A. TITEL

Maasverdrag;

Gent, 3 december 2002

B. TEKST

De Nederlandse en de Franse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2003, 75.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 16 november 2004 (Kamerstukken II 2004/2005, 29 885, nr. 1) is het Verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Verkeer en Waterstaat K. M. H. PEIJS en de Minister van Buitenlandse Zaken B. R. BOT.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 23 december 2004.

E. PARTIJGEGEVENS

PartijOnder-tekeningRatificatieType1)InwerkingOpzeggingBuitenwerking
België03-12-0212-10-05R01-12-06  
Duitsland03-12-0201-08-05R01-12-06  
Frankrijk03-12-0208-07-05R01-12-06  
Luxemburg03-12-0205-10-06R01-12-06  
Nederlanden, het Koninkrijk der (voor Nederland)03-12-0210-02-05R01-12-06  

1) O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

Verklaringen, voorbehouden en bezwaren

Nederlanden, het Koninkrijk der, 3 december 2002

... Het Koninkrijk der Nederlanden verklaart dat artikel 5, vierde lid, tweede alinea, van het onderhavige verdrag geen precedent vormt voor de toekenning van stemrecht in toekomstige verdragen met het Koninkrijk België en één of meer Belgische Gewesten dan wel bij de wijzigingen van de besluitvormingsbepalingen van het onderhavige verdrag.

...Het Koninkrijk der Nederlanden verklaart dat artikel 8 van het onderhavige verdrag geen belemmering vormt voor partijen om een geschil over de uitlegging of toepassing van het onderhavige verdrag voor te leggen aan een internationaalrechtelijke instantie of arbitraal tribunaal indien de bij het geschil betrokken partijen de rechtsmacht daarvan hebben aanvaard.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 10, eerste en derde lid, van het Verdrag op 1 december 2006 in werking treden.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, zal het Verdrag alleen voor Nederland gelden.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2003, 75.

Verbanden

Het onderhavige Verdrag strekt tot opheffing en vervanging van het volgende Verdrag, dat nooit in werking is getreden:

Titel:Verdrag inzake de bescherming van de Maas; Charleville-Mézières, 26 april 1994
Laatste Trb. :Trb. 1994, 149
Het onderhavige Verdrag strekt tot uitvoering van:
Titel:Richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het Waterbeleid (Kaderrichtlijn Water); Brussel, 23 oktober 2000
Tekst:Pb. EG L 327 van 22/12/2000, blz. 1-73
   
Verwijzingen
   
Titel:Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap; Rome, 25 maart 1957
Laatste Trb. :Trb. 2004, 120
   
Titel:Verdrag betreffende de Europese Unie; Maastricht, 7 februari 1992
Laatste Trb. :Trb. 2004, 122
   
Titel:Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren; Helsinki, 17 maart 1992
Laatste Trb. :Trb. 2005, 93

Uitgegeven de zevende november 2006

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT

Naar boven