A. TITEL

Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte Agentschap en het Europees Ruimte Agentschap inzake de beveiliging en uitwisseling van gerubriceerde informatie;

Parijs, 19 augustus 2002

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2004, 61.

Behalve voor de aldaar genoemde Staten is het Verdrag nog ondertekend voor de volgende staat:

Zwitserland 1 juni 2004

C. VERTALING

Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van een Europees ruimte-agentschap en het Europees ruimte-agentschap ten behoeve van de beveiliging en uitwisseling van gerubriceerde informatie

De Staten die Partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-Agentschap (ESA) en het Europees Ruimte-Agentschap, hierna te noemen „de Partijen",

– Gelet op het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-Agentschap (hierna te noemen „het ESA-Verdrag", dat in werking is getreden op 30 oktober 1980, en in het bijzonder artikel III en artikel XI.5.m van dat Verdrag,

– Gelet op hoofdstuk V van de Rules on Information, Data and Intellectual Property ESA/C/CLV/Rules 5 (definitief), aangenomen door de Raad op 19 december 2001,

– Erkennend dat voor de activiteiten gericht op samenwerking tussen de Lidstaten op het gebied van ruimteonderzoek en ruimtetechnologie en de toepassing hiervan in de ruimte uitwisseling van gerubriceerde informatie en daarmee verband houdend materiaal tussen de Partijen nodig kan zijn,

– Gelet op de noodzaak binnen het Agentschap en zijn Lidstaten een adequaat beveiligingsniveau voor gerubriceerde informatie te waarborgen en dienovereenkomstig de noodzaak een passend juridisch instrument in te stellen, zoals vermeld in de resolutie van de ESA-Raad inzake het opzetten van een werkgroep ten behoeve van de beveiliging van informatie, aangenomen door de Raad onder ESA/C/CLI/Res.8 (definitief),

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder „gerubriceerde informatie" elke informatie, elk document of elk materiaal, ongeacht in welke vorm, waarvan onbevoegde openbaarmaking de belangen van een of meer Partijen zou kunnen schaden en die of dat gerubriceerd is.

Artikel 2

De Partijen

1. beschermen overeenkomstig overeengekomen beveiligingsprincipes en minimumnormen:

  • a. gerubriceerde informatie die als zodanig is aangemerkt en afkomstig is van ESA of die door een Lidstaat aan ESA ter beschikking is gesteld;

  • b. gerubriceerde informatie die als zodanig is aangemerkt, die ten behoeve van een ESA-programma, -project of -contract door een Lidstaat aan een andere Lidstaat ter beschikking is gesteld;

2. handhaven de classificatie van gerubriceerde informatie zoals omschreven in het eerste lid en beveiligen deze dienovereenkomstig;

3. gebruiken de gerubriceerde informatie zoals omschreven in het eerste lid uitsluitend voor de doeleinden vastgelegd in het ESA-Verdrag alsmede in de resoluties met betrekking tot dat Verdrag;

4. maken zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van degene van wie informatie afkomstig is, geen informatie openbaar zoals omschreven in het eerste lid aan niet-lidstaten van de ESA noch aan organen onder hun rechtsmacht, noch aan andere internationale organisaties.

Artikel 3

De Partijen implementeren de ESA-veiligheidsnormen teneinde een gemeenschappelijk beveiligingsniveau te waarborgen voor gerubriceerde informatie.

Artikel 4

1. De Staten die Partij zijn waarborgen dat alle personen met hun onderscheiden nationaliteit, die bij de uitvoering van hun officiële taken of op grond van hun taken of functie kennis moeten nemen respectievelijk kunnen nemen tot uit hoofde van dit Verdrag verschafte of uitgewisselde gerubriceerde informatie, een veiligheidsonderzoek ondergaan in overeenstemming met de desbetreffende rubricering alvorens hun de toegang wordt verleend tot dergelijke informatie en dergelijk materiaal.

2. De Partijen waarborgen dat uitsluitend toestemming voor kennisname van gerubriceerde informatie, die uit hoofde van dit Verdrag wordt uitgewisseld, wordt verleend aan personen die uit hoofde van de vervulling van hun functie of werkzaamheden hiervan kennis dienen te nemen.

3. Er dienen procedures voor veiligheidsonderzoek te worden opgesteld teneinde vast te stellen of een persoon, gelet op zijn loyaliteit en betrouwbaarheid, toegang kan worden verleend tot gerubriceerde informatie.

4. Elk van de Staten die Partij zijn werkt op verzoek samen met de andere Staten die Partij zijn bij de uitvoering van hun onderscheiden veiligheidsonderzoeksprocedures.

Artikel 5

De Directeur-Generaal van ESA ziet erop toe dat de desbetreffende bepalingen van dit Verdrag worden toegepast bij de zetel, instellingen en andere vestigingen van het Agentschap.

Artikel 6

1. De Partijen onderzoeken alle gevallen waarin is vastgesteld of vermoed wordt dat uit hoofde van dit Verdrag verschafte of gegenereerde gerubriceerde informatie gecompromitteerd is of verloren is gegaan.

2. Elke Partij stelt de andere Partijen waar nodig grondig en tijdig op de hoogte van de details van het geval, van de eventuele uitkomsten van het onderzoek en van eventuele corrigerende maatregelen die zijn getroffen om herhaling van dergelijke openbaarmakingen te voorkomen.

Artikel 7

In gevallen waarin een vertegenwoordiger van een Lidstaat, de Directeur-Generaal, een personeelslid of deskundige van ESA betrokken is bij een gerechtelijk onderzoek betreffende de onbevoegde openbaarmaking van gerubriceerde informatie, zijn respectievelijk de Lidstaat, de Raad en de Directeur-Generaal in overeenstemming met de artikelen XIV, tweede lid, XXI, eerste en tweede lid, en XXIV van bijlage I van het ESA-verdrag verplicht de immuniteit op te heffen.

Artikel 8

Dit Verdrag belet de Partijen op geen enkele wijze andere overeenkomsten te sluiten aangaande de uitwisseling van door hen gegenereerde gerubriceerde informatie, die de reikwijdte van dit Verdrag niet aantast.

Artikel 9

1. Elke Partij kan wijzigingen van dit Verdrag aanbevelen.

2. Elke wijziging van dit Verdrag treedt in werking dertig dagen nadat de Regering van Frankrijk de kennisgevingen van aanvaarding heeft ontvangen van alle Partijen. De Regering van Frankrijk stelt alle Partijen in kennis van de datum van inwerkingtreding van al dergelijke wijzigingen.

Artikel 10

1. Dit Verdrag staat open voor ondertekening door de Partijen bij het ESA-Verdrag en dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de Regering van Frankrijk.

2. Dit Verdrag treedt in werking dertig dagen na de datum van nederlegging door twee ondertekenende Staten van hun akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. Voor elk van de andere ondertekenende Staten treedt het in werking dertig dagen na de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.

Artikel 11

1. Toetreding tot dit Verdrag door een nieuwe Staat die Partij is bij het ESA-Verdrag dient in overeenstemming te zijn met artikel XXII van het ESA-Verdrag. Het Verdrag treedt ten aanzien van elke toetredende Staat in werking dertig dagen na de datum van de nederlegging van zijn akte van toetreding.

2. De akten van toetreding dienen te worden nedergelegd bij de Regering van Frankrijk.

Artikel 12

1. Dit Verdrag kan worden opgezegd door middel van een schriftelijke kennisgeving door elke Staat die Partij is aan de depositaris, die alle andere Partijen in kennis stelt van een dergelijke kennisgeving. De opzegging wordt van kracht een jaar na de ontvangst van de kennisgeving door de depositaris.

2. Een Staat die Partij is en dit Verdrag opzegt, blijft gebonden door zijn verplichting gerubriceerde informatie te beschermen en te beveiligen waartoe hij toegang heeft gekregen op grond van dit Verdrag. Hetzelfde geldt voor een Staat die Partij is bij dit Verdrag die het ESA-Verdrag opzegt in overeenstemming met artikel XXIV daarvan of in het geval van ontbinding van het Europees Ruimte-Agentschap in overeenstemming met artikel XXV van het Verdrag.

Artikel 13

De Regering van Frankrijk stelt ESA en alle ondertekenende en toetredende Staten in kennis van de nederlegging van elke akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring, toetreding of opzegging.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Parijs op 19 augustus 2002, in één exemplaar in de Engelse en de Franse taal, zijnde elke tekst gelijkelijk authentiek, dat zal worden nedergelegd bij de Regering van Frankrijk en waarvan gewaarmerkte kopieën door die Regering zullen worden gezonden aan elk van de ondertekenaars.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 2004, 61.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 2004, 61.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende staten een kennisgeving als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van het Verdrag gedaan:

België11 februari 2004
Zwitserland14 juni 2004

F. TOETREDING

Zie Trb. 2004, 61.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2004, 61.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 2004, 61.

Uitgegeven de achttiende augustus 2004

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT

Naar boven