A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en de Slowaakse Republiek, anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen, met Bijlagen;

Bratislava, 21 mei 2002

B. TEKST1

Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en de Regering van de Slowaakse Republiek, anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen

De Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, die op grond van de op 11 april 1960 tussen hen gesloten Overeenkomst inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Benelux-gebied gemeenschappelijk optreden, enerzijds, en de Regering van de Slowaakse Republiek, anderzijds,

ter compensatie van in het bijzonder de belasting die uit een visumvrij reizigersverkeer van de onderdanen van de bij deze Overeenkomst Partij zijnde Staten kan voortvloeien,

ernaar strevend de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen in een geest van samenwerking en op basis van wederkerigheid te vergemakkelijken,

zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

In deze Overeenkomst dient onder „de Benelux-landen" te worden verstaan: het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, hierna genoemd België, Luxemburg en Nederland.

Artikel 2

1. De Slowaakse Regering neemt op verzoek van de Belgische Regering, van de Luxemburgse Regering of van de Nederlandse Regering, zonder formaliteiten, op het grondgebied van Slowakije de persoon over die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van België, Luxemburg of Nederland geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, voor zover vaststaat of aangenomen kan worden dat hij de Slowaakse nationaliteit heeft.

2. Het bezit van de Slowaakse nationaliteit kan worden vastgesteld of verondersteld aan de hand van de gegevens, vermeld in Bijlage I van deze Overeenkomst.

3. De Belgische Regering, de Luxemburgse Regering of de Nederlandse Regering neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden terug, indien uit een later onderzoek blijkt dat deze op het moment van de verwijdering van het Belgische, Luxemburgse of Nederlandse grondgebied niet de Slowaakse nationaliteit had, voorzover voor de Slowaakse Regering geen verplichting tot overname op grond van artikel 4 bestaat.

Artikel 3

1. De Belgische Regering, de Luxemburgse Regering of de Nederlandse Regering neemt op verzoek van de Slowaakse Regering, zonder formaliteiten, op het grondgebied van respectievelijk België, Luxemburg of Nederland de persoon over die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van Slowakije geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, voor zover vaststaat of aangenomen kan worden dat hij de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse nationaliteit heeft.

2. Het bezit van de nationaliteit van één der Benelux-landen kan worden vastgesteld of verondersteld aan de hand van de gegevens, vermeld in Bijlage II van deze Overeenkomst.

3. De Slowaakse Regering neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden terug, indien uit een later onderzoek blijkt dat deze op het moment van de verwijdering van het grondgebied van Slowakije niet de Belgische, Luxemburgse of Nederlandse nationaliteit had, voorzover voor de Belgische Regering, de Luxemburgse Regering of de Nederlandse Regering geen verplichting tot overname op grond van artikel 5 bestaat.

Artikel 4

1. De Slowaakse Regering neemt op verzoek van de Belgische Regering, de Luxemburgse Regering of de Nederlandse Regering, op het grondgebied van Slowakije de persoon over die geen onderdaan is van één van de bij deze Overeenkomst Partij zijnde Staten, indien deze persoon beschikt over:

  • a. een verblijfstitel afgegeven door Slowakije waarvan de geldigheidsduur niet is verstreken, of

  • b. een visum afgegeven door Slowakije waarvan de geldigheidsduur niet is verstreken.

2. De Slowaakse Regering neemt de persoon wiens overname werd aanvaard, zonder formaliteiten, binnen een termijn van ten hoogste één maand op het grondgebied van Slowakije over. Deze termijn kan door respectievelijk de Belgische Regering, de Luxemburgse Regering of de Nederlandse Regering verlengd worden indien zij de redenen hiervoor vermeldt.

3. De verplichting tot overname bestaat niet:

  • a. ten aanzien van onderdanen van derde Staten die met België, Luxemburg of Nederland een gemeenschappelijke grens hebben;

  • b. ten aanzien van vreemdelingen die na hun vertrek uit Slowakije bij binnenkomst op het grondgebied van België, Luxemburg of Nederland in het bezit waren van een door één der Benelux-landen afgegeven geldig visum of een geldige verblijfstitel, of die na hun binnenkomst op het grondgebied door één der Benelux-landen in het bezit zijn gesteld van een visum of een verblijfstitel;

  • c. ten aanzien van vreemdelingen van wie de verblijfsbeëindiging in Slowakije gevolgd werd door een verwijdering naar het land van herkomst of naar een ander land waar hun toelating gewaarborgd werd.

Artikel 5

1. De Belgische Regering, de Luxemburgse Regering of de Nederlandse Regering neemt op verzoek van de Slowaakse Regering, de persoon over die geen onderdaan is van één van de bij deze Overeenkomst Partij zijnde Staten op het grondgebied van respectievelijk België, Luxemburg of Nederland, indien deze persoon beschikt over:

  • a. een verblijfstitel afgegeven door België, Luxemburg of Nederland waarvan de geldigheidsduur niet is verstreken of

  • b. een visum afgegeven door België, Luxemburg of Nederland waarvan de geldigheidsduur niet is verstreken.

2. De Belgische Regering, de Luxemburgse Regering of de Nederlandse Regering neemt de persoon wiens overname werd aanvaard, zonder formaliteiten, binnen een termijn van ten hoogste één maand op het grondgebied van respectievelijk België, Luxemburg of Nederland over. Deze termijn kan door de Slowaakse Regering verlengd worden indien zij de redenen hiervoor vermeldt.

3. De verplichting tot overname bestaat niet:

  • a. ten aanzien van onderdanen van derde Staten die met Slowakije een gemeenschappelijke grens hebben;

  • b. ten aanzien van vreemdelingen die na hun vertrek uit België, Luxemburg of Nederland bij binnenkomst op het grondgebied van Slowakije in het bezit waren van een door Slowakije afgegeven geldig visum of geldige verblijfstitel, of die na hun binnenkomst op het grondgebied in het bezit zijn gesteld van een visum of een verblijfstitel;

  • c. ten aanzien van vreemdelingen van wie de verblijfsbeëindiging in België, Luxemburg of Nederland gevolgd werd door een verwijdering naar het land van herkomst of naar een ander land waar hun toelating gewaarborgd werd.

Artikel 6

1. Verzoeken om overname zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, artikel 3, eerste lid, artikel 4, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van deze Overeenkomst, worden schriftelijk ingediend en beantwoord. Beantwoording vindt plaats binnen een termijn van ten hoogste vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek. Elke weigering wordt met redenen omkleed.

2. Indien verzoeken om overname niet worden beantwoord binnen een termijn van ten hoogste vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek, wordt gehandeld als ware het verzoek om overname ingewilligd.

Artikel 7

1. De Slowaakse Regering, enerzijds, en de Belgische Regering, de Luxemburgse Regering of de Nederlandse Regering, anderzijds, verklaren zich bereid te voldoen aan verzoeken van de Regering van één van de bij deze Overeenkomst Partij zijnde Staten, tot doorgeleiding van personen die niet de nationaliteit van één van de bij deze Overeenkomst Partij zijnde Staten bezitten en ten aanzien van wie een administratieve verwijderingsmaatregel wordt toegepast, indien de overname door de Staat van bestemming en, in voorkomende gevallen, de doorreis door andere Staten verzekerd is.

2. Doorgeleiding kan worden geweigerd:

  • a. indien de betrokken persoon bij doorreis door het gebied van de aangezochte Staat onderworpen zou zijn aan strafvervolging of aan de tenuitvoerlegging van een strafvonnis of

  • b. in gevallen waarin grond bestaat voor het vermoeden dat de betrokken persoon in een andere Staat van doorreis of in de Staat van bestemming bloot zou staan aan gevaar voor vervolging wegens politieke redenen, danwel aan strafvervolging of aan de tenuitvoerlegging van een strafvonnis.

3. De voor de doorgeleiding overgenomen persoon kan op elk moment aan de autoriteiten van de verzoekende Staat worden teruggegeven, indien later feiten bekend worden of zich voordoen, die doorgeleiding in de weg staan of indien een andere Staat van doorreis of de Staat van bestemming weigert de betrokkene over te nemen.

Artikel 8

De kosten van verwijdering tot aan de grens van de Staat van bestemming, daarbij inbegrepen de kosten verbonden aan de doorgeleiding door derde Staten, evenals de kosten verbonden aan een eventuele terugwijzing, vallen ten laste van de verzoekende Partij.

Artikel 9

1. De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de verplichtingen voortvloeiend uit het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, zoals gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967.

2. De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de verplichtingen die voor België, Luxemburg en Nederland voortvloeien uit het Gemeenschapsrecht.

3. De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de toepassing van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen en van de Overeenkomst van Schengen van 19 juni 1990 ter uitvoering van dit Akkoord.

Artikel 10

De voor de uitvoering van deze Overeenkomst vereiste administratieve afspraken, in het bijzonder met betrekking tot:

  • a. de overgavemodaliteiten;

  • b. het aanwijzen van de voor de uitvoering van deze Overeenkomst verantwoordelijke overheidsorganen of -instanties;

  • c. het vaststellen van de grensposten waar de overgave dient plaats te vinden, zullen worden vastgelegd in een diplomatieke notawisseling.

Artikel 11

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst tot de Nederlandse Antillen en/of Aruba worden uitgebreid door kennisgeving van de Nederlandse Regering aan de Belgische Regering, die de overige Overeenkomstsluitende Partijen hiervan in kennis stelt.

Artikel 12

1. Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de Nota waarbij de laatste van de vier Overeenkomstsluitende Partijen de Belgische Regering te kennen heeft gegeven de voor de inwerkingtreding vereiste interne juridische formaliteiten te hebben nageleefd.

2. De Belgische Regering stelt elk van de Overeenkomstsluitende Partijen in kennis van de in het eerste lid bedoelde notificaties en van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst.

Artikel 13

1. De vereiste persoonlijke gegevens verstrekt voor de doeleinden van de toepassing van deze Overeenkomst worden beschermd in overeenstemming met de interne rechtsreglementen van de Overeenkomstsluitende Partijen.

2. Voorzover de toepassing van deze Overeenkomst de kennisgeving van gegevens met een persoonlijk karakter vereist, mogen deze inlichtingen uitsluitend betrekking hebben op:

  • a. de persoonlijke gegevens van de terug te geven personen en eventueel van hun naaste verwanten (naam, voornaam, eventueel vorige namen, bijnamen, pseudoniemen en valse namen, geboortedatum en -plaats, geslacht, huidige en eventueel vorige nationaliteit);

  • b. het paspoort, de identiteitskaart, de andere identiteitspapieren of reisdocumenten en de laissez-passer;

  • c. andere gegevens die nodig zijn voor de identificatie van de terug te geven personen;

  • d. de verblijfplaatsen en de reisroute;

  • e. de door één van de Overeenkomstsluitende Partijen afgegeven verblijfsvergunningen of visa.

Artikel 14

1. Wijzigingen van deze Overeenkomst, overeengekomen door de Overeenkomstsluitende Partijen, treden in werking op een in een diplomatieke notawisseling te bepalen datum.

2. Wijzigingen van de in artikel 2, tweede lid, en artikel 3, tweede lid, genoemde Bijlagen worden schriftelijk overeengekomen tussen de bevoegde autoriteiten en treden onmiddellijk in werking.

Artikel 15

1. Slowakije en de Benelux-landen kunnen, na onderling overleg, deze Overeenkomst om ernstige redenen door middel van een aan de depositaris gerichte schriftelijke kennisgeving schorsen of opzeggen.

2. De schorsing of opzegging treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de ontvangst van de kennisgeving door de depositaris.

Artikel 16

De Regering van België is depositaris van deze Overeenkomst.

TEN BLIJKE WAARVAN de vertegenwoordigers van de Overeenkomstsluitende Partijen, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Bratislava, op 21 mei 2002, in de Nederlandse, de Franse en de Slowaakse taal, zijnde de teksten in elk van deze talen gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,

(w.g.) HENK J. W. SOETERS

Voor de Regering van het Koninkrijk België,

(w.g.) FRANÇOIS DEL MARMOL

Voor de Regering van het Groothertogdom Luxemburg,

(w.g.) JACQUES REUTER

Voor de Regering van de Slowaakse Republiek,

(w.g.) IVAN SIMKO


Bijlage I

De Slowaakse nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort, een ander reisdocument of een door de Slowaakse autoriteiten afgegeven identiteitskaart, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen.

De Slowaakse nationaliteit kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort, een ander reisdocument of een door de Slowaakse autoriteiten afgegeven identiteitskaart, waarvan de geldigheidsduur niet langer dan tien jaar is verlopen, een legitimatiebewijs waaruit de identiteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Slowaakse staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van de betrokkene zelf.


Bijlage II

De Belgische nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of een identiteitskaart afgegeven door de Belgische autoriteiten, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen, of door middel van een uittreksel uit het register van de burgerlijke stand betreffende de verkrijging van deze nationaliteit.

De Belgische nationaliteit kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort, een ander reisdocument of een door de Belgische autoriteiten afgegeven identiteitskaart waarvan de geldigheidsduur niet meer dan tien jaar is verlopen; eveneens aan de hand van een geldige identiteitskaart voor vreemdelingen afgegeven door de bevoegde autoriteiten in Frankrijk, Luxemburg of Zwitserland ten behoeve van Belgische onderdanen die daar hun vaste verblijfplaats hebben, en waaruit de Belgische nationaliteit van de houder blijkt, aan de hand van een legitimatiebewijs waaruit de identiteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Belgische staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van de betrokkene zelf.

De Luxemburgse nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of een identiteitskaart afgegeven door de Luxemburgse autoriteiten, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen.

De Luxemburgse nationaliteit kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort of een identiteitskaart afgegeven door de Luxemburgse autoriteiten waarvan de geldigheidsduur niet meer dan tien jaar is verlopen, of aan de hand van een geldige identiteitskaart voor vreemdelingen waaruit de Luxemburgse nationaliteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Luxemburgse staatsburgers of aan de hand van verklaringen van de betrokkene zelf.

De Nederlandse nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van een paspoort of een identiteitskaart afgegeven door de Nederlandse autoriteiten, indien deze documenten volledig zijn en de geldigheidsduur niet is verlopen.

De Nederlandse nationaliteit kan worden verondersteld aan de hand van een paspoort of identiteitskaart afgegeven door de Nederlandse autoriteiten waarvan de geldigheidsduur niet meer dan tien jaar verlopen is, eveneens aan de hand van een Belgische of Luxemburgse identiteitskaart voor vreemdelingen waaruit de Nederlandse nationaliteit van de houder blijkt, aan de hand van een legitimatiebewijs waaruit de nationaliteit van de houder blijkt, een rijbewijs, een zeemansboekje, een verzekeringsbewijs, betrouwbare getuigenverklaringen van andere Nederlandse staatsburgers, of aan de hand van verklaringen van de betrokkene zelf.


Accord entre les Gouvernements du Royaume des Pays-Bas, du Royaume de Belgique et du Grand-Duché de Luxembourg, d'une part, et le Gouvernement de la République Slovaque, d'autre part, relatif à la réadmission des personnes en situation irrégulière

Les Gouvernements du Royaume des Pays-Bas, du Royaume de Belgique et du Grand-Duché de Luxembourg, agissant de concert en vertu de la Convention, conclue entre eux le 11 avril 1960, concernant le transfert du contrôle des personnes vers les frontières extérieures du territoire du Benelux, d'une part, et le Gouvernement de la République Slovaque, d'autre part,

en vue de compenser, en particulier, la charge susceptible de résulter de la circulation sans visa des ressortissants des États parties au présent Accord,

désireux de faciliter la réadmission des personnes en situation irrégulière dans un esprit de coopération et sur une base de réciprocité,

sont convenus de ce qui suit:

Article 1er

Aux fins du présent Accord, on entend par «les pays du Benelux»: le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas, denommés ci-après la Belgique, le Luxembourg et les Pays-Bas.

Article 2

1. Le Gouvernement slovaque réadmet sur le territoire de la Slovaquie, à la demande du Gouvernement belge, du Gouvernement luxembourgeois ou du Gouvernement néerlandais et sans formalités, toute personne qui ne remplit pas ou ne remplit plus les conditions d'entrée ou de séjour applicables sur le territoire de la Belgique, du Luxembourg ou des Pays-Bas, pour autant qu'il est établi ou peut être présumé qu'elle possède la nationalité slovaque.

2. La possession de la nationalité slovaque peut être établie ou présumée sur la base des renseignements visés à l'Annexe I du présent Accord.

3. Le Gouvernement belge, le Gouvernement luxembourgeois ou le Gouvernement néerlandais réadmet dans les mêmes conditions cette personne si des contrôles postérieurs démontrent qu'elle ne possédait pas la nationalité slovaque au moment de son éloignement du territoire belge, luxembourgeois ou néerlandais, pour autant que le Gouvernement slovaque ne soit pas tenu de la réadmettre en vertu des dispositions de l'article 4.

Article 3

1. Le Gouvernement belge, le Gouvernement luxembourgeois ou le Gouvernement néerlandais réadmet sur le territoire respectivement de la Belgique, du Luxembourg ou des Pays-Bas, à la demande du Gouvernement slovaque et sans formalités, toute personne qui ne remplit pas ou ne remplit plus les conditions d'entrée ou de séjour applicables sur le territoire de la Slovaquie, pour autant qu'il est établi ou peut être présumé qu'elle possède la nationalité belge, luxembourgeoise ou néerlandaise.

2. La possession de la nationalité d'un des pays du Benelux peut être établie ou présumée sur la base des renseignements visés à l'Annexe II du présent Accord.

3. Le Gouvernement slovaque réadmet dans les mêmes conditions cette personne si des contrôles postérieurs démontrent qu'elle ne possédait pas la nationalité belge, luxembourgeoise ou néerlandaise au moment de son éloignement du territoire de la Slovaquie, pour autant que le Gouvernement belge, le Gouvernement luxembourgeois ou le Gouvernement néerlandais ne soit pas tenu de la réadmettre en vertu des dispositions de l'article 5.

Article 4

1. Le Gouvernement slovaque réadmet sur le territoire de la Slovaquie, à la demande du Gouvernement belge, du Gouvernement luxembourgeois ou du Gouvernement néerlandais, toute personne qui n'est pas un ressortissant d'un des États parties au présent Accord, si cette personne est en possession:

  • a) d'un titre de séjour délivré par la Slovaquie et dont la durée de validité n'est pas expirée, ou

  • b) d'un visa délivré par la Slovaquie et dont la durée de validité n'est pas expirée.

2. Le Gouvernement slovaque réadmet sur le territoire de la Slovaquie, sans formalités et dans un délai maximum d'un mois, toute personne dont la réadmission a été acceptée. Ce délai peut être prolongé par le Gouvernement belge, le Gouvernement luxembourgeois ou le Gouvernement néerlandais, qui en indique les motifs.

3. Il n'y a pas d'obligation de réadmission:

  • a) à l'égard des ressortissants d'États tiers ayant une frontière commune avec la Belgique, le Luxembourg ou les Pays-Bas;

  • b) à l'égard des étrangers qui, après leur départ de la Slovaquie, étaient en possession, en entrant sur le territoire de la Belgique, du Luxembourg ou des Pays-Bas, d'un visa ou d'un titre de séjour valide délivré par l'un des pays du Benelux, ou à qui un visa ou un titre de séjour a été délivré par l'un des pays du Benelux après leur entrée sur le territoire;

  • c) à l'égard des étrangers dont la fin du séjour en Slovaquie a été suivie d'un éloignement vers le pays d'origine ou vers un autre pays où leur admission était garantie.

Article 5

1. Le Gouvernement belge, le Gouvernement luxembourgeois ou le Gouvernement néerlandais réadmet sur le territoire respectivement de la Belgique, du Luxembourg ou des Pays-Bas à la demande du Gouvernement slovaque, toute personne qui n'est pas un ressortissant d'un des États parties au présent Accord, si cette personne est en possession:

  • a) d'un titre de séjour délivré par la Belgique, le Luxembourg ou les Pays-Bas, et dont la durée de validité n'est pas expirée; ou

  • b) d'un visa délivré par la Belgique, le Luxembourg ou les Pays-Bas et dont la durée de validité n'est pas expirée.

2. Le Gouvernement belge, le Gouvernement luxembourgeois ou le Gouvernement néerlandais réadmet sur le territoire respectivement de la Belgique, du Luxembourg ou des Pays-Bas, sans formalités et dans un délai maximum d'un mois, toute personne dont la réadmission a été acceptée. Ce délai peut être prolongé par le Gouvernement slovaque, qui en indique les motifs.

3. Il n'y a pas d'obligation de réadmission:

  • a) à l'égard des ressortissants d'États tiers ayant une frontière commune avec la Slovaquie;

  • b) à l'égard des étrangers qui, après leur départ de Belgique, du Luxembourg ou des Pays-Bas, étaient en possession, en entrant sur le territoire de la Slovaquie, d'un visa ou d'un titre de séjour valide délivré par la Slovaquie, ou à qui un visa ou un titre de séjour a été délivré après leur entrée sur ce territoire;

  • c) à l'égard des étrangers dont la fin du séjour en Belgique, au Luxembourg ou aux Pays-Bas a été suivie d'un éloignement vers le pays d'origine ou vers un autre pays où leur admission était garantie.

Article 6

1. Les demandes de réadmission comme visées à l'article 2, paragraphe 1, à l'article 3, paragraphe 1, à l'article 4, paragraphe 1, et à l'article 5, paragraphe 1, du présent Accord sont introduites par écrit, et il y est répondu par écrit. La réponse est fournie dans un délai maximum de cinq jours ouvrables après la réception de la demande. Tout refus est motivé.

2. S'il n'est pas répondu à une demande de réadmission dans un délai maximum de cinq jours ouvrables à compter de la réception de la demande, la demande de réadmission est censée avoir été acceptée.

Article 7

1. La Gouvernement slovaque, d'une part, et le Gouvernement belge, le Gouvernement luxembourgeois ou le Gouvernement néerlandais, d'autre part, se déclarent disposés à honorer les demandes du Gouvernement d'un des États parties au présent Accord visant au transit de personnes ne possédant pas la nationalité d'un des États parties au présent Accord et faisant l'objet d'une mesure administrative d'éloignement, si la réadmission par l'État de destination et, le cas échéant, le transit par d'autres États, sont assurés.

2. Le transit peut être refusé:

  • a) si, au cours du transit par le territoire de l'État requis, l'intéressé devait être exposé à des poursuites pénales ou à la mise à exécution d'un jugement pénal; ou

  • b) dans les cas où il y a lieu de présumer que l'intéressé serait exposé dans un autre État de transit ou dans l'État de destination au risque de poursuites pour des raisons politiques, ou à des poursuites pénales ou à la mise à exécution d'un jugement pénal.

3. Toute personne réadmise aux fins de transit peut être rendue à tout moment aux autorités de l'État requérant si des faits se révèlent ou surviennent ultérieurement, qui s'opposent au transit ou si un autre État de transit ou l'État de destination refuse de réadmettre l'intéressé.

Article 8

Les frais de l'éloignement jusqu'à la frontière de l'État de destination, y compris les frais liés au transit par des États tiers, ainsi que les frais liés à un éventuel renvoi sont supportés par l'État requérant.

Article 9

1. Les dispositions du présent Accord ne portent pas atteinte aux obligations découlant de la Convention de Genève du 28 juillet 1951 relative au statut des réfugiés, telle qu'amendée par le Protocole de New York du 31 janvier 1967.

2. Les dispositions du présent Accord ne portent pas atteinte aux obligations découlant du droit communautaire pour la Belgique, le Luxembourg et les Pays-Bas.

3. Les dispositions du présent Accord ne font pas obstacle à l'application de l'Accord de Schengen du 14 juin 1985 relatif à la suppression graduelle des contrôles aux frontières communes et de la Convention d'application de cet Accord de Schengen du 19 juin 1990.

Article 10

Les dispositions administratives requises en vue de l'exécution du présent Accord, en particulier celles qui concernent:

  • a) les modalités de la remise;

  • b) la désignation des autorités ou instances publiques responsables de l'exécution du présent Accord;

  • c) la détermination des postes frontières où la remise doit s'effectuer, seront arrêtées dans un échange de notes diplomatiques.

Article 11

En ce qui concerne le Royaume des Pays-Bas, l'application du présent Accord peut être étendue aux Antilles néerlandaises et/ou à Aruba par une notification du Gouvernement néerlandais au Gouvernement belge, qui informera les autres Parties contractantes.

Article 12

1. Le présent Accord entrera en vigueur le premier jour du deuxième mois qui suivra la date de réception de la Note par laquelle le dernier des quatre Parties contractantes aura signifié au Gouvernement belge l'accomplissement des formalités juridiques internes requises pour son entrée en vigueur.

2. Le Gouvernement belge informera chacune des Parties contractantes des notifications visées au premier paragraphe et de la date d'entrée en vigueur du présent Accord.

Article 13

1. Les données personnelles transmises aux fins de l'application du présent Accord sont protégées conformément aux règlements juridiques internes des Parties contractantes.

2. Dans la mesure où l'application du présent Accord requiert la communication de données à caractère personnel, ces renseignements ne peuvent concerner exclusivement que:

  • a) les données personnelles des personnes à remettre et, le cas échéant, de leurs parents proches (nom, prénom, le cas échéant noms antérieurs, surnoms et pseudonymes, noms d'emprunt, date et lieu de naissance, sexe, nationalité actuelle et antérieure le cas échéant);

  • b) le passeport, la carte d'identité, les autres documents d'identité ou de voyage et les laissez-passer;

  • c) autres données nécessaires à l'identification des personnes à remettre;

  • d) les lieux de séjour et l'itinéraire du voyage;

  • e) les autorisations de séjour ou les visas délivrés par une des Parties contractantes.

Article 14

1. Toute modification du présent Accord convenue par les Parties contractantes entre en vigueur à une date à fixer dans un échange de notes diplomatiques.

2. Toute modification des Annexes citées dans l'article 2, paragraphe 2, et dans l'article 3, paragraphe 2, est convenue par écrit par les autorités compétentes et entre immédiatement en vigueur.

Article 15

1. La Slovaquie et les pays du Benelux peuvent, après consultation, pour des motifs graves, suspendre ou dénoncer le présent Accord par une notification écrite adressée au dépositaire.

2. La suspension ou la dénonciation prend effet le premier jour du mois suivant la réception de la notification par le dépositaire.

Article 16

Le Gouvernement de Belgique est dépositaire du présent Accord.

EN FOI DE QUOI, les représentants des Parties contractantes, dûment autorisés à cet effet, ont apposé leur signature au bas du présent Accord.

FAIT à Bratislava, le 21 mai 2002, dans les langues néerlandaise, française et slovaque, les trois textes faisant également foi.

Pour le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas,

(s.) HENK J. W. SOETERS

Pour le Gouvernement du Royaume de Belgique,

(s.) FRANÇOIS DEL MARMOL

Pour le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg,

(s.) JACQUES REUTER

Pour le Gouvernement de la République Slovaque,

(s.) IVAN SIMKO


Annexe I

La nationalité slovaque peut être établie au moyen d'un passeport, d'un autre document de voyage ou d'une carte d'identité délivrée par les autorités slovaques, si ces documents sont complets et que leur durée de validité n'est pas expirée.

La nationalité slovaque peut être présumée au moyen d'un passeport, d'un autre document de voyage ou d'une carte d'identité délivrée par les autorités slovaques, dont la durée de validité n'est pas expirée depuis plus de dix ans, d'un certificat attestant l'identité du détenteur, d'un permis de conduire, d'un livret de marin, d'un certificat d'assurance, de dépositions dignes de foi d'autres citoyens slovaques ou sur la foi des déclarations de l'intéressé lui-même.


Annexe II

La nationalité belge peut être établie au moyen d'un passeport ou d'une carte d'identité délivrés par les autorités belges, si ces documents sont complets et que leur durée de validité n'est pas expirée, ou au moyen d'un extrait du registre d'état civil relatif à l'acquisition de cette nationalité.

La nationalité belge peut être présumée au moyen d'un passeport, d'un autre document de voyage ou d'une carte d'identité délivrés par les autorités belges, dont la durée de validité n'est pas expirée depuis plus de dix ans; ou encore au moyen d'une carte d'identité pour étrangers en cours de validité, délivrée par les autorités compétentes en France, au Luxembourg ou en Suisse aux ressortissants belges y ayant leur résidence habituelle, et attestant la nationalité belge du titulaire, au moyen d'un certificat attestant l'identité du détenteur, d'un permis de conduire, d'un livret de marin, d'un certificat d'assurance, de dépositions dignes de foi d'autres citoyens belges ou sur la foi des déclarations de l'intéressé lui-même.

La nationalité luxembourgeoise peut être établie au moyen d'un passeport ou d'une carte d'identité délivrés par les autorités luxembourgeoises, si ces documents sont complets et que leur durée de validité n'est pas expirée.

La nationalité luxembourgeoise peut être présumée au moyen d'un passeport ou d'une carte d'identité délivrés par les autorités luxembourgeoises, dont la durée de validité n'est pas expirée depuis plus de dix ans; ou au moyen d'une carte d'identité pour étrangers en cours de validité attestant la nationalité luxembourgeoise de son titulaire, d'un permis de conduire, d'un livret de marin, de dépositions dignes de foi d'autres citoyens luxembourgeois ou sur la foi des déclarations de l'intéressé lui-même.

La nationalité néerlandaise peut être établie au moyen d'un passeport ou d'une carte d'identité délivrés par les autorités néerlandaises, si ces documents sont complets et que leur durée de validité n'est pas expirée.

La nationalité néerlandaise peut être présumée au moyen d'un passeport ou d'une carte d'identité délivrés par les autorités néerlandaises, dont la durée de validité n'est pas expirée depuis plus de dix ans, ou au moyen d'une carte d'identité belge ou luxembourgeoise pour étrangers attestant la nationalité néerlandaise de son titulaire, au moyen d'un document attestant la nationalité du titulaire, d'un permis de conduire, d'un livret de marin, d'un certificat d'assurance, de dépositions dignes de foi d'autres citoyens néerlandais ou sur la foi des déclarations de l'intéressé lui-même.


D. PARLEMENT

De Overeenkomst, met Bijlagen, behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de Overeenkomst kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de Overeenkomst zullen ingevolge artikel 12, eerste lid, in werking treden op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de nota waarbij de laatste van de vier Overeenkomstsluitende Partijen de Belgische regering te kennen heeft gegeven de voor de inwerkingtreding vereiste interne juridische formaliteiten te hebben nageleefd.

J. GEGEVENS

Op 21 mei 2002 heeft ook een notawisseling plaatsgevonden tussen de regeringen van de Benelux staten, enerzijds, en de regering van de Slowaakse Republiek, anderzijds. De tekst van de nota's luidt als volgt1:

Nr. I

Ambassade van het

Koninkrijk der Nederlanden

Bratislava, 21 mei 2002

BTL 252/02

Inleidende nota met betrekking tot de in artikel 10 van de Overeenkomst voorziene administratieve afspraken

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Slowaakse Republiek zijn complimenten aan en heeft, gelet op de Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds, en de Regering van de Slowaakse Republiek, anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen (hierna te noemen „de Overeenkomst"), de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Slowaakse Republiek, namens het Koninkrijk der Nederlanden en mede namens het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, voor te stellen dat de in artikel 10 van de Overeenkomst voorziene administratieve afspraken als volgt luiden:

Artikel I

1. Verzoeken om overname zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, van de Overeenkomst zijn niet rechtsgeldig, indien de vreemdeling tevens beschikt over een visum dat is afgegeven door de Regering van een ander land en dat een langere geldigheidsduur heeft dan het visum afgegeven door Slowakije.

2. Verzoeken om overname zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder b, van de Overeenkomst zijn niet rechtsgeldig, indien de vreemdeling tevens beschikt over een visum dat is afgegeven door de Regering van een ander land en dat een langere geldigheidsduur heeft dan het visum afgegeven door België, Luxemburg of Nederland.

Artikel II

1. De adressen van de autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen, die bevoegd zijn voor het indienen en beantwoorden van verzoeken om overname zoals bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5 van de Overeenkomst, en eveneens voor het indienen en beantwoorden van verzoeken om doorgeleiding zoals bedoeld in artikel 7 van de Overeenkomst zijn de volgende:

1. Voor het Koninkrijk België:

Ministerie van Binnenlandse Zaken

Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken

WTCII Antwerpsesteenweg, 59B

1000 Brussel

België

Telefoonnummer: 0032-22061584 of 0032-22061583 (indiening van de aanvragen)

0032-22061551 of 00322061592 (ontvangst van de aanvragen)

Telefaxnummer: 0032-22061405 (indiening van de aanvragen)

0032-22061407 (ontvangst van de aanvragen)

2. Voor het Groothertogdom Luxemburg:

Ministerie van Justitie

16 Boulevard Royal

L 2934 Luxemburg

Telefoonnummer: 0035-24784512

Telefaxnummer: 0035-2227661

3. Voor het Koninkrijk der Nederlanden:

Ministerie van Justitie

Immigratie- en Naturalisatiedienst

Bureau Dublin

Postbus 449

6900 AK ZEVENAAR

Telefoonnummer: 0031-316368724

Faxnummer: 0031-316368649

4. Voor de Slowaakse Republiek:

Ministerstvo vnútra Slovenskej republiky

Prezidium Policajneho zboru

Urad hranicnej a Cudzineckej policie

81272 Bratislava

Telefoonnummer: 00421-961050700 of 00421-961050701

Faxnummer:00421-961059074

2. Verzoeken om overname vermeld in bijlage 1, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, en artikel 3, eerste lid, van de Overeenkomst dienen de volgende gegevens te bevatten:

  • a. naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats van de over te nemen of door te geleiden persoon, evenals zijn laatste verblijfplaats op het grondgebied van de aangezochte Staat;

  • b. voorzover bekend, de naam en voornaam van zijn ouders;

  • c. de gegevens zoals bedoeld in de Bijlagen bij de Overeenkomst aan de hand waarvan de nationaliteit van de over te nemen persoon is vastgesteld of verondersteld;

  • d. de datum, het tijdstip en de plaats van de voorgenomen overgave.

3. Verzoeken om overname vermeld in bijlage 2, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Overeenkomst dienen de volgende gegevens te bevatten:

  • a. naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats van de over te nemen of door te geleiden persoon, evenals zijn laatste verblijfplaats op het grondgebied van de aangezochte Staat;

  • b. voorzover bekend, de naam en voornaam van zijn ouders;

  • c. een kopie van de verblijfstitel of het visum dat is afgegeven door de aangezochte Staat;

  • d. de datum, het tijdstip en de plaats van de voorgenomen overgave.

4. Verzoeken om doorgeleiding vermeld in bijlage 3, zoals bedoeld in artikel 7 van de Overeenkomst dienen de volgende gegevens te bevatten:

  • a. naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats van de over te nemen of door te geleiden persoon;

  • b. de Staat van bestemming;

  • c. de datum, het tijdstip en de plaats van de voorgenomen doorgeleiding.

Artikel III

Bij een feitelijke overgave wordt aan de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij een proces-verbaal van overgave verstrekt met vermelding van de naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum van de over te geven persoon, evenals – in voorkomend geval – zijn behoefte aan verzorging wegens ziekte of hoge leeftijd.

Artikel IV

De plaatsen waar personen op grond van de Overeenkomst feitelijk kunnen worden overgegeven en worden overgenomen zijn:

1. Voor het Koninkrijk België:

  • a. voor luchtverkeer:de nationale luchthaven Zaventem

  • b. voor landverkeer:aan te wijzen door de Dienst Vreemdelingenzaken

2. Voor het Groothertogdom Luxemburg:

  • a. voor luchtverkeer:de luchthaven Luxemburg

  • b. voor landverkeer:aan te wijzen door de rijkswacht

3. Voor het Koninkrijk der Nederlanden:

  • a. voor luchtverkeer:de luchthaven Schiphol te Amsterdam

  • b. voor landverkeer:aan te wijzen door het Bureau Dublin te Zevenaar

4. Voor de Slowaakse Republiek:

  • a. voor luchtverkeer:de internationale luchthaven M.R. Stefánik Bratislava

  • b. voor landverkeer:de grensovergang Bratislava-Petrzalka

De Ambassade heeft de eer voor te stellen dat deze nota en de instemmende nota van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Slowaakse Republiek samen de in artikel 10 van de Overeenkomst voorziene administratieve afspraken vormen.

De Ambassade maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Slowaakse Republiek de hernieuwde verzekering van zijn bijzondere hoogachting te geven.

Ministerie van Buitenlandse Zaken

van de Slowaakse Republiek

Bratislava


Bijlage 1

bij de nota betreffende de administratieve bepalingen genoemd in artikel 10 van de Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden enerzijds en de Regering van de Slowaakse Republiek anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen

Verzoek om overname

van een onderdaan van een Overeenkomstsluitende Partij

Datum van het verzoek: Tijd:

Verzoekende dienst:

Tel.: Fax:

Bestemd voor dienst: Tel.: Fax:

A. Identiteit van de over te nemen persoon

Naam: Voornaam:

Alias:

Geboortedatum Geboorteplaats

Nationaliteit Nr. van reisdocument

B. Middelen aan de hand waarvan de nationaliteit kan worden aangetoond of verondersteld

1. Documenten aan de hand waarvan

de nationaliteit kan worden

aangetoond of verondersteld (1)

2. Gegevens aan de hand waarvan

de nationaliteit kan worden

verondersteld (1)

C. Verblijf op het grondgebied van de verzoekende Partij

Datum van binnenkomst

Duur van het verblijf

Datum en plaats van aanhouding

Aard van het verblijf

Onregelmatig verblijf - afgifte

van een verblijfsvergunning

Maatregel van verwijdering

D. Voorgestelde bijzonderheden van de overname

Datum van teruggave

Tijdstip van teruggave

Plaats van teruggave

Wijze van vervoer en eventueel treinnummer of vluchtnummer

E. Bijlagen

Aantal bijlagen

F. Bevestiging van ontvangst van het verzoek

Datum Tijdstip

Genomen beslissing Instemming ▪ Weigering ▪

Naam en rang beambte Ondertekening

G. Bijzonderheden van de overname:

Naam en rang van de beambte:

H. Opmerkingen:

Bij weigering op een bijlage vermelden wat de reden is en of op de over te nemen persoon speciaal toezicht of verzorging noodzakelijk is (van medische of andere aard).

(1) Als bijlagen fotokopieën van deze stukken bijvoegen


Bijlage 2

bij de nota betreffende de administratieve bepalingen genoemd in artikel 10 van de Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden enerzijds en de Regering van de Slowaakse Republiek anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen

Verzoek om overname van een onderdaan van een derde Staat

Datum van het verzoek: Tijd:

Verzoekende dienst:

Tel.: Fax: Bestemd voor dienst: Tel.: Fax:

A. Identiteit van de over te nemen persoon

Naam: Voornaam:

Alias:

Geboortedatum Geboorteplaats

Nationaliteit Nr. van reisdocument

B. Documenten en visa

1° Documenten (1)

(reis-, identiteits-, nationaliteits-, verblijfsdocumenten)

2° Visa (1)

(datum van afgifte, geldigheidsduur, enz.)

3° Stempels van binnenkomst/vertrek

(1)

4° Andere documenten (1)

C. Verblijf op het grondgebied van de verzoekende Partij

Datum van binnenkomst

duur van het verblijf

Datum en plaats

van aanhouding

Reisroute

Opmerkingen over de aard van het verblijf

D. Gegevens betreffende het verblijf op het grondgebied van de aangezochte Partij

E. Voorgestelde wijze van overname

Datum van teruggave

Tijdstip van teruggave

Plaats van teruggave

Wijze van vervoer en eventueel treinnummer of vluchtnummer

F. Bijlagen

Aantal bijlagen

G. Bevestiging van ontvangst van de aanvraag

Datum Tijdstip

Genomen besluit Instemming ▪ Weigering ▪

Naam en rang handtekening van de beambte

H. Bijzonderheden van de overname:

Naam en rang van de beambte:

I. Opmerkingen:

Bij weigering op een bijlage vermelden wat de reden is en of op de over te nemen persoon speciaal toezicht of verzorging noodzakelijk is (van medische of andere aard).

(1) Als bijlagen fotokopieën van deze stukken bijvoegen


Bijlage 3

bij de nota betreffende de administratieve bepalingen genoemd in artikel 10 van de Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden enerzijds en de Regering van de Slowaakse Republiek anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen

Verzoek om doorreis van een onderdaan van een derde Staat Datum van het verzoek: Tijd:

Verzoekende instantie

Tel.: Fax:

Bestemd voor dienst:

Tel.: Fax:

A. Wijze van doorreizen: VLIEGTUIG SPOORWEGEN WEG

▪ ▪ ▪

B. Datum, tijd en plaats van aankomst op het grondgebied van het land van doorreis

Op te:

Luchthaven: Vluchtnummer: Maatschappij:

Station: Treinnummer:

Grensovergang: Voertuignummer: Type voertuig:

C. Datum, tijd en plaats van vertrek uit het land van doorreis

Op te:

Luchthaven: Vluchtnummer: Maatschappij:

Haven: Scheepsnummer: Maatschappij:

D. Eindbestemming:

E. Verzoek om doorreisvergunning

nr.

F. Identiteit van de verwijderde vreemdeling(en):

Naam:

Voornaam: .

Geboortedatum en -plaats:

Aard van de maatregel:

Nationaliteit:

Reisdocument:

G. Geleide (verplicht bij een doorreis over land):

Ja ▪Nee ▪

H. Samenstelling van het geleide:

Naam: Voornaam: Hoedanigheid: Reisdocument:

I. Eventuele aanvullende opmerkingen

J. Beslissing van de aangezochte Partij

Toestemming voor doorreis over het grondgebied van de aangezochte Partij Ja ▪Nee ▪

Geleide geheel uitgevoerd door de aangezochte Partij Ja ▪Nee ▪

Geleide geheel uitgevoerd door de verzoekende Partij Ja ▪Nee ▪

Gemengd geleide Ja ▪Nee ▪

Bijzonderheden van het geleide over land uitgevoerd door de verzoekende Partij alleen.

Ondertekenende instantie


Nr. II

Bratislava, 21 mei 2002

No.: 193/2002

Instemmende nota met betrekking tot de in artikel 10 van de Overeenkomst voorziene administratieve afspraken

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Slowaakse Republiek biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van de nota. [nr.] van [datum] waarmee de Ambassade, namens het Koninkrijk der Nederlanden en mede namens het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, voorstelt – gelet op de Overeenkomst tussen de Regering van de Slowaakse Republiek, enerzijds, en de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, anderzijds, betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen (hierna te noemen „de Overeenkomst") – dat de in artikel 10 van de Overeenkomst voorziene administratieve afspraken als volgt luiden:

(Zoals in Nota nr. I)

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Slowaakse Republiek gaat ermee akkoord dat de bovengenoemde nota en deze instemmende nota samen de in artikel 10 van de Overeenkomst voorziene administratieve afspraken vormen.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Slowaakse Republiek maakt van deze gelegenheid gebruik om de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden de hernieuwde verzekering van zijn bijzondere hoogachting te geven.


Nr. I

Ambassade van het

Koninkrijk der Nederlanden

Bratislava, le 21 mai 2002

BTL 252/02

Note introductive relative aux dispositions administratives prévues à l'article 10 de l'Accord

L'Ambassade du Royaume des Pays-Bas présente ses compliments au Ministère des Affaires étrangères de la République Slovaque et a l'honneur, vu l'Accord entre les Gouvernements du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas, d'une part, et le Gouvernement de la République Slovaque, d'autre part, relatif à la réadmission des personnes en situation irrégulière (dénommé ci-après «l'Accord»), de proposer au Ministère des Affaires Étrangères de la République Slovaque, au nom du Royaume des Pays-Bas, ainsi qu'au nom du Royaume de Belgique et du Grand-Duché de Luxembourg, que les dispositions administratives prévues à l'article 10 de l'Accord s'énoncent comme suit:

Article Ier

1. Une demande de réadmission comme visée à l'article 4, paragraphe 1, sous b, de l'Accord n'est pas valable si l'étranger est également en possession d'un visa délivré par le Gouvernement d'un autre pays et dont la durée de validité est plus longue que celle du visa délivré par la Slovaquie.

2. Une demande de réadmission comme visée à l'article 5, paragraphe 1, sous b, de l'Accord n'est pas valable si l'étranger est également en possession d'un visa délivré par le Gouvernement d'un autre pays et dont la durée de validité est plus longue que celle du visa délivré par la Belgique, le Luxembourg ou les Pays-Bas.

Article II

1. Les adresses des autorités des Parties contractantes compétentes pour introduire les demandes de réadmission visées aux articles 2 à 5 de l'Accord et pour y répondre, ainsi que pour introduire les demandes de transit visées à l'article 7 de l'Accord et pour y répondre, sont les suivantes:

1. Pour le Royaume de Belgique:

Ministère de l'Intérieur

Direction générale de l'Office des Étrangers

WTCII

Chaussée d'Anvers, 59B

1000 Bruxelles

Belgique

Téléphone: 0032-22061583 ou 0032-22061606 (introduction des demandes)

0032-22061550 ou 0032-2061594 (réception des demandes)

Téléfax: 0032-22061405 (introduction des demandes)

0032-22061407 (réception des demandes)

2. Pour le Grand-Duché de Luxembourg:

Ministère de la Justice

16, boulevard Royal

L - 2934 Luxembourg

Téléphone: 0035-24.78.45.12

Télécopie: 0035-222.76.61

3. Pour le Royaume des Pays-Bas:

Ministère de la Justice

IND - Service d'Immigration et de Naturalisation

Bureau Dublin

Boîte postale 449

NL - 6900 AK Zevenaar

Téléphone: 0031-316368724

Télécopie: 0031-316368649

4. Pour la République Slovaque:

Ministerstvo vnútra Slovenskej republiky

Prezídium Policajného zboru

Urad hranicnej a cudzineckej polície

812 72 Bratislava

Téléphone: 00421-961050700 ou 00421-961050701

Télécopie: 00421-961059074

2. Les demandes de réadmission citées à l'annexe 1, comme visé à l'article 2, paragraphe 1, et à l'article 3, paragraphe 1, de l'Accord doivent comporter les données suivantes:

  • a) les nom, prénom, lieu et date de naissance de la personne à réadmettre ou à faire passer en transit, ainsi que son dernier lieu de séjour sur le territoire de l'État requis;

  • b) les nom et prénom de ses parents pour autant qu'ils soient connus;

  • c) les données, visées dans les Annexes à l'Accord, au moyen desquelles la nationalité de la personne à réadmettre a été établie ou présumée;

  • d) la date, l'heure et le lieu de la remise prévue.

3. Les demandes de réadmission citées à l'annexe 2, comme visé à l'article 4, paragraphe 1, et à l'article 5, paragraphe 1, de l'Accord doivent comporter les données suivantes:

  • a) le nom, prénom, lieu et date de naissance de la personne à réadmettre ou à faire passer en transit, ainsi que son dernier lieu de séjour sur le territoire de l'État requis;

  • b) les nom et prénom de ses parents, pour autant qu'ils soient connus;

  • c) une copie du titre de séjour ou du visa délivré par l'État requis;

  • d) la date, l'heure et le lieu de la remise prévue.

4. Les demandes de transit citées à l'annexe 3, comme visé à l'article 7 de l'Accord doivent comporter les données suivantes:

  • a) les nom, prénom, lieu et date de naissance de la personne à réadmettre ou à faire passer en transit;

  • b) l'État de destination;

  • c) la date, l'heure et le lieu du transit prévu.

Article III

Lors de la remise effective, un procès-verbal est transmis à la Partie Contractante requise, indiquant le nom, les prénoms, le lieu et la date de naissance de la personne à remettre, ainsi que, le cas échéant, les soins dont elle a besoin du fait de sa maladie ou de grand âge.

Article IV

Les lieux où des personnes peuvent être effectivement remises et réadmises en vertu de l'Accord sont:

1. Pour le Royaume de Belgique:

  • a) en cas de transport aérien:l'aéroport national de Zaventem

  • b) en cas de transport terrestre:à désigner par l'Office des Étrangers

2. Pour le Grand-Duché de Luxembourg

  • a) en cas de transport aérien:l'aéroport de Luxembourg

  • b) en cas de transport terrestre:à désigner par la gendarmerie

3. Pour le Royaume des Pays-Bas:

  • a) en cas de transport aérien:l'aéroport de Schiphol à Amsterdam

  • b) en cas de transport terrestre:le lieu à désigner par le Bureau Dublin à Zevenaar

4. Pour la République Slovaque:

  • a) en cas de transport aérien:l'aéroport international M.R. Stefánik, Bratislava

  • b) en cas de transport terrestre:le poste frontière Bratislava- Petrzalka

L'Ambassade du Royaume des Pays-Bas a l'honneur de proposer que la présente note et la note d'agrément du Ministère des Affaires étrangères de la République Slovaque forment ensemble les dispositions administratives prévues à l'article 10 de l'Accord.

L'Ambassade du Royaume des Pays-Bas saisit cette occasion pour renouveler au Ministère des Affaires étrangères de la République Slovaque les assurances de sa très haute considération.

Ministère des Affaires étrangères

de la République Slovaque

Bratislava


Annexe n° 1

à la note relative aux dispositions administratives mentionnées dans l'article 10 de l'Accord entre les Gouvernements du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas, d'une part, et le Gouvernement de la République Slovaque, d'autre part, relatif à la réadmission des personnes en situation irrégulière

Demande de réadmission d'un ressortissant d'une Partie contractante

Date de la demande: Heure:

Service demandeur:

Tél.: Fax:

Service destinataire:

Tél.: Fax:

A. Identité de la personne faisant l'objet de la réadmission

Nom:

Prénom:

Alias:

Date de naissance

Lieu de naissance

Nationalité

no du titre de voyage:

B. Moyens permettant d'établir ou de présumer la nationalité

1. Documents permettant d'établir ou de présumer la nationalité (1)

2. Éléments permettant de présumer la nationalité (1)

C. Séjour sur le territoire de la Partie requérante

Date d'entrée

Durée du séjour

Date et lieu d'interpellation

Condition du séjour séjour irrégulier-délivrance d'une autorisation de séjour

Mesure d'éloignement

D. Modalités proposées de la réadmission

Date de remise

Heure de remise

Lieu de remise

Mode de transport et éventuellement no du train ou no du vol

E. Annexes

Nombre de pièces

F. Accusé réception de la demande

Date Heure

Décision prise Accord Refus ▪ ▪

Nom et grade du fontionnaire Signature

G. Modalités de réadmission:

Nom et grade du fonctionnaire:

H. Observations:

En cas de refus: en préciser le motif en annexe ainsi que les informations sur la nécessité d'assurer à la personne à réadmettre une surveillance spéciale ou prise en charge (médicale ou autre).

(1) Joindre les copies de ces pièces en annexe


Annexe no 2

à la note relative aux dispositions administratives mentionnées dans l'article 10 de l'Accord entre les Gouvernements du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas, d'une part, et le Gouvernement de la République Slovaque, d'autre part, relatif à la réadmission des personnes en situation irrégulière

Demande de réadmission d'un ressortissant d'État tiers

Date de la demande: Heure:

Service demandeur:

Tél.: Fax:

Service destinataire:

Tél.: Fax:

A. Identité de la personne faisant l'objet de la réadmission

Nom:

Prénom:

Alias:

Date de naissance L

ieu de naissance

Nationalité

no du titre de voyage:

B. Documents et visas

1° Documents (1)

(de voyage, d'identité, de nationalité, de séjour)

2° Visas (1)

(date délivrance, validité, etc.)

3° Timbres d'entrée/sortie

(1)

4° Autres documents (1)

C. Séjour sur le territoire de la Partie requérante

Date d'entrée

durée du séjour

Date et lieu d'interpellation

Itinéraire du voyage

Observations sur les conditions du séjour

D. Éléments concernant le séjour sur le territoire de la Partie requise

E. Modalités proposées de la réadmission

Date de remise

Heure de remise

Lieu de remise

Mode de transport et éventuellement no du train ou no du vol

F. Annexes

Nombre de pièces

G. Accusé réception de la demande

Date Heure

Décision prise Accord ▪ Refus ▪

Nom et grade du signature fonctionnaire

H. Modalités de réadmission:

Nom et grade du fonctionnaire:

I. Observations:

En cas de refus: en préciser le motif en annexe, ainsi que les informations sur la nécessité d'assurer à la personne à réadmettre une surveillance spéciale ou prise en charge (médicale ou autre).

(1) Joindre les copies de ces pièces en annexe


Annexe no 3

à la note relative aux dispositions administratives mentionnées dans l'article 10 de l'Accord entre les Gouvernements du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas, d'une part, et le Gouvernement de la République Slovaque, d'autre part, relatif à la réadmission des personnes en situation irrégulière

Demande de transit d'un ressortissant d'État tiers

Date de la demande: Heure:

Autorité requérante

Tél.: Fax:

Service destinataire

Tél.: Fax:

A. Modalités du transit:

AVION

CHEMIN DE FER

ROUTE ▪ ▪ ▪

B. Date, heure et lieu d'arrivée sur le territoire de pays de transit

Le à:

Aéroport: No de vol: Cie aérienne:

Gare: No de train:

Poste froutière: No de vèhicule:   Type de véhicule:

C. Date, heure et lieu de départ du pays de transit

Le à:

Aéroport: No de vol: Cie aérienne: 

Port: No du bateau: Cie maritime:

D. Destination finale:

E. Demande d'autorisation de transit

No

F. Identité du ou des étrangers éloignés:

Nom:

Prénom:

Date et lieu de naissance:

Nature de la mesure:

Nationalité:

Document de voyage:

G. Escorte (obligatoire si le transit s'effectue par voie terrestre):

Oui ▪Non ▪

H. Composition de l'escorte:

Nom: Prénom: Qualité: Document de voyage:

I. Observations complémentaires éventuelles

J. Décision de la Partie requise

Accord de transit sur le territoire de la Partie requise

Oui ▪Non ▪

Escorte assurée en totalité par la Partie requise

Oui ▪Non ▪

Escorte assurée en totalité par la Partie requérante

Oui ▪Non ▪

Escorte mixte

Oui ▪Non ▪

Conditions particulières aux escortes assurées par la Partie requérante seule par voie terrestre.

Autorité signataire


Nr. II

Bratislava, le 21 mai 2002

No.: 193/2002

Note d'agrément relative aux dispositions administratives prévues à l'article 10 de l'Accord

Le Ministère des Affaires étrangères de la République Slovaque présente ses compliments à l'Ambassade du Royaume des Pays-Bas et a l'honneur d'accuser réception de la note no.. du .. .. 20.., par laquelle l'Ambassade propose, au nom du Royaume des Pays-Bas, ainsi qu'au nom du Royaume de Belgique et du Grand-Duché de Luxembourg, vu l'Accord entre le Gouvernement de la République Slovaque, d'une part, et les Gouvernements du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas, d'autre part, relatif à la réadmission des personnes en situation irrégulière (dénommé ci-après «l'Accord»), que les dispositions prévues à l'article 10 de l'Accord s'énoncent comme suit:

(Zoals in Nota nr. I)

Le Ministère des Affaires étrangères de la République Slovaque est d'accord pour que la note susmentionnée et la présente note d'agrément forment ensemble les dispositions administratives prévues à l'article 10 de l'Accord.

Le Ministère des Affaires étrangères de la République Slovaque saisit cette occasion pour renouveler à l'Ambassade du Royaume des Pays-Bas les assurances de sa très haute considération.


Verwijzingen

Titel:Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied; Brussel, 11 april 1960
Tekst:Trb. 1960, 40 (Nederlands en Frans)
Laatste Trb. :Trb. 1984, 111
Titel:Verdrag betreffende de status van vluchtelingen; Genève, 28 juli 1951
Tekst:Trb. 1951, 131 (Engels en Frans) Trb. 1954, 88 (vertaling)
Laatste Trb. :Trb. 1995, 136
Titel:Protocol betreffende de status van vluchtelingen; New York, 31 januari 1967
Tekst:Trb. 1967, 76 (Engels en Frans en vertaling)
Laatste Trb. :Trb. 1995, 138
Titel:Akkoord tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek en het Groothertogdom Luxemburg betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen; Schengen, 14 juni 1985
Tekst:Trb. 1985, 102 (Nederlands)
Laatste Trb. :Trb. 1997, 121
Titel:Overeenkomst ter uitvoering van het tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek en het Groothertogdom Luxemburg op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen; Schengen, 19 juni 1990
Tekst:Trb. 1990, 145 (Nederlands, Frans en Duits)
Laatste Trb. :Trb. 1998, 262

Uitgegeven de vijftiende juli 2002

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN


XNoot
1

De Slowaakse tekst is niet afgedrukt.

XNoot
1

De Slowaakse tekst is niet afgedrukt.

Naar boven