A. TITEL

Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Republiek Frankrijk betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling;

Parijs/Den Haag, 29 juni 2004

B. TEKST1

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden en de voorlopige toepassing ervan

Nr. I

A. Brief van de Regering van de Franse Republiek

Mevrouw, Mijnheer,

Ik heb de eer te verwijzen naar de teksten van, respectievelijk, de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen en (België, Oostenrijk of Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen en (andere EU-lidstaat dan België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba en (andere EU-lidstaat dan België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba en (België, Oostenrijk of Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling. Deze teksten, die het resultaat zijn van de onderhandelingen die met de Nederlandse Antillen en Aruba zijn gevoerd over een overeenkomst inzake belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, zijn respectievelijk als bijlage I, II, III en IV toegevoegd aan het resultaat van de besprekingen van de Groep op hoog niveau van de Raad van Ministers van de Europese Unie van 12 maart 2004 (doc. 7660/04 FISC 68).

In het licht van de bovengenoemde teksten heb ik de eer u de Overeenkomst betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling in aanhangsel 1 bij deze brief voor te stellen, en in overweging te geven dat wij er ons wederzijds toe verbinden zo spoedig mogelijk de interne grondwettelijke formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst te vervullen en elkaar onverwijld van de voltooiing daarvan in kennis te stellen.

In afwachting van de voltooiing van deze interne procedures en van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, stel ik u voor dat de Regering van de Franse Republieken het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba deze Overeenkomst, binnen de grenzen van onze respectieve binnenlandse grondwettelijke voorschriften, reeds voorlopig zouden toepassen vanaf 1 januari 2005 of vanaf het tijdstip waarop Richtlijn 2003/48/EEG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling wordt toegepast, indien dit tijdstip later valt.

Ik stel hierbij voor dat, indien het bovenstaande voor uw regering aanvaardbaar is, deze brief en uw bevestiging tezamen een overeenkomst vormen tussen de Regering van de Franse Republiek en het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba.

Hoogachtend,

Voor de Regering van de Franse Republiek

MICHEL BARNIER

Minister van Buitenlandse Zaken,

Parijs, 29 juni 2004


Aanhangsel

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Regering van de Franse Republiek betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Regering van de Franse Republiekgeleid door de wens een overeenkomst te sluiten die het mogelijk maakt dat inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling die in een van de overeenkomstsluitende staten worden verricht aan uiteindelijk gerechtigden die een natuurlijke persoon zijn en hun woonplaats in de andere overeenkomstsluitende staat hebben, effectief worden belast overeenkomstig het recht van laatstgenoemde overeenkomstsluitende staat, in overeenstemming met Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en met de hierboven door de overeenkomstsluitende staten geuite voornemens, zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Toepassingsgebied

1. Deze overeenkomst is van toepassing op rentebetalingen die door een op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende staten gevestigde uitbetalende instantie worden verricht met als doel het mogelijk te maken dat inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetalingen welke in een overeenkomstsluitende staat worden verricht aan uiteindelijk gerechtigden die een natuurlijke persoon zijn en hun woonplaats in de andere overeenkomstsluitende staat hebben, effectief worden belast overeenkomstig het nationale recht van de laatstgenoemde overeenkomstsluitende staat.

2. De werkingssfeer van deze overeenkomst beperkt tot belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rente uit hoofde van schuldvorderingen; vraagstukken in verband met de fiscale behandeling van, onder meer, pensioenen en verzekeringsuitkeringen vallen buiten de werkingssfeer van deze overeenkomst.

3. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt deze overeenkomst alleen voor Aruba.

Artikel 2 Definities

1. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt, tenzij de context anders vereist, verstaan onder:

  • a. „een overeenkomstsluitende staat" en „de andere overeenkomstsluitende staat": het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba of de Regering van de Franse Republiek naargelang de context;

  • b. „Aruba": het gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden dat in het Caribische gebied is gelegen en bestaat uit het eiland Aruba;

  • c. de overeenkomstsluitende staat zijnde lidstaat van de Europese Unie is: de Franse Republiek

  • d. „richtlijn": Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, zoals van toepassing op de datum van ondertekening van deze overeenkomst;

  • e. „uiteindelijk gerechtigde": uiteindelijk gerechtigde in de zin van artikel 2 van de richtlijn;

  • f. „uitbetalende instantie": uitbetalende instantie in de zin van artikel 4 van de richtlijn;

  • g. „bevoegde autoriteit":

    • i. in het geval van Aruba: de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;

    • ii. in het geval van de Franse Republiek: de bevoegde autoriteit van die staat in de zin van artikel 5 van de richtlijn;

  • h. „rentebetaling": rentebetaling in de zin van artikel 6 van de richtlijn, met inachtneming van artikel 15 van de richtlijn;

  • i. aan niet anderszins omschreven termen wordt de betekenis gehecht die in de richtlijn daaraan wordt gegeven.

2. Voor de toepassing van de overeenkomst wordt in de bepalingen van de richtlijn waarnaar in deze overeenkomst wordt verwezen in plaats van „lidstaten" gelezen: overeenkomstsluitende staten.

Artikel 3 Identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde

Voor de toepassing van artikel 4 bepaalt elke overeenkomstsluitende staat de procedures die nodig zijn om de uitbetalende instantie in staat te stellen de identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigden vast te stellen en draagt zorg voor de toepassing van deze procedures binnen zijn grondgebied. Deze procedures voldoen aan de minimumnormen van artikel 3, leden 2 en 3, van de richtlijn, met dien verstande dat, ten behoeve van Aruba, wat betreft het bepaalde in lid 2, onder a), en in lid 3, onder a), de identiteit en de woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde worden vastgesteld op grond van de informatie waarover de uitbetalende instantie krachtens de toepassing van de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van Aruba beschikt.

Artikel 4 Automatische gegevensuitwisseling

1. De bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende staat van de uitbetalende instantie verstrekt de in artikel 8 van de richtlijn bedoelde gegevens aan de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende staat waar de uiteindelijk gerechtigde zijn woonplaats heeft.

2. De gegevensverstrekking gebeurt automatisch en ten minste eenmaal per jaar, binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar van de overeenkomstsluitende staat van de uitbetalende instantie, voor alle gedurende dat jaar verrichte rentebetalingen.

3. De overeenkomstsluitende staten behandelen de gegevensuitwisseling uit hoofde van deze overeenkomst op een wijze die strookt met het bepaalde in artikel 7 van Richtlijn 77/799/EEG.

Artikel 5 Omzetting

De overeenkomstsluitende staten dienen vóór 1 januari 2005 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze overeenkomst te voldoen.

Artikel 6 Bijlage

De teksten van de richtlijn* en van artikel 7 van Richtlijn 77/799/EEG van de Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe en indirecte belastingen, zoals die van toepassing zijn op de datum van ondertekening van deze overeenkomst en waarnaar in deze overeenkomst wordt verwezen, zijn als bijlage aan deze overeenkomst gehecht en maken integraal deel daarvan uit. De tekst van artikel 7 van Richtlijn 77/799/EEG in deze bijlage wordt vervangen door de tekst van dat artikel in de gewijzigde Richtlijn 77/799/EEG indien deze gewijzigde richtlijn in werking treedt vóór de datum waarop de bepalingen van deze overeenkomst van kracht worden.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze overeenkomst treedt in werking op de dertigste dag na de laatste van de data waarop de respectieve regeringen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat de in hun respectieve staten voorgeschreven grondwettelijke formaliteiten zijn vervuld en de bepalingen ervan vinden toepassing vanaf de datum vanaf welke de richtlijn overeenkomstig artikel 17, leden 2 en 3, van de richtlijn van toepassing is.

Artikel 8 Beëindiging

Deze overeenkomst blijft van kracht totdat zij door een van beide overeenkomstsluitende staten wordt beëindigd. Elke overeenkomstsluitende staat kan de overeenkomst langs diplomatieke weg beëindigen door ten minste zes maanden voor het einde van enig kalenderjaar na het verstrijken van een tijdvak van drie jaar na de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst kennis te geven van beëindiging. In dat geval houdt de overeenkomst op van toepassing te zijn voor tijdvakken die aanvangen na het einde van het kalenderjaar waarin de kennisgeving van beëindiging is gegeven.

Deze overeenkomst is opgesteld in de Franse en de Nederlandse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van de Franse Republiek

MICHEL BARNIER

Voor het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba

A. A. TROMP-YARZAGARAY


Bijlage

Artikel 7 Geheimhouding

1. Alle inlichtingen waarover een lidstaat uit hoofde van deze richtlijn beschikt, worden in deze lidstaat geheim gehouden op dezelfde wijze als geschiedt met de gegevens die deze lidstaat verkrijgt uit hoofde van de eigen nationale wetgeving. Hoe dan ook mogen deze inlichtingen:

  • – alleen aan die personen ter kennis worden gebracht die bij de vaststelling van de belastingschuld of bij de administratieve controle in verband met de vaststelling van de belastingschuld rechtstreeks betrokken zijn,

  • – alleen worden onthuld in gerechtelijke procedures of in procedures waarbij administratieve sancties worden toegepast, ingesteld met het oog op of in verband met de vaststelling van of de controle inzake de vaststelling van de belastingschuld, en alleen aan die personen die rechtstreeks bij deze procedures betrokken zijn; deze inlichtingen mogen echter tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken worden vermeld, indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de inlichtingen verstrekt, daar geen bezwaar tegen maakt op het moment dat zij de inlichtingen in eerste instantie verstrekt,

  • – in geen geval worden gebruikt voor andere doeleinden dan fiscale doeleinden of gerechtelijke procedures of procedures waarbij administratieve sancties worden toegepast, ingesteld met het oog op of in verband met de vaststelling van of de controle inzake de vaststelling van de belastingschuld.

Bovendien kan door de lidstaten worden bepaald dat de in de eerste alinea bedoelde inlichtingen mogen worden gebruikt om andere heffingen, rechten en belastingen vast te stellen die vallen onder artikel 2 van Richtlijn 76/308/EEG.

2. Het bepaalde in lid 1 houdt niet in dat een Lid-Staat waarvan de wetgeving of de administratieve praktijk voor nationale doeleinden verdergaande beperkingen bevatten dan die welke in dit lid zijn vervat, gehouden is tot het verstrekken van inlichtingen indien de Staat waarvoor deze zijn bestemd, zich niet verbindt deze verdergaande beperkingen in acht te nemen.

3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de bevoegde autoriteit van de inlichtingen verstrekkende Lid-Staat toestaan dat in de Lid-Staat die de inlichtingen ontvangt, deze ook voor andere doeleinden worden gebruikt, indien de wetgeving van de inlichtingen verstrekkende Lid-Staat in het eigen land een gelijksoortig gebruik onder overeenkomstige omstandigheden toestaat.

4. Wanneer de bevoegde autoriteit van een Lid-Staat van mening is dat de innlichtingen die zij van de bevoegde autoriteit van een andere Lid-Staat heeft ontvangen, van nut kunnen zijn voor de bevoegde autoriteit van een derde Lid-Staat, kan zij de betrokken inlichtingen met toestemming van de bevoegde autoriteit die de inlichtingen heeft verstrekt, doorgeven aan de bevoegde autoriteit van laatstbedoelde Lid-Staat.


Nr. II

B. Brief van Aruba

Mijnheer,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt:

  • „Mevrouw, Mijnheer,

  • Ik heb de eer te verwijzen naarde teksten van, respectievelijk, de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen en (België, Oostenrijk of Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van de Nederlandse Antillen en (andere EU-lidstaat dan België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba en (andere EU-lidstaat dan België, Oostenrijk en Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba en (België, Oostenrijk of Luxemburg) betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling. Deze teksten, die het resultaat zijn van de onderhandelingen die met de Nederlandse Antillen en Aruba zijn gevoerd over een overeenkomst inzake belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, zijn respectievelijk als bijlage I, II, III en IV toegevoegd aan het resultaat van de besprekingen van de Groep op hoog niveau van de Raad van Ministers van de Europese Unie van 12 maart 2004 (doc. 7660/04 FISC 68).

    In het licht van de bovengenoemde teksten heb ik de eer u de Overeenkomst betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling in aanhangsel 1 bij deze brief voor te stellen, en in overweging te geven dat wij er ons wederzijds toe verbinden zo spoedig mogelijk de interne grondwettelijke formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst te vervullen en elkaar onverwijld van de voltooiing daarvan in kennis te stellen.

    In afwachting van de voltooiing van deze interne procedures en van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, stel ik u voor dat de Regering van de Franse Republiek en het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba deze Overeenkomst, binnen de grenzen van onze respectieve binnenlandse grondwettelijke voorschriften, reeds voorlopig zouden toepassen vanaf 1 januari 2005 of vanaf het tijdstip waarop Richtlijn 2003/48/EEG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling wordt toegepast, indien dit tijdstip later valt.

    Ik stel hierbij voor dat, indien het bovenstaande voor uw regering aanvaardbaar is, deze brief en uw bevestiging tezamen een Overeenkomst vormen tussen de Regering van de Franse Republiek» en het Koninkrijk der Nederlanden ten behoeve van Aruba.

Hoogachtend,"

Ik heb de eer u te bevestigen dat de inhoud van deze brief voor Aruba aanvaardbaar is.

Hoogachtend,

Voor Aruba,

A. A. TROMP-YARZAGARAY

Den Haag, 9 november 2004


Accord sous forme d'échange de lettres relatif à la fiscalité des revenus de l'épargne et à l'application à titre provisoire de l'accord

Nr. I

A. Lettre du Gouvernement de la République française

Madame, Monsieur,

J'ai l'honneur de faire référence au texte de "l'Accord entre le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est des Antilles néerlandaises et la Belgique, l'Autriche ou le Luxembourg relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts", au texte de "l'Accord entre le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est des Antilles néerlandaises et l'État membre de l'Union européene autre que la Belgique, l'Autriche et le Luxembourg relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts", au texte de "l'Accord entre le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba et l'État membre de l'Union européene autre que la Belgique, l'Autriche et le Luxembourg relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts" et au texte de "l'Accord entre le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba et la Belgique, l'Autriche ou le Luxembourg relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts", qui résultent des négociations menées avec les Antilles néerlandaises et Aruba en vue de conclure un accord sur la fiscalité de l'épargne et qui figurent aux annexes I, II, III et IV des résultats des travaux du groupe à haut niveau du Conseil des ministres de l'Union européenne du 12 mars 2004 (document 7660/04 FISC 68).

Compte tenu des textes susvisés, j'ai l'honneur de vous proposer l'accord relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts" qui figure en appendice à la présente lettre, ainsi qu'un engagement mutuel d'accomplir dans les meilleurs délais les procédures constitutionnelles internes requises en vue de l'entrée en vigueur dudit accord et de notifier immédiatement à l'autre partie l'accomplissement de ces procédures.

Dans l'attente de l'accomplissement de ces procédures internes et de l'entrée en vigueur de "l'accord relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts" en question, j'ai l'honneur de proposer que le Gouvernement de la République française et le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba appliquent ledit accord à titre provisoire, dans le cadre de nos exigences constitutionnelles respectives, à compter du 1er janvier 2005 ou de la date d'application en vigueur de la directive 2003/48/CE du Conseil du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts, la date la plus tardive étant retenue.

J'ai l'honneur de proposer que, si ce qui précède est acceptable pour votre gouvernement, la présente lettre et votre confirmation constituent ensemble un accord entre le Gouvernement de la République française et le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba.

Je vous prie d'agréer, Madame, Monsieur, l'assurance de ma très haute considération.

Pour le Gouvernement de la République française

MICHEL BARNIER

Ministre des Affaires étrangères

FAIT à Paris, le 29 juin 2004.


Appendice

Accord entre le gouvernement du Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba et le Gouvernement de la République française relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts

Le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas, pour ce qui est d'Aruba, et le Gouvernement de la République française, désireux de conclure un accord permettant que les revenus de l'épargne, sous forme de paiements d'intérêts effectués dans l'un des États contractants en faveur de bénéficiaires effectifs qui sont des personnes physiques ayant leur résidence dans l'autre État contractant, soient effectivement imposés conformément aux dispositions législatives de ce dernier État contractant, en application de la directive 2003/48/CE du Conseil de l'Union européenne du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts, sont convenus de ce qui suit:

Article premier Champ d'application

1. Le présent accord s'applique aux intérêts payés par un agent payeur établi sur le territoire de l'un des États contractants en vue de permettre que les revenus de l'épargne, sous forme de paiements d'intérêts effectués dans un État contractant en faveur de bénéficiaires effectifs qui sont des personnes physiques ayant leur résidence fiscale dans l'autre État contractant, soient effectivement imposés conformément aux dispositions législatives de ce dernier État contractant.

2. Le champ d'application du présent accord est limité à la fiscalité des revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts sur des créances et exclut, entre autres, les questions liées à l'imposition des pensions et des prestations d'assurances.

3. En ce qui concerne le Royaume des Pays-Bas, le présent accord s'applique uniquement à Aruba.

Article 2 Définitions

1. Aux fins du présent accord, à moins que le contexte ne s'y oppose, on entend par:

  • a) "un État contractant" et "l'autre État contractant", le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba ou la France, selon le contexte;

  • b) "Aruba", la partie du Royaume des Pays-Bas située dans les Caraïbes qui consiste en l'île d'Aruba;

  • c) "la partie contractante membre de l'Union européenne”, la France;

  • d) "directive", la directive 2003/48/CE du Conseil de l'Union européenne du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts, telle qu'elle s'applique à la date de la signature du présent accord;

  • e) "bénéficiaire effectif", tout bénéficiaire effectif au sens de l'article 2 de la directive;

  • f) "agent payeur", tout agent payeur au sens de l'article 4 de la directive;

  • g) "autorité compétente",

    • i) dans le cas d'Aruba: "le ministre des finances ou son représentant autorisé";

    • ii) dans le cas de la France: toute autorité compétente de cet État au sens de l'article 5 de la directive;

  • h) "paiement d'intérêts", tout paiement d'intérêts au sens de l'article 6 de la directive, tout en tenant dûment compte de l'article 15;

  • i) à moins qu'un terme ne soit défini autrement dans le présent accord, il revêt le sens qui lui est donné dans la directive.

2. Aux fins du présent accord, dans les dispositions de la directive auquel le présent accord se réfère, l'expression "États membres" doit se lire "États contractants".

Article 3 Identification et détermination du lieu de résidence des bénéficiaires effectifs

Chaque État contractant adopte les modalités permettant à l'agent payeur d'identifier les bénéficiaires effectifs et leur lieu de résidence aux fins de l'article 4 et en assure l'application sur son territoire. Ces modalités doivent être conformes aux normes minimales établies à l'article 3, paragraphes 2 et 3, de la directive, si ce n'est que, pour Aruba, en ce qui concerne le paragraphe 2, point a), et le paragraphe 3, point a), dudit article, l'identité et la résidence du bénéficiaire effectif sont établies d'après les informations dont l'agent payeur dispose en application des dispositions législatives et réglementaires pertinentes d'Aruba.

Article 4 Échange automatique d'informations

1. L'autorité compétente de l'État contractant dans lequel l'agent payeur est établi communique à l'autorité compétente de l'autre État contractant, dans lequel le bénéficiaire effectif réside, les informations visées à l'article 8 de la directive.

2. La communication des informations a un caractère automatique et doit avoir lieu au moins une fois par an, dans les six mois qui suivent la fin de l'exercice fiscal de l'État membre de l'agent payeur, pour tous les paiements d'intérêts effectués au cours de cet exercice.

3. Les États contractants appliquent à l'échange d'informations prévu par le présent accord un traitement compatible avec les dispositions prévues à l'article 7 de la directive 77/799/CEE.

Article 5 Transposition

Avant le 1er janvier 2005, les États contractants adoptent et publient les dispositions législatives, réglementaires et administratives nécessaires pour se conformer au présent accord.

Article 6 Annexe

Les textes de la directive et de l'article 7 de la directive 77/799/CEE du Conseil de l'Union européenne du 19 décembre 1977 concernant l'assistance mutuelle des autorités compétentes des États membres dans le domaine des impôts directs et indirects, tels qu'ils s'appliquent à la date de la signature du présent accord et auxquels le présent accord se réfère, sont annexés au et font partie intégrante du présent accord. Le texte de l'article 7 de la directive 77/799/CEE figurant dans l'annexe au présent accord sera remplacé par le texte de ce même article tel qu'il figure dans la version modifiée de la directive 77/799/CEE, si celle-ci entre en vigueur avant que les dispositions du présent accord ne s'appliquent.

Article 7 Entrée en vigueur

Le présent accord entre en vigueur le trentième jour après la date à laquelle tous les gouvernements se sont mutuellement notifiés par écrit

l'accomplissement des procédures constitutionnelles requises dans leurs États respectifs, et ses dispositions s'appliquent à compter de la date d'entrée en vigueur de la directive, conformément à l'article 17, paragraphe 2 et 3, de la directive.

Article 8 Dénonciation

Le présent accord demeure en vigueur tant qu'il n'a pas été dénoncé par l'un des États contractants. Chaque État peut dénoncer l'accord par la voie diplomatique après une période de trois ans commençant à la date d'entrée en vigueur dudit accord, par notification écrite au moins six mois avant la fin d'une année civile. Dans ce cas, l'accord ne s'applique plus aux périodes commençant après la fin de l'année civile au cours de laquelle la dénonciation a été notifiée.

Fait en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant également foi.

Pour le Gouvernement de la République française

MICHEL BARNIER

Pour le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba

A. A. TROMP-YARZAGARAY


Annexe

Article 7 Dispositions relatives au secret

1. Toutes les informations dont un État membre a connaissance par application de la présente directive sont tenues secrètes, dans cet État, de la même manière que les informations recueillies en application de sa législaton nationale. En tout état de cause, ces informations:

  • – ne sont accessibles qu'aux personnes directement concernées par l'établissement de l'impôt ou par le contrôle administratif de l'établissement de l'impôt,

  • – ne sont dévoilées qu'à l'occasion d'une procédure judiciaire, d'une procédure pénale ou d'une procédure entraînant l'application de sanctions administratives, engagées en vue de ou en relation avec l'établissement ou le contrôle de l'établissement de l'impôt, et seulement aux personnes intervenant directement dans ces procédures; il peut toutefois être fait état de ces informations au cours d'audiences publiques ou dans des jugements, si l'autorité compétente de l'État membre qui fournit les informations ne s'y oppose pas lors de leur transmission initiale,

  • – ne sont, en aucun cas, utilisées autrement qu'à des fins fiscales ou aux fins d'une procédure judiciaire, d'une procédure pénale ou d'une procédure entraînant l'application de sanctions administratives, engagées en vue de ou en relation avec l'établissement ou le contrôle de l'établissement de l'impôt.

En outre, les États membres peuvent prévoir que les informations visées au premier alinéa soient utilisées pour établir d'autres prélèvements, droits et taxes relevant de l'article 2 de la directive 76/308/CEE.

2. Le paragraphe 1 n'impose pas à un État membre dont la législation ou la pratique administrative établissent, à des fins internes, des limitations plus étroites que celles contenues dans ledit paragraphe, de fournir des informations si l'État intéressé ne s'engage pas à respecter ces limitations plus étroites.

3. Par dérogation au paragraphe 1, l'autorité compétente de l'État membre qui fournit les informations peut permettre l'utilisation de ces informations à d'autres fins dans l'État requérant lorsque, selon sa propre législation, leur utilisation est possible à des fins similaires dans les mêmes circonstances.

4. Lorsque l'autorité compétente d'un État membre considère que les informations qu'elle a reçues de l'autorité compétente d'un autre État membre sont susceptibles d'être utiles à l'autorité compétente d'un troisième État membre, elle peut les transmettre à cette dernière avec l'accord de l'autorité compétente qui les a fournies.


Nr. II

B. Lettre d'Aruba

Monsieur le Ministre,

J'ai l'honneur d'accuser réception de votre lettre de ce jour, libellée comme suit:

  • "Madame, Monsieur,

J'ai l'honneur de faire référence au texte de "l'Accord entre le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est des Antilles néerlandaises et la Belgique, l'Autriche ou le Luxembourg relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts", au texte de "l'Accord entre le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est des Antilles néerlandaises et l'État membre de l'Union européene autre que la Belgique, l'Autriche et le Luxembourg relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts", au texte de "l'Accord entre le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba et l'État membre de l'Union européene autre que la Belgique, l'Autriche et le Luxembourg relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts" et au texte de "l'Accord entre le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba et la Belgique, l'Autriche ou le Luxembourg relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts", qui résultent des négociations menées avec les Antilles néerlandaises et Aruba en vue de conclure un accord sur la fiscalité de l'épargne et qui figurent aux annexes I, II, III et IV des résultats des travaux du Groupe à haut niveau du Conseil des ministres de l'Union européenne du 12 mars 2004 (document 7660/04 FISC 68).

Compte tenu des textes susvisés, j'ai l'honneur de vous proposer "l'accord relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts" qui figure en appendice à la présente lettre, ainsi qu'un engagement mutuel d'accomplir dans les meilleurs délais les procédures constitutionnelles internes requises en vue de l'entrée en vigueur dudit accord et de notifier immédiatement à l'autre partie l'accomplissement de ces procédures.

Dans l'attente de l'accomplissement de ces procédures internes et de l'entrée en vigueur de "l'accord relatif à l'échange automatique d'informations concernant les revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts" en question, j'ai l'honneur de proposer que le Gouvernement de la République française et le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba appliquent ledit accord à titre provisoire, dans le cadre de nos exigences constitutionnelles respectives, à compter du 1er janvier 2005 ou de la date d'application de la directive 2003/48/CE du Conseil du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l'épargne sous forme de paiements d'intérêts, la date la plus tardive étant retenue.

J'ai l'honneur de proposer que, si ce qui précède est acceptable pour votre gouvernement, la présente lettre et votre confirmation constituent ensemble un accord entre le Gouvernement de la République française et le Royaume des Pays-Bas pour ce qui est d'Aruba.

Je vous prie d'agréer, Madame, Monsieur, l'assurance de ma très haute considération."

Je suis en mesure de confirmer l'accord d'Aruba sur le contenu de votre lettre.

Je vous prie d'agréer, Monsieur le Ministre, l'assurance de ma très haute considération.

Pour Aruba

A.A. TROMP-YARZAGARAY

La Haye, le 9 novembre 2004


D. PARLEMENT

De in de brieven vervatte overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de in de brieven vervatte overeenkomst kan worden gebonden.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

De bepalingen van de in brieven vervatte overeenkomst worden, ingevolge de op één na laatste alinea van brief Nr. I respectievelijk de laatste alinea van brief Nr. II, en de inwerkingtreding op 1 juli 2005 van de in rubriek J hieronder genoemde Richtlijn 2003/48/EEG, vanaf die datum voorlopig toegepast.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de in brieven vervatte overeenkomst ingevolge artikel 1, derde lid, van de overeenkomst, alleen voor Aruba.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de in brieven vervatte overeenkomst zullen ingevolge artikel 7 van de overeenkomst in werking treden op de dertigste dag na de laatste van de data waarop de respectieve regeringen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat de in hun respectieve staten voorgeschreven grondwettelijke formaliteiten zijn vervuld.

J. VERWIJZINGEN

Titel:Verdrag betreffende de Europese Unie; Maastricht, 7 februari 1992
Tekst:Trb. 1992, 74 (Nederlands)
Laatste Trb. :Trb. 2004, 122
   
Titel:Richtlijn 2003/48/EEG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling
Tekst:Pb. L 157 van 26/06/2003
   
Titel:Richtlijn 77/779/EEG van de Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten op het gebied van de directe belastingen
Tekst:Pb. L 336 van 27/12/1997 blz. 0015 - 0020
   
Titel:Richtlijn 76/308/EEG van de Raad van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van landbouwheffingen en douanerechten
Tekst:Pb. L 73 van 19/03/1976 blz. 18

In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de in de brieven vervatte overeenkomst zal zijn bekendgemaakt in Nederland op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de derde mei 2005

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT


XNoot
1

In de, door de EU opgestelde, Nederlandse tekst staat een aantal onvolkomenheden. Eventuele correcties worden in een volgend Tractatenblad opgenomen.

XNoot
*

Niet afgedrukt, zie rubriek J voor verwijzing.

Naar boven