wordt gegeven aan het gebied van numerieke weersvoorspelling, een dergelijk deel te bepalen door de Raad;’’.

Artikel 2(1)(g) wordt nummer 2(2)(f):. In de Engelse versie wordt het woord „Organisation’’ vervangen door het woord „Organization’’. In de Nederlandse versie wordt de uitdrukking ‘Meteorologische Wereldorganisatie’ vervangen door ‘Wereld Metereorologische Organisatie’.

  • „f. bij te dragen aan de toepassing van programma’s van de Wereld Meteorologische Organisatie;’’

Artikel 2(1)(h) is vervangen door 2(2)(g):

  • „g. te helpen met verdere scholing van het wetenschappelijk personeel van de Lidstaten op het gebied van numerieke weersvoorspelling.’’

Artikel 2(2) is vervangen door 2(3):

„3. Het Centrum draagt zorg voor de aanleg van de installaties die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelen als beschreven in lid 1 en de doelstellingen als beschreven in lid 2, en exploiteert deze.’’

Artikel 2(3) is nu genummerd 2(4).

Er is een nieuw Artikel 2(5) ingevoegd:

„5. Het Centrum kan door derden verzochte activiteiten uitvoeren die in lijn zijn met de doelen en doelstellingen van het Centrum en zijn goedgekeurd door de Raad overeenkomstig Artikel 6(2)(g). De kosten van dergelijke activiteiten worden gedragen door de desbetreffende derden.’’

Er is een nieuw Artikel 2(6) ingevoegd:

„6. Het Centrum kan Optionele Programma’s uitvoeren overeenkomstig Artikel 11(3).’’

Artikel 3

Artikel 3 krijgt de titel: „ Samenwerking met andere entiteiten’’.

Artikel 3(1): In de Nederlandse versie is het woord ‘doeleinden’ vervangen door ‘doelstellingen’.

Artikel 3(2):De inleidende zin is aangepast om te luiden „Het Centrum kan hiertoe verdermeer samenwerkingsovereenkomsten afsluiten:’’.

Artikel 3(2)(a): De verwijzing naar Artikel 6(1)(e) is aangepast tot „Artikel 6(1)(e) of 6(3)(j)’’.

Artikel 3(2)(b): De verwijzing naar Artikel 6(3)(k) is aangepast tot Artikel 6(3)(j). In de Nederlandse versie is het woord ‘organisaties’ vervangen door instanties’

Er is een nieuw Artikel 3(2)(c) toegevoegd:

  • „c. met de nationale wetenschappelijke en technische instanties van niet-Lidstaten overeenkomstig de voorwaarden als vastgelegd in Artikel 6(1)(e).’’

Artikel 4

Artikel 4 krijgt de titel: „De Raad’’.

Artikel 4(2): In de Engelse versie wordt het woord „Organisation’’ vervangen door „Organization’’. In de Nederlandse versie wordt de uitdrukking ‘nationale weerkundige dienst’ vervangen door ‘nationale meteorologische dienst’ en de uitdrukking Meteorologische Wereldorganisatie door ‘Wereld Meteorologische Organisatie’.

Artikel 4(5): Het woord „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 4(6): In de Nederlandse versie wordt de uitdrukking ‘comités van raadgevende aard’ vervangen door ‘adviescommissies’.

Artikel 5

Artikel 5 krijgt de titel: „Stemmen in de Raad’’.

Artikel 5(2): De verwijzing naar Artikel 6(3)(m) wordt vervangen door Artikel 6(3)(l).

Artikel 5(4): In de Nederlandse versie wordt de verwijzing naar Artikel 6(2) vervangen door Artikel 6(2).

Artikel 6

Artikel 6 krijgt de titel „Stemmeerderheid’’.

Artikel 6(1)(b): De zin „toelating van nieuwe leden’’ is vervangen door „toetreding van Staten’’, en het woord „toelating’’ is vervangen door het woord „toetreding’’.

Artikel 6(1)(e) is gewijzigd als volgt:

  • „e. de Directeur-Generaal te machtigen om samenwerkingsovereenkomsten te bespreken met niet-Lidstaten en met hun nationale wetenschappelijke en technische instanties; en mogelijk machtigen om dergelijke overeenkomsten af te sluiten;’’.

Er is een nieuw Artikel 6(1)(g) ingevoegd:

  • „g. over eventuele overplaatsing van het hoofdkantoor van het ECMWT, overeenkomstig Artikel 1(5).’’

Artikel 6(2)(b): Het woord „goedkeuring’’ is vervangen door „onderschrijving’’. Het woord „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Er is een nieuw Artikel 6(2)(c) ingevoegd:

  • „c. onderhevig aan lid 1(a), het programma van activiteiten van het Centrum aannemen, overeenkomstig Artikel 11(1);’’

en de overige leden zijn opnieuw genummerd.

Het Artikel nu met nummer 6(2)(d): Het woord „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

De nieuwe Artikelen 6(2)(e), (f), (g) en (h) zijn ingevoegd:

  • „e. de Procedure voor Optionele Programma’s aannemen overeenkomstig Artikel 11(3);

  • f. individuele Optionele Programma’s aannemen overeenkomstig Artikel 11(3);

  • g. activiteiten aangevraagd door derden goedkeuren overeenkomstig Artikel 2(5);

  • h. besluiten over het distributiebeleid voor de producten van het Centrum en andere resultaten van haar werk.’’,

en de overige leden zijn opnieuw genummerd.

Nieuw Artikel 6(2)(l) is ingevoegd:

  • „l. zal, in overeenstemming met Artikel 1(6), besluiten in hoeverre respectievelijk de officiële talen en de werktalen gebruikt zullen worden’’.

Artikel 6(3)(d): Het woord „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 6(3)(e): In de Nederlandse versie wordt de uitdrukking ‘financiële commissarisen’ vervangen door ‘accountants’.

Artikel 6(3)(f): Het woord „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 6(3)(g): In de Italiaanse versie is de uitdrukking „Comitato consultivo scientifico’’ vervangen door „Comitato Scientifico Consultivo’’. In de Nederlandse versie wordt de uitdrukking ‘het Wetenschappelijk Raadgevend Comité’ vervangen door ‘de Wetenschappelijke Adviescommissie’.

Het oorspronkelijke Artikel 6(3)(i) is geschrapt en de overige leden opnieuw genummerd.

Het opnieuw genummerde Artikel 6(3)(i): Het woord „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’. In de Nederlandse versie wordt de uitdrukking ‘verslag van de financiële commissarissen’ vervangen door ‘accountantsrapport’.

Het opnieuw genummerde Artikel 6(3)(j) is gewijzigd als volgt:

  • „j. zal de Directeur-Generaal machtigen samenwerkingsovereenkomsten te bespreken met wetenschappelijke en technische instanties van de Lidstaten en met internationale wetenschappelijke en technische civiele of overheidsorganisaties wier activiteiten verband houden met de doelstellingen van het Centrum; en kan de Directeur-Generaal machtigen dergelijke overeenkomsten af te sluiten;’’.

Het opnieuw genummerde Artikel 6(3)(k): 15(1) en (2) is gewijzigd om te luiden 15(2) en (3).

Er is een nieuw Artikel 6(3)(o) ingevoegd:

  • „o. zal goedkeuring hechten aan het Beleid op Lange Termijn van het Centrum, overeenkomstig Artikel 11(2).’’

Artikel 7

Artikel 7 krijgt de titel: „De Wetenschappelijke Adviescommissie’’.

Artikel 7(1): In de Engelse versie wordt het woord „Oganisation’’ vervangen door „Organization’’ en het woord „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’. In de Italiaanse versie is de uitdrukking „Comitato consultivo scientifico’’ vervangen door „Comitato Scientifico Consultivo’’. In de Nederlandse versie wordt de uitdrukking ‘het Wetenschappelijk Raadgevend Comité’ vervangen door ‘de Wetenschappelijke Adviescommissie’ en ‘het Comité’ door ‘de Commissie’ en de uitdrukking ‘Meteorologische Wereldorganisatie’ door ‘Wereld Meteorologische Organisatie’.

Artikel 7(2): Het woord „Directeur’’ is op twee plaatsen vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 8

Artikel 8 krijgt de titel: „De Financiële Commissie’’.

Artikel 8(1): In de Italiaanse versie wordt de uitdrukking „Comitato finanziario’’ vervangen door „Comitato Finanze’’. In de Nederlandse versie wordt de uitdrukking ‘het Financiële Comité’ vervangen door ‘de Financiële Commissie’ en ‘het Comité’ door ‘de Commissie’.

Artikel 8(1)(b) is gewijzigd als volgt:

  • „b. vertegenwoordigers uit de andere Lidstaten, door hen aangesteld voor een periode van één jaar, elk van deze Staten mag niet meer dan tweemaal achtereenvolgend vertegenwoordigd zijn in de Commissie. Het aantal van deze vertegenwoordigers is één vijfde van het aantal van de overige Lidstaten.’’

Artikel 9

Artikel 9 krijgt de titel: „De Directeur-Generaal’’.

Artikel 9(1): Het woord „Directeur’’ is op twee plaatsen vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 9(2): Het woord „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 9(2)(c):  Krijgt de extra woorden „... en een conceptstrategie voor de lange termijn ...’’. In de Italiaanse versie is de uitdrukking „Comitato consultivo scientifico’’ vervangen door „Comitato Scientifico Consultivo’’. In de Nederlandse versie de uitdrukking ‘het Wetenschappelijk Raadgevend Comité’ wordt vervangen door ‘de Wetenschappelijke Adviescommissie’.

Artikel 9(2)(g): De verwijzing naar Artikel 6(3)(k) is aangepast tot Artikel 6(3)(j). In de Nederlandse versie wordt het woord ‘doeleinden’ vervangen door ‘doelstellingen’.

Artikel 9(3): Het woord „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 10

Artikel 10 krijgt de titel: „Het personeel’’.

In Artikel 10(3): In de Nederlandse versie wordt het woord ‘organisaties’ vervangen door ‘instanties’.

In Artikel 10(4): In de Engelse versie wordt het woord „Comptroller’’ vervangen door „Controller’’. In de Nederlandse versie wordt het woord „financiële controleur’’ vervangen door „Controller’’.

Artikel 10(6): „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 10(7): „Directeur’’ is op twee plaatsen vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 11

Artikel 11 krijgt de titel: „Het Programma van Activiteiten, het beleid op lange termijn en Optionele Programma’s’’.

De bestaande leden zijn samengevoegd in Artikel 11(1).

Artikel 11(1):„Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’. De verwijzing naar Artikel 6(3)(i) is op twee plaatsen aangepast tot Artikel 6(2)(c).

De nieuwe Artikelen 11(2) en (3) zijn ingevoegd:

„2. Het beleid op lange termijn wordt opgesteld op tijden en voor de duur als besloten door de Raad. De opstelling ervan wordt minstens elke vijf jaar in beschouwing genomen door de Raad. Het beleid op lange termijn bevat een overzicht van de strategische doeleinden van het Centrum en geeft de voorziene richting aan voor de ontwikkeling van het werk van het Centrum voor de duur van het beleid.

Het beleid wordt goedgekeurd door de Raad handelend op een voorstel van de Directeur-Generaal overeenkomstig Artikel 6(3)(o).

3. Een Optioneel Programma is een programma voorgesteld door een Lidstaat of groep Lidstaten waaraan alle Lidstaten deelnemen behalve die Staten die zich formeel niet deelnemende Staten verklaren en dat bijdraagt aan de doelen en doelstellingen van het Centrum overeenkomstig Artikel 2(1) en 2(2).

  • a. De procedure voor Optionele Programma’s wordt goedgekeurd door de Raad overeenkomstig Artikel 6(2)(e).

  • b. Individuele Optionele Programma’s worden goedgekeurd door de Raad overeenkomstig Artikel 6(2)(f).’’

Artikel 12

Artikel 12 krijgt de titel: „De begroting’’.

Artikel 12(3): In de Nederlandse versie wordt de zin „...en keurt de totale raming van de voor de drie volgende begrotingsjaren te verwachten uitgaven en ontvangsten goed’’ wordt veranderd in „....en onderschrijft de totale raming van de voor de drie volgende begrotingsjaren te verwachten uitgaven en ontvangsten goed’’.

Artikel 12(4)(b): „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 12(5): „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 13

Artikel 13 krijgt de titel: „Bijdragen van de Lidstaten’’.

Artikel 13(1): De zin „bruto nationaal product’’ is vervangen door „bruto nationaal inkomen’’.

Artikel 13(2): De zin „bruto nationaal product’’ is vervangen door „bruto nationaal inkomen’’.

Artikel 14

Artikel 14 krijgt de titel: „De audit’’.

Artikel 14: In de Nederlandse versie wordt de uitdrukking ‘financiële commissarissen’ op vier plaatsen vervangen door ‘accountants’.

Artikel 14(2): In de Italiaanse versie is de uitdrukking „Comitato finanziario’’ vervangen door „Comitate Finanze’’. In de Nederlandse versie is de uitdrukking ‘het Financieel Comité’ vervangen door ‘de Financiële Commissie’.

Artikel 14(3): „Directeur’’ is vervangen door „Directeur-Generaal’’.

Artikel 15

Artikel 15 krijgt de titel: „Eigendomsrechten en licenties’’.

Er is een nieuw Artikel 15(1) ingevoegd:

„1. ECMWT heeft wereldwijd exclusief eigendom van al haar producten en andere resultaten van haar activiteiten.’’,

en de overige drie leden zijn opnieuw genummerd.

Het opnieuw genummerde Artikel 15(3): De verwijzing naar lid 1 is gewijzigd in lid 2.

Het opnieuw genummerde Artikel 15(4): De verwijzing naar lid 1 is gewijzigd in lid 2 en de verwijzing naar Artikel 6(3)(l) is aangepast tot Artikel 6(3)(k).

Artikel 16

Artikel 16 krijgt de titel: „Voorrechten en immuniteiten, en aansprakelijkheden’’.

Artikel 17

Artikel 17 krijgt de titel: „Geschillen’’.

Artikel 18

Artikel 18 krijgt de titel: „Wijzigingen aan de Conventie’’.

Artikel 18(1): „Directeur’’ wordt op twee plaatsen vervangen door „Directeur-Generaal’’ en de verwijzing naar Artikel 6(3)(n) wordt gewijzigd in Artikel 6(3)(m).

Artikel 18(2): De omschrijving „Europese Gemeenschappen’’ is gewijzigd in „Europese Unie’’.

Artikel 19

Artikel 19 krijgt de titel: „Opzegging van de Conventie’’.

Artikel 19(1): De omschrijving „Europese Gemeenschappen’’ is gewijzigd in „Europese Unie’’.

Artikel 19(2): De zin „in werking treedt’’ werd op twee plaatsen ingevoegd na het woord „opzegging’’.

Artikel 19(3): De verwijzing naar Artikel 6(2)(d) is aangepast tot Artikel 6(2)(i).

Artikel 20

Artikel 20 krijgt de titel: „Niet-nakoming van verplichtingen’’.

Artikel 21

Artikel 21 krijgt de titel: „Ontbinding van het Centrum’’.

Artikel 21(1): De verwijzing naar Artikel 6(2)(e) is aangepast tot Artikel 6(2)(j).

Artikel 21(3): De verwijzing naar Artikel 6(2)(e) is aangepast tot Artikel 6(2)(j).

Artikel 22

Artikel 22 krijgt de titel: „Inwerkingtreding’’.

Artikel 23

Artikel 23 krijgt de titel: „Toetreding van Staten’’.

De leden zijn nu genummerd.

Artikel 23(1) en (2) zijn gewijzigd als volgt:

„1. Na inwerkingtreding van deze Conventie, kan een Staat die geen ondertekenaar is toetreden tot de Conventie behoudens de goedkeuring van de Raad overeenkomstig Artikel 6(1)(b). Een Staat die wenst toe te treden tot deze Conventie stelt de Directeur-Generaal overeenkomstig op de hoogte en laatstgenoemde bericht de Lidstaten over het verzoek ten minste drie maanden alvorens dit bij de Raad wordt ingediend voor een besluit. De Raad bepaalt de bepalingen en voorwaarden van toetreding van de desbetreffende Staat, overeenkomstig Artikel 6(1)(b).

2. De akten van toetreding worden gedeponeerd in de archieven van het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Unie. Voor elke toetredende Staat treedt deze Conventie in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum van deponering van de akten van toetreding.’’

Artikel 24

Artikel 24 krijgt de titel: „Kennisgeving van ondertekening en aanverwante zaken’’.

De omschrijving „Europese Gemeenschappen’’ is gewijzigd in „Europese Unie’’.

Artikel 24(e) is gewijzigd als volgt:

  • „e. de goedkeuring en inwerkingtreding van enige wijziging;’’.

Het laatste lid van Artikel 24 is gewijzigd als volgt:

„Zodra deze Conventie en enige wijziging hieraan in werking treedt, registreert de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie deze bij het Secretariaat-Generaal van de Verenigde Naties, overeenkomstig Artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties.’’

Artikel 25

Artikel 25 krijgt de titel: „Het eerste boekjaar’’.

Artikel 25(3): In de Italiaanse versie is de uitdrukking „Comitato consultivo scientifico’’ vervangen door „Comitato Scientifico Consultivo’’. In de Nederlandse versie is de uitdrukking ‘Wetenschappelijke Raadgevend Comité’ vervangen door ‘Wetenschappelijke Adviescommissie’.

Artikel 26

Artikel 26 krijgt de titel: „Deponering van Conventie’’.

Artikel 26 is aangepast en luidt nu als volgt:

„Deze Conventie, en alle wijzigingen daarvan, opgesteld in één exemplaar in het Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans, Deens, Fins, Iers, Grieks, Noors, Portugees, Spaans, Zweeds en Turks, zijnde de teksten gelijkelijk authentiek, wordt gedeponeerd in de archieven van het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Unie, die een gewaarmerkt afschrift zal sturen naar de regering van elke ondertekenende of toetredende Staat.’’


Protocol over de voorrechten en immuniteiten van het Europees Centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn

Het Protocol is gewijzigd door het woord „Directeur’’ te vervangen door het woord „Directeur-Generaal’’ in het volledige Protocol.


De Conventie voor het Europees Centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn zal, na de inwerkingtreding van het Protocol tot wijziging, als volgt luiden:

Aangepaste Conventie

Oprichting Europees Centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn

De verdragsluitende Staten in deze Conventie:

Erkennend dat aan weer gebonden bedreigingen voor leven en gezondheid en voor economie en eigendom in toenemende mate van belang zijn;

Ervan overtuigd dat de verbetering van weersvoorspellingen op middellange termijn bijdraagt aan de bescherming en veiligheid van de bevolking;

Er voorts van overtuigd dat het hiertoe uitgevoerde wetenschappelijke en technische onderzoek een waardevolle stimulans levert voor de ontwikkeling van de meteorologie in Europa;

Overwegende dat het ter verwezenlijking van dit doel en deze doelstellingen noodzakelijk is, middelen aan te wenden op een schaal die ver uitgaat boven wat normaal op nationaal niveau praktisch is om deze doelstellingen te bereiken;

Het belang opmerkend voor de Europese economie van een aanzienlijke verbetering in weersvoorspellingen op middellange termijn;

Opnieuw bevestigend dat de vestiging van een autonoom Europees centrum met internationale status de passende manier is om dit doel en deze doelstellingen te bereiken;

Overtuigd dat een dergelijk centrum waardevolle bijdragen kan leveren voor de ontwikkeling van de wetenschappelijke basis voor milieubewaking;

Opmerkend dat een dergelijk centrum tevens kan helpen met de postuniversitaire training van wetenschappers;

Verzekerend dat de activiteiten van een dergelijk centrum bovendien een noodzakelijke bijdrage zullen vormen voor bepaalde programma’s van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en andere aardobservativeprogramma’s van ruimtevaartorganisaties;

Overwegende het belang dat de oprichting van een dergelijk centrum kan hebben voor de ontwikkeling van de Europese industrie op het gebied van gegevensverwerking;

De bereidheid realiserend om het lidmaatschap van een dergelijk centrum tot meer Staten uit te breiden;

komen het volgende overeen:

Artikel 1 Oprichting, Raad, Lidstaten, Hoofdkantoor, Talen

1. Er wordt opgericht een Europees Centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn, hierna te noemen „het Centrum’’.

2. De organen van het Centrum zijn de Raad en de Directeur-Generaal. De Raad wordt bijgestaan door een Wetenschappelijke Adviescommissie en een Financiële Commissie. Elk orgaan en elke commissie oefent zijn taken uit binnen de grenzen en overeenkomstig de voorwaarden als vastgelegd in deze Conventie.

3. De leden van het Centrum, hierna te noemen de ‘Lidstaten’, zijn de Staten die partij zijn bij deze Conventie.

4. Het Centrum bezit tot het grondgebied van elke Lidstaat rechtspersoonlijkheid. Het heeft met name de rechtsbevoegdheid overeenkomsten aan te gaan, roerende en onroerende goederen te verwerven en te vervreemden en in rechte op te treden.

5. De zetel van het Centrum is gevestigd te Shinfield Park bij Reading (Berkshire) op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, tenzij anders besloten door de Raad overeenkomstig Artikel 6(1)(g).

6. De officiële talen van het Centrum zijn de officiële talen van de Lidstaten.

De werktalen zijn Engels, Frans en Duits.

De Raad bepaalt in welke mate de officiële en werktalen respectievelijk worden gebruikt in overeenstemming met Artikel 6(2)(l).

Artikel 2 De doelen, doelstellingen en activiteiten

1. De voornaamste doelen van het Centrum zijn de ontwikkeling van een capaciteit voor weersvoorspellingen op middellange termijn en de voorziening van weersvoorspellingen op middellange termijn voor de Lidstaten.

2. De doelstellingen van het Centrum zijn:

  • a. het regelmatig ontwikkelen en bewerken van mondiale modellen en gegevensassimilatiesystemen voor de dynamica, thermodynamica en samenstelling van de vloeistofomhulling van de aarde en reactiebestanddelen van het aarde-systeem, teneinde:

    • i. voorspellingen voor te bereiden door middel van numerieke methodes;

    • ii. initiële condities te leveren voor de voorspellingen; en

    • iii. bij te dragen aan het bewerken van de relevante onderdelen van het aarde-systeem.

  • b. wetenschappelijk en technisch onderzoek verrichten ter verbetering van de kwaliteit van deze voorspellingen;

  • c. het verzamelen en opslaan van toepasselijke gegevens;

  • d. het ter beschikking stellen van de resultaten voorzien in (a) en (b) en de gegevens vermeld in (c) aan de meteorologische instituten van de Lidstaten, in de meest toepasselijke vorm;

  • e. het ter beschikking stellen van een adequaat deel van de computercapaciteit aan de Lidstaten voor hun onderzoek, waarbij prioriteit wordt gegeven aan het gebied van numerieke weersvoorspelling, een dergelijke deel te bepalen door de Raad;

  • f. bij te dragen aan de toepassing van programma’s van de Wereld Meteorologische Organisatie;

  • g. te helpen met verdere scholing van het wetenschappelijk personeel van de Lidstaten op het gebied van numerieke weersvoorspelling.

3. Het Centrum draagt zorg voor de aanleg van de installaties die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelen als beschreven in lid 1 en de doelstellingen als beschreven in lid 2, en exploiteert deze.

4. Als algemene regel worden door het Centrum de wetenschappelijke en technische resultaten van zijn arbeid onder de door de Raad gestelde voorwaarden gepubliceerd of op enige andere wijze beschikbaar gesteld, indien althans die resultaten niet onder Artikel 15 vallen.

5. Het Centrum kan door derden verzochte activiteiten uitvoeren die in lijn zijn met de doelen en doelstellingen van het Centrum en zijn goedgekeurd door de Raad overeenkomstig Artikel 6(2)(g). De kosten van dergelijke activiteiten worden gedragen door de desbetreffende derden.

6. Het Centrum kan Optionele Programma’s uitvoeren overeenkomstig Artikel 11(3).

Artikel 3 Samenwerking met andere entiteiten

1. Ter verwezenlijking van zijn doelstellingen werkt het Centrum overeenkomstig de internationale meteorologische traditie in de ruimst mogelijke mate samen met de Regeringen en de nationale organisaties van de Lidstaten, alsook met de Staten die geen lid zijn van het Centrum of met de al dan niet gouvernementele wetenschappelijke of technische internationale organisaties waarvan de werkzaamheden verband houden met zijn doelstellingen.

2. Het Centrum kan hiertoe verdermeer samenwerkingsovereenkomsten afsluiten:

  • a. met Staten, onder de voorwaarden van Artikel 6(1)(e) of 6(3)(j);

  • b. met de nationale wetenschappelijke en technische instanties van de Lidstaten en met de in lid 1 bedoelde internationale organisaties, onder de voorwaarden van Artikel 6(3)(j);

  • c. met de nationale wetenschappelijke en technische instanties van niet-Lidstaten overeenkomstig de voorwaarden als vastgelegd in Artikel 6(1)(e).

3. Indien in de in lid 2 bedoelde samenwerkingsovereenkomsten wordt bepaald dat een deel van de rekencapaciteit van het Centrum beschikbaar wordt gesteld, dan kan zulks slechts ten goede komen aan openbare instellingen der Lidstaten.

Artikel 4 De Raad

1. De Raad beschikt over de bevoegdheid te doen wat voor de uitvoering van deze Conventie noodzakelijk is en neemt de ter zake vereiste maatregelen.

2. De Raad bestaat uit ten hoogste twee Vertegenwoordigers van elke Lidstaat, van wie er één een vertegenwoordiger van de nationale meteorologische dienst zou moeten zijn. Deze vertegenwoordigers kunnen tijdens de vergaderingen van de Raad worden bijgestaan door adviseurs.

Een vertegenwoordiger van de Wereld Meteorologische Organisatie wordt uitgenodigd als waarnemer aan de werkzaamheden van de Raad deel te nemen.

3. Uit zijn leden kiest de Raad een Voorzitter en een Vice-Voorzitter voor een ambtstermijn van een jaar; zij kunnen niet meer dan tweemaal achtereen worden herkozen.

4. De Raad komt ten minste eenmaal per jaar bijeen. Hij wordt bijeengeroepen op verzoek van de Voorzitter of op verzoek van ten minste eenderde der Lidstaten. De vergaderingen van de Raad worden gehouden in de zetel van het Centrum, tenzij de Raad in uitzonderingsgevallen anders beslist.

5. Voor de uitvoering van hun mandaat kunnen de Voorzitter en de Vice-Voorzitter een beroep doen op de medewerking van de Directeur-Generaal.

6. De Raad kan adviescommissies oprichten en stelt de samenstelling en de taak daarvan vast.

Artikel 5 Stemmen in de Raad

1. Om het quorum te bereiken, is in elke zitting van de Raad de aanwezigheid van de Vertegenwoordigers van de meerderheid der stemgerechtigde Lidstaten noodzakelijk.

2. Elke Lidstaat beschikt in de Raad over één stem. Een Lidstaat verliest zijn stemrecht in de Raad indien zijn achterstallige bijdragen groter zijn dan de door hem voor het lopende en het voorafgaande boekjaar uit hoofde van artikel 13 verschuldigde bijdragen. Niettemin kan de Raad deze Lidstaat overeenkomstig Artikel 6(3)(l), machtiging verlenen om te stemmen.

3. Besluiten van de Raad betreffende een spoedeisende zaak kunnen tussen twee zittingen van de Raad in tot stand komen door middel van een stemming per brief. In dit geval is voor het bereiken van het quorum deelneming aan de stemming van de meerderheid der stemgerechtigde Lidstaten noodzakelijk.

4. Voor het constateren van eenstemmigheid en van de verschillende in deze Conventie genoemde meerderheden wordt alleen rekening gehouden met de stemmen die voor of tegen het besluit waarover wordt gestemd, zijn uitgebracht als mede, in de gevallen waarin de Raad besluit volgens de procedure van Artikel 6(2), met de financiële bijdragen der aan de stemming deelnemende Lidstaten.

Artikel 6 Stemmeerderheid

1. Met eenparigheid van stemmen besluit de Raad:

  • a. tot vaststelling van het maximum der uitgaven voor de uitvoering van het werkprogramma van het Centrum dat betrekking heeft op de vijf jaren die volgen op de inwerkingtreding van deze Conventie;

  • b. over de toetreding van Staten overeenkomstig Artikel 23, en tot vaststelling van de voorwaarden van toetreding overeenkomstig Artikel 13(3);

  • c. overeenkomstig Artikel 20, over het ontnemen van het lidmaatschap aan een Staat, waarbij de betrokken Staat hierover niet meestemt;

  • d. over de ontbinding van het Centrum overeenkomstig Artikel 21(1) en (2);

  • e. de Directeur-Generaal te machtigen om samenwerkingsovereenkomsten te bespreken met niet-Lidstaten en met hun nationale wetenschappelijke en technische instanties; en mogelijk machtigen om dergelijke overeenkomsten af te sluiten;

  • f. tot het sluiten met een of meer Lidstaten, overeenkomstig Artikel 22 van het in Artikel 16 bedoelde Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten, van alle aanvullende akkoorden met het oog op de uitvoering van dit Protocol;

  • g. over eventuele overplaatsing van het hoofdkantoor van het ECMWT, overeenkomstig Artikel 1(5).

2. Met een meerderheid van tweederde van de Lidstaten, mits het geheel van de bijdragen dezer Lidstaten ten minste tweederde van het totaal der bijdragen op de begroting van het Centrum vertegenwoordigt, besluit de Raad:

  • a. tot vaststelling van het Financieel Reglement van het Centrum;

  • b. tot aanneming overeenkomstig Artikel 12(3), van de jaarlijkse begroting en van de daaraan gehechte lijst van het aantal ambten van het Centrum, alsmede eventueel van de aanvullende of gewijzigde begrotingen en tot onderschrijving van de totale raming van de voor de drie volgende begrotingsjaren te verwachten uitgaven en ontvangsten indien hij de begroting nog niet heeft vastgesteld, machtigt hij de Directeur-Generaal om in een bepaalde maand verplichtingen aan te gaan en betalingen te doen die de in Artikel 12(5) eerste alinea bedoelde grens overschrijden;

  • c. onderhevig aan lid 1(a), het programma van activiteiten van het Centrum aannemen, overeenkomstig Artikel 11(1);

  • d. op voorstel van de Directeur-Generaal, over de aankoop of huur door het Centrum van onroerende goederen en uitrustingen, indien daarmede grote uitgaven zijn gemoeid;

  • e. de Procedure voor Optionele Programma’s aannemen overeenkomstig Artikel 11(3);

  • f. individuele Optionele Programma’s aannemen overeenkomstig Artikel 11(3);

  • g. activiteiten aangevraagd door derden goedkeuren overeenkomstig Artikel 2(5);

  • h. besluiten over het distributiebeleid van de producten van het Centrum en andere resultaten van haar werk;

  • i. over de maatregelen die moeten worden genomen in geval van opzegging van deze Conventie in de zin van Artikel 19;

  • j. over de eventuele instandhouding van het Centrum bij opzegging van deze Conventie in de zin van Artikel 21(1), waarbij de opzeggende Lidstaten hierover niet meestemmen;

  • k. tot vaststelling overeenkomstig Artikel 21(3), van de wijze waarop het Centrum in geval van ontbinding wordt geliquideerd;

  • l. zal, in overeenstemming met Artikel 1(6), besluiten in hoeverre respectievelijk de officiële talen en de werktalen gebruikt zullen worden.

3. Met een meerderheid van tweederde besluit de Raad:

  • a. tot aanneming van zijn Reglement van Orde;

  • b. tot vaststelling van het statuut en de bezoldigingsschaal van het personeel van het Centrum; tot bepaling van de aard van en de voorschriften voor de toekenning van de bijkomende voordelen die het personeel geniet; tot vaststelling van het recht van de personeelsleden ten aanzien van de rechten op de industriële eigendom en de auteursrechten, betrekking hebbend op de werkzaamheden die door de personeelsleden in de uitoefening van hun functie zijn verricht;

  • c. tot goedkeuring van de overeenkomstig Artikel 16 te sluiten overeenkomst tussen het Centrum en de Staat op welks grondgebied de zetel van het Centrum is gevestigd;

  • d. tot benoeming van de Directeur-Generaal van het Centrum en van zijn plaatsvervanger voor de duur van ten hoogste vijf jaar, welke ambtstermijn een of meer malen kan worden verlengd met een periode van telkens ten hoogste vijf jaar;

  • e. tot vaststelling van het aantal accountants, de duur van hun ambtstermijn en hun bezoldiging, alsmede tot hun benoeming overeenkomstig Artikel 14(2);

  • f. indien nodig over de beëindiging van de ambtsuitoefening van de Directeur-Generaal of zijn plaatsvervanger of hun schorsing, daarbij rekening houdende met de op hen van toepassing zijnde statutaire bepalingen;

  • g. tot goedkeuring van het Reglement van Orde van de Wetenschappelijke Adviescommissie overeenkomstig Artikel 7(4);

  • h. tot vaststelling van de schaal der financiële bijdragen van de Lidstaten overeenkomstig Artikel 13(1) en (3), en tot tijdelijke verlaging van de bijdragen van een Lidstaat op grond van voor deze Staat geldende bijzondere omstandigheden, overeenkomstig Artikel 13(2);

  • i. ieder jaar, na kennis te hebben genomen van het accountantsrapport, tot afsluiting van de rekeningen van het afgelopen boekjaar, alsmede van de balans van activa en passiva van het Centrum en tot verlening van kwijting aan de Directeur-Generaal ter zake van de uitvoering van de begroting;

  • j. zal de Directeur-Generaal machtigen samenwerkingsovereenkomsten te bespreken met wetenschappelijke en technische instanties van de Lidstaten en met internationale wetenschappelijke en technische civiele of overheidsorganisaties wier activiteiten verband houden met de doelstellingen van het Centrum; en kan de Directeur-Generaal machtigen dergelijke overeenkomsten af te sluiten;

  • k. tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het gebruik van de licenties die de Lidstaten overeenkomstig Artikel 15(2) en (3), genieten, kan worden uitgebreid tot andere toepassingen dan weersvoorspellingen;

  • l. over het eventueel laten voortbestaan van het stemrecht van een Lidstaat in het in Artikel 5(2), bedoelde geval; de betrokken Lidstaat stemt hierover niet mee;

  • m. tot vaststelling, overeenkomstig Artikel 18 van de aanbevelingen aan de Lidstaten inzake in deze Conventie aan te brengen wijzigingen;

  • n. tot bepaling, overeenkomstig Artikel 17 van het in Artikel 16 bedoelde Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten, op welke categorieën van personeelsleden de Artikelen 13 en 15 van dit Protocol geheel of gedeeltelijk van toepassing zijn alsmede op welke categorieën van deskundigen Artikel 14 van dit Protocol van toepassing is;

  • o. zal goedkeuring hechten aan het Beleid op Lange Termijn van het Centrum, overeenkomstig Artikel 11(2).

4. Waar geen bijzondere meerderheid is aangegeven, spreekt de Raad zich uit met eenvoudige meerderheid.

Artikel 7 De Wetenschappelijke Adviescommissie

1. De Wetenschappelijke Adviescommissie bestaat uit twaalf leden, op grond van hun persoonlijke hoedanigheden voor de duur van vier jaren door de Raad benoemd. Een vierde gedeelte van de Commissie wordt jaarlijks vervangen; geen der leden mag meer dan twee achtereenvolgende ambtstermijnen zitting hebben.

Een vertegenwoordiger van de Wereld Meteorologische Organisatie wordt uitgenodigd aan de werkzaamheden van de Commissie deel te nemen.

De leden van de Commissie worden gekozen uit de wetenschapsbeoefenaars van de Lidstaten, en wel zodanig dat een zo breed mogelijke vertegenwoordiging van met de werkzaamheden van het Centrum verband houdende takken van wetenschap wordt verkregen. De Directeur-Generaal legt de Raad een lijst van kandidaten voor.

2. Ten behoeve van de Raad brengt de Commissie adviezen en aanbevelingen uit over het door de Directeur-Generaal opgestelde ontwerpwerkprogramma van het Centrum, alsmede over elke zaak die door de Raad aan de Commissie wordt voorgelegd. De Directeur-Generaal houdt de Commissie op de hoogte van de uitvoering van het programma. De Commissie brengt adviezen uit over de verkregen resultaten.

3. De Commissie kan deskundigen, met name personen die behoren tot diensten die gebruik maken van de resultaten van de werkzaamheden van het Centrum, verzoeken aan zijn werkzaamheden voor de oplossing van bepaalde vraagstukken deel te nemen.

4. De Commissie stelt zijn Reglement van Orde op. Dit treedt in werking na goedkeuring door de Raad, die besluit overeenkomstig Artikel 6(3)(g).

Artikel 8 De Financiële Commissie

1. De Financiële Commissie bestaat uit:

  • a. een vertegenwoordiger van elk van de vier Lidstaten die de hoogste bijdragen betalen;

  • b. vertegenwoordigers uit de andere Lidstaten, door hen aangesteld voor een periode van één jaar; elk van deze Staten mag niet meer dan tweemaal achtereenvolgend vertegenwoordigd zijn in de Commissie. Het aantal van deze vertegenwoordigers is één vijfde van het aantal van de overige Lidstaten.

2. Onder de voorwaarden gesteld in het Financieel Reglement, brengt de Commissie ten behoeve van de Raad adviezen en aanbevelingen uit over alle aan de Raad voorgelegde financiële vraagstukken en oefent het de bevoegdheden uit die de Raad op financieel gebied aan de Commissie delegeert.

Artikel 9 De Directeur-Generaal

1. De Directeur-Generaal is het hoofd van de diensten van het Centrum. Hij vertegenwoordigt het Centrum naar buiten. Onder gezag van de Raad draagt hij zorg voor de uitvoering van de aan het Centrum toevertrouwde taken. Hij neemt zonder stemrecht deel aan alle vergaderingen van de Raad.

De Raad wijst degene aan die de Directeur-Generaalfunctie ad interim waarneemt.

2. De Directeur-Generaal:

  • a. neemt alle maatregelen die voor de goede werking van het Centrum noodzakelijk zijn;

  • b. oefent de hem bij het statuut van het personeel verleende bevoegdheden uit, behoudens het bepaalde in Artikel 10(4);

  • c. legt aan de Raad het ontwerpwerkprogramma en een conceptstrategie voor de lange termijn van het Centrum voor, vergezeld van de door de Wetenschappelijke Adviescommissie uitgebrachte adviezen en aanbevelingen;

  • d. stelt de begroting van het Centrum op en voert die uit, een en ander overeenkomstig het Financieel Reglement;

  • e. houdt nauwkeurig boek van alle ontvangsten en uitgaven van het Centrum, overeenkomstig het Financieel Reglement;

  • f. legt jaarlijks de op de uitvoering van de begroting betrekking hebbende rekeningen en de balans van activa en passiva, die overeenkomstig het Financieel Reglement zijn opgesteld, alsmede het verslag van de werkzaamheden van het Centrum ter goedkeuring aan de Raad voor;

  • g. sluit, overeenkomstig Artikel 6(1)(e) en Artikel 6(3)(j), de samenwerkingsovereenkomsten af die ter verwezenlijking der doelstellingen van het Centrum noodzakelijk zijn.

3. Bij de uitoefening van zijn functie wordt de Directeur-Generaal bijgestaan door het personeel van het Centrum.

Artikel 10 Het personeel

1. Behoudens het bepaalde in de tweede alinea, geldt voor het personeel van het Centrum het statuut van het personeel, dat wordt vastgesteld door de Raad, die besluit overeenkomstig Artikel 6(3)(b).

Indien dit statuut niet van toepassing is op de arbeidsvoorwaarden van een personeelslid van het Centrum, is het recht van de Staat waar de betrokkene zijn werkzaamheden verricht, van toepassing.

2. De aanwerving van het personeel geschiedt op grond van de persoonlijke bekwaamheden der betrokkenen en met inachtneming van het internationale karakter van het Centrum. Geen enkel ambt kan worden voorbehouden aan onderdanen van een bepaalde Lidstaat.

3. Er kan een beroep worden gedaan op personeelsleden van nationale instanties van de Lidstaten, die voor een bepaalde duur ter beschikking van het Centrum worden gesteld.

4. De Raad keurt de benoeming en het ontslag goed van de personeelsleden van de in het statuut omschreven hogere bezoldigingscategorieën, alsmede van de Controller en van diens plaatsvervanger.

5. Geschillen in verband met de toepassing van het statuut of de uitvoering van de dienstcontracten van het personeel worden beslecht overeenkomstig de bepalingen van het statuut.

6. Een ieder die in het Centrum werkt, is onderworpen aan het gezag van de Directeur-Generaal en dient alle door de Raad goed gekeurde algemene voorschriften na te leven.

7. Iedere Lidstaat is gehouden het internationale karakter van de verantwoordelijkheid van de Directeur-Generaal en van de overige personeelsleden van het Centrum te eerbiedigen. Bij de uitoefening van hun functies mogen de Directeur-Generaal en de overige personeelsleden geen instructies van enige Regering of van enige andere autoriteit buiten het Centrum vragen of ontvangen.

Artikel 11 Het Programma van Activiteiten, het beleid op lange termijn en Optionele Programma’s

1. Het werkprogramma van het Centrum wordt op voorstel van de Directeur-Generaal vastgesteld door de Raad, die besluit overeenkomstig Artikel 6(2)(c).

Het programma bestrijkt in beginsel een tijdvak van vier jaar en moet jaarlijks worden aangepast en aangevuld voor een aanvullende periode van een jaar. In het programma wordt het maximum van de uitgaven voor de gehele looptijd van het programma vastgesteld; voorts bevat het een raming per jaar en in hoofdgroepen van de met de uitvoering gemoeide uitgaven.

Dit maximum der uitgaven kan slechts volgens de procedure van Artikel 6(2)(c) worden gewijzigd.

2. Het beleid op lange termijn wordt opgesteld op tijden en voor de duur als besloten door de Raad. De opstelling ervan wordt minstens elke vijf jaar in beschouwing genomen door de Raad. Het beleid op lange termijn bevat een overzicht van de strategische doeleinden van het Centrum en geeft de voorziene richting aan voor de ontwikkeling van het werk van het Centrum voor de duur van het beleid.

Het beleid wordt goedgekeurd door de Raad handelend op een voorstel van de Directeur-Generaal overeenkomstig Artikel 6(3)(o).

3. Een Optioneel Programma is een programma voorgesteld door een Lidstaat of groep Lidstaten waaraan alle Lidstaten deelnemen behalve die Staten die zich formeel niet deelnemende Staten verklaren en dat bijdraagt aan de doelen en doelstellingen van het Centrum overeenkomstig Artikel 2(1) en 2(2).

  • a. De procedure voor Optionele Programma’s wordt goedgekeurd door de Raad overeenkomstig Artikel 6(2)(e).

  • b. Individuele Optionele Programma’s worden goedgekeurd door de Raad overeenkomstig Artikel 6(2)(f).

Artikel 12 De begroting

1. De begroting van het Centrum wordt voor elk boekjaar vóór de aanvang daarvan opgesteld, overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in het Financieel Reglement.

De uitgaven van het Centrum worden gedekt door de financiële bijdragen van de Lidstaten en eventuele andere opbrengsten van het Centrum.

Op de begroting dienen de ontvangsten en de uitgaven met elkaar in evenwicht te zijn. Zij is gesteld in de valuta van de Staat waar de zetel van het Centrum is gevestigd.

2. De ramingen van alle uitgaven en alle ontvangsten van het Centrum dienen voor elk boekjaar uitvoerig te worden gespecificeerd en in de begroting te worden opgenomen.

Vastleggingskredieten voor een tijdvak dat de duur van het boekjaar overschrijdt, kunnen worden verleend overeenkomstig de voorwaarden gesteld in het Financieel Reglement.

Voorts wordt een totale raming opgesteld van de voor de drie daaropvolgende begrotingsjaren te verwachten uitgaven en ontvangsten per hoofdgroep.

3. De Raad neemt, overeenkomstig Artikel 6(2)(b), de begroting van elk boekjaar en de daaraan gehechte lijst van het aantal ambten van het Centrum alsmede eventueel de aanvullende of gewijzigde begrotingen aan en onderschrijft de totale raming van de voor de drie volgende begrotingsjaren te verwachten uitgaven en ontvangsten.

4. De aanneming van de begroting door de Raad houdt in:

  • a. de verplichting voor de onderscheiden Lidstaten om de in de begroting vastgestelde financiële bijdragen ter beschikking van het Centrum te stellen;

  • b. de machtiging van de Directeur-Generaal om verplichtingen aan te gaan en uitgaven te doen binnen de grens van de hiertoe verleende kredieten.

5. Indien de begroting aan het begin van een boekjaar nog niet door de Raad is vastgesteld, kan de Directeur-Generaal maandelijks de verplichtingen aangaan en de uitgaven doen, mits hij voor elk hoofdstuk binnen de grens blijft van een twaalfde van de op de begroting van het voorgaande jaar geopende kredieten en zonder dat deze maatregel tot gevolg kan hebben dat hij de beschikking krijgt over hogere kredieten dan een twaalfde van de in de ontwerpbegroting voorkomende kredieten.

Maandelijks storten de Lidstaten als voorlopige betaling overeenkomstig de in Artikel 13 bedoelde schaal, de bedragen die noodzakelijk zijn ter verzekering van de toepassing van het in de eerste alinea bepaalde.

6. De begroting wordt uitgevoerd overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in het Financieel Reglement.

Artikel 13 Bijdragen van de Lidstaten

1. Iedere Lidstaat betaalt het Centrum jaarlijks in inwisselbare valuta een bijdrage die is bepaald op basis van een bijdrageschaal die om de drie jaar door de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig Artikel 6(3)(h). Deze schaal is gebaseerd op het gemiddelde bruto nationaal inkomen van elke Lidstaat gedurende de laatste drie kalenderjaren waarvoor statistieken bestaan.

2. De Raad kan, overeenkomstig Artikel 6(3)(h), besluiten tot tijdelijke verlaging van de bijdrage van een Lidstaat op grond van voor deze Staat geldende bijzondere omstandigheden. Als bijzondere omstandigheid zal worden beschouwd het feit dat een Lidstaat een bruto nationaal inkomen per hoofd heeft dat lager is dan een bedrag dat door de Raad zal worden bepaald volgens de procedure van Artikel 6(3).

3. Indien een Staat na de datum van inwerkingtreding van deze Conventie partij wordt bij deze Conventie, wordt de bijdrageschaal door de Raad gewijzigd overeenkomstig de in lid 1 genoemde berekeningsgrondslag. De nieuwe schaal wordt van kracht op de datum waarop de betrokken Staat partij wordt bij deze Conventie.

Iedere Staat die na de 31e december van het jaar waarin deze Conventie in werking treedt, partij wordt, is gehouden, boven de in lid 1 bedoelde bijdrage, een bijkomende eenmalige bijdrage voor de eerder door het Centrum gedane uitgaven te voldoen. De hoogte van deze bijkomende bijdrage wordt vastgesteld door de Raad, die besluit volgens de procedure van Artikel 6(1).

Tenzij de Raad anders heeft besloten overeenkomstig Artikel 6(1), wordt elke uit hoofde van de tweede alinea gestorte bijkomende bijdrage in mindering gebracht op de bijdragen der overige Lidstaten, Deze mindering wordt. berekend naar rato van de door elke Lidstaat vóór het lopende boekjaar werkelijk gestorte bijdragen.

4. Indien een Staat na de datum van inwerkingtreding van deze Conventie ophoudt partij te zijn bij deze overeen komst, wordt de bijdrageschaal door de Raad gewijzigd overeenkomstig de in lid 1 genoemde berekeningsgrondslag. De nieuwe schaal wordt van kracht op de datum waarop de betrokken Staat ophoudt partij te zijn bij deze Conventie.

5. De wijze van storting van de bijdragen wordt vastgesteld in het Financieel Reglement.

Artikel 14 De audit

1. De rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven op de begroting, alsmede de balans van de activa en passiva van het Centrum worden onder de voorwaarden van het Financieel Reglement ter controle voorgelegd aan de accountants die alle waarborgen van onafhankelijkheid bieden. Deze controle, die aan de hand van bescheiden en zo nodig ter plaatse geschiedt, heeft ten doel de wettigheid en de regelmatigheid van de ontvangsten en uitgaven na te gaan en vast te stellen of een goed financieel beheer van het Centrum is gevoerd. De accountants leggen aan de Raad een verslag over de jaarrekeningen voor.

2. De Raad stelt, op voordracht van de Financiële Commissie, overeenkomstig Artikel 6(3)(e), het aantal accountants, de duur van hun ambtstermijn en hun bezoldiging vast en benoemt hen.

3. De Directeur-Generaal verschaft de accountants alle inlichtingen en alle hulp die zij voor de in lid 1 bedoelde controle nodig hebben.

Artikel 15 Eigendomsrechten en licenties

1. ECMWT heeft wereldwijd exclusief eigendom van al haar producten en andere resultaten van haar activiteiten.

2. Elke Lidstaat geniet voor zijn eigen behoeften op het gebied van de weersvoorspellingen kosteloos een niet-uitsluitende licentie en elk ander niet-uitsluitend gebruiksrecht op de rechten van industriële eigendom, de computerprogramma’s en de technologische kennis die uit de ter toepassing van deze Conventie verrichte werkzaamheden zijn voortgekomen en aan het Centrum toebehoren.

3. Wanneer de in lid 2 bedoelde rechten niet aan het Centrum toebehoren, beijvert het zich om onder de door de Raad gestelde voorwaarden de noodzakelijke rechten te verkrijgen.

4. Over de voorwaarden waaronder de in lid 2 bedoelde licenties kunnen worden uitgebreid tot andere toepassingen dan weersvoorspellingen beslist de Raad overeenkomstig Artikel 6(3)(k).

Artikel 16 Voorrechten en immuniteiten, en aansprakelijkheden

1. De voorrechten en immuniteiten die het Centrum, de vertegenwoordigers der Lidstaten, alsmede het personeel en de deskundigen van het Centrum genieten op het grondgebied der Lidstaten, zijn vastgesteld in een aan deze Conventie gehecht protocol dat daarvan een integrerend deel uitmaakt, en in een tussen het Centrum en de Staat op welks grondgebied de zetel van het Centrum is gevestigd, te sluiten overeenkomst. Deze Conventie wordt overeenkomstig Artikel 6(3)(c), door de Raad goedgekeurd.

Artikel 17 Geschillen

1. Elk geschil tussen Lidstaten, of tussen een of meer Lidstaten en het Centrum, betreffende de uitlegging of de toepassing van deze Conventie, met inbegrip van het in Artikel 16 bedoelde Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten, of betreffende één der in Artikel 24 van dit Protocol bedoelde gevallen, dat niet door de goede diensten van de Raad kan worden bijgelegd, wordt op verzoek van één der partijen bij het geschil, gericht aan de andere partij, voorgelegd aan een scheidsgerecht, gevormd overeenkomstig lid 2, eerste alinea, tenzij de partijen onderling binnen een termijn van drie maanden overeenstemming bereiken over een andere wijze van regeling.

2. Elk der partijen bij het geschil, ongeacht of deze door een of meer Lidstaten wordt gevormd, wijst binnen twee maanden na de datum van ontvangst van het in lid 1 bedoelde verzoek een lid van het scheidsgerecht aan. Deze leden wijzen binnen twee maanden nadat het tweede lid is aangewezen, een derde lid aan als Voorzitter van het gerecht; deze kan geen onderdaan zijn van een Lidstaat die partij is bij het geschil. Indien een der drie leden niet binnen de gestelde termijn is aangewezen, wordt dit lid op verzoek van één der partijen aangewezen door de President van het Internationaal Gerechtshof.

Het scheidsgerecht besluit met meerderheid van stemmen. Zijn besluiten zijn bindend voor de partijen bij het geschil. Elke partij draagt de uitgaven die betrekking hebben op het door haar aangewezen lid van het scheidsgerecht en de lasten van haar vertegenwoordiging bij de procesvoering voor het scheidsgerecht. De partijen bij het geschil dragen in gelijke delen de uitgaven die betrekking hebben op de voorzitter van het scheidsgerecht en de overige uitgaven, tenzij het scheidsgerecht anders beslist. Het scheidsgerecht stelt zijn overige regels voor de procesvoering vast.

Artikel 18 Wijzigingen aan de Conventie

1. Elke Lidstaat kan aan de Directeur-Generaal voorstellen tot wijziging van deze Conventie doen. De Directeur-Generaal deelt de overige Lidstaten deze voorstellen ten minste drie maanden vóór hun behandeling door de Raad mede. De Raad behandelt deze voorstellen en kan, overeenkomstig Artikel 6(3)(m), de Lidstaten aanbevelen de voorgestelde wijzigingen te aanvaarden.

2. De door de Raad aanbevolen wijzigingen kunnen door de Lidstaten slechts schriftelijk worden aanvaard. Zij treden in werking dertig dagen nadat de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie de laatste schriftelijke kennisgeving van aanvaarding heeft ontvangen.

Artikel 19 Opzegging van de Conventie

1. Aan het einde van een termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze Conventie, kan deze door elke Lidstaat worden opgezegd door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie. De opzegging gaat in aan het einde van het tweede boekjaar, volgende op het jaar in de loop waarvan de kennisgeving is gedaan.

2. De Lidstaat die de Conventie heeft opgezegd, blijft gehouden bij te dragen in de financiering van alle verplichtingen die door het Centrum zijn aangegaan vóór deze opzegging in werking treedt, en de verplichtingen na te komen die hij zelf als Lidstaat vóór de opzegging in werking treedt ten aanzien van het Centrum heeft aangegaan.

3. Een Lidstaat die deze Conventie heeft opgezegd, verliest zijn rechten op het vermogen van het Centrum en moet dit, onder de overeenkomstig Artikel 6(2)(i) door de Raad vastgestelde voorwaarden, elk verlies van het Centrum aan goederen op het grondgebied van die Staat vergoeden, tenzij er een bijzondere overeenkomst wordt gesloten waarbij door het Centrum het gebruik van deze goederen wordt gewaarborgd.

Artikel 20 Niet-nakoming van verplichtingen

Aan een Lidstaat die de uit deze Conventie voortvloeiende verplichtingen niet nakomt kan, bij besluit van de Raad overeenkomstig Artikel 6(1)(c), het lidmaatschap worden ontnomen. Het bepaalde in Artikel 19(2) en (3) is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21 Ontbinding van het Centrum

1. Tenzij de Raad anders besluit overeenkomstig Artikel 6(2)(j) wordt het Centrum ontbonden indien de opzegging van de Conventie door een of meer Lidstaten ertoe leidt dat de bijdragen van de overige Lidstaten met een vijfde van hun aanvankelijke hoogte stijgen.

2. Behalve in het in lid 1 genoemde geval, kan het Centrum te allen tijde door de Raad worden ontbonden overeenkomstig Artikel 6(1)(d).

3. In geval van ontbinding van het Centrum, wijst de Raad een liquidatieorgaan aan.

Tenzij de Raad anders besluit overeenkomstig Artikel 6(2)(j), worden de activa verdeeld over de Staten die op het tijdstip van de ontbinding lid zijn, en wel naar rato van de bijdragen die zij werkelijk hebben gestort sinds zij partij zijn bij deze Conventie.

Indien er een passief bestaat, komt dit naar rato van de bijdragen die zijn vastgesteld voor het lopende boekjaar ten laste van de Lidstaten.

Artikel 22 Inwerkingtreding

1. Deze Conventie staat tot en met 11 april 1974 bij het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen open voor ondertekening door de Europese Staten die in de bijlage zijn vermeld.

2. Zij dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd in het archief van het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen.

3. Deze Conventie treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand, volgende op de dag waarop zij door ten minste tweederde van de ondertekenende Staten, waaronder de Staat op welks grondgebied de zetel van het Centrum is gevestigd, is bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd, mits het geheel van de bijdragen dezer Staten overeenkomstig de bijdrageschaal zoals deze is opgenomen in de bijlage, ten minste 80 % van het totaal der bijdragen bedraagt.

4. Voor elke andere ondertekenende Staat treedt deze Conventie in werking op de eerste dag van de tweede maand, volgende op de dag waarop zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring is nedergelegd.

Artikel 23 Toetreding van Staten

1. Na inwerkingtreding van deze Conventie, kan een Staat die geen ondertekenaar is toetreden tot de Conventie behoudens de goedkeuring van de Raad overeenkomstig Artikel 6(1)(b). Een Staat die wenst toe te treden tot deze Conventie stelt de Directeur-Generaal overeenkomstig op de hoogte en laatstgenoemde bericht de Lidstaten over het verzoek ten minste drie maanden alvorens dit bij de Raad wordt ingediend voor een besluit. De Raad bepaalt de bepalingen en voorwaarden van toetreding van de desbetreffende Staat, overeenkomstig Artikel 6(1)(b).

2. De akten van toetreding worden gedeponeerd in de archieven van het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Unie. Voor elke toetredende Staat treedt deze Conventie in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum van deponering van de akten van toetreding.

Artikel 24 Kennisgeving van ondertekening en aanverwante zaken

De Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie doet de ondertekenende en toetredende Staten mededeling van

  • a. elke ondertekening van deze de Conventie;

  • b. de nederlegging van elke akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding;

  • c. de inwerkingtreding van deze Conventie;

  • d. elke schriftelijke kennisgeving van de aanvaarding van een wijziging van deze Conventie;

  • e. de goedkeuring en inwerkingtreding van enige wijziging;

  • f. elke opzegging van deze Conventie of het verlies van het lidmaatschap van het Centrum.

Zodra deze Conventie en enige wijziging hieraan in werking treedt, registreert de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie deze bij het Secretariaat-Generaal van de Verenigde Naties, overeenkomstig Artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties.

Artikel 25 Het eerste boekjaar

1. Het eerste boekjaar loopt van de datum van inwerkingtreding van deze Conventie tot en met de 31e december daaropvolgend. Indien dit boekjaar in het tweede halfjaar begint, loopt het tot en met de 31e december van het volgende jaar.

2. De Staten die deze Conventie hebben ondertekend, maar nog niet hebben bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd, kunnen zich gedurende een tijdvak van twaalf maanden, te rekenen van de datum van inwerkingtreding van deze Conventie, op de vergaderingen van de Raad doen vertegenwoordigen en zonder stemrecht aan zijn werkzaamheden deelnemen. Dit tijdvak kan volgens de procedure van Artikel 6(3) door de Raad met een periode van zes maanden worden verlengd.

3. Tijdens zijn eerste vergadering wijst de Wetenschappelijk Adviescommissie, door loting de negen leden van het Comité aan wier ambtstermijn overeenkomstig Artikel 7(1), verstrijkt na het eerste, na het tweede en na het derde jaar van werking van de Commissie.

Artikel 26 Deponering van Conventie

Deze Conventie, en alle wijzigingen daarvan, opgesteld in één exemplaar in het Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans, Deens, Fins, Iers, Grieks, Noors, Portugees, Spaans, Zweeds en Turks, zijnde de teksten gelijkelijk authentiek, wordt gedeponeerd in de archieven van het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Unie, die een gewaarmerkt afschrift zal sturen naar de regering van elke ondertekenende of toetredende Staat.


Bijlage

Voorlopige schaal van bijdragen

De onderstaande schaal is uitsluitend bedoeld ter uitvoering van Artikel 22(2) van de Conventie. Deze loopt op geen enkele wijze vooruit op de beslissingen te nemen door de Raad krachtens Artikel 13(1) van de Conventie aangaande toekomstige schalen van bijdragen.

Landen die deelnamen aan het ontwerp van de Conventie %

België 3,25

Denemarken 1,98

Bondsrepubliek Duitsland 21,12

Spanje 4,16

Frankrijk 19,75

Griekenland 1,18

Ierland 0,50

Italië 11,75

Joegoslavië 1,65

Luxemburg 0,12

Nederland 3,92

Noorwegen 1,40

Oostenrijk 1,81

Portugal 0,79

Zwitserland 2,63

Finland 1,33

Zweden 4,19

Turkije 1,81

Verenigd Koninkrijk 16,66


Amending Protocol

Amendments to the Convention establishing the European Centre for Medium-Range Weather Forecasts

The Council of the European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF, the Centre) in accordance with Article 18(1) of the ECMWF Convention recommends the Member States to accept the following amendments to the Convention establishing the European Centre for Medium-Range Weather Forecasts:

In the Dutch, French, German, and Italian versions the mention of paragraphs/sub-paragraphs has been replaced in the entire Convention by citing the respective numbers/letters in brackets only.

In the Dutch version, the word ‘Overeenkomst’ has been replaced by ‘Conventie’ throughout the document.

In the Dutch version, the words ‘Lid-Staat’ and ‘Lid-Staten’ have been replaced by ‘Lidstaat’ and ‘Lidstaten’ throughout the document.

In the Dutch version, the word ‘artikel’ has been replaced by ‘Artikel’ throughout the document.

In the Dutch version, the words ‘paragraaf’ and ‘alinea’ have been replaced by ‘lid’ throughout the document and the words ‘paragrafen’ and ‘alinea’s’ by ‘leden’.

In the Dutch version, the word ‘begrotingsjaar’ has been replaced by ‘boekjaar’ throughout the document.

The phrase ‘‘The States Parties to this Convention’’ is added before the Considerata.

The Considerata are replaced by the following:

‘‘Acknowledging that weather-related threats to life and health, and to economy and property, are increasingly important;

Convinced that the improvement of medium-range weather forecasts contributes to the protection and safety of the population;

Convinced further that the scientific and technical research carried out for this purpose provides a valuable stimulus to the development of meteorology in Europe;

Considering that, to achieve this purpose and these objectives, resources on a scale exceeding those normally practicable at national level are needed;

Noting the importance for the European economy of a considerable improvement in medium-range weather forecasts;

Reaffirming that the establishment of an autonomous European centre with international status is the appropriate means to attain this purpose and these objectives;

Convinced that the Centre can make valuable contributions to developing the scientific basis for environmental monitoring;

Noting that such a centre can also assist in the post-university training of scientists;

Assuring that the activities of such a centre will, moreover, make a necessary contribution to certain programmes of the World Meteorological Organization (WMO) and to other relevant agencies;

Considering the importance that the establishment of such a centre can have for the development of European industry in the field of data processing;

Realizing the will to widen the membership of the Centre to more States;’’.

The paragraph: ‘‘have decided to establish . . . [together with the list of plenipotentiaries] . . . found in good and true form’’ is removed.

In the Dutch version, the sentence ‘‘Overeenkomst hebben Bereikt Omtrent de Volgende Bepalingen:’ has been replaced by ‘komen het volgende overeen:’

Article 1

Article 1 is given a title: ‘‘Establishment, Council, Member States, Headquarters, Languages’’.

Article 1(2): The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’. In the Italian version, the expression ‘‘Comitato consultivo scientifico’’ is replaced by ‘‘Comitato Scientifico Consultivo’’ and the expression ‘‘Comitato finanziario’’ by ‘‘Comitato Finanze’’. In the Dutch version, the expression ‘een Wetenschappelijk Raadgevend Comité’ has been replaced by ‘een Wetenschappelijke Adviescommissie’ and the expression ‘Financieel Comité’ by’ Financiële Commissie’.

Article 1(5) is given an additional phrase ‘‘... unless otherwise decided by the Council in accordance with Article 6(1)(g).’’

Article 1(6) is amended to read:

‘‘6. The official languages of the Centre shall be the official languages of the Member States.

Its working languages shall be English, French and German.

The Council shall determine the extent to which the official and working languages shall respectively be used in accordance with Article 6(2)(l).’’

Article 2

Article 2 is given a title: ‘‘The purposes, objectives and activities’’.

A new Article 2(1) is inserted:

‘‘1. The primary purposes of the Centre are the development of a capability for medium-range weather forecasting and the provision of medium-range weather forecasts to the Member States’’.

The re-numbered Article 2(2) is introduced by the sentence ‘‘The objectives of the Centre shall be’’.

Article 2(1)(a) is replaced by 2(2)(a):

  • ‘‘a)  to develop, and operate on a regular basis, global models and data-assimilation systems for the dynamics, thermodynamics and composition of the Earth’s fluid envelope and interacting parts of the Earth-system, with a view to:

    • (i) preparing forecasts by means of numerical methods;

    • (ii) providing initial conditions for the forecasts; and

    • (iii) contributing to monitoring the relevant parts of the Earth-system;’’

Article 2(1)(b) is deleted.

Article 2(1)(c) is re-numbered 2(2)(b).

Article 2(1)(d) is replaced by 2(2)(c):

  • ‘‘c)  to collect and store appropriate data;’’.

    Article 2(1)(e) is replaced by 2(2)(d):

  • ‘‘d)  to make available to the Member States, in the most appropriate form, the results provided for in (a) and (b) and the data referred to in (c);’’.

Article 2(1)(f) is replaced by 2(2)(e):

  • ‘‘e)  to make available to the Member States for their research, priority being given to the field of numerical weather forecasting, a sufficient proportion of its computing capacity, such proportion being determined by the Council;’’.

Article 2(1)(g) is re-numbered 2(2)(f). In the English version, the word ‘‘Organisation’’ is replaced by the word ‘‘Organization’’. In the Dutch version, the expression ‘Meteorologische Wereldorganisatie’ is replaced by ‘Wereld Metereorologische Organisatie’.

Article 2(1)(h) is replaced by Article 2(2)(g):

  • ‘‘g)  to assist in advanced training for the scientific staff of the Member States in the field of numerical weather forecasting.’’

Article 2(2) is replaced by Article 2(3):

‘‘3. The Centre shall establish and operate the installations necessary for the achievement of the purposes defined in paragraph 1 and the objectives defined in paragraph 2.’’

Article 2(3) is re-numbered 2(4).

A new Article 2(5) is inserted:

‘‘5. The Centre may carry out activities requested by third parties that are in line with the purposes and objectives of the Centre and that are approved by the Council in accordance with Article 6(2)(g). The cost of such activities shall be borne by the third party concerned.’’

A new Article 2(6) is inserted:

‘‘6. The Centre may carry out Optional Programmes in accordance with Article 11(3).’’

Article 3

Article 3 is given a title: ‘‘Co-operation with other entities’’.

Article 3(1): In the Dutch version, the word ‘doeleinden’ is replaced by ‘doelstellingen’.

Article 3(2): The introductory phrase is amended to read ‘‘The Centre may conclude co-operation agreements to that end’’.

Article 3(2)(a): The reference to Article 6(1)(e) is amended to ‘‘Article 6(1)(e) or 6(3)(j)’’.

Article 3(2)(b): The reference to Article 6(3)(k) is amended to Article 6(3)(j). In the Dutch version, the word ‘organisaties’ is replaced by ‘instanties’

A new Article 3(2)(c) is added:

  • ‘‘c)  with national scientific and technical agencies of non-Member States under the conditions laid down in Article 6(1)(e).’’

Article 4

Article 4 is given a title: ‘‘The Council’’.

Article 4(2): In the English version, the word ‘‘Organisation’’ is replaced by the word ‘‘Organization’’. In the Dutch version, the expression ‘nationale weerkundige dienst’ is replaced by ‘nationale meteorologische dienst’ and the expression ‘Meteorologische Wereldorganisatie’ by ‘Wereld Meteorologische Organisatie’.

Article 4(5): The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.

Article 4(6): In the Dutch version, the expression ‘comités van raadgevende aard’ is replaced by ‘adviescommissies’.

Article 5

Article 5 is given a title: ‘‘Voting at Council’’.

Article 5(2): The reference to Article 6(3)(m) is replaced by Article 6(3)(l).

Artikel 5(4) vertaling

Article 6

Article 6 is given a title ‘‘Voting majorities’’.

Article 6(1)(b): The phrase ‘‘admission of new Members’’ is replaced by ‘‘accession of States’’, and the word ‘‘admissions’’ is replaced by the word ‘‘accessions’’.

Article 6(1)(e) is amended to read:

  • ‘‘e)  authorise the Director-General to negotiate co-operation agreements with non-Member States and with their national scientific and technical agencies; it may authorise the Director-General to conclude such agreements;’’.

A new Article 6(1)(g) is inserted:

  • ‘‘g)  decide on any transfer of the ECMWF headquarters, in accordance with Article 1(5).’’

Article 6(2)(b): The word ‘‘approve’’ is replaced by ‘‘endorse’’. The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.

A new Article 6(2)(c) is inserted:

  • ‘‘c)  adopt, subject to paragraph 1(a), the programme of the activities of the Centre, in accordance with Article 11(1)’’.

Remaining sub-articles are re-numbered.

Re-numbered Article 6(2)(d): The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.

New Articles 6(2)(e), (f), (g) and (h) are inserted:

  • ‘‘e)  adopt the Procedure for Optional Programmes in accordance with Article 11(3);

  • f) adopt individual Optional Programmes in accordance with Article 11(3);

    g) approve activities requested by third parties in accordance with Article 2(5);

  • h) decide on the distribution policy for the Centre’s products and other results of its work.’’,

and remaining sub-articles are re-numbered.

New Article 6(2)(l) is inserted:

  • ‘‘l)  determine, in accordance with Article 1(6), the extent to which the official and working languages shall respectively be used.’’;

Article 6(3)(d): The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.

Article 6(3)(e): In the Dutch version, the expression ‘financiële commissarisen’ is replaced by ‘accountants’.

Article 6(3)(f): The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.

Article 6(3)(g): In the Italian version, the expression ‘‘Comitato consultivo scientifico’’ is replaced by ‘‘Comitato Scientifico Consultivo’’. In the Dutch version, the expression ‘het Wetenschappelijk Raadgevend Comité’ is replaced by ‘de Wetenschappelijke Adviescommissie’.

Original Article 6(3)(i) is deleted and remaining sub-articles re-numbered.

Re-numbered Article 6(3)(i): The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.In the Dutch version, the expression ‘‘verslag van de financiële commissarissen’’ is replaced by ‘‘accountantsrapport’’.

Re-numbered Article 6(3)(j) to read:

  • ‘‘j)  shall authorise the Director-General to negotiate co-operation agreements with Member States, with their national scientific and technical agencies, and with governmental or non-governmental international scientific and technical organisations whose activities are related to the objectives of the Centre; it may authorise the Director-General to conclude such agreements;’’.

Re-numbered Article 6(3)(k): 15(1) and (2) are amended to read 15(2) and (3).

A new Article 6(3)(o) is inserted:

  • ‘‘o)  shall adopt the Long-term Strategy of the Centre in accordance with Article 11(2).’’

Article 7

Article 7 is given a title: ‘‘The Scientific Advisory Committee’’.

Article 7(1): The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’. In the English version, the word ‘‘Organisation’’ is replaced by ‘‘Organization’’. In the Italian version, the expression ‘‘Comitato consultivo scientifico’’ is replaced by ‘‘Comitato Scientifico Consultivo’’. In the Dutch version, the expression ‘het Wetenschappelijk Raadgevend Comité’ is replaced by ‘de Wetenschappelijke Adviescommissie’ and ‘het Comité’ by ‘de Commissie’ and the expression ‘Meteorologische Wereldorganisatie’ by ‘Wereld Meteorologische Organisatie’.

Article 7(2): The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’ in two places.

Article 8

Article 8 is given a title: ‘‘The Finance Committee’’.

Article 8(1): In the Italian version, the expression ‘‘Comitato finanziario’’ is replaced by ‘‘Comitato Finanze’’. In the Dutch version, the expression ‘het Financiële Comité’ is replaced by ‘de Financiële Commissie’ and ‘het Comité’ by ‘de Commissie’.

Article 8(1)(b) is amended to read:

  • ‘‘b)  representatives of the other Member States, appointed by them for a period of one year; each of these States may not be represented on the Committee more than twice in succession. The number of these representatives shall be one-fifth of the number of the other Member States.’’

Article 9

Article 9 is given a title: ‘‘The Director-General’’.

Article 9(1): The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’ in two places.

Article 9(2): The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.

Article 9(2)(c) is given the additional phrase ‘‘... and a Long-term Strategy ...’’. In the Italian version, the expression ‘‘Comitato consultivo scientifico’’ is replaced by ‘‘Comitato Scientifico Consultivo’’. In the Dutch version, the expression ‘het Wetenschappelijk Raadgevend Comité’ is replaced by ‘de Wetenschappelijke Adviescommissie’.

Article 9(2)(g): The reference to Article 6(3)(k) is amended to Article 6(3)(j). In the Dutch version, the word ‘doeleinden’ is replaced by ‘doelstellingen’.

Article 9(3):The word ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director- General’’.

Article 10

Article 10 is given a title: ‘‘The Staff’’.

Article 10(3): In the Dutch version, the word ‘organisaties’ is replaced by ‘instanties’.

Article 10(4): In the English version, the word ‘‘Comptroller’’ is replaced by ‘‘Controller’’. In the Dutch version, the word ‘‘financiële controleur’’ is replaced by ‘‘Controller’’.

Article 10(6): ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.

Article 10(7): ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’ in two places.

Article 11

Article 11 is given a title: ‘‘The Programme of Activities, the Long-term Strategy and Optional Programmes’’.

Existing paragraphs are grouped together as Article 11(1).

Article 11(1): ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’. The reference to Article 6(3)(i) is amended to Article 6(2)(c) in two places.

New Articles 11(2) and (3) are inserted:

‘‘2. A Long-term Strategy of the Centre shall be prepared at times and for periods as decided by the Council. Its preparation shall be considered by Council at least every five years. The Long-term Strategy shall contain a view of the Centre’s strategic goals and indicate the direction foreseen for the development of the Centre’s work for the duration of the Strategy.

The Strategy shall be adopted by the Council acting on a proposal from the Director-General in accordance with Article 6(3)(o).

3. An Optional Programme is a Programme proposed by a Member State or group of Member States in which all Member States participate apart from those that formally declare themselves to be non-participating States and which contributes to the purposes and objectives of the Centre in accordance with Articles 2(1) and 2(2).

  • a) The procedure for Optional Programmes shall be adopted by the Council in accordance with Article 6(2)(e).

  • b) Individual Optional Programmes shall be adopted by the Council in accordance with Article 6(2)(f).’’

Article 12

Article 12 is given a title: ‘‘The Budget’’.

Article 12(3): The word ‘‘approve’’ is amended to read ‘‘endorse’’.

Article 12(4)(b): ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.

Article 12(5): ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.

Article 13:

Article 13 is given a title: ‘‘The Contributions of Member States’’.

Article 13(1): The phrase ‘‘gross national product’’ is replaced by ‘‘gross national income’’.

Article 13(2): The phrase ‘‘gross national product’’ is replaced by ‘‘gross national income’’

Article 14

Article 14 is given a title: ‘‘The Audit’’.

Artikel 14:In the Dutch version, the expression ‘financiële commissarissen’ is replaced by ‘accountants’ in four places.

Article 14(2): In the Italian version, the expression ‘‘Comitato finanziario’’ is replaced by ‘‘Comitato Finanze’’. In the Dutch version, the expression ‘het Financieel Comité’ is replaced by ‘de Financiële Commissie’.

Article 14(3): ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’.

Article 15

Article 15 is given a title: ‘‘Property rights and licences’’.

A new Article 15(1) is inserted:

‘‘1. ECMWF shall have world-wide exclusive ownership of all its products and other results of its activities.’’,

and the remaining three articles are re-numbered.

Re-numbered Article 15(3): The reference to paragraph 1 is amended to paragraph 2.

Re-numbered Article 15(4): The reference to paragraph 1 is amended to paragraph 2 and the reference to Article 6(3)(l) to Article 6(3)(k).

Article 16

Article 16 is given a title: ‘‘Privileges and immunities, and liabilities’’.

Article 17

Article 17 is given a title: ‘‘Disputes’’.

Article 18

Article 18 is given a title: ‘‘Amendments to the Convention’’.

Article 18(1): ‘‘Director’’ is replaced by ‘‘Director-General’’ in two places, and the reference to Article 6(3)(n) is amended to Article 6(3)(m).

Article 18(2): The phrase ‘‘European Communities’’ is amended to ‘‘European Union’’.

Article 19

Article 19 is given a title: ‘‘Denunciation of the Convention’’.

Article 19(1): The phrase ‘‘European Communities’’ is amended to ‘‘European Union’’.

Article 19(2): The phrase ‘‘takes effect’’ is inserted in two places after the word ‘‘denunciation’’.

Article 19(3): The reference to Article 6(2)(d) is amended to Article 6(2)(i).

Article 20

Article 20 is given a title: ‘‘Non-fulfilment of obligations’’.

Article 21

Article 21 is given a title: ‘‘Dissolution of the Centre’’.

Article 21(1): The reference to Article 6(2)(e) is amended to Article 6(2)(j).

Article 21(3): The reference to Article 6(2)(e) is amended to Article 6(2)(j).

Article 22

Article 22 is given a title: ‘‘Entry into force’’.

Article 23

Article 23 is given a title: ‘‘Accession of States’’.

Paragraphs are numbered.

Articles 23(1) and (2) are amended to read:

‘‘1. After the entry into force of this Convention, any State which is not a Signatory may accede to this Convention, subject to the consent of the Council acting in accordance with Article 6(1)(b). A State that wishes to accede to this Convention shall notify the Director-General accordingly and the latter shall inform the Member States of the request at least three months before it is submitted to the Council for decision. The Council shall determine the terms and conditions for the accession of the State in question, in conformity with Article 6(1)(b).

2. Instruments of accession shall be deposited in the archives of the General Secretariat of the Council of the European Union. For each acceding State, this Convention shall enter into force on the first day of the second month following the deposit of its instrument of accession.’’

Article 24

Article 24 is given a title: ‘‘Notification of signatures and related matters’’.

The reference to ‘‘European Communities’’ is amended to ‘‘European Union’’.

Article 24(e) is amended to read:

  • ‘‘e) the adoption and entry into force of any amendment;’’.

The last paragraph of Article 24 is amended to read:

‘‘As soon as this Convention enters into force and any amendments to it enter into force, the Secretary-General of the Council of the European Union shall register them with the General Secretariat of the United Nations, in accordance with Article 102 of the Charter of the United Nations.’’

Article 25

Article 25 is given a title: ‘‘The first Financial Year’’.

Article 25(3): In the Italian version, the expression ‘‘Comitato consultivo scientifico’’ is replaced by ‘‘Comitato Scientifico Consultivo’’. In the Dutch version, the expression ‘Wetenschappelijke Raadgevend Comité’ is replaced by ‘Wetenschappelijke Adviescommissie’.

Article 26

Article 26 is given a title: ‘‘Deposit of Convention’’.

Article 26 is amended to read:

‘‘This Convention, and all amendments to it, drawn up in a single original in Dutch, English, French, German, Italian, Danish, Finnish, Irish, Greek, Norwegian, Portuguese, Spanish, Swedish and Turkish, all texts being equally authentic, shall be deposited in the archives of the General Secretariat of the Council of the European Union, which shall transmit a certified copy to the Government of each signatory or acceding State’’.


Protocol on the privileges and immunities of the european centre for medium-range weather forecasts

The Protocol is amended by replacing the word ‘‘Director’’ by ‘‘Director-General’’ throughout the Protocol.


Amended Convention

Establishing the European Centre for Medium-Range Weather Forecasts

The States Parties to this Convention:

Acknowledging that weather-related threats to life and health, and to economy and property, are increasingly important;

Convinced that the improvement of medium-range weather forecasts contributes to the protection and safety of the population;

Convinced further that the scientific and technical research carried out for this purpose provides a valuable stimulus to the development of meteorology in Europe;

Considering that, to achieve this purpose and these objectives, resources on a scale exceeding those normally practicable at national level are needed;

Noting the importance for the European economy of a considerable improvement in medium-range weather forecasts;

Reaffirming that the establishment of an autonomous European centre with international status is the appropriate means to attain this purpose and these objectives;

Convinced that such a centre can make valuable contributions to developing the scientific basis for environmental monitoring;

Noting that such a centre can also assist in the post-university training of scientists;

Assuring that the activities of such a centre will, moreover, make a necessary contribution to certain programmes of the World Meteorological Organization (WMO) and to other relevant agencies;

Considering the importance that the establishment of such a centre can have for the development of European industry in the field of data processing;

Realizing the will to widen the membership of such a centre to more States;

have agreed as follows:

Article 1 Establishment, Council, Member States, Headquarters, Languages

1. A European Centre for Medium-Range Weather Forecasts, hereinafter referred to as ‘‘the Centre’’, is hereby established.

2. The organs of the Centre shall be the Council and the Director-General. The Council shall be assisted by a Scientific Advisory Committee and a Finance Committee. Each organ and committee shall carry out its functions within the limits and conditions laid down in this Convention.

3. The members of the Centre, hereinafter referred to as ‘‘Member States’’, shall be the States parties to this Convention.

4. The Centre shall have legal personality in the territory of each Member State. It shall in particular have the capacity to contract, to acquire and dispose of movable and immovable property and to be party to legal proceedings.

5. The Headquarters of the Centre shall be at Shinfield Park near Reading (Berkshire), in the territory of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland, unless otherwise decided by the Council in accordance with Article 6(1)(g).

6. The official languages of the Centre shall be the official languages of the Member States.

Its working languages shall be English, French and German.

The Council shall determine the extent to which the official and working languages shall respectively be used in accordance with Article 6(2)(l).

Article 2 The purposes, objectives and activities

1. The primary purposes of the Centre are the development of a capability for medium-range weather forecasting and the provision of medium-range weather forecasts to the Member States.

2. The objectives of the Centre shall be:

  • a) to develop, and operate on a regular basis, global models and data-assimilation systems for the dynamics, thermodynamics and composition of the Earth’s fluid envelope and interacting parts of the Earth-system, with a view to:

    • (i) preparing forecasts by means of numerical methods;

    • (ii) providing initial conditions for the forecasts; and

    • (iii) contributing to monitoring the relevant parts of the Earth-system;

  • b) to carry out scientific and technical research directed towards improving the quality of these forecasts;

  • c) to collect and store appropriate data;

  • d) to make available to the Member States, in the most appropriate form, the results provided for in (a) and (b) and the data referred to in (c);

  • e) to make available to the Member States for their research, priority being given to the field of numerical weather forecasting, a sufficient proportion of its computing capacity, such proportion being determined by the Council;

  • f) to assist in implementing programmes of the World Meteorological Organization;

  • g) to assist in advanced training for the scientific staff of the Member States in the field of numerical weather forecasting.

3. The Centre shall establish and operate the installations necessary for the achievement of the purposes defined in paragraph 1 and the objectives defined in paragraph 2.

4. As a general rule, the Centre shall publish or otherwise make available under the conditions laid down by the Council, the scientific and technical results of its activities, inasmuch as these results are not covered by Article 15.

5. The Centre may carry out activities requested by third parties that are in line with the purposes and objectives of the Centre and that are approved by the Council in accordance with Article 6(2)(g). The cost of such activities shall be borne by the third party concerned.

6. The Centre may carry out Optional Programmes in accordance with Article 11(3).

Article 3 Co-operation with other entities

1. In order to obtain its objectives, the Centre shall co-operate to the largest extent possible, in accordance with international meteorological traditions, with the Governments and national agencies of the Member States, with States which are not members of the Centre and with governmental or non-governmental international scientific and technical organisations whose activities are related to its objectives.

2. The Centre may conclude co-operation agreements to that end:

  • a) with States under the conditions laid down in Article 6(1)(e) or 6(3)(j),

  • b) with the national scientific and technical agencies of the Member States and with the international organisations referred to in paragraph 1, under the conditions laid down in Article 6(3)(j),

  • c) with national scientific and technical agencies of non-Member States under the conditions laid down in Article 6(1)(e).

3. The co-operation agreements referred to in paragraph 2 may make part of the Centre’s computing capacity available only to public agencies of the Member States.

Article 4 The Council

1. The Council shall have the powers and shall adopt the measures necessary to implement this Convention.

2. The Council shall be composed of not more than two representatives from each Member State, one of whom should be a representative of his national meteorological service. These representatives may be assisted at Council meetings by advisers.

A representative of the World Meteorological Organization shall be invited to take part in the work of the Council as an observer.

3. The Council shall elect from among its members a President and a Vice-President who shall be appointed for one year and who may not be re-elected more than twice in succession.

4. The Council shall meet at least once a year. It shall be convened at the request of the President or at the request of at least one third of the Member States. Meetings of the Council shall be held at the Headquarters of the Centre unless the Council decides otherwise in exceptional cases.

5. The President and Vice-President may call on the assistance of the Director-General in the performance of their duties.

6. The Council may set up advisory committees and shall determine the composition and duties thereof.

Article 5 Voting at Council

1. The presence of the representatives of the majority of Member States entitled to vote shall be necessary to constitute a quorum at meetings of the Council.

2. Each Member State shall have one vote in the Council. A Member State shall lose its right to vote in the Council if the amount of its unpaid contributions exceeds the amount of the contributions due from it, under Article 13, for the current financial year and for the preceding financial year. The Council, acting in accordance with Article 6(3)(l), may nevertheless authorise the Member State to vote.

3. Between meetings of the Council, the Council may dispose of any matter which is urgent by means of a postal vote. In such cases, the majority of the Member States entitled to vote shall constitute the quorum.

4. In determining unanimity and the various majorities provided for in this Convention, only votes cast for or against a decision and, in cases where the Council acts in accordance with the procedure laid down in Article 6(2), the financial contributions of the Member States taking part in the vote, shall be taken into account.

Article 6 Voting majorities

1. The Council, acting unanimously, shall:

  • a) fix the ceiling of expenditure for implementing the programme of the activities of the Centre over the five years following the entry into force of this Convention;

  • b) decide on the accession of States, in accordance with Article 23, and lay down the conditions for such accessions in accordance with Article 13(3);

  • c) decide, in accordance with Article 20, on the withdrawal of membership from a State, that State not participating in the vote on this matter;

  • d) decide on the dissolution of the Centre, in accordance with Article 21(1) and (2);

  • e) authorise the Director-General to negotiate co-operation agreements with non-Member States and with their national scientific and technical agencies; it may authorise the Director-General to conclude such agreements;

  • f) conclude, with one or more of the Member States, in accordance with Article 22 of the Protocol on Privileges and Immunities provided for in Article 16, any additional agreements for the purpose of implementing that Protocol;

  • g) decide on any transfer of the ECMWF Headquarters, in accordance with Article 1(5).

2. The Council, acting by a majority of two-thirds of the Member States, and provided that the sum of the contributions from these States represents at least two-thirds of the total contributions to the budget of the Centre, shall:

  • a) adopt the Financial Regulations of the Centre;

  • b) adopt, in accordance with Article 12(3), the annual budget and the table of the staff requirements of the Centre annexed thereto and, if necessary, supplementary or rectifying budgets, and endorse the overall estimates of expenditure and revenue for the next three financial years; if the Council has not yet adopted the budget, it shall authorise the Director-General to incur expenditure and make payments, within a given month, exceeding the limit provided for in the first subparagraph of Article 12(5);

  • c) adopt, subject to paragraph 1(a), the programme of the activities of the Centre, in accordance with Article 11(1);

  • d) acting on a proposal from the Director-General, take decisions concerning any immovable property and equipment whose acquisition or renting by the Centre involves considerable expenditure;

  • e) adopt the Procedure for Optional Programmes in accordance with Article 11(3);

  • f) adopt individual Optional Programmes in accordance with Article 11(3);

  • g) approve activities requested by third parties in accordance with Article 2(5);

  • h) decide on the distribution policy for the Centre’s products and other results of its work

  • i) decide on the measures to be taken in the event of denunciation of this Convention within the meaning of Article 19;

  • j) decide that the Centre shall not be dissolved in the event of denunciation of this Convention within the meaning of Article 21(1), the denouncing Member States not taking part in the vote of this matter;

  • k) determine, in accordance with Article 21(3), the conditions for winding up the Centre in the event of its dissolution;

  • l) determine, in accordance with Article 1(6), the extent to which the official and working languages shall respectively be used.

3. The Council, acting by a majority of two-thirds:

  • a) shall adopt its Rules of Procedure;

  • b) shall adopt the Staff Regulations and the scale of the staff salaries of the Centre and shall determine the nature of the additional benefits the staff shall enjoy and the rules for granting them; it shall also determine the rights of officials regarding industrial property rights and copyright relating to work done by them in the course of their duties;

  • c) shall approve the agreement to be concluded, in accordance with Article 16, between the Centre and the State in whose territory the Headquarters of the Centre are located;

  • d) shall appoint the Director-General of the Centre and his deputy for a period not exceeding five years, their appointments being renewable one or more times, for a period not exceeding five years each time;

  • e) shall determine the number of auditors, the length of their appointment, the amount of their remuneration, and shall appoint them in accordance with Article 14(2);

  • f) may terminate or suspend the appointment of the Director-General or his deputy, account being taken of the provisions of the Staff Regulations which are applicable to them;

  • g) shall approve the Rules of Procedure of the Scientific Advisory Committee in accordance with Article 7(4);

  • h) shall adopt the scale of financial contributions of the Member States in accordance with Article 13(1) and (3) and shall decide to reduce temporarily the contribution of a Member State because of special circumstances in that State, in accordance with Article 13(2);

  • i) shall consider annually the accounts of the previous financial year, together with the balance sheet of the assets and liabilities of the Centre, after taking note of the auditors’ report, and shall give a discharge to the Director in respect of the implementation of the budget;

  • j) shall authorise the Director-General to negotiate co-operation agreements with Member States, with their national scientific and technical agencies, and with governmental or non-governmental international scientific and technical organisations whose activities are related to the objectives of the Centre; it may authorise the Director-General to conclude such agreements;

  • k) shall determine the conditions under which licences granted to the Member States pursuant to Article 15(2) and (3) may be extended to applications other than weather forecasting;

  • l) shall decide, in the case provided for in Article 5(2), that a Member State may retain the right to vote, the Member State in question not taking part in the vote on this matter;

  • m) shall recommend to Member States, in accordance with Article 18, amendments to this Convention;

  • n) shall determine, in accordance with Article 17 of the Protocol on Privileges and Immunities provided for in Article 16, the categories of staff members to which Articles 13 and 15 of that Protocol shall apply, in whole or in part, and the categories of experts to which Article 14 of that Protocol shall apply;

  • o) shall adopt the Long-term Strategy of the Centre in accordance with Article 11(2).

4. When a special majority is not specified, the Council shall act by a simple majority.

Article 7 The Scientific Advisory Committee

1. The Scientific Advisory Committee shall be composed of twelve members appointed in their personal capacity by the Council for a period of four years. The Committee shall be renewed by one quarter every year. Each member may be appointed for only two terms of office in succession.

A representative of the World Meteorological Organization shall be invited to take part in the work of the Committee.

The members of the Committee shall be selected from among the scientists of the Member States and shall represent as broad a range as possible of the disciplines relating to the activities of the Centre. The Director-General shall submit a list of candidates to the Council.

2. The Committee shall draw up, for submission to the Council, opinions and recommendations on draft programme of the activities of the Centre drawn up by the Director-General and on any matter submitted to it by the Council. The Director-General shall keep the Committee informed concerning the implementation of the programme. The Committee shall give opinions on the results obtained.

3. The Committee may invite experts, in particular persons belonging to services using the Centre, to take part in its work when there are specific problems to be solved.

4. The Committee shall draw up its Rules of Procedure. These Rules of Procedure shall enter into force after approval by the Council acting in accordance with Article 6 (3)(g).

Article 8 The Finance Committee

1. The Finance Committee shall be composed of

  • a) one representative of each of the four Member States paying the highest contributions;

  • b) representatives of the other Member States, appointed by them for a period of one year; each of these States may not be represented on the Committee more than twice in succession. The number of these representatives shall be one-fifth of the number of the other Member States.

2. Under the conditions laid down in the Financial Regulations, the Committee shall draw up, for submission to the Council, opinions and recommendations on all financial matters submitted to the Council and shall exercise the financial powers delegated to it by the Council.

Article 9 The Director-General

1. The Director-General shall be the chief executive officer of the Centre. He shall represent the Centre in dealings with third parties. He shall be responsible to the Council for the execution of the tasks assigned to the Centre. He shall take part, without the right to vote, in all meetings of the Council.

The Council shall appoint the person who is to act as Director-General ad interim.

2. The Director-General shall:

  • a) take all measures necessary for the proper functioning of the Centre;

  • b) exercise the powers accorded to him under the Staff Regulations, subject to Article 10(4);

  • c) submit to the Council the draft programme of the activities and a Long-term Strategy of the Centre, together with the opinions and recommendations of the Scientific Advisory Committee;

  • d) prepare and implement the budget of the Centre in accordance with the Financial Regulations;

  • e) keep a precise record of all the revenue and expenditure of the Centre in accordance with the Financial Regulations;

  • f) submit annually for the approval of the Council, the accounts relating to the implementation of the budget and the balance sheet of assets and liabilities, drawn up in each case in accordance with the Financial Regulations, and the report on the activities of the Centre;

  • g) conclude, in accordance with Article 6(1)(e) and Article 6(3)(j), the co-operation agreements necessary for attaining the objectives of the Centre.

3. In carrying out his tasks, the Director-General shall be assisted by the other staff of the Centre.

Article 10 The Staff

1. Subject to the second subparagraph, the staff of the Centre shall be subject to the Staff Regulations adopted by the Council acting in accordance with Article 6 (3)(b).

If the terms of employment of a staff member of the Centre do not fall under these Staff Regulations, they shall be subject to the law applicable in the State in which the person concerned carries out his duties.

2. The recruitment of staff shall be based on personal qualifications, account being taken of the international character of the Centre. No post may be reserved for nationals of a particular Member State.

3. The Centre may employ staff from national agencies of the Member States seconded to the Centre for a specified period.

4. The Council shall approve the appointment and dismissal of officials in the upper grades defined in the Staff Regulations, and of the Financial Controller and his deputy.

5. Disputes arising out of the implementation of the Staff Regulations or the execution of the contracts of employment of the staff shall be settled in accordance with the Staff Regulations.

6. Every person who works at the Centre shall be subject to the authority of the Director-General and shall conform with all the general rules approved by the Council.

7. Each Member State shall be required to respect the international character of the responsibilities of the Director-General and the other officials of the Centre. In the performance of their duties, the Director-General and the other officials shall neither seek nor accept instructions from any Government or authority outside the Centre.

Article 11 The Programme of Activities, the Long-term Strategy and Optional Programmes

1. The programme of activities of the Centre shall be adopted by the Council acting on a proposal from the Director-General in accordance with Article 6(2)(c).

The programme shall cover, in principle, a four-year period and shall be adapted and supplemented each year for an additional period of one year. It shall fix the ceiling of expenditure for the duration of the programme and shall contain, in addition, an estimate of the expenditure arising out of its implementation in respect of each year and each major category.

The ceiling of expenditure may only be amended in accordance with the procedure laid down in Article 6(2)(c).

2. A Long-term Strategy of the Centre shall be prepared at times and for periods as decided by the Council. Its preparation shall be considered by Council at least every five years. The Long-term Strategy shall contain a view of the Centre’s strategic goals and indicate the direction foreseen for the development of the Centre’s work for the duration of the Strategy.

The Strategy shall be adopted by the Council acting on a proposal from the Director-General in accordance with Article 6(3)(o).

3. An Optional Programme is a Programme proposed by a Member State or group of Member States in which all Member States participate apart from those that formally declare themselves to be non-participating States and which contributes to the purposes and objectives of the Centre in accordance with Articles 2(1) and 2(2).

  • a) The procedure for Optional Programmes shall be adopted by the Council in accordance with Article 6(2)(e).

  • b) Individual Optional Programmes shall be adopted by the Council in accordance with Article 6(2)(f).

Article 12 The Budget

1. The budget of the Centre shall be drawn up for each financial year before the beginning of that year, under the conditions laid down in the Financial Regulations.

The expenditure of the Centre shall be met from the financial contributions of the Member States and any other revenue of the Centre.

The revenue and expenditure shown in the budget shall be in balance. The budget shall be drawn up in the currency of the State in which the Headquarters of the Centre are located.

2. All expenditure and revenue of the Centre shall be the subject of detailed estimates to be drawn up for each financial year and shall be shown in the budget.

Commitment appropriations relating to a period extending beyond the financial year may be authorised under the conditions laid down in the Financial Regulations.

In addition, an overall estimate of expenditure and revenue in each major category for the next three financial years shall be drawn up.

3. The Council, acting in accordance with Article 6(2)(b), shall adopt the budget for each financial year and the table of the posts of the Centre annexed thereto and any supplementary or rectifying budgets and endorse the overall estimate of expenditure and revenue for the next three financial years.

4. The adoption of the budget by the Council shall:

  • a) oblige each Member State to make available to the Centre the financial contributions determined in the budget;

  • b) authorise the Director-General to enter into commitments and make payments within the limits of the appropriations authorised for these purposes.

5. If the budget has not been adopted by the Council by the beginning of a financial year, the Director-General may, each month, enter into commitments and make payments in each chapter up to one twelfth of the appropriations in the budget of the preceding financial year, provided that he shall not have at his disposal appropriations in excess of one-twelfth of those provided for in the draft budget.

Member States shall pay each month, on a provisional basis and in accordance with the scale provided for in Article 13, the amounts necessary for the application of the first subparagraph.

6. The budget shall be implemented under the conditions laid down in the Financial Regulations.

Article 13 The Contributions of Member States

1. Each Member State shall pay an annual contribution to the Centre, in convertible currency, based on the scale which shall be adopted every three years by the Council acting in accordance with Article 6(3)(h). This scale shall be based on the average gross national income of each Member State over the last three calendar years for which there are statistics.

2. The Council, acting in accordance with Article 6(3)(h), may decide to reduce temporarily the contribution of a Member State because of special circumstances in that State. Special circumstances shall in particular be considered to exist where a Member State has a per capita gross national income lower than an amount which shall be determined by the Council acting in accordance with the procedure laid down in Article 6(3).

3. If, after the entry into force of this Convention, a State becomes a party to this Convention, the scale of contributions shall be modified by the Council according to the basis for calculation laid down in paragraph 1. The new scale shall take effect when the State concerned becomes a party to this Convention.

A State which becomes a party to this Convention after 31 December of the year during which it enters into force shall be required to pay, in addition to the contribution laid down in paragraph 1, a single additional contribution to the expenditure previously incurred by the Centre. The amount of this additional contribution shall be determined by the Council, acting in accordance with the procedure laid down in Article 6(1).

Unless the Council decides otherwise, acting in accordance with the procedure laid down in Article 6(1), any additional contribution paid pursuant to the second subparagraph shall be deducted from the contributions of the other Member States. This reduction shall be calculated on a pro rata basis according to the contributions actually paid by each Member State prior to the current financial year.

4. If, after the entry into force of this Convention, a State ceases to be a party to this Convention, the scale of contributions shall be modified by the Council according to the basis for calculation laid down in paragraph 1. The new scale shall take effect when the State concerned ceases to be a party to this Convention.

5.The methods of payment of the contributions shall be determined in the Financial Regulations.

Article 14 The Audit

1. The accounts of all revenue and expenditure shown in the budget and the balance sheet of the assets and liabilities of the Centre shall, under the conditions laid down in the Financial Regulations, be submitted for audit to auditors whose independence is beyond doubt. The purpose of the audit, which shall be based on records and if necessary performed on the spot, shall be to establish that all revenue has been received and all expenditure incurred in a lawful and regular manner and that the financial management of the Centre has been sound. The auditors shall submit a report on the annual accounts to the Council.

2. The Council, acting on a proposal from the Finance Committee in accordance with Article 6(3)(e), shall determine the number of auditors, the length of their appointment, the amount of their remuneration, and shall appoint them.

3. The Director-General shall give the auditors any information and assistance needed for the audit referred to in paragraph 1.

Article 15 Property rights and licences

1. ECMWF shall have world-wide exclusive ownership of all its products and other results of its activities.

2. Each Member State shall be granted, free of charge, for its own requirements in the field of weather forecasting, a non-exclusive licence and any other non-exclusive right of use, in respect of industrial property rights, computer programs and technological information which result from work carried out pursuant to this Convention and which belong to the Centre.

3. Where the Centre does not possess the rights referred to in paragraph 2, it shall attempt to obtain the necessary rights, under the conditions determined by the Council.

4. The conditions under which the licences referred to in paragraph 2 may be extended to applications other than weather forecasting shall be the subject of a decision of the Council acting in accordance with Article 6(3)(k).

Article 16 Privileges and immunities, and liabilities

1. The privileges and immunities which the Centre, the representatives of the Member States, the staff and the experts of the Centre enjoy in the territories of the Member States shall be determined in a protocol which shall be annexed to this Convention and which shall form an integral part thereof, and in an agreement to be concluded between the Centre and the State in whose territory the Headquarters of the Centre are located. This agreement shall be approved by the Council acting in accordance with Article 6(3)(c).

Article 17 Disputes

1. Any dispute between Member States or between one or more Member States and the Centre concerning the interpretation or application of this Convention, including the Protocol on the Privileges and Immunities provided for in Article 16 or relating to one of the cases provided for in Article 24 of that Protocol, which can not be settled by the good offices of the Council shall, on a request made by one party to the dispute to the other, be referred to an arbitration tribunal, set up in accordance with the first subparagraph of paragraph 2, unless the parties to the dispute agree within three months on another form of settlement.

2. Each party to the dispute, whether constituted by one or more Member States, shall appoint one member of the arbitration tribunal within two months from the date on which the request referred to in paragraph 1 is received. These members shall, within two months of the appointment of the second member, appoint a third member who shall be the chairman of the tribunal, and who shall not be a national of a State which is a party to the dispute. If the appointment of any of the three members of the tribunal has not been made within the prescribed period, it shall be made by the President of the International Court of Justice at the request of one of the parties.

The arbitration tribunal shall take decisions by a majority. Its decisions shall bind the parties to the dispute. Each party shall bear the costs of the member of the tribunal appointed by it and those relating to its representation at proceedings before the tribunal. Each party to the dispute shall bear an equal share of the costs relating to the chairman of the tribunal and any other expenses, unless the tribunal decides otherwise. The tribunal shall determine its other rules of procedure.

Article 18 Amendments to the Convention

1. Each Member State may transmit proposals for amending this Convention to the Director-General. The Director-General shall submit such proposals to the other Member States at least three months before they are to be examined by the Council. The Council shall examine the proposals and may, acting in accordance with Article 6(3)(m), recommend the Member States to accept the proposed amendments.

2. Amendments recommended by the Council may only be accepted by the Member States in writing. They shall enter into force thirty days after receipt by the Secretary-General of the Council of the European Union of the last written notification of acceptance.

Article 19 Denunciation of the Convention

1. Any Member State may denounce this Convention after it has been in force for five years by giving notice to the Secretary-General of the Council of the European Union. Denunciation shall take effect at the end of the second financial year following the year during which notice is given.

2. A Member State which has denounced this Convention shall remain bound to contribute towards financing all commitments entered into by the Centre before such denunciation takes effect and to respect the obligations which it contracted itself as a Member State vis-à-vis the Centre before the denunciation takes effect.

3. A Member State which has denounced this Convention shall lose its rights to the assets of the Centre and must indemnify the Centre, under the conditions laid down by the Council acting in accordance with Article 6(2)(i), for any loss for the Centre of property in the territory of such a State, unless a special agreement is concluded guaranteeing the Centre the use of such property.

Article 20 Non-fulfilment of obligations

Any Member State which does not fulfil its obligations under this Convention may be deprived of its membership by a decision of the Council acting in accordance with Article 6(1)(c). In such an event Article 19(2) and (3) shall be applicable mutatis mutandis.

Article 21 Dissolution of the Centre

1. Unless the Council acting in accordance with Article 6(2)(j) decides otherwise, the Centre shall be dissolved if denunciation of this Convention by one or more Member State results in the levels of contributions of the other Member States being increased by one-fifth over their initial levels.

2. In addition to the case referred to in paragraph 1, the Centre may be dissolved at any time by the Council acting in accordance with Article 6(1)(d).

3. In the event of dissolution of the Centre, the Council shall appoint a liquidator.

Unless the Council acting in accordance with Article 6(2)(j) decides otherwise, any surplus shall be distributed among the Member States at the time of dissolution on a pro rata basis according to the contributions actually paid by them during the time in which they have been parties to this Convention.

Any deficit shall be met by the Member States on a pro rata basis according to their contributions fixed for the current financial year.

Article 22 Entry into force

1. This Convention shall be open for signature by the European States mentioned in the Annex until 11 April 1974 at the General Secretariat of the Council of the European Communities.

2. It shall be subject to ratification, acceptance or approval. The instruments of ratification, acceptance or approval shall be deposited in the archives of the General Secretariat of the Council of the European Communities.

3. This Convention shall enter into force on the first day of the second month following the date of its ratification, acceptance or approval by no less than two-thirds of the signatory States, including the State in whose territory the Headquarters of the Centre are located, provided that the total contributions by these States amounts to a least 80 per cent of the total contributions in accordance with the scale contained in the Annex.

4. For any other signatory State, this Convention shall enter into force on the first day of the second month following the date of the deposit of its instrument of ratification, acceptance or approval.

Article 23 Accession of States

1. After the entry into force of this Convention, any State which is not a Signatory may accede to this Convention, subject to the consent of the Council acting in accordance with Article 6(1)(b). A State that wishes to accede to this Convention shall notify the Director-General accordingly and the latter shall inform the Member States of the request at least three months before it is submitted to the Council for decision. The Council shall determine the terms and conditions for the accession of the State in question, in conformity with Article 6(1)(b).

2. Instruments of accession shall be deposited in the archives of the General Secretariat of the Council of the European Union. For each acceding State, this Convention shall enter into force on the first day of the second month following the deposit of its instrument of accession.

Article 24 Notification of signatures and related matters

The Secretary-General of the Council of the European Union shall notify the signatory and acceding States of:

  • a) any signature to this Convention;

  • b) the deposit of all instruments of ratification, acceptance, approval or accession;

  • c) the entry into force of this Convention;

  • d) any written notification of acceptance of an amendment to this Convention;

  • e) the adoption and entry into force of any amendment;

  • f) any denunciation of this Convention or loss of membership of the Centre.

As soon as this Convention enters into force and any amendments to it enter into force, the Secretary-General of the Council of the European Union shall register them with the General Secretariat of the United Nations, in accordance with Article 102 of the Charter of the United Nations.

Article 25 The first Financial Year

1. The first financial year shall run from the entry into force of this Convention until 31 December following. In the event of this period beginning during the second half of a calendar year, it shall run until 31 December of the following year.

2. States which have signed this Convention but have not ratified, accepted or approved it may be represented at meetings of the Council and take part in its work without the right to vote for a period of twelve months after the entry into force of this Convention. This period may be extended for a further period of six months by the Council, acting in accordance with the procedure laid down in Article 6(3).

3. At its first meeting the Scientific Advisory Committee shall determine, by drawing lots, the nine members of the Committee whose terms of office shall expire, in accordance with the first subparagraph of Article 7(1), at the end of the first, second and third years of operation of the Committee.

Article 26 Deposit of Convention

This Convention, and all amendments to it, drawn up in a single original in the Dutch, English, French, German, Italian, Danish, Finnish, Greek, Irish, Norwegian, Portuguese, Spanish, Swedish and Turkish languages, all texts being equally authentic, shall be deposited in the archives of the General Secretariat of the Council of the European Union, which shall transmit a certified copy to the Government of each signatory or acceding State.


Annex

Provisional scale of contributions

The scale given below is intended exclusively for the purposes of implementing Article 22(2) of the Convention. It in no way prejudices any decisions to be taken by the Council pursuant to Article 13(1) of the Convention, concerning future scales of contributions.

Countries which took part in the drafting of the Convention %

Belgium 3.25

Denmark 1.98

Federal Republic of Germany 21.12

Spain 4.16

France 19.75

Greece 1.18

Ireland 0.50

Italy 11.75

Yugoslavia 1.65

Luxembourg 0.12

Netherlands 3.92

Norway 1.40

Austria 1.81

Portugal 0.79

Switzerland 2.63

Finland 1.33

Sweden 4.19

Turkey 1.81

United Kingdom 16.66


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1975, 128.


Het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.

E. PARTIJGEGEVENS

Overeenkomst van 1973

Zie Trb. 1974, 7.

PartijOnder-tekeningRatificatieType1)InwerkingOpzeggingBuitenwerking
België11-10-7329-07-75R01-11-75  
Denemarken11-10-7319-06-74R01-11-75  
Duitsland11-10-7329-09-75R01-11-75  
Finland11-10-7322-07-75R01-11-75  
Frankrijk11-10-7322-08-75R01-11-75  
Griekenland11-10-7320-07-76R01-09-76  
Ierland11-10-7331-01-75R01-11-75  
Italië11-10-7331-07-77R01-09-77  
Joegoslavië (< 25-06-1991)11-10-7302-04-75R01-11-75  
Luxemburg 13-05-02T01-07-02  
Nederlanden, het Koninkrijk der (voor Nederland)11-10-7326-09-74R01-11-75  
Noorwegen 29-11-88T01-01-89  
Oostenrijk22-01-7428-10-75R01-12-75  
Portugal11-10-7326-11-75R01-01-76  
Spanje11-10-7321-10-74R01-11-75  
Turkije 16-03-76T01-05-76  
Verenigd Koninkrijk, het11-10-7318-07-75R01-11-75  
Zweden11-10-7314-08-74R01-11-75  
Zwitserland11-10-7324-04-74R01-11-75  

1) O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

Protocol tot wijziging van 2005

Aanvaarding is voorzien in artikel 18, tweede lid, van de Overeenkomst.

PartijOnder-tekeningRatificatieType1)InwerkingOpzeggingBuitenwerking
Denemarken 17-03-06R   
Finland 12-07-05R   
Noorwegen 23-06-06R   

1) O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1975, 128.


De bepalingen van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst zullen ingevolge artikel 18, tweede lid, van de Overeenkomst in werking treden dertig dagen nadat de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie de laatste schriftelijke kennisgeving van aanvaarding heeft ontvangen van de partijen bij de Overeenkomst.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 1974, 7 en 1975, 128.

Verwijzingen

Titel:Handvest van de Verenigde Naties;San Francisco, 26 juni 1945
Laatste Trb. :Trb. 2006, 130
Titel:Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal; Parijs, 18 april 1951
Laatste Trb. :Trb. 2002, 145
Titel:Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap; Rome, 25 maart 1957
Laatste Trb. :Trb. 2004, 120
Titel:Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie Rome, 25 maart 1957
Laatste Trb. :Trb. 2004, 121
Titel:Verdrag van de Wereld Meteorologische Organisatie; Washington, 11 oktober 1947
Laatste Trb. :Trb. 1995, 258
Titel:Statuut van het Internationaal Gerechtshof; San Francisco, 26 juni 1945
Laatste Trb. :Trb. 1997, 106

Uitgegeven de tiende november 2006

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT


XNoot
1

De Deense, de Duitse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Ierse, de Italiaanse, de Noorse, de Portugese, de Spaanse, de Turkse en de Zweedse tekst zijn niet afgedrukt.

Naar boven