A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de binnenvaart; (met Protocol van ondertekening)

’s-Gravenhage, 26 september 1991

B. TEKST

De Nederlandse en de Duitse tekst van de Overeenkomst en het Protocol zijn geplaatst in Trb. 1991, 161.


Op 23 februari 2005 en 6 september 2005 heeft een notawisseling plaatsgevonden houdende een verdrag tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de binnenvaart. De teksten van de nota’s luiden als volgt:

Nr. I

Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden

Wenen, 23 februari 2005

Verdr-binsch/05 NL

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer, onder verwijzing naar de resultaten van de vijfde en zesde vergadering van de Nederlands-Oostenrijkse Gemengde Commissie voor de binnenvaart, in het kader van de herziening van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de binnenvaart van 26 september 1991 de volgende wijzigingen aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Oostenrijk voor te stellen:

Het jaartal „1990’’ in artikel 1, eerste lid, alinea b, wordt doorgehaald.

De woorden „Staatshuishouding en Verkeer’’ in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, worden vervangen door „Verkeer, Innovatie en Technologie’’.

De onderdelen c en e van artikel 1, tweede lid, worden doorgehaald. Onderdeel d wordt hierdoor c.

Het gedeelte van artikel 2 beginnend met „, uit de Herziene Rijnvaartakte’’ en eindigend met „in hun huidige en toekomstige versies’’ wordt vervangen door „en uit de Herziene Rijnvaartakte van 1868 met bijhorende aanvullende protocollen alsmede uit de desbetreffende bepalingen van de Europese Unie’’.

Na de woorden „Vervoer door derden is’’ in artikel 6 wordt „– voor zover hierop de desbetreffende bepalingen van de Europese Unie niet van toepassing zijn –’’ ingevoegd.

Het gedeelte van het oude artikel 9 (het nieuwe artikel 7), tweede lid, beginnend met „Voor de scheepvaart’’ en eindigend met „de bevoegde autoriteiten’’ wordt vervangen door „In gevallen waarop de desbetreffende bepalingen van de Europese Unie niet van toepassing zijn, zullen de bevoegde autoriteiten voor de scheepvaart op waterwegen als bedoeld in artikel 3 – uitgezonderd de Rijn en de Donau –’’.

De artikelen 7, 8, 10 en 11 worden doorgehaald.

De artikelen 9 en 12 tot en met 17 worden vernummerd tot de artikelen 7 en 8 tot en met 13.

In de artikelen 3 en 12 wordt „7 en 8’’ doorgehaald.

In artikel 5 wordt „artikel 13’’ vervangen door „artikel 9’’.

In het oude artikel 13 (het nieuwe artikel 9), tweede lid, onderdeel b, wordt „in de artikelen 6 en 7’’ vervangen door „in artikel 6’’.

In het oude artikel 13 (het nieuwe artikel 9), tweede lid, onderdeel c, wordt de komma vervangen door „en’’ en wordt „en op de toepassing van de artikelen 10 en 11’’ doorgehaald.

In het oude artikel 14 (het nieuwe artikel 10) wordt „de artikelen 6, 7 en 13, derde lid’’ vervangen door „de artikelen 6 en 9, derde lid’’.

Voorts attendeert de Ambassade het Ministerie op de volgende toelichting bij de wijzigingen van de artikelen 2 en 6 en van het nieuwe artikel 7.

Artikel 2: Voor zover in deze Overeenkomst rechten en plichten voor Nederlandse en Oostenrijkse schepen respectievelijk ondernemingen worden geregeld welke onderwerp van de Verordeningen (EEG) Nr. 3921/91 en (EG) Nr. 1356/96 zijn, worden de schepen respectievelijk ondernemingen die aan de voorwaarden van bedoelde verordeningen voldoen, gelijkgesteld aan bovengenoemde schepen respectievelijk ondernemingen.

Artikel 6: Dit artikel is niet van toepassing op schepen die door ondernemingen overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) Nr. 1356/96 worden geëxploiteerd.

Het nieuwe artikel 7: Bij de tenuitvoerlegging van het tweede en derde lid van dit artikel zijn op documenten en attesten die op het schip en de leiding van het schip betrekking hebben, de Richtlijnen Nr. 76/135/EEG, Nr. 82/714/EEG, Nr. 91/672/EEG en Nr. 96/50/EG in hun huidige en toekomstige versies van toepassing.

Indien deze wijzigingen voor de Republiek Oostenrijk aanvaardbaar zijn, stelt de Ambassade voor, dat deze nota en de bevestigende antwoordnota tezamen een verdrag vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk, dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop beide Verdragspartijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat aan de voor de inwerkingtreding vereiste constitutionele formaliteiten is voldaan.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Oostenrijk opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken

van de Republiek Oostenrijk

Afd. III.6B

Minoritenplatz 8

1014 Wenen


Nr. I

Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden

Wien, am 23. Februar 2005

Verdr-binsch/-05

Die Botschaft des Königreichs der Niederlande beehrt sich, dem Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten der Republik Österreich mit Bezug auf die Ergebnisse der 5. und 6. Sitzung des niederländisch-österreichischen Gemischten Ausschusses für die Binnenschifffahrt im Rahmen der Revision des niederländisch-österreichischen Vertrags über die Binnenschifffahrt vom 26. September 1991 folgende Änderungen vorzuschlagen:

Die Jahreszahl »1990« in Artikel 1 Absatz 1 Buchstabe b wird gestrichen.

Die Worte »öffentliche Wirtschaft und Verkehr« in Artikel 1 Absatz 1 Buchstabe c werden durch »Verkehr, Innovation und Technologie« ersetzt.

Die Buchstaben c und e des Artikels 1 Absatz 2 werden gestrichen. Buchstabe d wird dadurch zu Buchstabe c.

Der Teil von Artikel 2, der mit », der Revidierten Rheinschifffahrtsakte« beginnt und mit »gültigen Fassungen« endet, wird durch »und der Revidierten Rheinschifffahrtsakte von 1868 und ihrer Zusatzprotokolle sowie aus den einschlägigen Bestimmungen der Europäischen Union« ersetzt.

Nach den Worten »Drittverkehr ist« in Artikel 6 wird »– soweit er nicht durch die einschlägigen Bestimmungen der Europäischen Union erfasst wird-« eingefügt.

Der Teil des alten Artikels 9 (neuen Artikels 7) Absatz 2, der mit »Für die Schifffahrt« beginnt und mit »die zuständigen Behörden« endet, wird durch »In nicht durch die einschlägigen Bestimmungen der Europäischen Union erfassten Fällen werden die zuständigen Behörden für die Schifffahrt auf Wasserstrassen im Sinne des Artikels 3 – ausgenommen Rhein und Donau –« ersetzt.

Die Artikel 7, 8, 10 und 11 werden gestrichen.

Die Artikel 9 und 12 bis 17 werden in Artikel 7 und 8 bis 13 umnummeriert.

In den Artikeln 3 und 12 wird »sowie 7 und 8« gestrichen.

In Artikel 5 wird »Artikel 13« ersetzt durch »Artikel 9«.

Im alten Artikel 13 (neuen Artikel 9) Absatz 2 Buchstabe b wird »und 7« gestrichen.

Im alten Artikel 13 (neuen Artikel 9) Absatz 2 Buchstabe c wird das Komma durch »und« ersetzt und wird »und die Anwendung der Artikel 10 und 11« gestrichen.

Im alten Artikel 14 (neuen Artikel 10) wird »den Artikeln 6, 7 und 13 Abs. 3« durch »den Artikeln 6 und 9 Abs. 3» ersetzt.

Des Weiteren macht die Botschaft das Ministerium auf folgende Erläuterung zu den Änderungen der Artikel 2 und 6 und des neuen Artikels 7 aufmerksam.

Artikel 2: Soweit in diesem Vertrag Rechte und Pflichten für niederländische und österreichische Schiffe bzw. Unternehmen geregelt werden, die Gegenstand der Verordnungen (EWG) Nr. 3921/91 und (EG) Nr. 1356/96 sind, sind die Schiffe bzw. Unternehmen, die den Bedingungen dieser Verordnungen entsprechen, den vorgenannten gleichgestellt.

Artikel 6: Dieser Artikel ist nicht auf Schiffe anzuwenden, die von Unternehmen gemäss Artikel 2 der Verordnung (EG) Nr. 1356/96 betrieben werden.

Neuer Artikel 7: In Vollziehung der Absätze 2 und 3 dieses Artikels sind für Urkunden und Bescheinigungen, die sich auf das Schiff und die Schiffsführung beziehen, die Richtlinien Nr. 76/135/EWG, Nr. 82/714/EWG, Nr. 91/672/EWG und Nr. 96/50/EG in ihren jeweils gültigen Fassungen anzuwenden.

Wenn diese Änderungen für die Republik Österreich annehmbar sind, schlägt die Botschaft vor, dass diese Note und die bestätigende Antwort darauf gemeinsam einen Vertrag zwischen dem Königreich der Niederlande und der Republik Österreich darstellt, welches am ersten Tag des zweiten Monats nach dem Datum, an dem die beiden Vertragsstaaten einander davon in Kenntnis gesetzt haben, dass die Erfordernisse nach ihren jeweiligen verfassungsrechtlichen Verfahren erfüllt worden sind, in Kraft tritt.

Die Botschaft des Königreichs der Niederlande benutzt diesen Anlass, das Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten der Republik Österreich erneut ihrer ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten

Abt. III.6B

Minoritenplatz 8

1014 Wien


Nr. II

Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten

Wien, am 6. September 2005

BMaA-NL.3.18.61/0002.III.6/2005

Das Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten entbietet der Botschaft des Königreichs der Niederlande sein besten Empfehlungen und beehrt sich, den Erhalt der Verbalnote vom 23. Februar 2005, Zahl Verdr- binsch/05, folgenden Inhalts, nochmals zu bestätigen:

(Zoals in Nr. I)

Das Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten stimmt dem Inhalt der von der werten Botschaft übermittelten Note zu und bestätigt, dass die Note gemeinsam mit dieser Antwortnote einen Vertrag zwischen der Republik Österreich und dem Königreich der Niederlande darstellt, welcher am ersten Tag des zweiten Monats nach dem Datum, an dem die beiden Vertragsstaaten einander davon in Kenntnis gestezt haben, dass die Erfordernisse nach ihren jeweiligen verfassungsrechtlichen Verfahren erfüllt worden sind, in Kraft tritt.

Das Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten benutzt auch diese Gelegenheit, um der Botschaft des Königsreichs der Niederlande den Ausdruck seiner ausgezeichneten Hochachtung zu wiederholen.

An die

Botschaft des Königreichs der Niederlande

Opernring 5/7. Stock

1010 Wien


C. VERTALING

Nr. II

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Wenen, 6 september 2005

BMaA-NL.3.18.61/0002-III.6/2005

Het federale ministerie van Buitenlandse Zaken biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de inhoud van de nota van 23 februari 2005, kenmerk Verdr-binsch/05, met de volgende inhoud opnieuw te bevestigen:

(Zoals in Nr. I)

Het federale ministerie van Buitenlandse Zaken stemt in met de inhoud van de door de Ambassade toegezonden nota en bevestigt dat de nota tezamen met deze antwoordnota een verdrag zal vormen tussen de Republiek Oostenrijk en het Koninkrijk der Nederlanden, dat op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop beide Verdragsluitende Staten elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat aan de krachtens hun constitutionele procedures vereiste voorwaarden voor de inwerkingtreding ervan is voldaan, in werking treedt.

Het federale ministerie van Buitenlandse Zaken maakt van deze gelegenheid gebruik om de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Aan de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden

Opernring 5/7. Stock

1010 Wenen

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1992, 196.


Het in de nota’s vervatte verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het verdrag kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1992, 196.


De bepalingen van het in de nota’s vervatte verdrag zullen ingevolge de een na laatste alinea van beide nota’s in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat aan hun respectieve vereisten voor de inwerkingtreding van het in de nota’s vervatte verdrag is voldaan.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 1991, 161 en Trb. 1992, 196.

Verwijzingen

   
Titel:Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap; Rome, 25 maart 1957
Laatste Trb. :Trb. 2004, 120
   
Titel:Statuut van het Internationale Gerechtshof; San Francisco, 26 juni 1945
Laatste Trb. :Trb. 1997, 106
   
Titel:Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; Oporto, 2 mei 1992
Laatste Trb. :Trb. 2004, 235
   
Titel:Aanvullend Protocol No. 2 bij de Herziene Rijnvaartakte; Straatsburg, 17 oktober 1979
Tekst:Trb. 1985, 23 (Nederlands en Frans)
Laatste Trb. :Trb. 1985, 23

Uitgegeven de zesentwintigste januari 2006

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT

Naar boven