A. TITEL

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Europees Ruimte-Agentschap (ESA) inzake de positie van ESA-ESTEC-stagiairs in Nederland;

Noordwijk, 23 juli 2004

B. TEKST

De Engelse tekst van het in de nota's vervatte verdrag is geplaatst in Trb. 2004, 206.

C. VERTALING

Nr. I

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Den Haag, 23 juli 2004

Afdeling Verdragen

DJZ/VE-665/04

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Europees Ruimte-Agentschap, hierna te noemen ESA, zijn complimenten aan, en heeft, onder verwijzing naar de gesprekken tussen het Ministerie en ESA betreffende de registratie van stagiairs die ESA heeft toegelaten tot zijn stageprogramma in Nederland, de eer het volgende voor te stellen:

In herinnering roepend het Verdrag dat op 10 februari 1999 is gesloten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en ESA betreffende het Europees Centrum voor onderzoek en technologie-ontwikkeling op ruimtevaartgebied (hierna te noemen het Zetelverdrag), dat de grondslag vormt voor de contacten en samenwerking tussen Nederland en ESA,

Gelet op het feit dat het Zetelverdrag geen bepalingen bevat inzake de registratie van stagiairs die door ESA zijn toegelaten tot zijn stageprogramma voor het Europees Centrum voor onderzoek en technologie-ontwikkeling op ruimtevaartgebied, hierna te noemen ESTEC, in Nederland,

Gelet op de behoefte van ESA aan een doeltreffend en tijdsbesparend systeem voor het registreren van deze stagiairs in Nederland,

Gelet op de behoefte van ESA aan het uitwisselen van diplomatieke nota's waarin de registratie van stagiairs bij ESTEC in Nederland wordt geregeld;

Stelt voor het volgende Verdrag te sluiten:

1. Ten behoeve van de huidige uitwisseling van diplomatieke nota's, wordt verstaan onder „stagiair" een persoon die door ESA is toegelaten tot zijn stageprogramma voor ESTEC voor het vervullen van bepaalde taken bij ESTEC zonder daarvoor van ESA een salaris te ontvangen. Een stagiair wordt in geen enkel opzicht aangemerkt als behorend tot de categorieën personen omschreven in de artikelen 1 of 14 van de Zetelovereenkomst.

2. Binnen acht (8) dagen na de eerste aankomst van de stagiair in Nederland verzoekt het Agentschap het Ministerie van Buitenlandse Zaken de stagiair te registreren in overeenstemming met het derde lid.

3. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken registreert de stagiair in Nederland ten behoeve van zijn stage bij ESTEC voor een tijdvak van ten hoogste een jaar, mits ESA het Ministerie van Buitenlandse Zaken een door de stagiair ondertekende verklaring doet toekomen, vergezeld van voldoende bewijs waaruit blijkt dat:

  • a. de stagiair Nederland is binnengekomen in overeenstemming met de van toepassing zijnde immigratieprocedures;

  • b. de stagiair over voldoende financiële middelen beschikt om in zijn levensonderhoud te voorzien alsmede voor zijn terugkeer, en voldoende verzekerd is tegen ziektekosten (met inbegrip van een dekking voor kosten van ziekenhuisopname voor ten minste de duur van de stage plus een maand) en een wettelijkeaansprakelijkheidsverzekering, en niet ten laste zal komen van de openbare middelen van Nederland;

  • c. de stagiair gedurende zijn stage in Nederland uitsluitend werkzaam zal zijn in het kader van zijn stage bij ESTEC;

  • d. de stagiair geen familieleden meebrengt die bij hem in Nederland zullen wonen, tenzij in overeenstemming met de desbetreffende immigratieprocedures;

  • e. de stagiair Nederland verlaat binnen 14 dagen na het einde van zijn stage bij ESA, tenzij hij op andere gronden gerechtigd is in Nederland te verblijven in overeenstemming met de desbetreffende immigratiewetgeving.

4. Na registratie van de stagiair in overeenstemming met het derde lid, geeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de stagiair een identiteitskaart af voorzien van de code ZF.

5. ESA is niet aansprakelijk voor schade voortvloeiend uit niet-naleving door in overeenstemming met het derde lid geregistreerde stagiairs, van de voorwaarden van de in dat lid bedoelde verklaring.

6. De stagiair geniet geen voorrechten of immuniteiten.

7. In uitzonderlijke omstandigheden kan het maximumtijdvak van een jaar genoemd in het derde lid worden verlengd met ten hoogste een jaar.

8. ESA stelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken binnen acht dagen na het definitieve vertrek van de stagiair uit Nederland daarvan in kennis en retourneert daarbij de identiteitskaart van de stagiair.

9. Dit Verdrag kan op verzoek van ESA of het Koninkrijk der Nederlanden met schriftelijke wederzijdse instemming te allen tijde worden gewijzigd.

10. Geschillen tussen ESA en het Koninkrijk der Nederlanden die mochten rijzen betreffende de uitlegging of toepassing van dit Verdrag, die niet in der minne kunnen worden geschikt, worden beslecht volgens de procedure vervat in artikel 25 van het Zetelverdrag.

11. Dit Verdrag wordt voor onbepaalde tijd gesloten. ESA of het Koninkrijk der Nederlanden kan het Verdrag te allen tijde beëindigen door daarvan drie (3) maanden vooraf schriftelijk kennis te geven.

Indien het voorstel in het voorgaande aanvaardbaar is voor ESA, heeft het Ministerie de eer voor te stellen dat deze Diplomatieke Nota en de bevestigende antwoordnota van ESA tezamen een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en ESA dat voorlopig zal worden toegepast vanaf de datum van dat antwoord en dat in werking zal treden op de dag nadat beide Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken maakt van deze gelegenheid gebruik om ESA opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

European Space Agency

Noordwijk


Nr. II

EUROPEAN SPACE AGENCY

NOORDWIJK

Noordwijk, 23 juli 2004

RES-HTL/AvdE/2.2/714

Het Europees Ruimte-Agentschap biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van nota DJZ/VE-665/04 van het Ministerie van 23 juli 2004 die luidt als volgt:

(Zoals in Nota Nr. I)

Het Europees Ruimte-Agentschap heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken ervan in kennis te stellen dat het voorstel aanvaardbaar is voor het Europees Ruimte-Agentschap. Het Europees Ruimte-Agentschap stemt er dienovereenkomtig mee in dat de Nota van het Ministerie en dit antwoord tezamen een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en ESA dat voorlopig zal worden toegepast vanaf de datum van dat antwoord en dat in werking zal treden op de dag nadat beide Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Europees Ruimte-Agentschap maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Den Haag

D. PARLEMENT

Zie Trb. 2004, 206.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2004, 206.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2004, 206.

Uitgegeven de zesentwintigste oktober 2004

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT

Naar boven