A. TITEL

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bulgarije inzake privileges en immuniteiten voor verbindingsofficieren die door Bulgarije bij Europol te 's-Gravenhage gedetacheerd worden; (met bijlage)

's-Gravenhage, 30 juni 2004

B. TEKST

De tekst van het in de nota's vervatte verdrag, met bijlage, is geplaatst in Trb. 2004, 199.

C. VERTALING

Zie Trb. 2004, 263.

In Trb. 2004, 263 is een onjuiste vertaling van de tweede en de derde alinea van Nota Nr. II opgenomen. De correcte vertaling van Nota Nr. II luidt als volgt.

Nr. II

AMBASSADE VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE DEN HAAG

Den Haag, 30 juni 2004

No. 166

De Ambassade van de Republiek Bulgarije biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden haar complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van nota DJZ/VE-594/04 van 30 juni 2004 betreffende het sluiten van een Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije inzake de voorrechten en immuniteiten van de verbindingsofficier bij Europol dat als volgt luidt:

(Zoals in Nr. I)

De Ambassade van de Republiek Bulgarije heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken ervan in kennis te stellen dat de Regering van de Republiek Bulgarije instemt met de inhoud van de bovengenoemde nota en dat de nota van het Ministerie en deze nota waarin de Regering van de Republiek Bulgarije haar instemming kenbaar maakt een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije, dat voorlopig zal worden toegepast vanaf de datum van ontvangst door het Ministerie van Buitenlandse Zaken van deze bevestigende nota en dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag waarop het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije elkaar hebben medegedeeld dat aan de voor de inwerkingtreding vereiste formaliteiten is voldaan.

De Ambassade van de Republiek Bulgarije maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden Den Haag


D. PARLEMENT

Bij brieven van 17 november 2004 (Kamerstukken II 2004/2005, 29 888, nr. 1) is het in de nota's vervatte verdrag, met bijlage, in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen ter stilzwijgende goedkeuring overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken B. R. BOT.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 23 december 2004.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2004, 199.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het in de nota's vervatte verdrag en de bijlage, die vanaf 30 juni 2004 voorlopig werden toegepast, zullen ingevolge de een na laatste alinea van beide nota's in werking treden op 1 april 2005.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, zal het in de nota's vervatte verdrag ingevolge artikel 10 van de bijlage alleen voor Nederland gelden.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2004, 199.

Overige verwijzingen

Titel:Verdrag van Nice houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten; Nice, 26 februari 2001
Laatste Trb. :Trb. 2004, 333

Uitgegeven de achtste maart 2005

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT

Naar boven