A. TITEL

Protocol houdende de vaststelling van een uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Benelux-Verdrag inzake de warenmerken, met Uitvoeringsreglement;

Brussel, 20 november 1995

B. TEKST

De tekst van het Protocol is geplaatst in Trb. 1995, 294.

Voor wijziging van de artikelen 25, 26, 32 en 33 van het Uitvoeringsreglement zie rubriek J van Trb. 1998, 77 en rubriek J hieronder.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1995, 294 en Trb. 1998, 77.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1998, 77.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1995, 294 en Trb. 1998, 77.

Wijziging van het Uitvoeringsreglement

Wijziging d.d. 18 en 19 december 1997

Zie Trb. 1998, 77, blz. 2 e.v.

De tarieven bedoeld in artikel 32 van het Uitvoeringsreglement zijn op 30 juni 1998 in werking getreden.

Wijziging d.d. 20 en 21 december 2001

De Raad van Bestuur van het Benelux-Merkenbureau heeft tijdens zijn vergadering van 20 en 21 december 2001 de tarieven als bedoeld in de artikelen 25, 26, 32 en 33 van het Uitvoeringsreglement van de Eenvormige Beneluxwet op de Merken overeenkomstig artikel 28, eerste en derde lid, van het Uitvoeringsreglement aangepast. De gewijzigde tekst van de artikelen luidt als volgt:

Artikel 25

1. Het bedrag van de rechten of vergoedingen wordt ten aanzien van de verschillende hierna vermelde handelingen betreffende Beneluxdepots als volgt vastgesteld:

  • a. het depot van een merk:

  • 1. een basisrecht van € 132,– voor een individueel merk;

  • 2. een basisrecht van € 239,– voor een collectief merk;

  • 3. een supplement van € 24,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie, waarin de waren en diensten worden gerangschikt;

  • b. de vernieuwing van de inschrijving van het depot:

  • 1. een basisbedrag van € 209,– voor een individueel merk;

  • 2. een basisrecht van € 381,– voor een collectief merk;

  • 3. een supplement van € 37,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie, waarin de waren en diensten worden gerangschikt;

  • c. een onderzoek als bedoeld in artikel 6, onder B, of artikel 9, eerste lid, van de Eenvormige wet:

  • 1. een basisbedrag van € 61,– vermeerderd met een extra-recht van € 119,– in het geval bedoeld in artikel 17, derde lid;

  • 2. een supplement van € 6,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie waarin de waren en diensten worden gerangschikt, vermeerderd met een extra-recht van € 21,– in het geval, bedoeld in artikel 17, derde lid;

  • d. de inschrijving van de in artikel 6, onder D, van de eenvormige wet bedoelde bijzondere verklaring betreffende het recht van voorrang: € 12,– per merk;

  • e. de inschrijving van een overdracht of overgang, een licentie, een pandrecht of een beslag: € 36,–;

    indien deze inschrijving wordt verzocht voor verscheidene merken: € 18,– voor elk volgend merk;

  • f. de inschrijving van een wijziging van gemachtigde waaronder begrepen zijn aanwijzing na inschrijving van het depot, van naams- of adreswijziging van de houder, de licentiehouder of van een verandering van het correspondentie-adres: € 14,–;

    indien de inschrijving wordt verzocht voor verscheidene merken: € 7,– voor elk volgend merk;

  • g. de inschrijving van een beperking van de lijst van waren en diensten, behalve bij gelegenheid van de vernieuwing van de inschrijving: € 36,–;

  • h. een supplement van € 25,– voor de publicatie van de vermelding bedoeld in artikel 1, zesde lid;

  • i. een supplement van € 105,– voor de publicatie in kleur bedoeld in artikel 1, zesde lid;

  • j. een supplement van € 31,– voor de publicatie van de beschrijving bedoeld in artikel 1, zesde lid;

  • k. de inschrijving van een naams- of adreswijziging van de gemachtigde: € 14,– tot 100 merken;

    indien de wijziging betrekking heeft op meer dan 100 merken een suppletie van € 14,– per groep van 100 merken of gedeelte daarvan.

  • l. het neerleggen van een algemene volmacht: € 36,–.

2. Het bedrag der rechten wordt ten aanzien van de verschillende hierna vermelde handelingen betreffende internationale depots als volgt vastgesteld:

de inschrijving van een licentie, een pandrecht of een beslag: € 36,–;

indien deze inschrijving wordt verzocht voor verscheidene merken: € 18,– voor elk volgend merk.

3. Voor de hierna vermelde handelingen dient een recht of een vergoeding te worden betaald, waarvan het bedrag als volgt wordt vastgesteld:

  • a. de inlichtingen bedoeld in artikel 21, eerste lid:

    € 19,– welk bedrag wordt vermeerderd met € 45,– voor ieder uur, dat het bijeenzoeken en het op schrift stellen van de gevraagde gegevens de duur van één uur te boven gaat;

  • b. de afschriften van een inschrijving: € 3,– per inschrijving en voor alle overige afschriften € 4,– per bladzijde;

  • c. gewaarmerkte afschriften van een inschrijving:

    € 12,– per inschrijving en voor alle overige gewaarmerkte afschriften € 14,– per bladzijde;

  • d. de bewijzen van voorrang bedoeld in artikel 21, derde lid: € 12,–;

  • e. aanvragen om internationale inschrijving en tot vernieuwing van de internationale inschrijving: € 66,–;

  • f. herstel na de inschrijving op verzoek van de houder van het depot van aan hemzelf te wijten schrijffouten: € 14,–;

indien het herstel verscheidene depots betreft van eenzelfde houder: € 7,– voor elk volgend depot;

  • g. lijst van merken bedoeld in artikel 17, vierde lid: € 29,– per onderzoekscriterium, verhoogd met € 4,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie, waarin de waren en diensten worden gerangschikt.

4. Het extra-recht als bedoeld in artikel 10, vierde lid, van de eenvormige wet bedraagt € 104,–.

5. De Raad van Bestuur stelt de hoogte vast van de vergoedingen voor handelingen die niet voorzien zijn in dit uitvoeringsreglement.

6. De Raad van Bestuur neemt elke maatregel verband houdende met de invoering van de Euro.

7. Betaling geschiedt overeenkomstig de voorschriften van het toepassingsreglement.

Artikel 26

De prijs van het Benelux-Merkenblad bedraagt per losse aflevering € 18,–. Voor een jaarabonnement is € 179,– verschuldigd.

Deze prijzen worden verhoogd met € 2,– per losse aflevering en met € 18,– voor abonnementen buiten het Beneluxgebied. De wijze van betaling wordt geregeld in het toepassingsreglement.

Artikel 32

Het bedrag van de individuele rechten zoals bedoeld in artikel 8, 7) a) van het Protocol bij de Overeenkomst van Madrid, is als volgt vastgesteld:

  • a. internationaal depot:

  • 1. een basisbedrag van € 128,– voor een individueel merk;

  • 2. een basisbedrag van € 182,– voor een collectief merk;

  • 3. een supplement van € 12,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie waarin de waren en diensten worden gerangschikt;

  • b. vernieuwing van een internationale inschrijving:

1. een basisbedrag van € 209,– voor een individueel merk;

2. een basisbedrag van € 381,– voor een collectief merk;

3. een supplement van € 37,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie waarin de waren en diensten worden gerangschikt.

Artikel 33

Het recht zoals bedoeld in artikel 25, lid 2 van de Verordening inzake het Gemeenschapsmerk bedraagt € 66,–.


De tarieven bedoeld in artikel 25, 26 en 33 treden op 1 april 2002 in werking en die bedoeld in artikel 32 worden van kracht op de datum zoals bedoeld in artikel 8.7)b) van het Protocol bij de Overeenkomst van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken.

Uitgegeven de achtentwintigste februari 2002

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven