A. TITEL
Notawisseling houdende een verdrag tot verlenging van het verdrag tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake de status van
Nederlandse militairen en Nederlands burgerpersoneel, aanwezig in Suriname
in verband met training en opleiding;
Paramaribo, 26 augustus 2004
B. TEKST
De tekst van het in de nota’s vervatte verdrag is geplaatst in Trb. 2004,
243.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 2004, 243 en Trb. 2006, 79.
Het in de nota’s vervatte verlengingsverdrag, opgenomen in rubriek
H hieronder, behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel e, van de Rijkswet goedkeuring
en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 2004, 243 en Trb. 2006, 79.
Het verdrag, waarvan de geldigheid op 26 augustus 2006 zou aflopen, blijft,
ingevolge het gestelde in de eerste en tweede alinea van de in rubriek H hieronder
opgenomen nota Nr. I en de één na laatste alinea van nota Nr.
II, van kracht voor een volgende periode van twaalf maanden.
Het verlengingsverdrag opgenomen in rubriek H hieronder, is ingevolge
het in de op één na laatste alinea van nota Nr. I en Nr. II
gestelde in werking getreden op 11 augustus 2006.
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het verlengingsverdrag
alleen voor Nederland.
H. VERLENGING
Bij notawisseling van 11 augustus 2006 is een verdrag tot stand gekomen
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname waarin het
Verdrag van 26 augustus 2004, waarvan de geldigheid op 26 augustus 2006 zou
aflopen, met een periode van een jaar wordt verlengd. De tekst van deze nota’s
luidt als volgt:
Nr. I
Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden
Paramaribo, 18 juli 2006
PRM-CDP/2006/233
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Suriname
biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname haar
complimenten aan, en heeft de eer voor te stellen het op 26 augustus 2004
te Paramaribo tot stand gekomen verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en de Republiek Suriname inzake de status van Nederlandse militairen en Nederlands
burgerpersoneel, aanwezig in Suriname in verband met training en opleiding,
dat laatstelijk per notawisseling van 8 april 2005/11 januari 2006 verlengd
werd tot 26 augustus 2006, opnieuw te verlengen met een periode van één
jaar. Het verdrag zal in werking blijven tot 26 augustus 2007.
Indien het voorgaande aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek
van Suriname, heeft de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden de eer
voor te stellen dat deze nota en de antwoordnota van het Ministerie een verdrag
zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname,
dat in werking zal treden op de datum van ontvangst van de antwoordnota van
de Republiek Suriname.
De Ambassade maakt gaarne van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie
van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname de hernieuwde verzekering
harer bijzondere hoogachting te betuigen.
Ministerie van Buitenlandse Zaken
van de Republiek Suriname
Protocol
PARAMARIBO
Nr. II
Ministerie van Buitenlandse Zaken
van de Republiek Suriname
Paramaribo, 11 augustus 2006
No. 8695
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname biedt
de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft
de eer de ontvangst te bevestigen van de nota van de Ambassade van 18 juli
2006, kenmerk PRM-CDP/2006/233, waarvan de inhoud als volgt luidt:
(Zoals in Nr. I)
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname heeft
de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden mede te delen dat de
Regering van de Republiek Suriname het voorstel zoals vervat in bovengenoemde
nota van de Ambassade aanvaardt en voorts, dat de nota van de Ambassade tezamen
met de antwoordnota een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de
Republiek Suriname zal vormen, dat in werking zal treden op de datum van ontvangst
van deze antwoordnota.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname maakt
van deze gelegenheid gebruik de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden
te verzekeren van haar gevoelens van de meeste hoogachting.
Aan: De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden
Paramaribo
J. VERWIJZINGEN
Zie Trb. 2004, 243.
In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring
en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald
dat het Verdrag zal zijn bekendgemaakt in Nederland op de dag na de datum
van uitgifte van dit Tractatenblad.