A. TITEL

Verdrag van Nice houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, met Protocollen en Verklaringen;

Nice, 26 februari 2001

B. TEKST

De Nederlandse tekst van het Verdrag is afgedrukt in Trb. 2001, 47. Zie ook Trb. 2001, 74 voor correcties in de Nederlandse tekst.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 2003, 27.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 2003, 27.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2003, 27.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 2001, 47 en Trb. 2003, 27.

Wijziging

Artikel 23 van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie wordt gewijzigd door Besluit Nr. 2003/527/EG, Euratom van de Raad van de Europese Unie van 15 juli 2003, waarvan de tekst als volgt luidt:

Besluit van de Raad van 15 juli 2003 houdende wijziging van artikel 23 van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie

(2003/527/EG, Euratom)

De Raad van de Europese Unie,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 245, tweede alinea,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 160, tweede alinea,

Gezien het verzoek van het Hof van Justitie van 12 februari 2003,

Gezien het advies van de Commissie van 17 juni 2003,

Gezien het advies van het Europees Parlement van 3 juni 2003,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Artikel 20 van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, zoals gewijzigd bij Besluit 2002/653/EG van de Raad1, stelt derde staten in de gelegenheid aan prejudiciële procedures voor het Hof deel te nemen, indien deze deelneming mogelijk is gemaakt bij een door de Raad en een of meer derde staten op een bepaald gebied gesloten overeenkomst, ingeval een rechterlijke instantie van een lidstaat het Hof een prejudiciële vraag stelt die op het toepassingsgebied van de overeenkomst betrekking heeft.

2. Bij artikel 7 van het Verdrag van Nice houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten1, ondertekend te Nice op 26 februari 2001, wordt het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ingetrokken en vervangen door het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie, gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

3. Artikel 23 van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie neemt de bepalingen van artikel 20 van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over, doch daarbij heeft men geen rekening kunnen houden met de wijziging die is aangebracht bij Besluit 2002/653/EG, zodat artikel 23 van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie moet worden gewijzigd,

Besluit:

Artikel 1

Aan artikel 23 van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Indien in een door de Raad met een of meer derde staten op een bepaald gebied gesloten overeenkomst is bepaald, dat deze staten het recht hebben memories of schriftelijke opmerkingen in te dienen ingeval een rechterlijke instantie van een lidstaat het Hof een prejudiciële vraag stelt die op het toepassingsgebied van de overeenkomst betrekking heeft, wordt van de beslissing van de nationale rechterlijke instantie waarin een dergelijke vraag is gesteld, eveneens kennis gegeven aan de betrokken derde staten, die binnen een termijn van twee maanden na deze kennisgeving memories of schriftelijke opmerkingen kunnen indienen bij het Hof.".

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

GEDAAN te Brussel, 15 juli 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

G. TREMONTI


De wijziging is ingevolge artikel 2 van het Besluit op 26 juli 2003 in werking getreden.

De tekst van het onderhavige Besluit is eveneens afgedrukt inPb. EU L188 van 26 juli 2003, blz. 1 e.v..

Uitgegeven de achtentwintigste januari 2004

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT


XNoot
1

PB L 218 van 13.8.2002, blz. 1.

XNoot
1

PB C 80 van 10.3.2001, blz. 1.

Naar boven