A. TITEL

Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen; (met Aanhangsels)

Boekarest, 6 juni 1995

B. TEKST

De Nederlandse en Franse tekst van de Overeenkomst, met Aanhangsels, zijn geplaatst in Trb. 1995, 155.

De Nederlandse tekst van een notawisseling ter uitvoering van artikel 5 is geplaatst in rubriek J van Trb. 1995, 155.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 15 november 1999 (Kamerstukken II 1999/2000 26 890, nr. 1) is de Overeenkomst, met Aanhangsels, in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Justitie A. H. KORTHALS en de Minister van Buitenlandse Zaken J. J. VAN AARTSEN.

In een brief gedateerd 15 december 1999 heeft de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de Minister van Buitenlandse Zaken medegedeeld dat 33 leden van de Kamer de wens te kennen hadden gegeven dat de Overeenkomst, met Aanhangsels, aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zou worden onderworpen (vergelijk Kamerstukken II 1999/2000, 26 890, nr. 2).

Artikel 1 van de Wet van 13 december 2000 (Stb. 2001, 52) luidt als volgt:

„Artikel 1

De op 6 juni 1995 te Boekarest tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en de Regering van Roemenië, anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen, waarvan de Franse en Nederlandse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 1995, 155, wordt goedgekeurd voor Nederland.’’

Deze Wet is gecontrasigneerd door de Minister van Justitie A. H. KORTHALS en de Minister van Buitenlandse Zaken J. J. VAN AARTSEN.

Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie Kamerstukken II 1999/2000, 26 890; Hand. II 2000/2001 nr. 24, blz. 1871 en 1872; Kamerstukken I 1999/2000, 26 890 nr. 77 en 2000/2001 nr. 120; Hand. I 2000/2001, blz. 404.

E. PARTIJGEGEVENS

Zie Trb. 1995, 155.

PartijOnder-tekeningRatificatieType1)InwerkingOpzeggingBuitenwerking
België06-06-9529-04-03R01-10-06  
Luxemburg06-06-9503-08-06R01-10-06  
Nederlanden, het Koninkrijk der (voor Nederland)06-06-9529-05-01R01-10-06  
Roemenië06-06-9508-11-95R01-10-06  

1) O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de Overeenkomst, met Aanhangsels, zijn ingevolge artikel 7 op 1 oktober 2006 in werking getreden.

Het Verdrag is ingevolge artikel 7 voor het Koninkrijk der Nederlanden op 1 oktober 2006 in werking getreden.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het Verdrag alleen voor Nederland.

J. VERWIJZINGEN

Voor verwijzingen en andere verdragsgegevens zie Trb. 1995, 155.

Verbanden

Titel:Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie
Laatste Trb. :Trb. 2002, 10

Uitgegeven de twintigste oktober 2006

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT

Naar boven