A. TITEL

Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte Agentschap, met Bijlagen;

Parijs, 30 mei 1975

B. TEKST

De Nederlandse, de Engelse en de Franse tekst van het Verdrag, met Bijlagen, zijn geplaatst in Trb. 1975, 123. Voor de ondertekening zie ook Trb. 1980, 198.

Zie voor een wijziging van bijlagen II en V bij het Verdrag rubriek J hieronder.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1980, 198, rubriek J van Trb. 1981, 126, rubriek J van Trb. 1982, 42 en 110, rubriek J van Trb. 1983, 30 en 160, rubriek J van Trb. 1984, 13, Trb. 1985, 134 en Trb. 1990, 43.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1980, 198 en Trb. 1985, 134.

F. TOETREDING

De volgende staten hebben in overeenstemming met artikel XXII van het Verdrag een akte van toetreding nedergelegd bij de Franse Regering:

Finland 1 januari 1995
Noorwegen30 december 1986
Oostenrijk30 december 1986
Portugal14 november 2000

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1980, 198.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1975, 123, Trb. 1980, 198, Trb. 1981, 126, Trb. 1982, 42 en 110, Trb. 1983, 30 en 160, Trb. 1984, 13, Trb. 1985, 134 en Trb. 1990, 43.

Verklaringen

De in Trb. 1990, 43 opgenomen Verklaringen zijn aan de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal medegedeeld bij brieven van 29 augustus 1990.

Wijzigingen

Wijziging van 20 oktober 1995

In overeenstemming met artikel XVI, derde lid, van het Verdrag heeft de Raad van het Agentschap op 20 oktober 1995 een wijziging van Bijlage II bij het Verdrag aangenomen. De Nederlandse, de Engelse en de Franse tekst1 van de wijziging luiden als volgt:

Artikel V

1. De begrotingen van het Agentschap worden uitgedrukt in ECU zoals onlangs door de bevoegde instanties van de Europese Unie vastgelegd en vervolgens in de Europese betaaleenheid die de ECU zal vervangen zodra ze door deze instanties van kracht is verklaard.

2. Elke Lid-Staat zal eventuele bijdragen betalen in ECU en daarna in de vervangende valuta waarnaar wordt verwezen in bovenstaande § 1.


Article V

1. The budgets of the Agency shall be expressed in ECU as currently defined by the European Union's competent bodies and subsequently in the European payment unit which may replace it as soon as it is set into force by these bodies.

2. Each Member State shall pay its contribution in ECU and in the subsequent replacement for it as referred to in paragraph 1 above.


Article V

1. Les budgets de l'Agence sont exprimés en ECU tel que le définissent actuellement les organes compétents de l'Union européenne et ultérieurement dans l'unité de paiement européenne qui pourra le remplacer, dès que lesdits organes lui auront donné force légale.

2. Chaque Etat membre paie ses contributions en ECU et dans l'unité qui le remplacera ultérieurement comme il est dit au point 1 ci-dessus.


De wijziging is op 1 januari 1997 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de wijziging alleen voor Nederland.

Wijziging van 15 november 2001

In overeenstemming met artikel XVI, derde lid, van het Verdrag heeft de Raad op 15 november 2001 een wijziging van Bijlage V bij het Verdrag aangenomen. De Nederlandse, de Engelse en de Franse tekst1 van de wijziging luiden als volgt:

Artikel IV

5. Formele onderzoeken naar de geografische spreiding van opdrachten zullen eens in de vijf jaar plaats vinden met een tussenonderzoek voor het einde van het derde jaar.

6. De spreiding van opdrachten tussen formele toestandsonderzoeken zal zo uitgevoerd worden dat, ten tijde van elk formeel onderzoek, de cumulatieve totale rendementscoëfficiënt van elke Lid-Staat niet wezenlijk van de ideale waarde afwijkt. Op het tijdstip van elk formeel onderzoek kan de Raad de ondergrens voor de cumulatieve totale rendementscoëfficiënt voor de volgende periode herzien, vermits deze nooit beneden de 0,8 komt.

7. Aparte beoordelingen van de rendementscoëfficiënten voor de verschillende door de Raad te definiëren opdrachtcategorieën zullen worden gemaakt en aan de Raad voorgelegd worden, het gaat hierbij in het bijzonder om geavanceerde R&D opdrachten en contracten die projectgebonden technologie betreffen. De Directeur-Generaal zal deze beoordelingen met de Raad bespreken, op nader vast te stellen regelmatige tijdstippen, en in het bijzonder op het moment van het tussenonderzoek, met het doel de benodigde stappen vast te stellen om eventuele onevenwichtige situaties te herstellen.

Artikel V

1. Wanneer tijdens een van de tussenonderzoeken een tendens wordt gesignaleerd die er op wijst dat de totale rendementscoëfficiënt van een van de Lidstaten onder de onderste grens, zoals vastgelegd volgens § 6 van Artikel IV, zal geraken, zal de Directeur-Generaal aan de Raad voorstellen doen die erop gericht zijn de situatie binnen een kalenderjaar recht te trekken. Deze voorstellen dienen binnen de regelingen van het Agentschap voor het plaatsen van opdrachten te blijven. Wanneer na deze periode de tendens nog steeds bestaat zal de Directeur-Generaal voorstellen aan de Raad doen waarbij de noodzaak de situatie binnen het jaar recht te trekken voorrang zal hebben boven de regelingen van het Agentschap voor het plaatsen van opdrachten.

2. Wanneer tijdens een van de formele onderzoeken de totale rendementscoëfficiënt van een van de Lidstaten zich onder de onderste grens, zoals vastgelegd volgens § 6 van Artikel IV, blijkt te bevinden, zal de Directeur-Generaal voorstellen doen aan de Raad waarbij de noodzaak de situatie binnen het jaar recht te trekken voorrang zal hebben boven de regelingen van het Agentschap voor het plaatsen van opdrachten.


Article IV

5. Formal reviews of the geographical distribution of contracts shall take place every five years, with an interim review before the end of the third year.

6. The distribution of contracts between formal reviews of the situation should be such that, at the time of each formal review, the cumulative overall return coefficient of each Member State does not substantially deviate from the ideal value. At the time of each formal review, the Council may revise the lower limit for the cumulative return coefficient for the subsequent period, provided that it shall never be lower than 0.8.

7. Separate assessments shall be made, and reported to the Council, of the return coefficients for various categories of contract to be defined by it, in particular advanced research and development contracts and contracts for project-related technology. The Director General shall discuss these assessments with the Council, at regular intervals to be specified, and in particular at the interim review, with the aim of identifying the action needed to redress any imbalances.

Article V

1. If, at one of the interim reviews a trend is identified indicating that the overall return coefficient of any Member State is likely to be below the lower limit defined according to Article IV.6, the Director General shall submit to the Council proposals designed to redress the situation within one year. These proposals shall keep within the Agency's rules governing the placing of contracts. If, after this period of one year, the trend still persists, the Director General shall submit to the Council proposals in which the need to remedy the situation takes precedence over the Agency's rules governing the placing of contracts.

2. If, at one of the formal reviews the overall return coefficient of any Member State is found to be below the lower limit defined according to Article IV.6, the Director General shall submit to the Council proposals in which the need to remedy the situation within one year takes precedence over the Agency's rules governing the placing of contracts.


Article IV

5. Des examens formels de la répartition géographique des contrats ont lieu tous les cinq ans ainsi qu'un examen intermédiaire avant la fin de la troisième année.

6. Pour chaque État membre, la répartition géographique des contrats entre deux examens formels de la situation doit être telle que, lors de chaque examen formel, le coefficient de retour global cumulé ne s'écarte pas sensiblement de la valeur idéale. Lors de chaque examen formel, le Conseil peut réviser la limite inférieure du coefficient de retour cumulé applicable à la période suivante, étant entendu qu'elle ne doit jamais descendre au-dessous de 0,8.

7. Des évaluations distinctes des coefficients de retour sont faites et communiquées au Conseil pour des catégories de contrats à définir par celui-ci, en particulier les contrats de recherche et de développement de pointe et les contrats portant sur les technologies liées aux projets. Le Directeur général discute ces évaluations avec le Conseil, à intervalles réguliers à définir, et en particulier lors de l'examen intermédiaire, en vue de déterminer les mesures nécessaires pour corriger les déséquilibres éventuels.

Article V

1. Si, à l'occasion de l'un des examens intermédiaires, la tendance est telle que le coefficient de retour global d'un État membre va probablement se situer au-dessous de la limite inférieure définie à l'article IV.6, le Directeur général soumet au Conseil des propositions visant à redresser la situation dans un délai d'un an. Ces propositions s'inscrivent dans le cadre des règles de l'Agence régissant la passation des contrats. Si, après ce délai d'un an, la tendance persiste, le Directeur général soumet au Conseil des propositions dans lesquelles la nécessité de redresser la situation l'emporte sur les règles de l'Agence régissant la passation des contrats.

2. Si, à l'occasion de l'un des examens formels, le coefficient de retour global d'un État membre se situe au-dessous de la limite inférieure définie à l'article IV.6, le Directeur général soumet au Conseil des propositions dans lesquelles la nécessité de redresser la situation dans un délai d'un an l'emporte sur les règles de l'Agence régissant la passation des contrats.


De wijziging is op 1 januari 2002 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de wijziging alleen voor Nederland.

Verwijzingen

Titel:Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945
Laatste Trb. :Trb. 2004, 240
   
Titel:Verklaring van bepaalde Europese Regeringen inzake de produktiefase van de Ariane-draagraket;Parijs, 4 oktober 1990
Tekst:Trb. 1991, 137 (Engels en vertaling)
Laatste Trb. :Trb. 2000, 43
   
   
Titel:Verdrag tot oprichting van de Europese Organisatie voor Telecommunicatiesatellieten „EUTELSAT", zoals gewijzigd op 20 mei 1999;Parijs, 15 juli 1982
Laatste Trb. :Trb. 2003, 115
   
   
Titel:Verdrag tot oprichting van een Europese Organisatie voor de exploitatie van meteorologische satellieten „EUMETSA";Genève, 24 mei 1983
Laatste Trb. :Trb. 2001, 44
   
   
Titel:Overeenkomst tussen de Regering van de Verenigde Staten van Amerika, de Regeringen van de lidstaten van het Europees Ruimteagentschap, de Regering van Japan en de Regering van Canada inzake samenwerking op het gebied van het gedetailleerde ontwerp, de ontwikkeling, de exploitatie en het gebruik van het permanent bemande civiele ruimtestation;Washington, 29 september 1988
Laatste Trb. :Trb. 1990, 62

In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van BuitenlandseZaken bepaald dat de wijzigingen zullen zijn bekendgemaakt in Nederland op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de dertigste november 2004

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT


XNoot
1

De Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Zweedse tekst zijn niet afgedrukt.

XNoot
1

De Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Zweedse tekst zijn niet afgedrukt.

De Engelse en de Franse tekst zijn afgedrukt op blz. 8 e.v. van dit Tractatenblad.

Naar boven