A. TITEL

Protocol houdende wijziging van het Uitvoeringsreglement van de eenvormige Beneluxwet op de merken;

Brussel, 31 mei 2002

B. TEKST

Protocol houdende wijziging van het Uitvoeringsreglement van de eenvormige Beneluxwet op de merken

De Regering van het Koninkrijk België,

De Regering van het Groothertogdom Luxemburg,

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,

Verlangende het bij protocol van 20 november 1995 vastgestelde en bij protocol van 13 april 1999 laatstelijk gewijzigde Uitvoeringsreglement van de eenvormige Beneluxwet op de merken te wijzigen,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Benelux-Verdrag inzake de warenmerken,

Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van het Benelux-Merkenbureau,

Zijn de volgende bepalingen overeengekomen:

Artikel I

Het Uitvoeringsreglement van de eenvormige Beneluxwet op de merken wordt gewijzigd als volgt:

1. Artikel 1, zesde lid, wordt geschrapt.

2. Artikel 1, zevende lid, wordt vernummerd tot zesde lid.

3. Artikel 2, onderdeel a, komt te luiden als volgt:

  • „a. indien, conform het bepaalde in artikel 6, onder B, van de eenvormige wet, binnen 3 maanden voorafgaand aan het depot een onderzoek naar eerdere inschrijvingen werd verricht of verzocht, een door het Benelux-Bureau afgegeven bewijsstuk waaruit dit blijkt;"

4. Artikel 2, onderdeel d, komt te luiden als volgt:

  • „d. een bewijs van betaling van de in artikel 25, eerste lid, onder a, c of h, bedoelde rechten of vergoedingen;"

5. Artikel 3, eerste lid, komt te luiden als volgt:

  • „1. De in artikel 6, onder A, eerste lid, van de eenvormige wet bedoelde vereisten voor het vaststellen van een datum van depot, zijn die vermeld in artikel 1, eerste lid, onder a, b, e en f, en in artikel 2, onder b, behoudens betaling van de basisrechten verschuldigd voor het depot binnen een termijn van een maand nadat aan voornoemde vereisten is voldaan."

6. Artikel 3, derde lid, komt te luiden als volgt:

  • „3. Indien het depot krachtens artikel 6, onder A, derde lid, van de eenvormige wet vervalt, wordt van de ontvangen rechten en vergoedingen, na aftrek van een bedrag ter hoogte van de rechten zoals bepaald in artikel 25, eerste lid, onder c, de helft terugbetaald. Deze aftrek vindt echter niet plaats indien de rechten voor het depot werden verminderd ingevolge artikel 6, onder B, van de eenvormige wet of indien het onderzoek naar eerdere inschrijvingen nog niet is aangevangen."

7. Artikel 4, tweede lid, komt te luiden als volgt:

  • „2. Indien ingevolge de bepalingen van artikel 6bis, vijfde lid, van de eenvormige wet, de nietigheid van het depot is ingetreden, worden de ontvangen stukken verder buiten behandeling gelaten en wordt van de ontvangen rechten en vergoedingen, na aftrek van een bedrag ter hoogte van de rechten zoals bepaald in artikel 25, eerste lid, onder c, de helft terugbetaald. Deze aftrek vindt echter niet plaats indien de rechten voor het depot werden verminderd ingevolge artikel 6, onder B, van de eenvormige wet."

8. Aan artikel 4, wordt een nieuw derde lid, toegevoegd luidende:

  • „3. Indien de weigering een beperking in de opgave van waren en diensten tot gevolg heeft, worden de teveel betaalde supplementen bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a, onder 3, na aftrek van een bedrag ter hoogte van de rechten zoals bepaald in artikel 25, eerste lid, onder c, onder 2, terugbetaald, indien deze beperking daartoe aanleiding geeft. Deze aftrek vindt echter niet plaats indien de rechten voor het depot werden verminderd ingevolge artikel 6, onder B, van de eenvormige wet."

9. Artikel 6, tweede lid, komt te luiden als volgt:

  • „2. Binnen de in het eerste lid gestelde termijn, kan de deposant het Benelux-Bureau schriftelijk verzoeken een beperking aan te brengen in de opgave van waren en diensten. Indien deze beperking daartoe aanleiding geeft, worden de teveel betaalde supplementen bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a, onder 3, na aftrek van een bedrag ter hoogte van de rechten zoals bepaald in artikel 25, eerste lid, onder c, onder 2, terugbetaald. Deze aftrek vindt echter niet plaats indien de rechten voor het depot werden verminderd ingevolge artikel 6, onder B, van de eenvormige wet of indien het onderzoek naar eerdere inschrijvingen nog niet is aangevangen."

10. Artikel 6, derde lid, komt te luiden als volgt:

    • „3. Indien de handhaving van het depot niet wordt bevestigd binnen de in het eerste lid gestelde termijn, worden de ontvangen stukken verder buiten behandeling gelaten en wordt van de ontvangen rechten en vergoedingen, na aftrek van een bedrag ter hoogte van de rechten zoals bepaald in artikel 25, eerste lid, onder c, de helft terugbetaald. Deze aftrek vindt echter niet plaats indien de rechten voor het depot werden verminderd ingevolge artikel 6, onder B, van de eenvormige wet."

11. Artikel 9, derde lid, onder a, komt te luiden als volgt:

  • „a. Een bewijs van betaling van de rechten in artikel 25, eerste lid, onder b of h;"

12. Artikel 16, tweede lid, komt te luiden als volgt:

    • „2. Het neerleggen van een algemene volmacht bij het Benelux-Bureau of bij een nationale dienst geschiedt overeenkomstig de bepalingen van het toepassingsreglement; aan deze volmacht dient een bewijs van betaling van het recht als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder j, te worden toegevoegd."

13. Na artikel 17 wordt een nieuw artikel toegevoegd luidend als volgt:

„Artikel 17bis

Op verzoek van deposant kan het onderzoek naar eerdere inschrijvingen als bedoeld in artikel 6, onder B, van de eenvormige wet versneld worden uitgevoerd. Hiervoor is een extra recht verschuldigd als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a."

14. Artikel 20, derde lid, komt te luiden als volgt:

    • „3. In geval van verstoring van de normale postbedeling in één van de Beneluxlanden gedurende minstens één van de vijf werkdagen, voorafgaand aan het einde van de termijn bedoeld in de artikelen 3, eerste en tweede lid, 4, eerste lid, 5, vierde lid, 6, eerste lid, 10, eerste lid en 18, eerste lid, zullen stukken, binnengekomen bij de terzake bevoegde instantie na afloop van de in voornoemde artikelen bepaalde termijnen, in behandeling genomen worden alsof ze tijdig waren ingediend bij deze instantie, mits redelijkerwijs kan aangenomen worden dat de verstoring van de normale postbedeling de oorzaak is van het na afloop van genoemde termijnen binnenkomen van die stukken."

15. Artikel 21, derde lid, komt te luiden als volgt:

    • „3. De documenten betreffende de voorrang, bedoeld in artikel 4, onder D, derde lid, van het Verdrag van Parijs worden door het Benelux-Bureau, of in voorkomend geval, door de nationale diensten aan belanghebbenden verschaft tegen betaling van het in artikel 25, derde lid, onder d, vastgestelde recht. Een dergelijk document kan slechts worden afgegeven, nadat conform het bepaalde in artikel 3, eerste lid, de depotdatum is vastgesteld."

16. Artikel 25, eerste lid, onder a, komt te luiden als volgt:

  • a. het depot van een merk:

1. een basisrecht van € 193,– voor een individueel merk, vermeerderd met een extra-recht van € 119,– in het geval bedoeld in artikel 17bis;

2. een basisrecht van € 300,– voor een collectief merk, vermeerderd met een extra-recht van € 119,– in het geval bedoeld in artikel 17bis;

3. een supplement van € 30,– voor iedere klasse van waren en diensten boven de derde klasse van de internationale classificatie, waarin de waren en diensten worden gerangschikt, vermeerderd met een extra-recht van € 21,– in het geval bedoeld in artikel 17bis;

4. in de in artikel 2, onder a, bedoelde situatie wordt een bedrag ter hoogte van het bedrag bepaald onder c in mindering gebracht op de verschuldigde rechten en vergoedingen;

17. In artikel 25, eerste lid, onder c, worden de woorden „in artikel 6, onder B, of", geschrapt.

18. De bepalingen van artikel 25, eerste lid, onder h en i worden geschrapt.

19. In artikel 25, eerste lid, worden j, k en l hernummerd naar h, i en j.

20. Artikel 25, zesde lid, wordt geschrapt.

21. Artikel 25, zevende lid, wordt vernummerd naar lid 6.

22. Artikel 34, eerste lid, onder a, komt te luiden als volgt:

  • „a. een betaling verrichten van de rechten zoals bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a of h;"

Artikel II

Ter uitvoering van artikel 1, lid 2, van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof worden de bepalingen van dit Protocol als gemeenschappelijke rechtsregels aangewezen voor de toepassing van de hoofdstukken III en IV van genoemd verdrag.

Artikel III

Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgende op de ondertekening ervan.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel, op 31 mei 2002, in drievoud, in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk België

(w.g.) L. MICHEL

Voor de Regering van het Groothertogdom Luxemburg

(w.g.) L. POLFER

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) A. F. VAN DONGEN


Protocole portant modification du règlement d'exécution de la loi uniforme Benelux sur les marques

Le Gouvernement du Royaume de Belgique,

Le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg,

Le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas,

Soucieux de modifier le règlement d'exécution de la loi uniforme Benelux sur les marques établi par le protocole du 20 novembre 1995 et modifié en dernier lieu par le protocole du 13 avril 1999,

Vu l'article 2, premier alinéa, de la Convention Benelux en matière de marques de produits,

Vu l'avis du Conseil d'Administration du Bureau Benelux des Marques,

Sont convenus des dispositions suivantes:

Article I

Le règlement d'exécution de la loi uniforme Benelux sur les marques est modifié comme suit:

1. L'article 1er, paragraphe 6, est abrogé.

2. L'article 1er, paragraphe 7, est renuméroté en paragraphe 6.

3. L'article 2, point a, est libellé comme suit:

  • «a) si, conformément aux dispositions de l'article 6, sous B, de la loi uniforme, un examen d'antériorités a été effectué ou demandé dans les trois mois précédant le dépôt, un certificat du Bureau Benelux attestant cet examen;.»

4. L'article 2, point d, est libellé comme suit:

  • «d) une preuve de paiement des taxes ou rémunérations visées à l'article 25, paragraphe 1, lettres a, c ou h;.»

5. L'article 3, paragraphe 1er, est libellé comme suit:

  • «1. Les conditions visées à l'article 6, lettre A, paragraphe 1er, de la loi uniforme pour la fixation d'une date de dépôt sont celles prévues à l'article 1er, paragraphe 1er, sous a, b, e et f, et à l'article 2, sous b, sous réserve du paiement des taxes de base dues pour le dépôt dans un délai d'un mois après qu'il a été satisfait aux conditions précitées.»

6. L'article 3, paragraphe 3, est libellé comme suit:

  • «3. Si le dépôt n'a plus d'effet en vertu de l'article 6, lettre A, paragraphe 3, de la loi uniforme, la moitié des taxes et rémunérations perçues est remboursée, après déduction d'un montant égal aux taxes telles que fixées à l'article 25, paragraphe 1er, sous c. Cette déduction n'est toutefois pas opérée si les taxes pour le dépôt ont été diminuées en vertu de l'article 6, sous B, de la loi uniforme ou que l'examen d'antériorités n'a pas encore commencé.»

7. L'article 4, paragraphe 2, est libellé comme suit:

  • «2. Lorsque la nullité du dépôt a produit ses effets, conformément aux dispositions de l'article 6bis, paragraphe 5, de la loi uniforme, les documents reçus sont classés sans suite et la moitié des taxes et rémunérations perçues est remboursée, après déduction d'un montant égal aux taxes telles que fixées à l'article 25, paragraphe 1er, sous c. Cette déduction n'est toutefois pas opérée si les taxes pour le dépôt ont été diminuées en vertu de l'article 6, sous B, de la loi uniforme.»

8. Il est ajouté à l'article 4 un nouveau paragraphe 3, libellé comme suit:

  • «3. Si le refus entraîne une limitation de la liste des produits et services, le trop-perçu des suppléments visés à l'article 25, paragraphe 1er, lettre a, sous 3, est remboursé, après déduction d'un montant égal aux taxes telles que fixées à l'article 25, paragraphe 1er, lettre c, sous 2, au cas où cette limitation y donne lieu. Cette déduction n'est toutefois pas opérée si les taxes pour le dépôt ont été diminuées en vertu de l'article 6, sous B, de la loi uniforme.»

9. L'article 6, paragraphe 2, est libellé comme suit:

  • «2. Dans le délai fixé au paragraphe 1er, le déposant peut demander par écrit au Bureau Benelux la limitation de la liste des produits et services. Au cas où cette limitation y donne lieu, le trop-perçu des suppléments visés à l'article 25, paragraphe 1er, lettre a, sous 3, est remboursé après déduction d'un montant égal aux taxes telles que fixées à l'article 25, paragraphe 1er, lettre c, sous 2. Cette déduction n'est toutefois pas opérée si les taxes pour le dépôt ont été diminuées en vertu de l'article 6, sous B, de la loi uniforme ou que l'examen d'antériorités n'a pas encore commencé.»

10. L'article 6, paragraphe 3, est libellé comme suit:

  • «3. Si la confirmation du maintien du dépôt n'est pas reçue dans le délai fixé au paragraphe 1er, les documents reçus sont classés sans suite et la moitié des taxes et rémunérations perçues est remboursée, après déduction d'un montant égal aux taxes telles que fixées à l'article 25, paragraphe 1er, lettre c. Cette déduction n'est toutefois pas opérée si les taxes pour le dépôt ont été diminuées en vertu de l'article 6, sous B, de la loi uniforme.»

11. L'article 9, paragraphe 3, lettre a, est libellé comme suit:

  • «a) une preuve du paiement des taxes visées à l'article 25, paragraphe 1er, lettres b ou h;.»

12. L'article 16, paragraphe 2, est libellé comme suit:

    • «2. Le dépôt d'un pouvoir général auprès du Bureau Benelux ou d'une administration nationale s'effectue conformément aux dispositions du règlement d'application; il doit être accompagné d'une preuve de paiement de la taxe visée à l'article 25, paragraphe 1er, lettre j.»

13. Il est inséré après l'article 17 un nouvel article libellé comme suit:

«Article 17 bis

A la requête du déposant, l'examen d'antériorités tel que visé à l'article 6, sous B, de la loi uniforme peut être effectué de manière accélérée. Une surtaxe telle que visée à l'article 25, paragraphe 1er, lettre a, est due à cet effet.»

14. L'article 20, paragraphe 3, est libellé comme suit:

    • «3. En cas de perturbation de la distribution postale normale dans un des pays du Benelux pendant au moins un des cinq jours ouvrables précédant l'expiration du délai visé à l'article 3, paragraphes 1 et 2, à l'article 4, paragraphe 1er, à l'article 5, paragraphe 4, à l'article 6, paragraphe 1er, à l'article 10, paragraphe 1er, et à l'article 18, paragraphe 1er, les pièces reçues par l'autorité compétente après l'expiration des délais fixés aux articles précités pourront être traitées par cette autorité comme si elles avaient été introduites dans les délais, à condition qu'il puisse être admis raisonnablement que la perturbation de la distribution postale normale est la cause de la réception de ces pièces après l'expiration des délais précités.»

15. L'article 21, paragraphe 3, est libellé comme suit:

    • «3. Les documents de priorité visés à l'article 4, lettre D, paragraphe 3, de la Convention de Paris sont remis aux intéressés par le Bureau Benelux ou, le cas échéant, par les administrations nationales, moyennant paiement de la taxe visée à l'article 25, paragraphe 3, lettre d. Un tel document ne peut être délivré que si la date de dépôt a été arrêtée conformément aux dispositions de l'article 3, paragraphe 1er

16. L'article 25, premier paragraphe, lettre a est libellé comme suit:

  • a. dépôt d'une marque:

1. montant de base de € 193,– pour une marque individuelle, augmenté d'une surtaxe de € 119,– dans le cas visé à l'article 17bis;

2. montant de base de € 300,– pour une marque collective, augmenté d'une surtaxe de € 119,– dans le cas visé à l'article 17bis;

3. supplément de € 30,– pour chaque classe de produits et services en sus de la troisième classe de la classification internationale dans laquelle les produits et services sont rangés, augmenté d'une surtaxe de € 21,– dans le cas visé à l'article 17bis;

4. dans la situation visée à l'article 2, sous a, un montant égal au montant fixé sous c. est porté en déduction des taxes et rémunérations dues;.

17. A l'article 25, premier paragraphe, lettre c, les mots «à l'article 6, B ou», sont abrogés.

18. A l'article 25, premier paragraphe, les dispositions visées sous lettres h et i sont abrogées.

19. A l'article 25, premier paragraphe, les lettres j, k et l sont renumérotées en lettres h, i et j.

20. L'article 25, paragraphe 6, est abrogé.

21. L'article 25, paragraphe 7, est renuméroté en paragraphe 6.

22. L'article 34, paragraphe 1er, lettre a, est libellé comme suit:

  • «a. acquitter les taxes visées à l'article 25, paragraphe 1er, lettres a ou h;.»

Article II

En exécution de l'article 1er, alinéa 2, du Traité relatif à l'institution et au statut d'une Cour de Justice Benelux, les dispositions du présent Protocole sont désignées comme règles juridiques communes pour l'application des chapitres III et IV dudit Traité.

Article III

Le présent Protocole entrera en vigueur le premier jour du troisième mois qui suit sa signature.

EN FOI DE QUOI les soussignés, dûment autorisés à cet effet, ont signé le présent Protocole.

FAIT à Bruxelles, le 31 mai 2002, en triple exemplaire, en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant également foi.

Pour le Gouvernement du Royaume de Belgique

(s.) L. MICHEL

Pour le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg

(s.) L. POLFER

Pour le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas

(s.) A. F. VAN DONGEN


D. PARLEMENT

Het Protocol behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel b, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens in werking te kunnen treden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Protocol zullen ingevolge artikel 3 in werking treden op 1 augustus 2002.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het onderhavige Protocol, evenals het in rubriek J hieronder genoemde Protocol van 20 november 1995, alleen voor Nederland gelden.

J. GEGEVENS

Verwijzingen

Titel:Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie; 's-Gravenhage, 3 februari 1958
Tekst:Trb. 1958, 18 (Nederlands en Frans)
Laatste Trb. :Trb. 2002, 10
Titel:Protocol houdende de vaststelling van een uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Benelux-Verdrag inzake de warenmerken; Brussel, 20 november 1995
Tekst:Trb. 1995, 294 (Nederlands en Frans)
Laatste Trb. :Trb. 2002, 47
Titel:Het onderhavige Protocol strekt tot wijziging van: Protocol houdende wijziging van het Uitvoeringsreglement van de eenvormige Beneluxwet op de merken; Brussel, 13 april 1999
Tekst:Trb. 1999, 86 (Nederlands en Frans)
Titel:Benelux-Verdrag inzake de warenmerken; Brussel, 19 maart 1962
Tekst:Trb. 1962, 58 (Nederlands en Frans)
Laatste Trb. :Trb. 1998, 76
Titel:Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof; Brussel, 31 maart 1965
Tekst:Trb. 1965, 71 (Nederlands en Frans)
Laatste Trb. :Trb. 1986, 192

In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat het onderhavige Protocol in Nederland zal zijn bekendgemaakt op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de negende juli 2002

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven