A. TITEL

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen de Regeringen van de Benelux-Staten en de Macedoonse Regering inzake de afschaffing van de visumplicht voor houders van diplomatieke paspoorten;

’s-Gravenhage, 30 mei 2006

B. TEKST

Nr. I

Den Haag, 30 mei 2006

Excellentie,

Wij hebben de eer Uwe Excellentie ter kennis te brengen, dat de Regeringen van de Benelux-Staten, gezamenlijk optredend op grond van de op 11 april 1960 te Brussel ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Benelux-gebied, bereid zijn met de Macedoonse Regering onderstaande Overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht met betrekking tot diplomatieke paspoorten te sluiten:

 1. In deze Overeenkomst wordt verstaan:

  • – onder „de Benelux-Staten’’: het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden;

  • – onder het „Benelux-gebied’’: het gezamenlijke grondgebied in Europa van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.

 2. De Macedoonse onderdanen die houder zijn van een geldig nationaal diplomatiek paspoort kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden het Benelux-gebied zonder visum binnenkomen op uitsluitend vertoon van dit paspoort.

 3. De onderdanen van de Benelux-Staten die houder zijn van een geldig nationaal diplomatiek paspoort kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden het Macedoonse grondgebied zonder visum binnenkomen op uitsluitend vertoon van dit paspoort.

 4. Met uitzondering van de ambtenaren van de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, alsmede van de ambtenaren van internationale instellingen die zijn benoemd om hun functie in één van de landen van de ondertekenende Regeringen uit te oefenen, dienen de in de paragrafen 2 en 3 genoemde personen, voor een verblijf van meer dan drie maanden, hiertoe de toestemming vóór hun vertrek te hebben verkregen door bemiddeling van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger van het land waarheen zij zich wensen te begeven.

 5. Elke Regering houdt zich het recht voor de toegang tot haar land te weigeren aan personen die niet in het bezit zijn van de vereiste inreispapieren, die als ongewenst zijn gesignaleerd of die beschouwd worden als personen die de openbare rust, de openbare orde of de nationale veiligheid in gevaar kunnen brengen.

 6. Behoudens de voorgaande bepalingen blijven de in de Benelux-Staten en op het Macedoonse grondgebied van kracht zijnde wetten en voorschriften met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, alsmede met betrekking tot het verrichten van enigerlei arbeid onverlet.

 7. Elke Regering verbindt zich ertoe te allen tijde en zonder formaliteiten de personen over te nemen, die zijn binnengekomen op vertoon van een door de Belgische, Luxemburgse, Nederlandse of Macedoonse autoriteiten afgegeven geldig nationaal diplomatiek paspoort.

 8. De ondertekenende Regeringen laten elkaar langs diplomatieke weg de specimens van hun nieuwe of gewijzigde diplomatieke paspoorten geworden, alsmede de gegevens betreffende het gebruik van deze paspoorten, zulks voor zover mogelijk 60 dagen vóór deze in omloop worden gebracht.

 9. Deze Overeenkomst treedt voor de duur van één jaar in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag van de laatste kennisgeving waaruit blijkt dat aan alle grondwettelijke en wettelijke formaliteiten voor de inwerkingtreding ervan is voldaan. Indien de Overeenkomst 30 dagen voor het verstrijken van die periode niet is opgezegd, wordt zij geacht voor onbepaalde tijd te zijn verlengd. Na het verstrijken van de eerste periode van een jaar kan elk der ondertekenende Regeringen de Overeenkomst opzeggen door 30 dagen van tevoren de Belgische Regering daarvan mededeling te doen. De opzegging door een van de ondertekenende Regeringen heeft de beëindiging van de Overeenkomst tot gevolg. De Belgische Regering stelt de overige ondertekenende Regeringen in kennis van de ontvangst van de in deze paragraaf bedoelde kennisgevingen alsmede an de in deze paragraaf bedoelde mededeling. Deze Overeenkomst kan door elk der Overeenkomstsluitende Partijen worden geschorst. Van deze schorsing dient onverwijld via de diplomatieke kanalen kennis te worden gegeven aan de Belgische Regering. Deze zal de overige ondertekenende Regeringen van de ontvangst van deze kennisgeving op de hoogte stellen. Hetzelfde geldt voor het ongedaan maken van de schorsing.

10. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst tot de Nederlandse Antillen en Aruba worden uitgebreid door kennisgeving van de Nederlandse Regering aan de Macedoonse Regering.

Indien de Macedoonse Regering bereid is met de Regeringen van de Benelux-Staten een Overeenkomst met bovengenoemde bepalingen te sluiten, hebben wij de eer Uwe Excellentie voor te stellen, dat deze brief en die met gelijkluidende inhoud, welke Uwe Excellentie wordt verzocht aan ieder van ons te richten, als Overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht met betrekking tot diplomatieke paspoorten tussen de Macedoonse Regering en de Regeringen van de Benelux-Staten zouden gelden.

Wij maken van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw de verzekering van onze bijzondere hoogachting te geven.

Voor de Regering van het Koninkrijk België

L. TEIRLINCK

Voor de Regering van het Groothertogdom Luxemburg

J. GRAFF

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

B. R. BOT

Hare Excellentie

Mevrouw Ilinka MITREVA

Minister van Buitenlandse Zaken van Macedonië

Den Haag


Nr. I

La Haye, le 30 mai 2006

Madame le Ministre,

Nous avons l’honneur de porter à la connaissance de Votre Excellence que les Gouvernements des Etats du Benelux, agissant de concert en vertu de la Convention entre le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas concernant le transfert du contrôle des personnes vers les frontières extérieures du territoire du Benelux, signée à Bruxelles, le 11 avril 1960, sont disposés à conclure avec le Gouvernement macédonien un Accord relatif à la suppression de l’obligation de visa concernant les passeports diplomatiques dans les termes suivants :

 1. Aux termes du présent Accord, il faut entendre:

  • – par „les Etats du Benelux’’: le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas;

  • – par le „territoire Benelux’’: l’ensemble des territoires, en Europe, du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas.

 2. Les ressortissants macédoniens qui sont titulaires d’un passeport diplomatique national valable peuvent, en vue d’un séjour de trois mois au maximum, entrer sans visa dans le territoire du Benelux, sous le seul couvert de ce passeport.

 3. Les ressortissants des Etats du Benelux qui sont titulaires d’un passeport diplomatique national valable peuvent, en vue d’un séjour de trois mois au maximum, entrer sans visa sur le territoire macédonien, sous le seul couvert de ce passeport.

 4. A l’exception des fonctionnaires des représentations diplomatiques et consulaires, ainsi que des fonctionnaires appartenant aux organisations internationales, désignés pour exercer leurs fonctions dans un des pays des Gouvernements signataires, les personnes visées aux paragraphes 2 et 3 doivent, pour un séjour de plus de trois mois, en avoir obtenu l’autorisation, avant leur départ, à l’intervention du représentant diplomatique ou consulaire du pays où ils veulent se rendre.

 5. Chaque Gouvernement se réserve le droit de refuser l’accès de son pays aux personnes qui ne possèdent pas les documents d’entrée requis ou qui sont signalées comme indésirables ou considérées comme pouvant compromettre la tranquillité publique, l’ordre public ou la sécurité nationale.

 6. Sauf en ce qui concerne les dispositions qui précèdent, les lois et règlements en vigueur dans les Etats du Benelux et sur le territoire macédonien concernant l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers, ainsi que l’exercice d’une activité, restent applicables.

 7. Chaque Gouvernement s’engage à réadmettre sur son territoire à tout moment et sans formalité les personnes qui sont entrées sur ce territoire sous le couvert d’un passeport diplomatique national valable, délivré par les Autorités belges, luxembourgeoises, néerlandaises ou macédoniennes.

 8. Les Gouvernements signataires se transmettent par la voie diplomatique les spécimens de leurs passeports diplomatiques nouveaux ou modifiés, ainsi que les données concernant l’emploi de ces passeports et ce, dans la mesure du possible, 60 jours avant leur mise en circulation.

 9. Le présent Accord entrera en vigueur le premier jour du deuxième mois suivant la date de la dernière notification attestant de l’accomplissement de toutes les formalités constitutionnelles et légales pour son entrée en vigueur, pour une durée d’une année. S’il n’a pas été dénoncé 30 jours avant la fin de cette période, l’Accord sera considéré comme prolongé pour une durée indéterminée. A l’expiration de la première période d’un an, chacun des Gouvernements signataires pourra le dénoncer moyennant un préavis de 30 jours adressé au Gouvernement belge. La dénonciation par un seul des Gouvernements signataires entraînera l’abrogation de l’Accord. Le Gouvernement belge avisera les autres Gouvernements signataires de la réception des notifications visées dans le présent paragraphe, ainsi que la communication visée dans ce paragraphe.

10. L’application du présent Accord peut être suspendue par l’une ou l’autre des Parties Contractantes. La suspension devra être notifiée immédiatement par la voie diplomatique au Gouvernement belge. Ce Gouvernement avisera les autres Gouvernements signataires de la réception de cette notification. Il en sera de même dès que la mesure en question sera levée.

11. En ce qui concerne le Royaume des Pays-Bas l’application du présent Accord peut être étendue aux Antilles néerlandaises et à Aruba par une notification du Gouvernement des Pays-Bas au Gouvernement macédonien.

Si le Gouvernement macédonien est disposé à conclure avec les Gouvernements des Etats du Benelux un Accord portant sur les dispositions précitées, nous avons l’honneur de proposer à Votre Excellence que la présente lettre et celle de teneur semblable, que Votre Excellence voudra bien adresser à chacun de nous, constituent l’Accord relatif à la suppression de l’obligation de visa concernant les passeports diplomatiques entre le Gouvernement macédonien et les Gouvernements des Etats du Benelux.

Nous saisissons cette occasion, Excellence, pour renouveler à Votre Excellence, les assurances de notre très haute considération.

Pour le Gouvernement du Royaume de Belgique

L. TEIRLINCK

Pour le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg

J. GRAFF

Pour le Gouvernement des Pays-Bas

B. R. BOT

Son Excellence

Madame Ilinka MITREVA

Ministre des Affaires Étrangères Macédonien

La Haye

Nr. II

Den Haag, 30 mei 2006

Excellentie,

De Macedoonse Regering heeft de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief d.d. 30 mei 2006 door middel waarvan U voorstelt om onderstaande Overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht voor houders van diplomatieke paspoorten tussen de Macedoonse Regering en de Regeringen van de Benelux-Staten te sluiten, waarvan de tekst als volgt luidt:

(zoals in Brief Nr. I)

De Macedoonse Regering hecht haar goedkeuring aan het in Uw briefvervatte voorstel, alsmede het feit dat Uw brief en deze brief en die met gelijkluidende inhoud, welke aan de Ambassadeur van het Koninkrijk België en aan de Ambassadeur van het Groothertogdom Luxemburg zijn gericht, als de Overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht met betrekking tot diplomatieke paspoorten tussen de Macedoonse Regering en de Regering van de Benelux-Staten, geldt.

Voor de Macedoonse Regering

I. MITREVA

De Minister van Buitenlandse Zaken

Zijne Excellentie

De Minister van Buitenlandse Zaken van

Het Koninkrijk der Nederlanden

DEN HAAG

Nr. II

La Haye, le 30 mai 2006

Monsieur le Ministre,

Le Gouvernement Macedonien a l’honneur d’accuser réception de votre lettre du 30 Mai 2006 par laquelle vous proposez la conclusion d’un Accord relatif à la suppression de l’obligation du visa pour les titulaires de passeports diplomatiques entre le Gouvernement Macedonien et les Gouvernements des Etats du Benelux, dans les termes suivants:

(zoals in Brief Nr. I)

Le Gouvernement Macedonien donne son assentiment à la proposition contenue dans votre lettre et au fait que cette lettre de même que la présente lettre et selles de teneur semblable adressées à l’Ambassadeur Extraordinaire et Plénipotentiaire du Royaume de Belgique et à l’Ambassadeur Extraordinaire et Plénipotentiaire du Grand-Duché de Luxembourg constituent l’Accord relatif à la suppression de l’obligation de visa concernant les passeports diplomatique entre le Gouvernement Macedonien et les Gouvernements les Etats du Benelux.

Pour le Gouvernement Macedonien

I. MITROVA

Le Ministre des Affaires Étrangères

Son Excellence

Monsieur Bernard BOT

Ministre des Affaires Étrangères

Du Royaume des Pays-Bas

LA HAYE


D. PARLEMENT

De in de brieven vervatte overeenkomst behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

E. PARTIJGEGEVENS

PartijOndertekeningRatificatieType1)In werkingOpzeggingBuiten werking
België30-05-06     
Luxemburg30-05-06     
Macedonië, Voormalige Joegoslavische Republiek30-05-06     
Nederlanden, het Koninkrijk der30-05-06     

1) DO=Definitieve ondertekening, NB=Niet bekend, R=Ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de in de brieven vervatte overeenkomst zullen ingevolge artikel 9 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag van de laatste kennisgeving waaruit blijkt dat aan alle grondwettelijke en wettelijke formaliteiten voor de inwerkingtreding ervan is voldaan.

J. VERWIJZINGEN

Titel:Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied; Brussel, 11 april 1960
Tekst: Trb. 1960, 40 (Nederlands en Frans)
Laatste Trb.:Trb. 1984, 111

Uitgegeven de vierde juli 2006

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT

Naar boven