A. TITEL

Nader Aanvullend Protocol bij het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten;

Brussel, 19 december 1997

B. TEKST

De tekst van het Protocol is geplaatst in Trb. 1998, 188.

Het Protocol is voorts nog ondertekend voor:

Letland18 augustus 1998
België 9 november 1998
Tsjechië18 maart 1999
Roemenië25 juni 1999
Slowakije28 juli 1999
Griekenland21 oktober 1999
Oekraïne 3 december 1999
Noorwegen 9 december 1999
Georgië19 oktober 2000
Estland 3 april 2001
Bulgarije15 juni 2001

C. VERTALING

Zie Trb. 1998, 257.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 30 november 1998 (Kamerstukken II 1998/99, 26 334, nr. 1) is het Protocol in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken J. J. VAN AARTSEN en de Minister van Defensie F. H. G. DE GRAVE.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 2 januari 1999.

E. BEKRACHTIGING

De volgende staten hebben in overeenstemming met artikel V, tweede lid, een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring nedergelegd bij de regering van de Verenigde Staten van Amerika:

het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland)24 februari 1999
Letland15 april 1999
Denemarken1 8 juli 1999
Noorwegen20 januari 2000
Slowakije24 januari 2000
Roemenië23 augustus 2000
Tsjechië31 oktober 2000
België21 december 2000
Oekraïne19 januari 2001
Georgië19 maart 2001

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Protocol zijn ingevolge artikel V, derde lid, op 15 april 1999 in werking getreden voor Letland en het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland).

Ingevolge bovengenoemd artikel en lid treedt het Protocol voor elke andere ondertekenende staat in werking op de datum van nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. Het Protocol krijgt voor die staat pas effect als ook het Verdrag van 19 juni 1995 voor die staat in werking is getreden.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1998,188.

Voor het op 4 april 1949 te Washington tot stand gekomen Noord-Atlantisch Verdrag zie ook Trb. 1999, 121.

Voor het op 28 augustus 1952 te Parijs tot stand gekomen Protocol bij het op 19 januari 1951 te Londen gesloten Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag – nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten – nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag, zie ook Trb. 2001, 27.

Voor het op 19 juni 1995 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, en Aanvullend Protocol, zie ook Trb. 2002, 7.

Uitgegeven de zeventiende januari 2002

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN


XNoot
1

Onder de mededeling dat het Protocol vooralsnog niet van toepassing zal zijn op de Faeroer en Groenland.

Naar boven