A. TITEL

Protocol vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie;

Luxemburg, 16 oktober 2001

B. TEKST

De Nederlandse, de Engelse en de Franse tekst van het Protocol zijn geplaatst in Trb. 2001, 187.

D. PARLEMENT

Artikel I van de Rijkswet van 18 maart 2004 (Stb. 108) luidt als volgt:

„Artikel I

Het op 16 oktober 2001 te Luxemburg tot stand gekomen Protocol bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Lid-Staten van de Europese Unie, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarvan de Nederlandse, de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2001, 187, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.".

Deze Rijkswet is gecontrasigneerd door de Minister van Justitie J. P. H. DONNER.

Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie Kamerstukken II 2001/2002, 28 352 (R 1721); Hand. II 2002/2003, blz. 3905–3906; Kamer-stukken I 2002/2003, 28 352 (R 1721) (292); Hand. I 2003/2004, vergadering d.d. 16 maart 2004.

E. BEKRACHTIGING

De volgende staat heeft een kennisgeving als bedoeld in artikel 13, tweede lid, gedaan:

het Koninkrijk der Nederlanden1 (voor Nederland) 2 april 2004

F. TOETREDING

De volgende staten hebben in overeenstemming met artikel 14, derde lid, een akte van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Unie nedergelegd:

Letland114 juni 2004
Litouwen28 mei 2004

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2001, 187.

Het Protocol zal ingevolge artikel 13, vijfde lid, voor hetKoninkrijk der Nederlanden vanaf 1 juli 2004 tot haar inwerkingtreding worden toegepast in zijn betrekkingen met de lidstaten die daartoe een verklaring hebben afgelegd. Thans heeft alleen het Koninkrijk der Nederlanden een dergelijke verklaring afgelegd.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het Protocol alleen voor Nederland.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 2001, 187.

Ingevolge een Besluit van de Raad van 17 december 2003 tot ondertekening voor de lidstaten (Pb. EU L26 van 29 januari 2004, blz. 1 e.v.), is op 19 december 2003 een Overeenkomst tot stand gekomen tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de toepassing van een aantal bepalingen van de bijbehorende Overeenkomst en artikel 1, leden 1 tot en met 5, en de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 11 en 12 van het onderhavige Protocol en van de verklaringen van de lidstaten uit hoofde van artikel 9, lid 2, van het onderhavige Protocol. Voor de tekst van deze Overeenkomst van 19 december 2003 zie rubriek J van Trb. 2004, 211 van de hieronder genoemde Overeenkomst van 2000 en Pb. EU L26 van 29 januari 2004, blz. 1 e.v..

Verwijzingen

Titel:Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie; Brussel, 29 mei 2000
Laatste Trb. :Trb. 2004, 211
   
Titel:Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie; 's-Gravenhage, 3 februari 1958
Laatste Trb. :Trb. 2002, 10
Titel:Verdrag betreffende de Europese Unie; Maastricht, 7 februari 1992
Tekst:Trb. 1992, 74 (Nederlands)
Laatste Trb. :Trb. 2004, 122
Voor wijzigingen van bovengenoemd Verdrag van 7 februari 1992 zie rubriek J van Trb. 2004, 119.
Titel:Overeenkomst, opgesteld op grond van Artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen; Brussel, 26 juli 1995
Laatste Trb. :Trb. 2002, 174
Titel:Protocol, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen; Dublin, 27 september 1996
Laatste Trb. :Trb. 2002, 172

Uitgegeven de dertigste augustus 2004

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT


XNoot
1

Onder de volgende verklaring:

„Het Koninkrijk der Nederlanden verklaart overeenkomstig artikel 13, vijfde lid, dat het Protocol tot zijn inwerkingtreding zal worden toegepast in zijn betrekkingen met de lidstaten die eenzelfde verklaring hebben afgelegd.".

XNoot
1

Onder de volgende verklaring:

``In accordance with paragraph 2 of Article 9 of the Protocol the Republic of Latvia declares that it applies the provision of the paragraph 1 of Article 9 of the said Protocol only in relation to the offences referred to in Articles 1 and 2 of the European Convention on the Suppression of Terrorism and to offences of conspiracy or association, which correspond to the description of behaviour referred to in Article 3(4) of the Convention relating to extradition between the Member States of the European Union, to commit one or more of the offences referred to in Article 1 and 2 of the European Convention on Suppression of Terrorism.".

Naar boven