A. TITEL

Verdrag inzake het Europees Bosseninstituut;

Joensuu1, 28 augustus 2003

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 2003, 173.

Naast de aldaar genoemde is het Verdrag nog ondertekend voor de volgende staten:

Griekenland27 november 2003
Portugal 4 november 2003
Roemenië26 november 2003
Servië en Montenegro27 november 2003
Slovenië25 november 2003
Zwitserland26 november 2003

C. VERTALING

Verdrag inzake het Europees Bosseninstituut

De Partijen bij dit Verdrag, hierna te noemen „de Verdragsluitende Partijen",

In herinnering brengend de op bossen betrekking hebbende beslissingen aangenomen tijdens de Conferentie van de Verenigde Naties inzake Milieu en Ontwikkeling in 1992, de actievoorstellen van deIntergovernmental Panel on Forests en hetIntergovernmental Forum on Forests, het uitgebreide werkprogramma inzake biologische diversiteit in bossen in het kader van het Verdrag inzake biologische diversiteit alsmede het resultaat van de Wereldtop inzake duurzame ontwikkeling;

Erkennend de vooruitgang en resultaten geboekt bij de implementatie van de verplichtingen van de Ministeriële Conferenties inzake de bescherming van bossen in Europa;

Zich bewust van de veranderende aard van op Europese bos- en bosbouw betrekking hebbende kwesties en de bezorgdheid in de samenleving en de noodzaak relevante wetenschappelijke gegevens te genereren met het doel tot goede besluitvorming te komen;

Overwegend dat het Europees Bosseninstituut in 1993 is opgericht als een vereniging naar Fins recht die bijdraagt aan het onderzoek naar bosbouw, bossen en het behoud van bossen op Europees niveau;

Indachtig de toegevoegde waarde van het internationaal verankeren van het onderzoek naar bosbouw en bossen;

Geleid door de wens op internationaal niveau samen te werken aan onderzoek naar bosbouw en bossen en daarbij dubbel werk te voorkomen;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Het Instituut

Het Europees Bosseninstituut (hierna te noemen het Instituut) wordt bij dezen opgericht als een internationale organisatie. De zetel is gevestigd in Joensuu, Finland.

Artikel 2 Doelstellingen en taken

1. Het doel van het Instituut is het verrichten van onderzoek op pan-Europees niveau naar bosbeleid, met inbegrip van de milieuaspecten, naar de ecologie, het meervoudig gebruik, de hulpbronnen en de gezondheid van Europese bossen en naar het aanbod van en de vraag naar hout en andere bosproducten en -diensten teneinde het behoud en het duurzaam beheer van bossen in Europa te bevorderen.

2. Teneinde zijn doelstellingen te bereiken:

  • a. verstrekt het Instituut relevante informatie met betrekking tot de bos- en houtsector voor beleids- en besluitvorming in Europese landen;

  • b. verricht het onderzoek op de bovenvermelde gebieden;

  • c. ontwikkelt het onderzoeksmethoden;

  • d. organiseert het wetenschappelijke bijeenkomsten en participeert het daarin; en

  • e. coördineert en verspreidt het kennis van zijn werk en resultaten.

Artikel 3 Informatie

De Verdragsluitende Partijen steunen het werk van het Instituut met informatie op het gebied van bossen indien daartoe een specifiek verzoek is ingediend, mits deze informatie niet verkregen kan worden bij andere instanties die gegevens verzamelen en voor zover zij redelijkerwijs verstrekt kan worden. Teneinde dubbel werk te voorkomen, streeft het Instituut ernaar een goede coördinatie te waarborgen met andere internationale instanties, met inbegrip van de instanties die gegevens verzamelen.

Artikel 4 Leden, geassocieerde en geaffilieerde leden van het Instituut

1. De Verdragsluitende Partijen zijn leden van het Instituut.

2. Het geassocieerd lidmaatschap staat open voor onderzoeksinstellingen, onderwijsinstellingen, commerciële organisaties, bosautoriteiten, niet-gouvernementele organisaties en instellingen van soortgelijke aard uit Europese staten (hierna te noemen geassocieerde leden). Het geaffilieerde lidmaatschap staat open voor instellingen van soortgelijke aard uit niet-Europese staten (hierna te noemen geaffilieerde leden). Geaffilieerde leden nemen niet deel aan het besluitvormingsproces van het Instituut.

Artikel 5 Organen

De organen van het Instituut zijn een raad, een conferentie, een bestuur en een secretariaat dat geleid wordt door een directeur.

Artikel 6 De raad

1. De raad bestaat uit vertegenwoordigers van de leden en komt eenmaal per drie jaar in gewone zitting bijeen. Een buitengewone zitting kan worden gehouden op verzoek van een lid of het bestuur, onder voorbehoud van goedkeuring door een gewone meerderheid van de leden.

2. De raad

  • a. benoemt bestuursleden overeenkomstig artikel 8, tweede lid, onderdelen a, c en d;

  • b. keurt de benoeming van de directeur goed overeenkomstig artikel 8, vierde lid, onderdeel d;

  • c. geeft het beleidskader aan voor de werkzaamheden van het Instituut;

  • d. beslist over algemene onderwerpen van technische, financiële of administratieve aard die ingediend worden door de leden, de conferentie of het bestuur;

  • e. keurt met gewone meerderheid richtlijnen goed die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het Instituut en zijn organen, en

  • f. keurt zijn reglement van orde goed en wijzigt dit met gewone meerderheid.

3. Elk lid heeft een stem. Besluiten worden bij consensus genomen, tenzij in het Verdrag anders is bepaald.

Artikel 7 De conferentie

1. De conferentie bestaat uit vertegenwoordigers van de geassocieerde leden. De conferentie komt eenmaal per jaar in plenaire vergadering bijeen en neemt beslissingen met een gewone meerderheid. De geaffilieerde leden mogen deelnemen aan de jaarlijkse plenaire vergaderingen van de conferentie. Instanties en regionale of internationale organisaties die geen geassocieerd of geaffilieerd lid zijn van het Instituut kunnen uitgenodigd worden aanwezig te zijn bij de plenaire vergaderingen van de conferentie overeenkomstig de door het bestuur vastgestelde regels.

2. Tot de taken van de conferentie behoren onder meer:

  • a. bestuursleden benoemen overeenkomstig artikel 8, tweede lid, onderdelen b, c en d;

  • b. de lidmaatschapsgelden vaststellen voor de geassocieerde en geaffilieerde leden;

  • c. aanbevelingen doen om de aanzet te geven tot activiteiten die gericht zijn op het realiseren van de doelstellingen van het Instituut;

  • d. de door accountants gecontroleerde jaarstukken goedkeuren;

  • e. het door het bestuur ingediende werkplan voor het komende jaar goedkeuren;

  • f. het jaarverslag van de activiteiten van het Instituut beoordelen en aannemen; en

  • g. zijn reglement van orde goedkeuren en wijzigen.

Artikel 8 Het bestuur

1. Het bestuur bestaat uit acht personen met aantoonbare deskundigheid op het gebied van de activiteiten van het Instituut. Deze bestuursleden mogen ten hoogste twee opeenvolgende termijnen in functie zijn.

2. a. Vier bestuursleden worden voor een periode van drie jaar benoemd door de raad.

  • b. Vier bestuursleden worden voor een periode van drie jaar benoemd door de conferentie.

  • c. De raad en de conferentie nemen regels aan met betrekking tot de benoemings- en rouleerprocedure van de leden die zij benoemen.

  • d. Tussentijdse vacatures worden middels een schriftelijke procedure vervuld door respectievelijk de raad of de conferentie.

3. Het bestuur komt ten minste eenmaal per jaar bijeen en neemt beslissingen met een gewone meerderheid.

4. Het bestuur:

  • a. stelt binnen het beleidskader dat door de raad is vastgesteld, het administratieve en onderzoeksprogramma van het werk van het Instituut vast en blijft dit toetsen;

  • b. neemt, met inachtneming van de richtlijnen van de raad, interne regels aan die noodzakelijk geacht worden;

  • c. keurt de begroting en de boekhouding goed;

  • d. benoemt de directeur, behoudens instemming van de raad;

  • e. keurt het toelaten en royeren van geassocieerde en geaffilieerde leden goed;

  • f. brengt verslag uit aan de raad en de conferentie;

  • g. keurt, met inachtneming van de richtlijnen van de raad, de in artikel 12 genoemde overeenkomst goed;

  • h. keurt zijn reglement van orde goed en wijzigt dit; en

  • i. stelt de in artikel 7, eerste lid, genoemde regels vast.

Artikel 9 Het secretariaat

1. Het secretariaat wordt geleid door de directeur en bestaat uit het personeel van het Instituut.

2. Behoudens algemene instructies van de raad, de conferentie en het bestuur, benoemt de directeur ander personeel dat nodig is om de doelstellingen van het Instituut te realiseren op de voorwaarden en voor de uitvoering van de taken die de directeur vaststelt.

Artikel 10 Financiële middelen

In de financiële middelen die nodig zijn voor het functioneren van het Instituut wordt voorzien door:

  • a. geassocieerde en geaffilieerde leden, door middel van lidmaatschapsgelden;

  • b. leden, door middel van eventuele vrijwillige bijdragen; en

  • c. andere bronnen die mogelijk beschikbaar komen.

Artikel 11 De begroting en de boekhouding

De begroting en de boekhouding van het Instituut worden met een gewone meerderheid goedgekeurd door het bestuur op voorstel van de directeur.

Artikel 12 Rechtspersoonlijkheid, voorrechten en immuniteiten

Het Instituut bezit internationale en nationale rechtspersoonlijkheid. Op het grondgebied van Finland geniet het de voorrechten en immuniteiten die noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van zijn taken. Deze voorrechten en immuniteiten worden vastgelegd in een overeenkomst tussen het Instituut en de regering van Finland.

Artikel 13 Geschillenbeslechting

Elk geschil dat voortvloeit uit de interpretatie of toepassing van dit Verdrag en dat niet beslecht wordt door onderhandeling of de goede diensten van het bestuur kan, met wederzijdse goedkeuring van de partijen bij het geschil, ter conciliatie worden voorgelegd ingevolge het Facultatief Reglement inzake conciliatie van het Permanente Hof van Arbitrage.

Artikel 14 Ondertekening en instemming gebonden te worden

1. Dit Verdrag staat op 28 augustus 2003 in Joensuu open voor ondertekening door Europese staten en Europese regionale organisaties voor economische integratie. Daarna blijft het tot 28 november 2003 openstaan voor ondertekening in Helsinki, bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van Finland.

2. Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd door de ondertekenende staten en regionale organisaties voor economische integratie. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring dienen te worden nedergelegd bij de regering van Finland, die optreedt als Depositaris.

3. Dit Verdrag staat open voor toetreding door die Europese staten en Europese regionale organisaties voor economische integratie die het niet ondertekend hebben. De akten van toetreding dienen te worden nedergelegd bij de Depositaris.

4. Voor de toepassing van dit Verdrag is een Europese staat een staat die als Europese staat in aanmerking komt voor het lidmaatschap van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties.

Artikel 15 Inwerkingtreding

1. Dit Verdrag treedt in werking zestig dagen na de datum van de nederlegging van de achtste akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.

2. Voor elke staat en regionale organisatie voor economische integratie die na de nederlegging van de achtste akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, dit Verdrag bekrachtigt, aanvaardt, goedkeurt, of ertoe toetreedt, treedt het Verdrag in werking zestig dagen na de datum van nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding door die staat of regionale organisatie voor economische integratie.

Artikel 16 Overgangsbepalingen

1. Bij de inwerkingtreding van dit Verdrag zullen de onderzoeksinstellingen, onderwijsinstellingen, commerciële organisaties, bosautoriteiten, niet-gouvernementele organisaties en instellingen van soortgelijke aard uit Europese staten die lid of geassocieerd lid zijn van het Europees Bosseninstituut dat in 1993 is opgericht als een vereniging naar Fins recht, en die voor die datum volgens het reglement geen kennisgeving van opzegging hebben ingediend, geassocieerd lid worden van het Instituut. Instellingen van soortgelijke aard uit niet-Europese staten die geassocieerd lid zijn van het genoemde Europees Bosseninstituut zullen, indien zij geen kennisgeving van opzegging hebben ingediend, geaffilieerd lid worden van het Instituut.

2. Na de inwerkingtreding van dit Verdrag neemt het Instituut initiatief tot onderhandelingen met het Europees Bosseninstituut dat in 1993 is opgericht als een vereniging naar Fins recht, over de overdracht van de werkzaamheden, fondsen, activa en passiva van de laatstgenoemde aan het Instituut.

Artikel 17 Wijzigingen

1. Dit Verdrag kan worden gewijzigd met algemene stemmen van de leden die aanwezig zijn bij een vergadering van de raad of door een schriftelijke procedure. Elk voorstel tot wijziging wordt ten minste acht weken van tevoren door de Depositaris verspreid. In geval van een schriftelijke procedure stelt de Depositaris de termijn vast voor de antwoorden.

2. De wijziging wordt van kracht zestig dagen na de datum waarop alle Verdragsluitende Partijen de Depositaris ervan in kennis hebben gesteld dat zij voldaan hebben aan de formaliteiten krachtens de nationale wetgeving met betrekking tot de wijziging.

3. Tenzij de conferentie ermee instemt, laten wijzigingen de institutionele positie van geassocieerde of geaffilieerde leden onverlet.

Artikel 18 Opzegging

Een Verdragsluitende Partij kan dit Verdrag opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de Depositaris. De opzegging wordt van kracht een jaar nadat de Depositaris de kennisgeving van opzegging heeft ontvangen.

Artikel 19 Beëindiging

Dit Verdrag wordt beëindigd indien er op enig moment na de inwerkingtreding minder dan acht Verdragsluitende Partijen zijn.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Joensuu, op 28 augustus 2003, in de Engelse taal.


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2003, 173.

E. BEKRACHTIGING

De volgende staten hebben in overeenstemming met artikel 14, tweede lid, van het Verdrag een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring bij de Regering van Finland nedergelegd:

Denemarken 5 februari 2004
Noorwegen 9 oktober 2003

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2003, 173.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 2003, 173.

Verwijzingen

Rectificatie

Titel:Verdrag voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen; 's-Gravenhage, 18 oktober 1907
Tekst:Stb. 1910, 73 (Frans en vertaling) Trb. 1963, 158 (Frans)
Laatste Trb. :Trb. 1981, 96

Uitgegeven de vijftiende april 2004

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT


XNoot
1

In Trb. 2003, 173 staat ten onrechte vermeld dat het Verdrag te Helsinki tot stand is gekomen.

Naar boven