A. TITEL

Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR); (met bijlage en Protocol van ondertekening)

Genève, 1 juli 1970

B. TEKST

De tekst van Overeenkomst, bijlage en Protocol is geplaatst in Trb. 1972, 97. Zie voor wijzigingen van de Overeenkomst ook de rubrieken J van Trb. 1982, 107, Trb. 1992, 145 en Trb. 1994, 123.


In overeenstemming met artikel 23, eerste lid, van de Overeenkomst heeft de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties op 27 mei 2003 de tekst van een door de Regering van Frankrijk voorgestelde wijziging van artikel 12 van de Overeenkomst medegedeeld aan de Overeenkomstsluitende Partijen. De Engelse tekst van de wijziging luidt als volgt:

Amendment to Article 12 of the AETR presented by the French Government

The provisions of Article 12 (Measures of enforcement of the Agreement) of the European Agreement concerning the Work of Crews of Vehicles Engaged in International Road Transport (AETR), as amended on 1 February 1991, are replaced by the following:

``1. Each Contracting Party shall adopt all appropriate measures to ensure observance of the provisions of this Agreement, in particular by an adequate level of roadside checks and checks performed on the premises of undertakings annually covering a large and representative proportion of drivers, undertakings and vehicles of all transport categories coming within the scope of this Agreement.

  • a) The competent administrations of the Contracting Parties shall organize the checks so that:

    – During each calendar year a minimum of 1% of the days worked by the drivers of vehicles to which this Agreement applies shall be checked;

    – At least 15% of the total number of working days checked shall be checked on the roadside and at least 25% on the premises of undertakings;

  • b) The elements of roadside checks shall include:

    – Daily driving periods, interruptions and daily rest periods and, if there are evident irregularities, the record sheets of the preceding days which shall be on board the vehicle;

    – The last weekly rest period, if appropriate;

    – The correct functioning of the control device.

    These checks shall be carried out without discrimination of vehicles and drivers, whether resident or not.

  • c) The elements of checks on the premises of undertakings shall include, apart from the elements subject to roadside checks, in addition to compliance with Article 10, paragraph 3:

    – Weekly rest periods and driving periods between these rest periods;

    – Two-weekly limits on hours of driving;

    – Compensation for daily and weekly rest periods reduced in accordance with Article 8, paragraphs 1 and 3;

    – Use of recording sheets and/or the organization of drivers' working time.

2. Within the framework of mutual assistance, the competent authorities of the Contracting Parties shall regularly send one another all available information concerning:

– Breaches of this Agreement committed by non-residents and any penalties imposed for such breaches;

– Penalties imposed by a Contracting Party on its residents for such breaches committed on the territory of other Contracting Parties.

In case of serious breaches, such information shall include the penalty imposed.

3. If the findings of a roadside check on the driver of a vehicle registered in the territory of another Contracting Party provide grounds to believe that infringements have been committed which cannot be detected during the check due to lack of necessary data, the competent authorities of the Contracting Party concerned shall assist each other to clarify the situation. In cases where, to this end, the competent Contracting Party carries out a check at the premises of the undertaking, the results of this check shall be communicated to the other Party concerned.

4. Contracting Parties shall work in cooperation with each other in the organization of concerted roadside checks.

5. The United Nations Economic Commission for Europe shall issue a report every two years on the application by Contracting Parties of paragraph 1 of the present article."


C. VERTALING

Zie Trb. 1972, 97 en de rubrieken J van Trb. 1994, 123 en 163.


De vertaling in het Nederlands van de hierboven in rubriek B opgenomen wijziging van 27 mei 2003 luidt als volgt:

Wijziging van artikel 12 van de AETR voorgesteld door de Franse Regering

De bepalingen van artikel 12 (Maatregelen voor de toepassing van de Overeenkomst) van de Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR), zoals gewijzigd op 1 februari 1991, worden als volgt gewijzigd:

„1. Elke Overeenkomstsluitende Partij neemt alle geëigende maatregelen teneinde de naleving van de bepalingen van deze Overeenkomst te verzekeren, met name door adequate controles langs de weg en ter plaatse in de ondernemingen die jaarlijks een groot en representatief deel van de bestuurders, ondernemingen en voertuigen bestrijken binnen alle vervoerscategorieën die onder deze Overeenkomst vallen.

  • a. De bevoegde administraties van de Overeenkomstsluitende Partijen organiseren de controles zodanig dat:

    – in elk kalenderjaar ten minste 1% van de dagen wordt bestreken waarop de onder deze Overeenkomst vallende bestuurders werkzaam zijn geweest;

    – niet minder dan 15% van het totale aantal gecontroleerde gewerkte dagen langs de weg wordt gecontroleerd en niet minder dan 25% ter plaatse in de ondernemingen;

  • b. De controles langs de weg omvatten:

    – de dagelijkse rijtijden, onderbrekingen en dagelijkse rusttijden en, ingeval van duidelijke aanwijzingen van onregelmatigheden, de registratiebladen van de voorgaande dagen die zich aan boord van het voertuig moeten bevinden;

    – in voorkomend geval, de laatste wekelijkse rusttijd;

    – de correcte werking van het controleapparaat.

    Deze controles worden uitgevoerd zonder onderscheid te maken tussen voertuigen en bestuurders, ongeacht of zij ingezetenen zijn of niet.

  • c. De controles ter plaatse in de ondernemingen omvatten, naast de onderdelen van de controles langs de weg, in aanvulling op de bepalingen van artikel 10, derde lid:

    – wekelijkse rusttijden en rijtijden tussen deze rusttijden;

    – tweewekelijkse beperkingen van de rijtijden;

    – compensatie voor in overeenstemming met artikel 8, eerste en derde lid, verkorte dagelijkse of wekelijkse rusttijden;

    – het gebruik van registratiebladen en/of de organisatie van de werktijden van de bestuurders.

2. In het kader van de wederzijdse bijstand verstrekken de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar regelmatig alle beschikbare informatie over:

– de overtredingen van deze Overeenkomst begaan door niet-ingezetenen en de hiervoor opgelegde sancties;

– de door een Overeenkomstsluitende Partij aan op haar grondgebied woonachtige personen opgelegde sancties vanwege dergelijke op het grondgebied van andere Overeenkomstsluitende Partijen begane overtredingen.

In het geval van ernstige overtredingen moet deze informatie de opgelegde sanctie omvatten.

3. Indien tijdens een controle langs de weg van de bestuurder van een voertuig dat op het grondgebied van een andere Overeenkomstsluitende Partij is ingeschreven de constateringen aanleiding geven tot de veronderstelling dat deze persoon overtredingen heeft begaan die tijdens de controle niet kunnen worden opgespoord wegens het ontbreken van de noodzakelijke gegevens, verlenen de bevoegde autoriteiten van de betrokken Overeenkomstsluitende Partijen elkaar bijstand om de situatie op te helderen. Wanneer de bevoegde Overeenkomstsluitende Partij hiertoe een controle verricht ter plaatse in de onderneming, wordt het resultaat van deze controle ter kennis gebracht van de andere betrokken Partij.

4. De Overeenkomstsluitende Partijen werken samen bij het organiseren van gezamenlijke controles langs de weg.

5. De Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties publiceert elke twee jaar een rapport over de toepassing door de Overeenkomstsluitende Partijen van het eerste lid van dit artikel."


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1978, 110 en de rubrieken J van Trb. 1992, 145, Trb. 1994, 123 en Trb. 1995, 62.


De wijziging van 27 mei 2003 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet, juncto artikel 10 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, alsnog de goedkeuring van de Staten-Generaal.

E. PARTIJGEGEVENS

Zie Trb. 1972 , 97.

PartijOndertekeningRatificatieType1InwerkingOpzeggingBuitenwerking
Andorra 13-02-97T12-08-97  
Azerbeidzjan 16-08-96T12-02-97  
Belarus 05-04-93T02-10-93  
België15-01-7130-12-77R28-06-78  
Bosnië-Herzegovina 12-01-94VG06-03-92  
Bulgarije 12-05-95T08-11-95  
Cyprus 05-09-03T03-03-04  
Denemarken 30-12-77T28-06-78  
Duitsland23-12-7009-07-75R05-01-76  
Estland 03-05-93T30-10-93  
Finland 16-02-99T15-08-99  
Frankrijk20-01-7109-01-78R08-07-78  
Griekenland 11-01-74T05-01-76  
Hongarije 22-10-99T19-04-00  
Ierland 28-08-79T24-02-80  
Italië29-03-7128-12-78R26-06-79  
Joegoslavië (< 25-06-1991) 17-12-74T05-01-76  
Kazachstan 17-07-95T13-01-96  
Kroatië 03-08-92VG08-10-91  
Letland 14-01-94T13-07-94  
Liechtenstein 06-11-96T05-05-97  
Litouwen 03-06-98T30-11-98  
Luxemburg02-02-7130-12-77R28-06-78  
Macedonië, de Voormalige Joegoslavische Republiek 10-11-99VG27-04-92  
Malta 24-09-04T23-03-05  
Moldavië 26-05-93T22-11-93  
Nederlanden, het Koninkrijk der (voor Nederland)26-03-7130-12-77R16-08-78  
Noorwegen16-03-7128-10-71R05-01-76  
Oezbekistan 22-10-98T20-04-99  
Oostenrijk31-01-7111-06-75R05-01-76  
Polen24-03-7114-07-92R10-01-93  
Portugal30-03-7120-09-73R05-01-76  
Roemenië 08-12-94T06-06-95  
Russische Federatie 31-07-78T27-01-79  
Servië en Montenegro 12-03-01VG27-04-92  
Slovenië 06-08-93VG25-06-91  
Slowakije 28-05-93VG01-01-93  
Spanje 03-01-73T05-01-76  
Tsjechië 02-06-93VG01-01-93  
Tsjechoslowakije (<01-01-1993) 05-12-75T03-06-76  
Turkije 16-01-01T   
Turkmenistan 18-09-96T17-03-97  
Verenigd Koninkrijk, het25-03-7104-01-78R03-07-78  
Zweden19-01-7124-08-73R05-01-76  
Zwitserland24-03-7107-04-00R04-10-00  

1 DO=Definitieve ondertekening, R=Ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid

Uitbreidingen

Man 25-03-71

Verklaringen, voorbehouden en bezwaren

België, 30 december 1977

Transport operations between member States of the European Economic Community shall be regarded as national transport operations within the meaning of the AETR in so far as such operations do not pass in transit through the territory of a third State which is a contracting party to the AETR.

Denemarken, 30 december 1977

Transport operations between member States of the European Economic Community shall be regarded as national transport operations within the meaning of the AETR in so far as such operations do not pass in transit through the territory of a third State which is a contracting party to the AETR.

Duitsland, 9 juli 1975

Transport operations between member States of the European Economic Community shall be regarded as national transport operations within the meaning of the AETR in so far as such operations do not pass in transit through the territory of a third State which is a contracting party to the AETR.

Finland, 16 februari 1999

Transport operations between member States of the European Economic Community shall be regarded as national transport operations within the meaning of the AETR in so far as such operations do not pass in transit through the territory of a third State which is a contracting party to the AETR.

Frankrijk, 9 januari 1978

Transport operations between member States of the European Economic Community shall be regarded as national transport operations within the meaning of the AETR in so far as such operations do not pass in transit through the territory of a third State which is a contracting party to the AETR.

Ierland, 28 augustus 1979

Transport operations between member States of the European Economic Community shall be regarded as national transport operations within the meaning of the AETR in so far as such operations do not pass in transit through the territory of a third State which is a contracting party to the AETR.

Luxemburg, 30 december 1977

Transport operations between member States of the European Economic Community shall be regarded as national transport operations within the meaning of the AETR in so far as such operations do not pass in transit through the territory of a third State which is a contracting party to the AETR.

Malta, 24 september 2004

The Government of Malta hereby declares that within the meaning of article 19, paragraph 1, of the Agreement, it does not feel bound by the provisions of article 18, paragraphs 2 and 3 thereof. The Government of Malta declares that transport operations between the Member States of the European Economic Community shall be regarded as national transport operations within the meaning of the AETR in so far as such operations do not pass in transit through the territory of a third State which is a contracting party to the AETR.

het Koninkrijk der Nederlanden, 26 maart 1971

The Government of the Netherlands will ratify the Agreement only when the law of the European Economic Community conforms with the provisions of the latter.

het Koninkrijk der Nederlanden, 30 december 1977

Transport operations between member States of the European Economic Community shall be regarded as national transport operations within the meaning of the AETR in so far as such operations do not pass in transit through the territory of a third State which is a contracting party to the AETR.

Polen, 24 maart 1971

The Polish People's Republic considers that the Agreement should be open for participation to all European countries without discrimination.

de Russische Federatie, 31 juli 1978

The Union of Soviet Socialist Republics does not consider itself bound by article 20, paragraphs 2 and 3, of the European Agreement concerning the Work of Crews of Vehicles Engaged in International Road Transport (AETR), and states that, for the submission to arbitration of any dispute among the Contracting Parties concerning the interpretation or application of the European Agreement (AETR), the agreement of all of the Parties in dispute shall be required in each individual case, and the arbitrators shall only be persons appointed by general agreement between the Parties in dispute.

The Union of Soviet Socialist Republics considers it necessary to declare that the provisions of article 19 of the European Agreement concerning the Work of Crews of Vehicles Engaged in International Road Transport (AETR), on the extension by States of the validity of the European Agreement (AETR) to the territories for the international relations of which they are responsible, are outdated and contradict the Declaration of the General Assembly of the United Nations on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples (General Assembly resolution 1514 (XV) dated 14 December 1960), which proclaimed the necessity of bringing to a speedy and unconditional end colonialism in all its forms and manifestations.

Slowakije, 28 mei 1993 (voortgezette gebondenheid)

Upon acceding to the Agreement the Czechoslovak Socialist Republic declares, in accordance with its article 21, that it does not consider itself bound by the provisions of article 20, paragraphs 2 and 3, of the Agreement.

The Government of Czechoslovakia considers article 19 of the Agreement to be in contradiction to the generally recognized right of nations to self-determination.

Spanje, 3 januari 1973

  • a) The Government of Spain avails itself of the first of the options provided for in article 5, paragraph 1 b) (ii) of the Agreement whereby persons whose age is less than 21 years may be prohibited from driving in the territory vehicles of a permissible maximum weight exceeding 7.5 tons.

  • b) The Government of Spain enters the reservation provided for in article 21, paragraph 1, of the Agreement and accordingly does not consider itself bound by article 20, paragraphs 2 and 3, of the Agreement.

  • c) The Government of Spain selects variant a) of the procedures set forth in paragraph 6 of the annex entitled ``Individual Control Book".

Tsjechië, 2 juni 1993 (voortgezette gebondenheid)

Upon acceding to the Agreement the Czechoslovak Socialist Republic declares, in accordance with its article 21, that it does not consider itself bound by the provisions of article 20, paragraphs 2 and 3, of the Agreement.

The Government of Czechoslovakia considers article 19 of the Agreement to be in contradiction to the generally recognized right of nations to self-determination.

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, 4 januari 1978

Transport operations between member States of the European Economic Community shall be regarded as national transport operations within the meaning of the AETR in so far as such operations do not pass in transit through the territory of a third State which is a contracting party to the AETR.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1978, 110.

Wijziging van 24 juli 1991

De wijziging van 24 juli 1991 is ingevolge artikel 23, zesde lid, van de Overeenkomst op 24 april 1992 in werking getreden.

Wijziging van 30 augustus 1993

Zie rubriek J van Trb. 1995, 62.

Wijziging van 27 mei 2003

De wijziging van 27 mei 2003 is ingevolge artikel 23, zesde lid, van de Overeenkomst op 27 februari 2004 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft gelden de wijzigingen, evanals de Overeenkomst, alleen voor Nederland.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 1972, 97, Trb. 1978, 100, Trb. 1982, 107, Trb. 1983, 111, Trb. 1992, 145, Trb. 1994, 123 en 163 en Trb. 1995, 62.

Titel:Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie; Versailles, 28 juni 1919
Laatste Trb. :Trb. 1998, 290
Titel:Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945
Laatste Trb. :Trb. 2004, 240

Uitgegeven de zevenentwintigste januari 2005

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT

Naar boven