A. TITEL

Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië anderzijds, met Bijlagen en Protocollen en Slotakte met Gemeenschappelijke Verklaringen en Brieven:

Brussel,, 18 januari 1977

B. TEKST

De Nederlandse tekst van Overeenkomst, Bijlagen, Protocollen en Slotakte met Gemeenschappelijke Verklaringen en Brieven is geplaatst in Trb. 1977, 132.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1978, 160.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1978, 160.

De bepalingen van de Overeenkomst zijn ingevolge artikel 107, tweede lid, van de in rubriek J hieronder genoemde Overeenkomst van 24 november 1997 op 1 mei 2002 buiten werking treden.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1977, 132 en Trb. 1978, 160.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 2001, 179.

Voor het op 18 april 1951 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 77.

Voor het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 13.

Voor de op 22 januari 1972 te Brussel tot stand gekomen Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing der Verdragen zie ook Trb. 1985, 28.

Voor het op 10 juli 1975 te Brussel tot stand gekomen Verdrag houdende wijziging van een aantal bepalingen van het Protocol betreffende de statuten van de Europese Investeringsbank, zie ook Trb. 1977, 159.

Voor de op 18 januari 1977 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië zie ook, laatstelijk Trb. 2002, 117.

Op 24 november 1997 is te Brussel tot stand gekomen de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds. De tekst van die Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1998, 136; zie ook Trb. 2002, 115.

Uitgegeven de eerste juli 2002

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN

Naar boven