A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Botswana inzake de export en handhaving van socialezekerheidsuitkeringen;

Gabarone, 24 februari 2006

B. TEKST

De Engelse tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 2006, 89.

C. VERTALING

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Botswana inzake de export en handhaving van socialezekerheidsuitkeringen

Het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Republiek Botswana,

(hierna te noemen „de Verdragsluitende Partijen’’, en afzonderlijk, „de Verdragsluitende Partij’’)

Geleid door de wens betrekkingen op het gebied van sociale zekerheid tot stand te brengen,

Geleid door de wens de samenwerking tussen de twee staten te regelen ter waarborging van de handhaving van de wetgeving van het ene land in het andere,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:

  • a. „grondgebied’’, met betrekking tot de Republiek Botswana: het grondgebied van de Republiek Botswana; met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden: het grondgebied van het Koninkrijk in Europa;

  • b. „instantie’’, elke organisatie die betrokken is bij de uitvoering van dit Verdrag, met inbegrip van onder meer de bevolkingsregisters, geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters, belastingautoriteiten, arbeidsbureaus en bureaus voor arbeidsbemiddeling, scholen en andere onderwijsinstellingen, kadasterregisters, handelsautoriteiten, politie, gevangeniswezen en immigratiediensten;

  • c. „wetgeving’’, de wetten en voorschriften inzake sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, en de wetten, voorschriften, beleidsmaatregelen en procedures bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a;

  • d. „uitkering’’, elke uitkering in geld of elk pensioen krachtens de wetgeving;

  • e. „uitkeringsgerechtigde’’, een persoon die een uitkering aanvraagt of recht heeft op een uitkering;

  • f. „lid van het gezin’’, een persoon die als zodanig wordt omschreven of erkend door de wetgeving;

  • g. ‘‘wonen’’, gewoonlijk wonen;

  • h. „verblijven’’, tijdelijk wonen.

2. Andere in dit Verdrag gebruikte termen hebben de betekenis die daaraan in de toegepaste wetgeving wordt gegeven.

Artikel 2 Doel en werkingssfeer

1. De Verdragsluitende Partijen werken samen ter waarborging van de handhaving van de wetgeving van een Verdragsluitende Partij inzake de export van socialezekerheidsuitkeringen naar een uitkeringsgerechtigde van die Partij alsmede naar een lid van het gezin voorzover de uitkeringsgerechtigde of het lid van het gezin woont of verblijft op het grondgebied van een van de Verdragsluitende Partijen.

2. Dit Verdrag is van toepassing:

  • a. Met betrekking tot de Republiek Botswana, op de wetgeving inzake de volgende takken van sociale zekerheid:

    • i. ouderdomspensioenen;

    • ii. uitkeringen voor veteranen van de Tweede Wereldoorlog.

  • b. Met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, op de Nederlandse wetgeving inzake sociale bijstand en de volgende takken van sociale verzekering:

    • i. ziekte- en moederschapsuitkeringen;

    • ii. arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor werknemers;

    • iii. arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor zelfstandigen;

    • iv. ouderdomspensioenen;

    • v. nabestaandenuitkeringen;

    • vi. kinderbijslagen.

Artikel 3 Bevoegde autoriteiten

De bevoegde autoriteiten verantwoordelijk voor de toepassing van dit Verdrag zijn:

  • a. met betrekking tot de Republiek Botswana, het ministerie van Lokaal Bestuur, vertegenwoordigd door de Afdeling Sociale Voorzieningen; en

  • b. met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland.

Artikel 4 Bevoegde organen

De bevoegde organen verantwoordelijk voor de takken van sociale zekerheid zijn:

  • a. met betrekking tot de Republiek Botswana, de Afdeling Sociale Voorzieningen van het ministerie van Lokaal Bestuur of elke organisatie bevoegd tot het uitvoeren van een taak die momenteel wordt uitgevoerd door voornoemde organen;

  • b. met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden:

    • i. betreffende de takken van sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, onder i, ii en iii: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

    • ii. betreffende de takken van sociale verzekering genoemd in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, onder iv, v en vi: de Sociale Verzekeringsbank; en

    • iii. betreffende de wetgeving inzake sociale bijstand: de instelling die daartoe is aangewezen door de Nederlandse bevoegde autoriteit.

Artikel 5 Export van uitkeringen

1. Tenzij in dit Verdrag anders is bepaald, is een bepaling van de wetgeving van een Verdragsluitende Partij die de betaling van een uitkering beperkt uitsluitend omdat een uitkeringsgerechtigde of een lid van het gezin buiten het grondgebied van die Verdragsluitende Partij woont of verblijft, niet van toepassing ten aanzien van een uitkeringsgerechtigde of een lid van het gezin die respectievelijk dat op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij woont of verblijft.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op de Nederlandse wetgeving inzake sociale bijstand en op de Toeslagenwet van 6 november 1986.

3. Het eerste lid laat onverlet Nederlandse wetgeving tot invoering van beperkingen ten aanzien van de betaling van kinderbijslagen met betrekking tot kinderen die wonen of verblijven buiten het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden of de betaling daarvan uitsluit.

Artikel 6 Identificatie

1. Om het recht op een uitkering of de rechtmatigheid van de betaling van een uitkering ingevolge de Nederlandse of Botswaanse wetgeving vast te stellen, is een uitkeringsgerechtigde of een lid van het gezin verplicht zich te identificeren door overlegging van een officieel identiteitsbewijs aan het bevoegde orgaan op het grondgebied waarvan de betrokken persoon woont of verblijft. Een officieel identiteitsbewijs is een paspoort of enig ander geldig identiteitsdocument dat is afgegeven op het grondgebied waar de betrokken persoon woont of verblijft.

2. Het betrokken bevoegde orgaan identificeert de uitkeringsgerechtigde of het lid van het gezin aan de hand van het officiële identiteitsbewijs. Het bevoegde orgaan stelt het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij ervan in kennis dat de identiteit van de uitkeringsgerechtigde, of van dit lid van het gezin, is geverifieerd door toezending van een gewaarmerkt afschrift van het officiële identiteitsbewijs.

Artikel 7 Verificatie van aanvragen en betalingen

1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder „informatie’’: gegevens betreffende identiteit, adres, huishouden, gezinssituatie, werk, scholing, inkomen, vermogensbestanddelen, gezondheidstoestand, overlijden en hechtenis, of alle andere gegevens die relevant zijn voor de uitvoering van dit Verdrag.

2. Met betrekking tot de behandeling van een aanvraag om een uitkering of de betaling van een uitkering, verifieert het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Partij, op verzoek van het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij, de informatie aangaande een uitkeringsgerechtigde of een lid van het gezin. Indien nodig wordt deze verificatie tezamen met de instanties verricht. Het bevoegde orgaan doet een verklaring inzake verificatie tezamen met gewaarmerkte afschriften van de relevante stukken toekomen aan het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij.

3. Onverminderd het tweede lid brengt het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Partij, zonder voorafgaand verzoek en voor zover mogelijk, het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij op de hoogte van wijzigingen in bedoelde informatie aangaande een uitkeringsgerechtigde of een lid van het gezin.

4. De bevoegde organen van de Verdragsluitende Partijen kunnen zich rechtstreeks tot zowel elkaar wenden als tot de uitkeringsgerechtigde, een lid van het gezin of een bevoegd vertegenwoordiger van de betrokken persoon.

5. Onverminderd het tweede lid is het diplomatieke of consulaire vertegenwoordigers en de bevoegde organen van een Verdragsluitende Partij toegestaan zich rechtstreeks in verbinding te stellen met de instanties van de andere Verdragsluitende Partij teneinde het recht op een uitkering of de rechtmatigheid van de betaling van een uitkering te verifiëren.

6. Bij de uitvoering van dit Verdrag zijn de instanties elkaar behulpzaam en handelen zij als betrof het de uitvoering van hun eigen wetgeving. De administratieve bijstand die door de instanties wordt verleend is kosteloos. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Partijen kunnen echter overeenkomen dat sommige kosten worden vergoed.

Artikel 8 Medisch onderzoek

1. Op verzoek van het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Partij wordt het medisch onderzoek van een uitkeringsgerechtigde of een lid van het gezin die respectievelijk dat woont of verblijft op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, verricht door het bevoegde orgaan van de laatstgenoemde Verdragsluitende Partij.

2. Teneinde de mate van arbeidsgeschiktheid van een uitkeringsgerechtigde of een lid van het gezin vast te stellen, maakt het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Partij gebruik van de door het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij verstrekte medische rapporten en administratieve gegevens. Het bevoegde orgaan van eerstbedoelde Verdragsluitende Partij behoudt zich evenwel het recht voor een uitkeringsgerechtigde of een lid van het gezin een medisch onderzoek te laten ondergaan door een arts naar keuze van het orgaan of op het grondgebied waar dit bevoegde orgaan is gevestigd.

3. De uitkeringsgerechtigde of het lid van het gezin dient gehoor te geven aan ieder verzoek zich te melden voor een medisch onderzoek. Indien de betrokken persoon om medische redenen niet in staat is te reizen naar het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, stelt hij het bevoegde orgaan van die Verdragsluitende Partij daarvan onverwijld in kennis. In dat geval dient hij een medische verklaring over te leggen, afgegeven door een arts die daartoe is aangewezen door het bevoegde orgaan op het grondgebied waarvan hij woont of verblijft. Deze verklaring dient als bewijs van de medische gronden voor de onmogelijkheid te reizen alsmede de verwachte duur daarvan.

4. De kosten van het onderzoek en, naar gelang van het geval, de uitgaven voor reis en verblijf worden voldaan door het bevoegde orgaan op verzoek waarvan het onderzoek wordt verricht.

Artikel 9 Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen en uitspraken

1. Iedere beslissing inzake de terugvordering van onverschuldigde betalingen of de inning van socialeverzekeringspremies en administratieve boeten uit hoofde van de toepasselijke wetgeving genomen door een bevoegd orgaan in de ene Verdragsluitende Partij waartegen geen rechtsmiddelen meer openstaan en iedere rechterlijke uitspraak gedaan met betrekking tot een dergelijke beslissing waartegen geen rechtsmiddelen meer openstaan, wordt door de andere Verdragsluitende Partij erkend.

2. Een beslissing of uitspraak als bedoeld in het eerste lid wordt niet erkend indien erkenning in strijd zou zijn met de openbare orde in de staat waar erkenning wordt beoogd.

3. Voor tenuitvoerlegging vatbare beslissingen en uitspraken die ingevolge het eerste lid zijn erkend, worden door de andere Verdragsluitende Partij ten uitvoer gelegd in overeenstemming met de op het grondgebied van die staat van kracht zijnde wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de tenuitvoerlegging van soortgelijke beslissingen en uitspraken. De uitvoerbaarverklaring dient te worden vermeld op het gewaarmerkte afschrift van die uitspraak of beslissing. Het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij wordt in kennis gesteld van de bevestiging dat de uitspraak of beslissing ten uitvoer is gelegd.

Artikel 10 Terugvordering van onverschuldigde betalingen en administratieve boetes

Indien een bevoegd orgaan een voor tenuitvoerlegging vatbare beslissing heeft genomen in de zin van artikel 9 en de desbetreffende uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt van een bevoegd orgaan van de andere Verdragsluitende Partij, kan het eerstbedoelde orgaan verzoeken dat de desbetreffende betaling of de administratieve boete wordt verrekend met in die Verdragsluitende Partij achterstallige bedragen of bedragen die nog verschuldigd zijn aan de uitkeringsgerechtigde.

Het laatstgenoemde bevoegde orgaan brengt het bedrag in mindering binnen de grenzen van de door dat bevoegde orgaan toegepaste wet inzake de uitvoering van overeenkomstige beslissingen en maakt het bedrag over aan het eerstgenoemde bevoegde orgaan dat recht heeft op teruggave.

Artikel 11 Bescherming van gegevens

1. Wanneer, ingevolge dit Verdrag, de bevoegde autoriteiten, bevoegde organen of instanties van een Verdragsluitende Partij persoonlijke gegevens mededelen aan de bevoegde autoriteiten, bevoegde organen of de diplomatieke of consulaire vertegenwoordigers van de andere Verdragsluitende Partij, is deze mededeling onderworpen aan de wettelijke bepalingen inzake de bescherming van persoonsgegevens als neergelegd door de Verdragsluitende Partij die de gegevens verstrekt. Elke daarop volgende overdracht dan wel opslag, wijziging of vernietiging van de gegevens is onderworpen aan de bepalingen van de wetgeving inzake de bescherming van gegevens van de ontvangende Verdragsluitende Partij.

2. Het gebruik van persoonsgegevens voor andere doeleinden dan die van sociale zekerheid is onderworpen aan de goedkeuring van de betrokken persoon of in overeenstemming met andere waarborgen waarin de nationale wetgeving voorziet.

Artikel 12 Uitvoering van het Verdrag

De bevoegde organen van beide Verdragsluitende Partijen kunnen door middel van aanvullende regelingen maatregelen vaststellen voor de toepassing van dit Verdrag.

Artikel 13 Taal

Voor de toepassing van dit Verdrag kunnen de bevoegde autoriteiten, bevoegde organen en instanties van de Verdragsluitende Partijen rechtstreeks met elkaar communiceren in de Engelse taal.

Artikel 14 Beslechting van geschillen

De bevoegde autoriteiten van beide Verdragsluitende Partijen verrichten alle redelijke inspanningen om geschillen die voortvloeien uit de uit-legging of toepassing van dit Verdrag in onderlinge overeenstemming op te lossen.

Artikel 15 Wijziging

Wijzigingen van dit Verdrag geschieden nadat beide Verdragsluitende Partijen, bij diplomatieke notawisseling, blijk hebben gegeven van hun instemming, en laten bij hun inwerkingtreding de rechten en verplichtingen van een Verdragsluitende Partij onverlet.

Artikel 16 Inwerkingtreding

1. De Verdragsluitende Partijen stellen elkaar schriftelijk in kennis van de voltooiing van hun onderscheiden wettelijke of grondwettelijke procedures die vereist zijn voor de inwerkingtreding van dit Verdrag.

2. Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van de laatste kennisgeving door een van de Verdragsluitende Partijen, met dien verstande dat het Koninkrijk der Nederlanden artikel 5 voorlopig zal toepassen vanaf de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van ondertekening.

Artikel 17 Territoriale toepassing

Met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden is dit Verdrag slechts van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk in Europa.

Artikel 18 Beëindiging

Dit Verdrag kan te allen tijde worden beëindigd bij schriftelijke kennisgeving aan de andere Verdragsluitende Partij. In het geval van beëindiging blijft dit Verdrag van kracht tot het einde van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de kennisgeving van beëindiging door de andere Verdragsluitende Partij is ontvangen.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Gabarone op 24 februari 2006, in de Engelse taal.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

LEONIE CUELENAERE

Voor de Republiek Botswana

M. NASHA


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2006, 89.

De voorlopige toepassing van artikel 5 van het Verdrag (zie rubriek F van Trb. 2006, 89) is medegedeeld aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal bij brieven van 22 maart 2006.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2006, 89.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2006, 89.

Uitgegeven de zeventiende juli 2006

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT

Naar boven