A. TITEL

Verdrag tot oprichting van de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding;

Parijs, 3 april 2001

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2001, 194.

C. VERTALING

Verdrag tot oprichting van de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding

Preambule

Door middel van een Overeenkomst gesloten op 29 november 1924 zijn de Regeringen van Spanje, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Luxemburg, Portugal en Tunesië de instelling van een Internationaal Wijnbureau overeengekomen.

Bij besluit van zijn lidstaten is op 4 september 1958 de naam van het bureau veranderd in Internationaal Bureau voor Wijnbouw en Wijnbereiding. Deze intergouvernementele organisatie telt per 3 april 2001 vijfenveertig lidstaten.

De Algemene Vergadering van het Internationaal Bureau voor Wijnbouw en Wijnbereiding heeft in zijn resolutie COMEX 2/97, genomen tijdens haar zitting van 5 december 1997 te Buenos Aires (Argentinië), besloten, voorzover nodig, over te gaan tot aanpassing van het Internationaal Bureau voor Wijnbouw en Wijnbereiding aan de nieuwe internationale situatie. Dit behelst de aanpassing van zijn taken, zijn personele, materiële en budgettaire middelen en, waar dienstig, zijn procedures en regels met betrekking tot zijn werking, teneinde de nieuwe uitdagingen aan te gaan en de toekomst van de mondiale druiven- en wijnsector veilig te stellen.

Met toepassing van artikel 7 van bovengenoemde Overeenkomst heeft de Regering van de Franse Republiek, op verzoek van zesendertig lidstaten, te Parijs een Conferentie van de lidstaten bijeengeroepen op 14, 15 en 22 juni 2000 en op 3 april 2001.

De lidstaten van het Internationaal Bureau voor Wijnbouw en Wijnbereiding, hierna te noemen „de Partijen", zijn het volgende overeengekomen:

HOOFDSTUK I

DOELSTELLINGEN EN TAKEN

Artikel 1

1. Hierbij wordt „de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding" (OIV) opgericht. De OIV vervangt het Internationaal Bureau voor Wijnbouw en Wijnbereiding ingesteld bij de gewijzigde Overeenkomst van 29 november 1924 en is onderworpen aan de bepalingen van dit Verdrag.

2. De OIV streeft de in artikel 2 genoemde doelstellingen na en oefent de daarin genoemde taken uit als een intergouvernementele organisatie van wetenschappelijke en technische aard met erkende bevoegdheid op het gebied van wijnbouw, wijn, dranken op basis van wijn, tafeldruiven, rozijnen en andere van wijnbouw afgeleide producten.

Artikel 2

1. In het kader van haar bevoegdheden heeft de OIV de volgende doelstellingen:

  • a. haar leden op de hoogte brengen van maatregelen die het mogelijk maken rekening te houden met de problemen van producenten, consumenten en andere actoren in de druiven- en wijnsector;

  • b. het bijstaan van andere internationale intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, in het bijzonder die welke zich bezighouden met standaardisering;

  • c. bijdragen aan de internationale harmonisatie van bestaande praktijken en normen en, waar nodig, aan het opstellen van nieuwe internationale standaarden teneinde de omstandigheden voor het produceren en op de markt brengen van druiven- en wijnproducten te verbeteren, en er voor zorgdragen dat rekening wordt gehouden met de belangen van de consument.

2. Teneinde deze doelstellingen te bereiken oefent de OIV de volgende taken uit:

  • a. het bevorderen en richting geven aan wetenschappelijk en technisch onderzoek en experimenten teneinde tegemoet te komen aan de door haar leden geuite behoeften, het beoordelen van de resultaten hiervan, waar nodig door een beroep te doen op gekwalificeerde deskundigen, en het eventueel verzekeren van verspreiding hiervan met daartoe geschikte middelen;

  • b. het opstellen en formuleren van aanbevelingen en het samen met haar leden monitoren van de uitvoering hiervan, in het bijzonder op de volgende gebieden:

    • i. de omstandigheden voor de productie van druiven;

    • ii. de oenologische praktijken;

    • iii. de definitie en/of beschrijving van producten, etikettering en omstandigheden voor het op de markt brengen;

    • iv. de methoden voor het analyseren en beoordelen van wijnbouwproducten;

  • c. het aan haar leden voorleggen van alle voorstellen inzake:

    • i. de echtheidsgarantie van wijnbouwproducten, in het bijzonder tegenover de consument, met name wat betreft de vermeldingen op etiketten;

    • ii. de bescherming van geografische vermeldingen, in het bijzonder de druiven- en wijnbouwgebieden en de daarbij behorende herkomstbenamingen, al dan niet aangeduid door middel van geografische namen, voorzover deze geen inbreuk vormen op internationale overeenkomsten inzake handel en intellectuele eigendom;

    • iii. de verbetering van wetenschappelijke en technische criteria voor de erkenning en bescherming van plantmateriaal voor de wijnbouw;

  • d. het bijdragen aan de harmonisatie en aanpassing van de regelgeving door haar leden of, indien nodig, het faciliteren van de wederzijdse erkenning van praktijken die binnen haar bevoegdheden vallen;

  • e. het voorzien in bemiddeling tussen landen of organisaties die daarom verzoeken, waarbij de eventuele kosten door de verzoekende partijen worden gedragen;

  • f. het permanent monitoren van wetenschappelijke of technische ontwikkelingen die belangrijke en blijvende gevolgen kunnen hebben voor de druiven- en wijnsector en haar leden hiervan tijdig op de hoogte brengen;

  • g. het bijdragen aan de bescherming van de gezondheid van de consumenten en aan de voedselveiligheid:

    • i. door specialistische wetenschappelijke monitoring, die het mogelijk maakt de specifieke kenmerken van wijnbouwproducten te beoordelen;

    • ii. door het bevorderen van en richting geven aan onderzoek naar relevante voedings- en gezondheidsaspecten;

    • iii. door de informatie afkomstig uit dit onderzoek, naast de in artikel 2, letter n, bedoelde ontvangers, te verspreiden onder beroepsgroepen in de medische wereld en gezondheidszorg;

  • h. het bevorderen van samenwerking tussen de leden door middel van:

    • i. administratieve samenwerking;

    • ii. uitwisseling van specifieke informatie;

    • iii. uitwisseling van deskundigen;

    • iv. het verlenen van bijstand of het geven van advies door deskundigen, in het bijzonder bij de ontwikkeling van gezamenlijke projecten en andere gezamenlijke onderzoeksactiviteiten;

  • i. het bij haar activiteiten rekening houden met de specifieke kenmerken van elk van haar leden op het gebied van systemen voor de vervaardiging van wijnbouwproducten en methoden voor het maken van wijn en van spiritualiën op basis van wijn en druiven;

  • j. het bijdragen aan de ontwikkeling van opleidingsnetwerken op het gebied van wijnbouw- en hiervan afgeleide producten;

  • k. het bijdragen aan de kennis of erkenning van het mondiale druiven- en wijnbouwerfgoed en van de historische, culturele, menselijke, sociale en milieu-aspecten hiervan;

  • l. het sponsoren van publieke of private manifestaties waarvan het – niet-commerciële – doel binnen haar bevoegdheidssfeer valt;

  • m. het, in het kader van haar werkzaamheden en waar nodig, onderhouden van een nuttige dialoog met de verschillende actoren in de sector en het treffen van relevante regelingen met hen;

  • n. het verzamelen, verwerken en verspreiden van de meest relevante informatie en deze ter kennis brengen van:

    • i. haar leden en waarnemers;

    • ii. andere intergouvernementele en niet-gouvernementele internationale organisaties;

    • iii. producenten, consumenten en andere actoren in de druiven- en wijnsector;

    • iv. andere belangstellende landen;

    • v. de media en het grote publiek.

Teneinde deze informatie- en communicatiefunctie te faciliteren, verzoekt de OIV haar leden, potentiële begunstigden en, indien van toepassing, internationale organisaties, haar informatie en gegevens te verstrekken op basis van redelijke verzoeken;

  • o. het regelmatig toetsen van de doeltreffendheid van haar structuren en procedures.

HOOFDSTUK II

ORGANISATIE

Artikel 3

1. De organen van de OIV zijn:

  • a. de Algemene Vergadering;

  • b. de Voorzitter;

  • c. de Vice-Voorzitters;

  • d. de Directeur-Generaal;

  • e. het Uitvoerend Comité;

  • f. het Wetenschappelijk en Technisch Comité;

  • g. De Stuurgroep;

  • h. commissies, subcommissies en van deskundigengroepen;

  • i. het Secretariaat.

2. Elk lid van de OIV wordt vertegenwoordigd door afgevaardigden van zijn keuze. De Algemene Vergadering, samengesteld uit door de leden benoemde afgevaardigden, is het plenaire orgaan van de OIV. De Algemene Vergadering kan sommige van haar taken delegeren aan het Uitvoerend Comité, dat een afgevaardigde per lid omvat. Het Uitvoerend Comité kan, onder zijn gezag, sommige van zijn routinematige administratieve taken overdragen aan de OIV-Stuurgroep, die is samengesteld uit de Voorzitter en Vice-Voorzitters van de OIV en de Voorzitters van de OIV-commissies en -subcommissies. De Voorzitter, de eerste Vice-Voorzitter en de Voorzitters van commissies hebben een verschillende nationaliteit.

3. De wetenschappelijke activiteiten van de OIV vinden plaats in deskundigengroepen, subcommissies en commissies, die worden gecoördineerd door een Wetenschappelijk en Technisch Comité, binnen het kader van een door de Algemene Vergadering goedgekeurd strategisch plan.

4. De Directeur-Generaal is verantwoordelijk voor de interne administratie van de OIV, en voor personeelsmanagement en -werving. De procedures voor personeelswerving moeten zoveel mogelijk het internationale karakter van de Organisatie veilig stellen.

5. De OIV kan eveneens waarnemers omvatten. Waarnemers worden eerst toegelaten nadat zij schriftelijk de bepalingen van dit Verdrag en van het hieruit voortvloeiende Reglement van orde hebben aanvaard.

6. De zetel van de Organisatie bevindt zich te Parijs (Frankrijk).

HOOFDSTUK III

STEMRECHTEN

Artikel 4

Elk lid stelt het aantal van zijn afgevaardigden naar believe vast, maar heeft slechts twee basisstemmen plus, in voorkomend geval, een aantal aanvullende stemmen, berekend aan de hand van objectieve criteria die de relatieve positie van elke lidstaat in de druiven- en wijnsector bepalen onder de voorwaarden vervat in Bijlagen 1 en 2 van dit Verdrag, die een integraal deel van dit Verdrag vormen. Het totaal van deze twee getallen vormt het aantal gewogen stemmen. Het coëfficiënt voor de vaststelling van de positie van elke lidstaat binnen de druiven- en wijnsector wordt regelmatig geactualiseerd in overeenstemming met de bepalingen van Bijlage 1.

HOOFDSTUK IV

WERKWIJZE EN BESLUITVORMINGSPROCEDURES

Artikel 5

1. De Algemene Vergadering is het hoogste orgaan van de OIV. De Algemene Vergadering bespreekt en neemt voorschriften aan met betrekking tot de organisatie en het functioneren van de OIV, en ontwerpresoluties van algemene, wetenschappelijke, technische, economische en juridische aard, alsmede voor het instellen of ontbinden van commissies en subcommissies. Zij stelt de begroting van inkomsten en uitgaven vast binnen de grenzen van de bestaande kredieten, controleert de rekeningen en keurt deze goed. De Algemene Vergadering neemt Protocollen aan inzake samenwerking en medewerking op het gebied van wijnbouw- en hiervan afgeleide producten die de OIV met internationale organisaties kan sluiten. De Algemene Vergadering komt eenmaal per jaar bijeen. Op verzoek van een derde van de OIV-leden kunnen buitengewone vergaderingen bijeengeroepen worden.

2. Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen indien afgevaardigden van een derde van de leden die ten minste de helft van de gewogen stemmen representeren daadwerkelijk aanwezig zijn. De vertegenwoordiging van een lid kan aan de delegatie van een ander lid worden toevertrouwd, maar een delegatie mag niet meer dan één lid anders dan het zijne vertegenwoordigen.

3. a. Eenparigheid is de normale methode waarbij de Algemene Vergadering zowel ontwerpresoluties van algemene, wetenschappelijke, technische, economische of juridische aard aanneemt, alsook voor de instelling of ontbinding van commissies en subcommissies. Hetzelfde geldt voor het Uitvoerend Comité wanneer dit zijn taken op dit gebied uitoefent.

  • b. Eenparigheid is niet vereist voor de verkiezingen van de Voorzitter van de OIV, de Voorzitters van commissies en subcommissies of van de Directeur-Generaal, en is ook niet van toepassing op de begroting of op de financiële bijdragen van de leden. Bovendien is het consensusvereiste niet van toepassing op andere in het Reglement van orde bepaalde financiële beslissingen.

  • c. In de gevallen waarin de Algemene Vergadering of het Uitvoerend Comité in eerste instantie geen consensus bereiken over een ontwerpresolutie of -besluit, neemt de Voorzitter alle nodige initiatieven om overleg te plegen met de leden teneinde de standpunten op één lijn te krijgen in de periode voorafgaand aan de volgende vergadering van de Algemene Vergadering of het Uitvoerend Comité. Indien alle pogingen om een consensus te bereiken zijn mislukt, kan de Voorzitter overgaan tot stemming op basis van een gekwalificeerde meerderheid, zijnde de stem van twee derde plus één van de aanwezige of vertegenwoordigde leden, waarbij elk lid één stem heeft. Niettemin wordt de stemming voor een tijdvak van een jaar uitgesteld indien een lid van mening is dat zijn wezenlijke nationale belangen worden bedreigd. Indien dit standpunt vervolgens schriftelijk door de minister van Buitenlandse Zaken of elke andere bevoegde politieke autoriteit van het desbetreffende lid wordt bevestigd, wordt niet tot stemming overgegaan.

4. a. De Voorzitter van de OIV, de Voorzitters van commissies en subcommissies en de Directeur-Generaal worden gekozen door middel van stemming bij een gewogen gekwalificeerde meerderheid, dat wil zeggen twee derde plus één van de gewogen stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden, mits de helft plus één van de aanwezige of vertegenwoordigde leden voor de kandidaat hebben gestemd. Indien aan deze voorwaarden niet wordt voldaan, wordt binnen een termijn van maximaal drie maanden een buitengewone vergadering van de Algemene Vergadering bijeengeroepen. De zittende Voorzitter en, afhankelijk van het geval, de Voorzitters van commissies en subcommissies en de Directeur-Generaal blijft c.q. blijven gedurende de tussenliggende periode in functie.

  • b. De voorzitter van de OIV en de Voorzitters van de commissies en subcommissies worden gekozen voor een termijn van drie jaar. De Directeur-Generaal wordt gekozen voor een termijn van vijf jaar; hij is herkiesbaar voor een termijn van nog eens vijf jaar, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor zijn verkiezing. De Algemene Vergadering kan de Directeur-Generaal op elk tijdstip uit zijn functie ontzetten op basis van zowel de gewogen gekwalificeerde meerderheid als de voor zijn of haar verkiezing gehanteerde meerderheid van lidstaten.

5. Stemmingen met betrekking tot de begroting en financiële bijdragen van de leden vinden plaats op basis van de gewogen gekwalificeerde meerderheid, zijnde twee derde plus één van de gewogen stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Onder dezelfde voorwaarden benoemt de Algemene Vergadering een financiële controller, op gezamenlijke voordracht van de Directeur-Generaal en van het Bestuur van de OIV, met een positief advies van het Uitvoerend Comité.

6. De officiële talen zijn het Frans, het Spaans en het Engels. De financiering daarvan wordt vastgesteld in overeenstemming met Bijlage 2 bij dit Verdrag. De Algemene Vergadering kan deze financiering evenwel naar behoefte aanpassen onder de in artikel 5, derde lid, letter a, bedoelde voorwaarden. Op verzoek van een of meer leden worden andere talen toegevoegd overeenkomstig dezelfde wijze van financiering, met name het Italiaans en het Duits, teneinde de communicatie tussen de leden te verbeteren. De betrokken gebruikers moeten van tevoren officieel instemmen met de nieuwe financiële bijdragen die voortvloeien uit hun verzoek. Wanneer het aantal van vijf talen te boven wordt gegaan, wordt elk nieuw verzoek voorgelegd aan de Algemene Vergadering die haar besluit neemt onder de in artikel 5, derde lid, letter a, bedoelde voorwaarden. In geval van geschillen met derden die geen lid van de Organisatie zijn, is de Franse taal doorslaggevend.

7. De organen van de OIV functioneren op een open en transparante wijze.

HOOFDSTUK V

FINANCIERING VAN DE OIV

Artikel 6

1. Elk lid van de OIV betaalt een financiële bijdrage die jaarlijks door de Algemene Vergadering wordt vastgesteld. Het bedrag van de bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van de in Bijlage 1 en 2 bij dit Verdrag vervatte bepalingen. De Algemene Vergadering stelt de financiële bijdrage van nieuwe leden vast op basis van de bepalingen van Bijlage 1 en 2 van dit Verdrag.

2. De financiële middelen van de OIV omvatten de jaarlijkse verplichte bijdrage van elk van de leden en waarnemers, alsmede de inkomsten uit haar eigen activiteiten. De verplichte betalingen worden gedurende het desbetreffende kalenderjaar aan de OIV betaald. Hierna gedane betalingen worden aangemerkt als te late betalingen.

3. De financiële middelen van de OIV kunnen eveneens vrijwillige bijdragen van haar leden omvatten, alsmede schenkingen, giften, subsidies of betalingen van enigerlei aard door internationale en nationale organisaties van publieke, semi-publieke of private aard, mits dergelijke betalingen worden gedaan in overeenstemming met de richtlijnen die worden opgesteld door de Algemene Vergadering overeenkomstig artikel 5, derde lid, letter a, en die in het Reglement van orde worden opgenomen.

Artikel 7

1. Indien een lid verzuimt twee bijdragen te betalen, worden zijn stemrechten en recht op deelname aan de vergadering van het Uitvoerend Comité en de Algemene Vergadering volgend op de vaststelling van een dergelijk verzuim automatisch geschorst. Het Uitvoerend Comité stelt per geval vast onder welke voorwaarden het desbetreffende lid de situatie kan herstellen of, indien dit niet gebeurt, wordt geacht het Verdrag te hebben opgezegd.

2. In het geval dat drie opeenvolgende bijdragen niet zijn betaald, geeft de Directeur-Generaal het lid of de waarnemer in kwestie kennis van deze situatie. Indien de situatie niet is hersteld binnen twee jaar volgend op 31 december van het derde jaar, wordt het betrokken lid of de betrokken waarnemer automatisch uitgesloten.

HOOFDSTUK VI

DEELNAME VAN INTERNATIONALE INTERGOUVERNEMENTELE ORGANISATIES

Artikel 8

Een internationale intergouvernementele organisatie kan deelnemen aan de werkzaamheden van de OIV of hiervan lid worden en bijdragen aan de financiering van de OIV onder voorwaarden die per geval door de Algemene Vergadering op voorstel van het Uitvoerend Comité worden vastgesteld.

HOOFDSTUK VII

WIJZIGING EN HERZIENING VAN HET VERDRAG

Artikel 9

1. Elk lid kan door middel van een schriftelijke mededeling aan de Directeur-Generaal wijzigingen van dit Verdrag voorstellen. De Directeur-Generaal deelt deze voorstellen mede aan alle leden van de Organisatie. Indien binnen zes maanden, te rekenen vanaf de datum van de mededeling, de helft plus een van de leden positief op het voorstel reageren, legt de Directeur-Generaal het tijdens de eerste Algemene Vergadering na afloop van dit tijdvak ter aanneming voor. De wijzigingen worden aangenomen met eenparigheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Wanneer de wijzigingen eenmaal door de Algemene Vergadering zijn aangenomen, moeten zij worden onderworpen aan de in de nationale wetgeving van de leden vervatte procedures voor aanvaarding, goedkeuring of bekrachtiging. De wijzigingen worden van kracht 30 dagen na de nederlegging van de akte van aanvaarding, goedkeuring of bekrachtiging door twee derde plus een van de leden van de Organisatie.

2. Dit Verdrag wordt herzien indien twee derde plus een van de leden een verzoek daartoe goedkeuren. In een dergelijk geval roept de Regering van de Franse Republiek binnen zes maanden een Conferentie van de leden bijeen. Het programma alsmede het herzieningsvoorstel worden ten minste twee maanden voor de Vergadering van de Conferentie aan de leden verstrekt. De Conferentie stelt haar eigen procedureregels vast. De Directeur-Generaal van de OIV vervult de functie van Secretaris-Generaal.

3. Voordat een herzien verdrag in werking treedt, stelt de Algemene Vergadering van de Organisatie, onder de voorwaarden vastgesteld in het onderhavige Verdrag en in het in artikel 10 bedoelde Reglement van orde, vast in hoeverre de staten die Partij zijn bij dit Verdrag en die geen akte van aanvaarding, goedkeuring, bekrachtiging of toetreding hebben nedergelegd, aan de activiteiten van de OIV kunnen deelnemen na de inwerkingtreding ervan.

HOOFDSTUK VIII

REGLEMENT VAN ORDE

Artikel 10

De Algemene Vergadering neemt het Reglement van orde van de OIV aan waarin, naar behoefte, de voorwaarden voor de uitvoering van dit Verdrag worden vastgelegd. Tot aan deze aanneming blijft het Reglement van het Internationaal Bureau voor Wijnbouw en Wijnbereiding van kracht. In dit Reglement van orde worden met name de bevoegdheden en regels vastgesteld voor het functioneren van de in de voorgaande artikelen bedoelde organen, de voorwaarden voor de deelname van waarnemers, alsmede de wijze van beoordeling van voorstellen tot voorbehouden die bij dit Verdrag kunnen worden gemaakt en de bepalingen inzake het administratieve en financiële beheer van de OIV. In dit Reglement van orde wordt eveneens bepaald op welke wijze de benodigde documenten aan de leden van de Algemene Vergadering en het Uitvoerend Comité worden toegezonden, in het bijzonder wat betreft de financiering, alvorens terzake besluiten worden genomen.

HOOFDSTUK IX

SLOTBEPALINGEN

Artikel 11

De OIV heeft rechtspersoonlijkheid en aan haar wordt door elk van haar leden de rechtsbevoegdheid toegekend die nodig kan zijn voor de uitoefening van haar taken.

Artikel 12

Ten aanzien van dit Verdrag kunnen voorstellen tot voorbehouden worden gedaan. Deze moeten door de Algemene Vergadering worden aanvaard in overeenstemming met de bepalingen van artikel 5, derde lid, letter a.

Artikel 13

Dit Verdrag staat open voor ondertekening voor alle lidstaten van het Internationaal Bureau voor Wijnbouw en Wijnbereiding tot en met 31 juli 2001. Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd en staat open voor toetreding

Artikel 14

Elke staat niet bedoeld in artikel 13 van dit Verdrag kan een verzoek om toetreding tot dit Verdrag indienen. Verzoeken om toetreding als lid worden rechtstreeks aan de OIV gericht, met een afschrift aan de Regering van de Franse Republiek, die de ondertekenaars van of Partijen bij dit Verdrag van deze verzoeken in kennis stelt. De OIV verstrekt informatie aan haar leden betreffende verzoeken om toetreding als lid en alle eventueel gemaakte opmerkingen. De leden beschikken over een termijn van zes maanden om hun mening aan de OIV kenbaar te maken. Het verzoek om toetreding wordt ingewilligd indien na verloop van deze zes maanden, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving, een meerderheid van de leden zich hiertegen niet heeft verzet. De depositaris stelt de betrokken staat in kennis van het gevolg dat aan zijn verzoek is gegeven. Indien het verzoek wordt ingewilligd, heeft de betrokken staat gedurende twaalf maanden de gelegenheid om zijn akte van toetreding bij de depositaris neder te leggen. De in artikel 13 bedoelde staten die dit Verdrag niet binnen de voorgeschreven termijn hebben ondertekend, kunnen te allen tijde tot het Verdrag toetreden.

Artikel 15

De akten van aanvaarding, goedkeuring, bekrachtiging of toetreding worden nedergelegd bij de Regering van de Franse Republiek, die hiervan mededeling doet aan de ondertekenaars en aan de Partijen bij dit Verdrag. De akten van aanvaarding, goedkeuring, bekrachtiging of toetreding worden bewaard in het archief van de Regering van de Franse Republiek.

Artikel 16

1. Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van het jaar volgend op de nederlegging van de eenendertigste akte van aanvaarding, goedkeuring, bekrachtiging of toetreding.

2. Ten aanzien van elke Staat die dit Verdrag nadien aanvaardt, goedkeurt, bekrachtigt of hiertoe toetreedt, treedt dit Verdrag in werking op de dertigste dag volgend op de nederlegging door deze Staat van zijn akte van aanvaarding, goedkeuring, bekrachtiging of toetreding.

3. De Algemene Vergadering van het Internationaal Bureau voor Wijnbouw en Wijnbereiding stelt vast, onder de voorwaarden vastgesteld in de Overeenkomst van 29 november 1924, zoals gewijzigd, en in het daaraan gehechte Reglement van orde, in hoeverre de Staten die hun akte van aanvaarding, goedkeuring, bekrachtiging of toetreding niet hebben nedergelegd, kunnen deelnemen aan de activiteiten van de OIV na de inwerkingtreding van dit Verdrag.

Artikel 17

De Overeenkomst van 29 november 1924, zoals gewijzigd, wordt beëindigd door middel van een unaniem besluit van de eerste Algemene Vergadering volgend op de inwerkingtreding van dit Verdrag, tenzij alle Partijen bij de Overeenkomst van 29 november 1924, voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit Verdrag, unaniem voorwaarden voor de beëindiging ervan zijn overeengekomen.

2. De „Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding" vervangt het Internationaal Bureau voor Wijnbouw en Wijnbereiding ten aanzien van al zijn rechten en verplichtingen.

Artikel 18

Elke partij bij dit Verdrag kan dit Verdrag te allen tijde opzeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden door middel van schriftelijke kennisgeving aan de Directeur-Generaal van de OIV en aan de Regering van de Franse Republiek. Waarnemers kunnen besluiten zich terug te trekken met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden door middel van schriftelijke kennisgeving aan de Directeur-Generaal van de OIV.

Artikel 19

Het oorspronkelijke exemplaar van dit Verdrag, waarvan de Engelse, de Franse en de Spaanse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt nedergelegd bij de Regering van de Franse Republiek.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun Regeringen, het Verdrag tot oprichting van de „Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding" (OIV) hebben ondertekend.

GEDAAN te te Parijs op 3 april 2001.


(Voor de ondertekeningen zie blz. 22 van Trb. 2001, 194)

Bijlage 1

bedoeld in de artikelen 4 en 6 van dit Verdrag

Methode voor de vaststelling van de positie van elke lidstaat in de druiven- en wijnsector

1. Objectieve criteria voor de vaststelling van de relatieve positie van elke lidstaat in de druiven- en wijnsector:

  • a. gemiddelde productie van wijnen, speciale wijnen, most en spiritualiën op basis van druiven of wijn (uitgedrukt in wijnequivalenten) gedurende het laatste tijdvak van 5 jaren waarover statistieken beschikbaar zijn, na verwijdering van de twee extreme waarden (P);

  • b. gemiddelde totale oppervlakte van de wijngaarden gedurende het laatste tijdvak van drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn (S);

  • c. gemiddelde kennelijke consumptie van wijn en wijnequivalenten gedurende de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn (C) = (P) productie – E (exporten) + I (importen).

2. Formule voor de vaststelling van het coëfficiënt voor elke lidstaat:X % = (0,60 P(lidstaat)P(totaal OIV) + 0,20 S (lidstaat)S (totaal OIV) + 0,20 C(lidstaat)C(totaal OIV)) 100

3. Het coëfficiënt van elke lidstaat wordt geactualiseerd:

  • a. aan het begin van het begrotingsjaar volgend op de toetreding van een nieuw lid;

  • b. elke drie jaar aan de hand van de meest recente beschikbare statistieken.

4. Nieuwe leden:

Nieuwe leden die zich in de toekomst bij de OIV aansluiten, moeten een verplichte financiële bijdrage leveren, berekend in overeenstemming met de in deze Bijlage gedefinieerde formule, vermeerderd met een bijdrage aan de specifieke financiering ten behoeve van talen, onder de in Bijlage 2 vastgestelde voorwaarden.


Bijlage 2

bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6 van dit Verdrag

Methode voor de vaststelling van de stemrechten en de verplichte financiële bijdrage van de Staten en de methode voor de financiering van talen

1. Basisstemmen:

Elke lidstaat heeft twee basisstemmen.

2. Aanvullende stemmen:

Het totale aantal aanvullende stemmen is gelijk aan de helft van het totale aantal basisstemmen. Tot dit maximum worden, in voorkomend geval, in aanvulling op de basisstemmen aan bepaalde lidstaten aanvullende stemmen toegekend, afhankelijk van hun relatieve positie in de druiven- en wijnsector, overeenkomstig de in Bijlage 1 gedefinieerde formule.

3. Gewogen stemmen:

Het aantal van de gewogen stemmen van elke Staat is gelijk aan de som van zijn basisstemmen en eventuele aanvullende stemmen.

4. Verdeling van de verplichte bijdragen:

Het totale bedrag van de verplichte bijdragen die door de leden moeten worden betaald, wordt berekend op basis van de door de Algemene Vergadering aangenomen begroting.

Een derde van het totale bedrag van de verplichte bijdragen wordt gelijkelijk over de basisstemmen verdeeld.

Twee derde van het totale bedrag van de verplichte bijdragen wordt naar rato over de aanvullende stemmen verdeeld.

Teneinde de overgang van de oude Overeenkomst naar dit Verdrag te vergemakkelijken kan de financiële bijdrage die overeenkomt met de twee basisstemmen van elke lidstaat voor het eerste begrotingsjaar niet minder bedragen dan het bedrag van de „contributie-eenheid" die van toepassing is voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit Verdrag. Indien nodig wordt het bedrag van de financiële bijdragen voor aanvullende stemmen overeenkomstig aangepast om uit te komen op het totale bedrag van de ingevolge de aangenomen begroting vastgestelde verplichte bijdragen.

5. Financiering van talen:

De financiering van talen wordt volledig gedekt door middel van de algemene middelen van de OIV en zonder specifieke bijdrage van de gebruikers van elke taalgroep samengesteld uit leden en waarnemers. De regeling voor het gebruik van talen wordt vastgesteld in bijzondere bepalingen in het Reglement van orde.


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2001, 194.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 2001, 194.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2001, 194.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 2001, 194.

Uitgegeven de vijfentwintigste maart 2002

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven