Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2001, 57 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2001, 57 | Verdrag |
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds;
Cotonou, 23 juni 2000
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap enerzijds, en de Overeenkomst van Georgetown tot oprichting van de groep van Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, anderzijds;
Vastbesloten samen te werken teneinde de doeleinden van uitroeiing van de armoede, duurzame ontwikkeling en geleidelijke integratie van de ACS-landen in de wereldeconomie te verwezenlijken;
Vastbesloten door middel van hun samenwerking een aanmerkelijke bijdrage te leveren tot de economische, sociale en culturele ontwikkeling van de ACS-staten en tot lotsverbetering van hun volkeren, door hen te helpen de uitdaging van de globalisering het hoofd te bieden en het partnerschap tussen ACS en EU te intensiveren, teneinde de sociale dimensie van het globaliseringsproces te versterken;
Opnieuw bevestigende dat zij hun bijzondere betrekkingen een nieuw elan wensen te geven en ter versterking van hun partnerschap een brede geïntegreerde benadering tot stand wensen te brengen, gebaseerd op politieke dialoog, ontwikkelingssamenwerking en economische en handelsbetrekkingen;
Erkennende dat een politiek klimaat dat vrede, veiligheid en stabiliteit, eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat en goed bestuur waarborgt, een integrerend onderdeel van de ontwikkeling op lange termijn dient te zijn; erkennende dat de verantwoordelijkheid voor de totstandbrenging van een dergelijk klimaat allereerst berust bij de betrokken landen;
Erkennende dat een gezond en duurzaam economisch beleid een essentiële voorwaarde is voor ontwikkeling;
Verwijzende naar de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en herinnerende aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de conclusies van de Conferentie van Wenen van 1993 over de mensenrechten, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, de Overeenkomst inzake de rechten van het kind, het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, de Verdragen van Genève van 1949 en andere instrumenten van het internationale humanitaire recht, het Verdrag betreffende de status van staatlozen (Genève 1954), het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (Genève 1951) en het Protocol betreffende de status van vluchtelingen (New York 1967);
In aanmerking nemende het Verdrag inzake de mensenrechten en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa, het Afrikaanse Handvest van de rechten van de mens en de volkeren en het Amerikaanse Verdrag inzake de rechten van de mens als positieve regionale bijdragen tot de eerbiediging van de mensenrechten in de Europese Unie en in de ACS-staten;
Verwijzende naar de verklaringen van de staatshoofden en regeringsleiders, afgelegd tijdens de topontmoetingen van Libreville in 1997 en van Santo Domingo in 1999;
In overweging nemende dat de doelstellingen en beginselen van de ontwikkeling, zoals overeengekomen door de Conferenties van de Verenigde Naties, en het streven om het deel van de bevolking dat in extreme armoede leeft tegen 2015 met de helft terug te brengen, zoals bepaald door de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand van de OESO, een duidelijke visie bieden en aan de samenwerking tussen ACS en EU in het kader van de Overeenkomst ten grondslag moeten liggen;
Bijzondere aandacht schenkende aan de verbintenissen die op de VN-conferenties van Rio, Wenen, Cairo, Kopenhagen, Peking, Istanbul en Rome zijn aangegaan, en erkennende dat verdere maatregelen nodig zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen en de uitvoering van de actieprogramma's die in die fora zijn vastgesteld;
Wensende de fundamentele arbeidsrechten te eerbiedigen, rekening houdende met de beginselen die in de desbetreffende verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie zijn neergelegd;
Wijzende op hun verbintenissen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie,
Hebben besloten deze overeenkomst te sluiten:
ALGEMENE BEPALINGEN
TITEL I
DOELEINDEN, BEGINSELEN EN ACTOREN
De Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de ACS-staten anderzijds, hierna „de partijen" genoemd, sluiten deze Overeenkomst om de economische, culturele en maatschappelijke ontwikkeling van de ACS-staten te bevorderen en te versnellen, teneinde tot vrede en veiligheid bij te dragen en een stabiel en democratisch politiek klimaat te bevorderen.
De kern van het partnerschap wordt gevormd door de doelstelling armoede terug te dringen en uiteindelijk uit te roeien, overeenkomstig de doelstellingen van duurzame ontwikkeling en geleidelijk integratie van de ACS-landen in de wereldeconomie.
Aan alle ontwikkelingsstrategieën liggen deze doelstellingen en de internationale verbintenissen van de partijen ten grondslag; zij worden verwezenlijkt volgens een geïntegreerde benadering, die de politieke, economische, maatschappelijke, culturele en milieuaspecten van de ontwikkeling tegelijkertijd in aanmerking neemt. Het partnerschap biedt een samenhangend kader voor de ondersteuning van de ontwikkelingsstrategieën van elke ACS-staat.
Elementen van dit kader zijn duurzame economische groei, ontwikkeling van de particuliere sector, stimulering van de werkgelegenheid en verbetering van de toegang tot productiemiddelen. Steun wordt verleend ter bevordering van de eerbiediging van de rechten van het individu en de vervulling van basisbehoeften, de bevordering van sociale ontwikkeling en de vervulling van de voorwaarden voor rechtvaardige verdeling van de vruchten van de groei. Regionale en subregionale integratieprocessen die de integratie van de ACS-landen in de wereldeconomie bevorderen, zowel wat handel als wat particuliere investeringen betreft, worden aangemoedigd en gesteund. Integrerende onderdelen van deze benadering zijn de opbouw van de capaciteit van de actoren van het ontwikkelingsproces en de verbetering van het institutionele kader dat vereist is voor sociale cohesie, voor het functioneren van een democratische samenleving en een markteconomie en voor het ontstaan van een actieve, georganiseerde civiele samenleving. De situatie van vrouwen en gendervraagstukken worden systematisch in aanmerking genomen op alle gebieden – politiek, economisch en sociaal. De beginselen van duurzaam beheer van natuurlijke rijkdommen en het milieu worden op elk niveau van het partnerschap geïntegreerd toegepast.
De samenwerking tussen ACS en EG, die gegrondvest is op een bindende rechtsregeling en gezamenlijke instellingen, is gebaseerd op de volgende grondbeginselen:
– gelijkheid van de partners en van de inbreng in de ontwikkelingsstrategieën: ter uitvoering van de doelstellingen van het partnerschap bepaalt iedere ACS-staat de ontwikkelingsstrategie voor zijn economie en zijn samenleving in volledige soevereiniteit, daarbij alle in artikel 9 genoemde essentiële elementen in aanmerking nemende; het partnerschap stimuleert de inbreng van de betrokken landen en volkeren in de eigen ontwikkelingsstrategie;
– deelname: naast de centrale overheid als belangrijkste partner, staat het partnerschap open voor andere actoren, teneinde de integratie in de hoofdstroom van het politieke, economische en maatschappelijke leven te bevorderen van alle geledingen van de samenleving, waaronder de particuliere sector en organisaties van de civiele samenleving;
– centrale rol voor dialoog en naleving van wederzijdse verplichtingen: de verplichtingen die de partijen in het kader van hun dialoog zijn aangegaan vormen een kernpunt van hun partnerschaps- en samenwerkingsbetrekkingen;
– differentiëring en regionalisering: de regelingen en prioriteiten voor samenwerking worden afgestemd op het ontwikkelingsniveau, de behoeften, de prestaties en de ontwikkelingsstrategie voor de lange termijn van de partner. Bijzondere nadruk ligt daarbij op de regionale dimensie. De minst ontwikkelde landen krijgen een bijzondere behandeling. Rekening wordt gehouden met de kwetsbaarheid van niet aan zee grenzende en insulaire landen.
Elke partij neemt, voor zover het bepaalde in de Overeenkomst haar aangaat, alle algemene of bijzondere maatregelen waardoor de nakoming van de uit de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen kan worden gewaarborgd en het nastreven van de doelstellingen ervan kan worden vergemakkelijkt. De partijen zien af van maatregelen die deze doelstellingen in gevaar kunnen brengen.
DE ACTOREN VAN HET PARTNERSCHAP
De ACS-staten bepalen de beginselen, strategieën en modellen voor de ontwikkeling van hun economie en hun samenleving in volledige soevereiniteit. Zij stellen samen met de Gemeenschap de samenwerkingsprogramma's vast waarin de Overeenkomst voorziet. De partijen erkennen echter dat niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces een complementaire rol kunnen spelen en dat zij daartoe een bijdrage kunnen leveren. Niet-overheidsactoren worden daartoe in voorkomend geval, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in de Overeenkomst, bij het proces op de volgende wijze betrokken:
– zij worden ingelicht en betrokken bij overleg over samenwerkingsbeleid en samenwerkingsstrategie, over samenwerkingsprioriteiten, met name op terreinen die hen aangaan of rechtstreeks betreffen, en over de politieke dialoog;
– hun worden, op de voorwaarden als in de Overeenkomst vastgesteld, financiële middelen ter beschikking gesteld om het proces van plaatselijke ontwikkeling te steunen;
– zij worden betrokken bij de tenuitvoerlegging van samenwerkingsprojecten en -programma's op terreinen die hen aangaan of waarop zij een relatief voordeel hebben;
– hun wordt op kritieke gebieden steun verleend ter versterking van hun capaciteiten en vermogens, met name ten aanzien van organisatie en representatie en de instelling van mechanismen voor overleg, met inbegrip van communicatielijnen en dialoog, alsmede ter bevordering van strategische allianties.
De samenwerking ondersteunt maatregelen ten behoeve van voorlichting over de belangrijkste aspecten van het partnerschap tussen ACS en EU. De samenwerking is bovendien gericht op:
– aanmoediging van partnerschap en contacten tussen actoren in de ACS en in de EU;
– versterking van netwerkvorming en uitwisseling van deskundigheid en ervaring onder de actoren.
1. De actoren van de samenwerking zijn:
a. overheden (plaatselijk, regionaal en nationaal);
b. buiten de overheid:
– de particuliere sector;
– de economische en sociale partners, onder andere vakverenigingen;
– de civiele samenleving in al haar verschijningsvormen, overeenkomstig de nationale kenmerken.
2. Erkenning door de partijen van niet-overheidsactoren is afhankelijk van de mate waarin zij beantwoorden aan de behoeften van de bevolking, hun specifieke deskundigheid en het democratisch gehalte en de transparantie van hun organisatie en beheer.
De bijdrage van de civiele samenleving tot het ontwikkelingsproces kan worden gestimuleerd door versterking van maatschappelijke organisaties en niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk op alle terreinen van de samenwerking. Dit houdt in dat:
– de totstandkoming en ontwikkeling van dergelijke organisaties moet worden gestimuleerd;
– regelingen moeten worden getroffen om dergelijke organisaties te betrekken bij de opzet, de uitvoering en de evaluatie van ontwikkelingsstrategieën en ontwikkelingsprogramma's.
DE POLITIEKE DIMENSIE
1. De partijen gaan regelmatig een brede, evenwichtige en diepgaande politieke dialoog aan, die tot verbintenissen van beide zijden leidt.
2. Het doel van deze dialoog is het uitwisselen van informatie, het bevorderen van het wederzijds begrip en het vereenvoudigen van de totstandkoming van overeengekomen prioriteiten, met name door te erkennen dat de verschillende aspecten van de betrekkingen tussen de partijen onderling verband houden, evenals de diverse samenwerkingsterreinen waarin deze Overeenkomst voorziet. De dialoog dient het overleg tussen de partijen in internationale fora te vereenvoudigen. De dialoog moet tevens voorkomen dat situaties ontstaan waarin een partij het noodzakelijk acht een beroep te doen op de niet-uitvoeringsclausule.
3. De dialoog heeft betrekking op alle doelstellingen van de Overeenkomst, alsmede alle vraagstukken van gemeenschappelijk, algemeen, regionaal of subregionaal belang. Door middel van de dialoog dragen de partijen bij tot vrede, veiligheid en stabiliteit, en bevorderen zij de totstandkoming van een stabiel en democratisch politiek klimaat. De dialoog omvat samenwerkingsstrategieën en wereldwijde en sectorale beleidsvraagstukken, zoals milieu, gendervraagstukken en migratie en vraagstukken in verband met het cultureel erfgoed.
4. De dialoog concentreert zich onder meer op specifieke politieke vraagstukken van gemeenschappelijk belang of van algemene betekenis voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst, zoals de wapenhandel, buitensporige militaire uitgaven, drugs en georganiseerde criminaliteit, alsook discriminatie op grond van etnische afkomst, godsdienst of ras. In het kader van de dialoog wordt voorts regelmatig geëvalueerd welke de ontwikkelingen zijn ten aanzien van de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen, de rechtsstaat en goed bestuur.
5. Een op brede basis gestoeld beleid ter bevordering van de vrede en ter voorkoming, beheersing en oplossing van gewelddadige conflicten is een belangrijk onderdeel van de dialoog; het streven naar vrede en democratische stabiliteit dient bij de vaststelling van de prioriteitsgebieden voor de samenwerking volledig in aanmerking te worden genomen.
6. De dialoog wordt op flexibele wijze gevoerd. De dialoog verloopt naargelang de behoefte formeel of informeel, en wordt gevoerd zowel binnen als buiten het institutionele kader, in een passende vorm en op passend niveau, onder meer op regionaal, subregionaal en nationaal niveau.
7. Regionale en subregionale organisaties en vertegenwoordigers van organisaties van de civiele samenleving worden bij de dialoog betrokken.
1. De samenwerking is gericht op duurzame ontwikkeling, waarin de mens, de stuwende kracht en voornaamste begunstigde ervan, centraal staat; dit houdt in dat alle rechten van de mens dienen te worden geëerbiedigd en bevorderd.
Eerbiediging van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden, onder meer inhoudende eerbiediging van de fundamentele sociale rechten, op de rechtsstaat berustende democratie en transparant en verantwoordelijk bestuur, is een integrerend aspect van duurzame ontwikkeling.
2. De partijen verwijzen naar hun internationale verplichtingen en verbintenissen betreffende de eerbiediging van de mensenrechten. Zij verklaren opnieuw bijzonder gewicht te hechten aan de waardigheid en de rechten van de mens, waarnaar individuen en volkeren rechtmatig streven. De mensenrechten zijn universeel, ondeelbaar en onderling verbonden. De partijen verbinden zich ertoe alle fundamentele vrijheden en mensenrechten te bevorderen en te beschermen, zowel burgerrechten en politieke rechten als economische, sociale en culturele rechten. In dit verband bevestigen de partijen opnieuw de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen.
De partijen verklaren dat democratisering, ontwikkeling en de bescherming van de fundamentele vrijheden onderling zijn verbonden en elkaar versterken. De democratische beginselen zijn universeel erkende beginselen die aan de organisatie van de staat ten grondslag liggen en daardoor de legitimiteit van zijn gezag, de wettigheid van zijn handelen, zoals dit zijn weerslag vindt in het constitutionele, wetgevende en regelgevende stelsel, alsmede het bestaan van mechanismen voor participatie waarborgen. Op basis van deze universeel erkende beginselen ontwikkelt ieder land zijn democratische cultuur.
De structuur van de overheid en de bevoegdheden van de verschillende machten moeten zijn gegrondvest op de rechtsstaat, wat met name het bestaan inhoudt van doeltreffende en toegankelijke juridische beroepsmogelijkheden, een onafhankelijk rechtsstelsel dat gelijkheid voor de wet waarborgt en een uitvoerende macht die volledig is ondergeschikt aan de wet.
De eerbiediging van de rechten van de mens, de democratische beginselen en de rechtsstaat, waarop het partnerschap tussen ACS en EU berust, liggen ten grondslag aan het binnenlandse en het buitenlandse beleid van de partijen, en zijn essentiële elementen van deze Overeenkomst.
3. In het kader van een politiek en institutioneel klimaat dat de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat beschermt, wordt onder goed bestuur verstaan het transparante en verantwoordelijke beheer van menselijke en natuurlijke hulpbronnen en economische en financiële middelen ten behoeve van rechtvaardige en duurzame ontwikkeling. Goed bestuur houdt het bestaan in van duidelijke besluitvormingsprocedures bij de overheid, transparante en verantwoording verschuldigde instellingen, de voorrang van de wet bij het beheer en de verdeling van middelen en de opbouw van capaciteiten ten behoeve van het uitwerken en uitvoeren van maatregelen teneinde met name corruptie te voorkomen en te bestrijden.
Goed bestuur, waarop het partnerschap tussen ACS en EU berust, ligt ten grondslag aan het binnenlandse en het buitenlandse beleid van de partijen, en is een fundamenteel element van deze Overeenkomst. De partijen komen overeen dat slechts ernstige gevallen van corruptie, met inbegrip van omkoping die tot dergelijke corruptie leidt, als omschreven in artikel 97, een schending van dit element inhouden.
4. Bevordering van de mensenrechten, democratiseringsprocessen, consolidatie van de rechtsstaat en goed bestuur worden door het partnerschap actief ondersteund.
Deze terreinen zijn een belangrijk onderwerp voor de politieke dialoog. In het kader van deze dialoog kennen de partijen bijzonder belang toe aan de veranderingen zoals die zich voordoen en de continuïteit van de bereikte vooruitgang. Bij deze regelmatige evaluatie wordt de economische, sociale, culturele en historische achtergrond van ieder land in aanmerking genomen.
Aan deze terreinen wordt tevens bijzondere aandacht geschonken bij de steun voor ontwikkelingsstrategieën. De Gemeenschap verleent steun voor politieke, institutionele en juridische hervormingen en voor het versterken van de capaciteit van openbare en particuliere actoren en de civiele samenleving in het kader van strategieën die door de betrokken staat en de Gemeenschap worden overeengekomen.
1. De partijen zijn van oordeel dat de volgende elementen bijdragen tot de instandhouding en consolidatie van een stabiel en democratisch politiek klimaat:
– duurzame en rechtvaardige ontwikkeling, wat onder meer toegang tot productiemiddelen, essentiële diensten en justitie inhoudt;
– sterkere betrokkenheid van een actieve, georganiseerde civiele samenleving en de particuliere sector.
2. De partijen erkennen dat de beginselen van de markteconomie, ondersteund door transparante concurrentieregels en gezond economisch en sociaal beleid, tot de verwezenlijking van doelstellingen van het partnerschap bijdragen.
1. De partijen voeren in het kader van het partnerschap een actief, veelomvattend en geïntegreerd beleid inzake vredesopbouw, conflictpreventie en conflictoplossing. Dit beleid wordt gebaseerd op het beginsel van eigen inbreng. Het richt zich met name op de opbouw van capaciteiten op regionaal, subregionaal en nationaal vlak en op het voorkomen van gewelddadige conflicten in een vroeg stadium, door de onderliggende oorzaken op gerichte wijze en met een passende combinatie van alle beschikbare instrumenten aan te pakken.
2. De activiteiten op het gebied van vredesopbouw, conflictpreventie en conflictoplossing houden met name in: steun voor de evenwichtige verdeling van politieke, economische, sociale en culturele kansen onder alle geledingen van de samenleving, steun voor versterking van de democratische legitimiteit en de effectiviteit van het bestuur, steun voor de totstandbrenging van effectieve instrumenten voor de vreedzame verzoening van groepsbelangen, steun voor het overbruggen van scheidslijnen tussen verschillende geledingen van de samenlevingen en steun voor een actieve en georganiseerde civiele samenleving.
3. Andere relevante activiteiten in dit verband zijn onder meer: steun voor bemiddeling, onderhandelingen en verzoening, steun voor effectief regionaal beheer van gedeelde schaarse natuurlijke hulpbronnen, steun voor demobilisatie van voormalige strijdenden en hun reïntegratie in de samenleving, steun voor het aanpakken van het probleem van kindsoldaten, alsmede steun voor passende maatregelen om de militaire uitgaven en de wapenhandel tot een verantwoord niveau terug te brengen, onder meer door steun te verlenen ter bevordering en toepassing van overeengekomen gedragsnormen en gedragscodes. In dit verband wordt bijzondere aandacht besteed aan de bestrijding van antipersoneelmijnen en van de buitensporige en ongecontroleerde verspreiding en accumulatie van en de illegale handel in kleine en lichte wapens.
4. In gewelddadige conflictsituaties nemen de partijen alle passende maatregelen om escalatie van het geweld te voorkomen en de territoriale uitbreiding ervan te beperken, en een vreedzame beslechting van geschillen te bevorderen. In het bijzonder moet erop worden toegezien dat de voor samenwerking bestemde financiële middelen benut worden in overeenstemming met de beginselen en doelstellingen van de Overeenkomst, en moet worden voorkomen dat deze middelen voor offensieve doeleinden worden misbruikt.
5. In situaties na een conflict nemen de partijen alle passende maatregelen om het herstel van een niet-gewelddadige, stabiele en zichzelf instandhoudende situatie te bevorderen. De partijen zien toe op de totstandkoming van de noodzakelijke koppeling tussen noodmaatregelen, herstel en ontwikkelingssamenwerking.
Onverminderd artikel 96 stelt de Gemeenschap, indien zij voornemens is bij de uitvoering van haar bevoegdheden een maatregel te nemen die, gelet op de doelstellingen van de Overeenkomst, van invloed kan zijn op de belangen van de ACS-staten, deze daarvan tijdig in kennis. Met het oog hierop doet de Commissie haar voorstel voor maatregelen van deze aard tegelijkertijd aan het secretariaat van de ACS-staten toekomen. Zo nodig kan ook op initiatief van de ACS-staten een verzoek om inlichtingen worden ingediend.
Op verzoek van deze staten vindt onverwijld overleg plaats opdat, voordat een definitief besluit wordt genomen, rekening kan worden gehouden met hun bezwaren ten aanzien van de gevolgen van deze maatregelen.
Na dit overleg kunnen de ACS-staten hun bezwaren bovendien schriftelijk aan de Gemeenschap kenbaar maken en voorstellen voor wijzigingen doen die aangeven hoe hun bezwaren ondervangen moeten worden.
Indien de Gemeenschap geen gevolg geeft aan de voorstellen van de ACS-staten, stelt zij de ACS-staten daar zo spoedig mogelijk van in kennis, onder opgave van redenen.
De ACS-staten wordt tevens, indien mogelijk tevoren, toereikende informatie verstrekt over de inwerkingtreding van deze besluiten.
1. Betreffende migratie wordt in het kader van het partnerschap tussen EU en ACS een diepgaande dialoog gehouden.
De partijen bevestigen opnieuw dat zij krachtens het internationale recht gehouden zijn en zich ertoe verbonden hebben toe te zien op de eerbiediging van de mensenrechten en de bestrijding van alle vormen van discriminatie op grond van met name afkomst, geslacht, ras, taal en godsdienst.
2. De partijen zijn het erover eens dat ten aanzien van migratie een partnerschap met zich meebrengt: billijke behandeling van onderdanen van derde landen die legaal op hun grondgebied verblijven, integratiebeleid dat deze onderdanen rechten en plichten geeft die vergelijkbaar zijn met die van hun staatsburgers, versterking van de bestrijding van discriminatie in het economische, sociale en culturele leven en ontwikkeling van maatregelen tegen racisme en vreemdelingenhaat.
3. Elke lidstaat past op werknemers die de nationaliteit van een ACS-staat bezitten en legaal in loondienst werkzaam zijn op zijn grondgebied, wat arbeidsvoorwaarden, beloning en ontslag betreft, een regeling toe waarbij geen discriminatie op grond van nationaliteit plaatsvindt ten opzichte van zijn eigen onderdanen. Elke ACS-staat past bovendien ten aanzien hiervan op werknemers die de nationaliteit van een lidstaat bezitten een vergelijkbare niet-discriminerende regeling toe.
4. De partijen zijn van oordeel dat strategieën om de armoede te bestrijden, de levens- en arbeidsomstandigheden te verbeteren, werkgelegenheid te scheppen en scholingsmogelijkheden te ontwikkelen, op de lange termijn bijdragen tot normalisering van de migratiestromen.
De partijen houden in het kader van de ontwikkelingsstrategieën en de nationale en regionale programmering rekening met de structurele knelpunten die met de migratiestromen verband houden, teneinde de economische en sociale ontwikkeling van de gebieden waaruit de migranten afkomstig zijn te steunen en de armoede terug te dringen.
De Gemeenschap steunt door middel van nationale en regionale samenwerkingsprogramma's de opleiding van onderdanen van de ACS-staten, in hun land van herkomst, in een ander ACS-land of in lidstaat van de Europese Unie. Ten aanzien van opleiding in een lidstaat zien de partijen erop toe dat dergelijke opleidingen gericht zijn op de professionele integratie van de ACS-onderdanen in hun land van herkomst.
De partijen ontwikkelen samenwerkingsprogramma's teneinde de toegang voor studerenden uit de ACS-staten tot het onderwijs te vergemakkelijken, met name door gebruikmaking van nieuwe communicatietechnologieën.
5. a. In het kader van de politieke dialoog bespreekt de Raad van Ministers problemen die het gevolg zijn van illegale immigratie, teneinde waar toepasselijk tot middelen voor een preventiebeleid te komen.
b. In dit verband komen de partijen met name overeen erop toe te zien dat in het kader van alle procedures voor terugkeer van illegale immigranten naar hun land van herkomst de rechten en de waardigheid van het individu worden gerespecteerd. De autoriteiten verstrekken hun in verband hiermede de administratieve faciliteiten die voor hun terugkeer noodzakelijk zijn.
c. Voorts komen de partijen overeen:
i. iedere lidstaat van de Europese Unie verbindt zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van een ACS-staat verblijven op verzoek van die staat zonder verdere formaliteiten over te nemen;
iedere ACS-staat verbindt zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie verblijven op verzoek van die lidstaat zonder verdere formaliteiten over te nemen.
Voor dergelijke doeleinden verstrekken de lidstaten en de ACS-staten hun onderdanen passende identiteitsdocumenten.
Wat de lidstaten van de Europese Unie betreft zijn de verplichtingen van dit lid uitsluitend van toepassing op personen die voor de toepassing van het Gemeenschapsrecht geacht worden hun onderdanen te zijn overeenkomstig Verklaring nr. 2 bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Unie. Wat de ACS-staten betreft zijn de verplichtingen van dit lid uitsluitend van toepassing op personen die overeenkomstig het rechtsstelsel van het betrokken land geacht worden hun onderdanen te zijn.
ii. Op verzoek van een partij wordt overleg geopend met de ACS-staten teneinde in goed vertrouwen en met inachtneming van de desbetreffende regels van het internationale recht overeenkomsten bilaterale overeenkomsten te sluiten inzake specifieke verplichtingen op het gebied van de overname en terugkeer van hun onderdanen. Indien een partij zulks noodzakelijk acht, bevatten dergelijke overeenkomsten tevens regelingen voor de overname van onderdanen van derde landen en van stateloze personen. In die regelingen wordt bepaald welke categorieën personen onder de regelingen vallen, alsmede op welke wijze de overname en de terugkeer dienen te geschieden.
De ACS-staten wordt passende steun verleend ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze regelingen.
6. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder „partijen" verstaan: de Gemeenschap, elk van haar lidstaten en elke ACS-staat.
INSTITUTIONELE BEPALINGEN
De instellingen in het kader van deze Overeenkomst zijn de Raad van Ministers, het Comité van Ambassadeurs en de Paritaire Parlementaire Vergadering.
1. De Raad van Ministers bestaat uit de leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen enerzijds en een lid van de regering van elke ACS-staat anderzijds.
Het voorzitterschap van de Raad van Ministers wordt bij toerbeurt bekleed door een lid van de Raad van de Europese Unie en een lid van de regering van een ACS-staat.
De Raad komt, op initiatief van de voorzitter, in de regel eenmaal per jaar bijeen, alsmede in alle gevallen wanneer zulks noodzakelijk wordt geacht, in een vorm en een geografische samenstelling die passend zijn voor de te bespreken vraagstukken.
2. De Raad van Ministers heeft de volgende taken:
a. hij voert de politieke dialoog;
b. hij stelt beleidsrichtsnoeren vast en neemt de noodzakelijke besluiten voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van de Overeenkomst, met name wat betreft ontwikkelingsstrategieën voor de specifieke gebieden die onder deze Overeenkomst vallen en alle andere relevante gebieden, alsmede wat betreft de procedures;
c. hij onderzoekt en vindt een oplossing voor problemen die de effectieve en efficiënte tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst kunnen belemmeren of de verwezenlijking van de doelstellingen ervan kunnen verhinderen;
d. hij ziet toe op de soepele werking van de overlegmechanismen.
3. De Raad van Ministers neemt zijn besluiten bij overeenstemming tussen de partijen. De Raad van Ministers kan slechts geldig besluiten indien ten minste de helft van de leden van de Raad van de Europese Unie, één lid van de Commissie en twee derde van de leden die de regeringen van de ACS-staten vertegenwoordigen, aanwezig zijn. Ieder lid van de Raad van Ministers kan zich bij verhindering laten vertegenwoordigen. Het plaatsvervangend lid oefent alle rechten van het verhinderde lid uit.
De Raad kan besluiten nemen die voor de partijen bindend zijn en resoluties, aanbevelingen en adviezen formuleren. Hij bestudeert resoluties en aanbevelingen van de Paritaire Parlementaire Vergadering en neemt die in overweging.
De Raad van Ministers voert een permanente dialoog met de vertegenwoordigers van de sociale en economische partners en andere actoren van de civiele samenleving in de ACS en in de EU. Daartoe kan buiten de vergaderingen overleg worden gevoerd.
4. De Raad van Ministers kan bevoegdheden delegeren aan het Comité van Ambassadeurs.
5. De Raad van Ministers stelt binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst zijn reglement van orde vast.
1. Het Comité van Ambassadeurs bestaat uit de Permanente Vertegenwoordigers van alle lidstaten bij de EU en een vertegenwoordiger van de Commissie enerzijds en het hoofd van de missie bij de EU van iedere ACS-staat anderzijds.
Het voorzitterschap van het Comité van Ambassadeurs wordt bij toerbeurt bekleed door de Permanente Vertegenwoordiger van een door de Gemeenschap aangewezen lidstaat en het hoofd van een missie die een door de ACS-staten aangewezen ACS-staat vertegenwoordigt.
2. Het Comité staat de Raad van Ministers bij in de vervulling van zijn taken en voert alle opdrachten uit waarmee het Comité door de Raad van Ministers is belast. In dit verband volgt het de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst en de vooruitgang die bij de verwezenlijking van de daarin omschreven doelstellingen wordt geboekt.
Het Comité van Ambassadeurs komt regelmatig bijeen, met name om de zittingen van de Raad voor te bereiden, en bij elke andere noodzakelijk geachte gelegenheid.
3. Het Comité stelt binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst zijn reglement van orde vast.
1. De Paritaire Parlementaire Vergadering bestaat uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de Europese Unie en vertegenwoordigers van de ACS-staten. De leden van de Paritaire Parlementaire Vergadering zijn enerzijds leden van het Europese Parlement en anderzijds Parlementsleden of, bij ontstentenis daarvan, andere vertegenwoordigers die door het parlement van iedere ACS-staat zijn aangewezen. Indien een ACS-staat geen parlement heeft, moet de deelneming van een vertegenwoordiger van die ACS-staat vooraf door de Paritaire Parlementaire Vergadering worden goedgekeurd.
2. De taken van de Paritaire Parlementaire Vergadering als raadgevend lichaam zijn als volgt:
– bevordering van de democratische processen door middel van dialoog en overleg;
– bevordering van het wederzijds begrip tussen de volkeren van de Europese Unie en die van de ACS-staten en stimulering van de bekendheid met ontwikkelingsvraagstukken bij de bevolking;
– bespreking van vraagstukken met betrekking tot ontwikkeling en het partnerschap tussen ACS en EU;
– aanneming van resoluties en formulering van aanbevelingen aan de Raad van Ministers ter bevordering van de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst.
3. De Paritaire Parlementaire Vergadering komt twee maal per jaar in voltallige vergadering bijeen, bij toerbeurt in de Europese Unie en in een ACS-staat. Teneinde de regionale integratie te versterken en de samenwerking tussen de nationale parlementen te bevorderen, kunnen op regionaal en subregionaal niveau bijeenkomsten tussen parlementsleden van de EU en de ACS-staten worden gehouden.
De Paritaire Parlementaire Vergadering onderhoudt regelmatige contacten met vertegenwoordigers van de economische en sociale partners en andere actoren van de civiele samenleving van de ACS en de EU, teneinde hun oordeel over de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst te vernemen.
4. De Paritaire Parlementaire Vergadering stelt binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst haar reglement van orde vast.
SAMENWERKINGSSTRATEGIEËN
De samenwerkingsstrategieën worden gebaseerd op ontwikkelingsstrategieën en de economische en commerciële samenwerking; deze twee gebieden zijn onderling verbonden en vullen elkaar aan. De partijen zien erop toe dat de inspanningen op beide gebieden elkaar wederzijds versterken.
ONTWIKKELINGSSTRATEGIEËN
1. De centrale doelstelling van de ACS-EG-samenwerking is bestrijding en uiteindelijk uitroeiing van armoede; duurzame ontwikkeling; en geleidelijke integratie van de ACS-staten in de wereldeconomie. In deze context worden samenwerkingskader en richtlijnen afgestemd op de individuele omstandigheden in elke ACS-staat, en worden de lokale betrokkenheid bij de economische en sociale hervormingen en de integratie van de particuliere sector en actoren van de civiele samenleving in het ontwikkelingsproces bevorderd.
2. Bij de samenwerking wordt uitgegaan van de conclusies van de conferenties van de Verenigde Naties en de op internationaal niveau overeengekomen doelstellingen, oogmerken en actieprogramma's, alsmede van de follow-up daarvan, als basis voor ontwikkelingsprincipes. Bij de samenwerking wordt mede uitgegaan van de doelstellingen van de internationale ontwikkelingssamenwerking; voorts wordt bijzondere aandacht geschonken aan de totstandbrenging van kwalitatieve en kwantitatieve voortgangsindicatoren.
3. Regering en niet-overheidsactoren in elke ACS-staat nemen het initiatief tot overleg over de ontwikkelingsstrategieën van het land en de steun van de gemeenschap daarvoor.
1. De doelstellingen van de ACS-EG-ontwikkelingssamenwerking dienen te worden bereikt door middel van geïntegreerde strategieën waarvan de economische, maatschappelijke, culturele, institutionele en milieuelementen in de lokale gemeenschap geworteld zijn. De samenwerking vormt aldus een samenhangend kader op basis waarvan steun kan worden verleend ten behoeve van de eigen ontwikkelingsstrategieën van de ACS-staten, waarbij gezorgd dient te worden voor complementariteit en interactie tussen de verschillende elementen. In deze context, en binnen het kader van het ontwikkelingsbeleid en de hervormingen van de ACS-staten, zijn de ACS-EG-samenwerkingsstrategieën gericht op:
a. de verwezenlijking van snelle en duurzame, werkgelegenheid creërende economische groei, de ontwikkeling van de particuliere sector, de bevordering van de werkgelegenheid, de verbetering van de toegang tot productieve economische activiteiten en hulpmiddelen, alsmede de stimulering van de regionale samenwerking en integratie;
b. de bevordering van de menselijke en maatschappelijke ontwikkeling, waarbij erop wordt toegezien dat in de voordelen van de groei door allen gelijkelijk wordt gedeeld en de gelijkheid van vrouwen en mannen wordt gestimuleerd;
c. de stimulering van de culturele waarden van gemeenschappen en specifieke interacties met economische, politieke en maatschappelijke elementen;
d. de bevordering van de institutionele hervormingen en opbouw, de versterking van de instellingen die nodig zijn voor de consolidering van de democratie, goed bestuur en de totstandkoming van efficiënte en concurrerende markteconomieën; alsmede de opbouw van de capaciteit voor ontwikkeling en partnerschap; en
e. de bevordering van de duurzaamheid en het herstel van het milieu, goede praktijken en het behoud van de natuurlijke hulpbronnen.
2. Er dient systematisch op te worden toegezien dat de volgende thematische of algemene onderwerpen aan de orde worden gesteld op alle samenwerkingsgebieden: gendervraagstukken, milieuvraagstukken en institutionele ontwikkeling en capaciteitsopbouw. Deze gebieden komen tevens in aanmerking voor steun van de Gemeenschap.
3. De gedetailleerde teksten betreffende de doelstellingen en strategieën van de ontwikkelingssamenwerking, met name de sectorale beleidsvormen en strategieën, worden opgenomen in een compendium met operationele richtsnoeren voor specifieke samenwerkingsgebieden of -sectoren. Deze teksten kunnen worden herzien, gewijzigd en/of aangepast door de Raad van Ministers op basis van een aanbeveling van het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.
GEBIEDEN WAAROP STEUN WORDT VERLEEND
ECONOMISCHE ONTWIKKELING
1. In het kader van de samenwerking wordt steun verleend voor de noodzakelijke economische en institutionele hervormingen en beleidslijnen op nationaal en/of regionaal niveau, die gericht zijn op de totstandbrenging van een gunstig klimaat voor particuliere investeringen en de ontwikkeling van een dynamische, levensvatbare en concurrerende particuliere sector. Voorts wordt in het kader van de samenwerking steun verleend ten behoeve van:
a. de bevordering van de dialoog en de samenwerking tussen de publieke en de particuliere sector;
b. de ontwikkeling van ondernemersvaardigheden en de bedrijfscultuur;
c. privatisering en hervorming van ondernemingen; en
d. ontwikkeling en modernisering van bemiddelings- en arbitragesystemen.
2. Voorts wordt in het kader van de samenwerking steun verleend ter verbetering van de kwaliteit, beschikbaarheid en toegankelijkheid van financiële en niet-financiële diensten ten behoeve van particuliere ondernemingen, zowel formeel als informeel, door:
a. katalysering en benutting van binnenlandse en buitenlandse particuliere spaartegoeden ten behoeve van de financiering van particuliere ondernemingen door de ondersteuning van beleid gericht op de ontwikkeling van een moderne financiële sector, inclusief kapitaalmarkt, financiële instellingen en duurzame microfinancieringstransacties;
b. ontwikkeling en versterking van bedrijfsinstellingen en intermediaire organisaties, associaties, kamers van koophandel en lokale dienstverleners uit de particuliere sector die niet-financiële diensten ondersteunen en aanbieden aan ondernemingen, zoals professionele, technische, beheers-, opleidings- en commerciële-ondersteuningsdiensten; en
c. ondersteuning van instellingen, programma's, activiteiten en initiatieven die bijdragen tot de ontwikkeling en overdracht van technologieën, knowhow en goede praktijken met betrekking tot alle aspecten van de bedrijfsvoering.
3. De samenwerking is gericht op de bevordering van de bedrijfsontwikkeling door de verlening van financiering, garantiefaciliteiten en technische ondersteuning gericht op de bevordering en ondersteuning van de oprichting, vestiging, uitbreiding, diversificatie, rehabilitatie, herstructurering, modernisering of privatisering van dynamische, levensvatbare en concurrerende ondernemingen in alle economische sectoren, alsmede van financiële tussenpersonen, zoals financieringsinstituten en venture-capitalinstellingen, en leasingbedrijven, door:
a. de totstandbrenging en/of versterking van financiële instrumenten in de vorm van investeringskapitaal;
b. de verbetering van de toegang tot essentiële input, zoals bedrijfsinformatie en advies- of technische bijstandsdiensten;
c. de stimulering van de exportactiviteiten, met name door capaciteitsopbouw op alle met de handel verband houdende gebieden; en
d. de bevordering van contacten, netwerken en samenwerking tussen bedrijven, met inbegrip van de overdracht van technologie en knowhow op nationaal, regionaal en ACS-EU-niveau, en partnerschappen met particuliere buitenlandse investeerders, voor zover die in overeenstemming zijn met de doelstellingen en richtlijnen van de ACS-EU-ontwikkelingssamenwerking.
4. In het kader van de samenwerking wordt steun verleend voor de ontwikkeling van micro-ondernemingen door de verbetering van de toegang tot financiële en niet-financiële diensten; een passend beleids- en regelgevingskader voor hun ontwikkeling; en de verschaffing van opleiding en informatiediensten over goede praktijken op het gebied van microfinanciering.
5. De steun voor investeringen en ontwikkeling van de particuliere sector omvat acties en initiatieven op macro-, meso- en micro-economisch niveau.
1. De samenwerking is gericht op de ondersteuning van de ACS-staten bij:
a. de totstandbrenging van macro-economische groei en stabilisatie door middel van een streng fiscaal en monetair beleid, resulterend in de vermindering van de inflatie en de verbetering van het externe en fiscale evenwicht; de versterking van de fiscale discipline, de stimulering van de begrotingstransparantie en -efficiency en de verbetering van de kwaliteit, rechtvaardigheid en samenstelling van het fiscaal beleid; en
b. de tenuitvoerlegging van structureel beleid dat erop is gericht de rol van de verschillende actoren, in het bijzonder van de particuliere sector, te versterken en een voor de groei van bedrijfsleven, investeringen en werkgelegenheid bevorderlijk klimaat te creëren;
i. de liberalisering van de handels- en wisselkoersregimes en de convertibiliteit van de lopende rekening, daarbij rekening houdende met de specifieke omstandigheden van elk land;
ii. de versterking van de hervormingen van de arbeids- en productenmarkt;
iii. de stimulering van hervormingen van de financiële systemen, die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van een levensvatbare bancaire en non-bancaire sector, kapitaalmarkten en financiële diensten, inclusief microfinanciering;
iv. de verbetering van de kwaliteit van de particuliere en publieke diensten; en
v. de bevordering van de regionale samenwerking en geleidelijke integratie van het macro-economisch en monetair beleid.
2. Bij de ontwikkeling van macro-economisch beleid en structurele aanpassingsprogramma's dient rekening te worden gehouden met de sociaal-politieke achtergrond en institutionele capaciteit van de betrokken staten; dit beleid en deze programma's dienen een positief effect te hebben op de armoedebestrijding en de toegang tot de sociale dienstverlening, en zijn gebaseerd op de volgende principes:
a. de ACS-staten zijn als eerste verantwoordelijk voor het analyseren van de op te lossen problemen en het opstellen en ten uitvoer leggen van de hervormingen;
b. steunprogramma's moeten worden afgestemd op de bijzondere situatie van elke ACS-staat; in deze programma's moet rekening worden gehouden met de maatschappelijke omstandigheden, de cultuur en het milieu van deze staten;
c. het recht van de ACS-staten om de koers van hun ontwikkelingsstrategieën en -prioriteiten te bepalen, wordt erkend en geëerbiedigd;
d. het tempo van de hervormingen moet realistisch zijn en verenigbaar met de capaciteiten en hulpbronnen van elke ACS-staat; en
e. de bevolking moet beter worden voorgelicht over de economische en maatschappelijke hervormingen en beleidslijnen.
In het kader van de samenwerking dient steun te worden verleend voor duurzame beleidslijnen en institutionele hervormingen en voor de nodige investeringen voor een gelijke toegang tot economische activiteiten en productiemiddelen, in het bijzonder:
a. de ontwikkeling van opleidingssystemen die bijdragen tot de verhoging van de productiviteit in de formele en informele sector;
b. kapitaal, krediet, grond, met name wat eigendomsrechten en gebruik betreft;
c. de ontwikkeling van plattelandsstrategieën gericht op de totstandkoming van een kader voor participatieve gedecentraliseerde planning, toewijzing en beheer van hulpbronnen;
d. landbouwproductiestrategieën, nationaal en regionaal beleid op het gebied van voedselzekerheid, duurzame ontwikkeling van watervoorraden, visbestanden en mariene hulpbronnen binnen de exclusieve economische zone van de ACS-staten. In een eventueel via onderhandelingen tot stand te komen visserijovereenkomst tussen de Gemeenschap en de ACS-staten dient rekening te worden gehouden met de ontwikkelingsstrategieën op dit gebied;
e. economische en technologische infrastructuur en diensten, inclusief vervoer, telecommunicatiesystemen, communicatiediensten en ontwikkeling van de informatiemaatschappij;
f. ontwikkeling van een concurrerende industrie-, mijnbouw- en energiesector, inclusief stimulering van de betrokkenheid en ontwikkeling van de particuliere sector;
g. ontwikkeling van de handel, inclusief de bevordering van eerlijke handel;
h. ontwikkeling van het bedrijfsleven, de financiële sector en het bankwezen; en andere dienstensectoren;
i. ontwikkeling van het toerisme; en
j. ontwikkeling van infrastructuur en diensten ten behoeve van wetenschap, technologie en onderzoek; inclusief stimulering, overdracht en toepassing van nieuwe technologieën;
k. versterking van de capaciteit in productieve sectoren, met name in de publieke en particuliere sector.
De samenwerking is gericht op de duurzame ontwikkeling van de toeristenindustrie in de ACS-staten en -subregio's, waarbij het toenemende belang van deze sector voor de groei van de dienstensector in de ACS-staten en de toename van de internationale handel erkend wordt, alsmede het vermogen van de toeristenindustrie om andere sectoren van de economie te stimuleren en de rol die deze sector kan spelen bij de uitroeiing van armoede.
In het kader van de samenwerkingsprogramma's en -projecten worden de inspanningen van de ACS-staten ondersteund die gericht zijn op de totstandbrenging en verbetering van het juridische en institutionele kader en de hulpbronnen voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van duurzame beleidslijnen en programma's op het gebied van toerisme, alsmede, onder andere, de verbetering van de concurrentiepositie van deze sector, met name van het MKB, de ondersteuning en bevordering van investeringen, productontwikkeling, inclusief de ontwikkeling van de inheemse culturen in de ACS-staten, en versterking van de onderlinge banden tussen het toerisme en andere sectoren van de economie.
SOCIALE EN HUMANE ONTWIKKELING
1. In het kader van de samenwerking wordt steun verleend voor de inspanningen van de ACS-staten op het gebied van de ontwikkeling van algemene en sectorale beleidslijnen en hervormingen ter verbetering van de verspreiding en kwaliteit van, alsmede de toegang tot de sociale basisinfrastructuur en -diensten, waarbij rekening wordt gehouden met de lokale behoeften en specifieke eisen van de kwetsbaarste en minst bevoorrechte bevolkingsgroepen, teneinde de ongelijkheid wat betreft de toegang tot deze diensten te verminderen. Daarbij dient er in het bijzonder op te worden toegezien dat de overheidsuitgaven voor de sociale sectoren toereikend zijn. In deze context is de samenwerking gericht op:
a. de verbetering van onderwijs en opleiding en de opbouw van technische capaciteit en vaardigheden;
b. de verbetering van de stelsels voor gezondheidszorg en voeding, de bestrijding van honger en ondervoeding, het toezien op de voedselvoorziening en de voedselzekerheid;
c. de integratie van bevolkingsvraagstukken in de ontwikkelingsstrategieën, ter verbetering van de reproductieve gezondheidszorg, de eerstelijnsgezondheidszorg en de gezinsplanning; het voorkomen van verminking van de genitaliën bij vrouwen;
d. de bevordering van de bestrijding van hiv/aids;
e. de bevordering van de beschikbaarheid van drinkwater en de verbetering van de toegang tot veilig water en voldoende gezondheidszorg;
f. de verbetering van de beschikbaarheid van betaalbare en passende huisvesting voor alle bevolkingsgroepen door ondersteuning van goedkope, op de lagere-inkomensgroepen afgestemde huisvestingsprogramma's, alsmede verbetering van de stadsontwikkeling; en
g. de bevordering van participatieve methoden van sociale dialoog en de eerbiediging van de sociale basisrechten.
2. In het kader van de samenwerking wordt voorts steun verleend voor capaciteitsopbouw op sociale gebieden, bijvoorbeeld ten behoeve van opleidingsprogramma's voor de ontwikkeling van sociaal beleid of met betrekking tot moderne beheersmethoden voor sociale projecten en programma's; beleid dat bevorderlijk is voor technologische innovatie en onderzoek; de opbouw van lokale knowhow en de bevordering van partnerschap; en de organisatie van rondetafelgesprekken op nationaal en/of regionaal niveau.
3. In het kader van de samenwerking wordt de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van beleidslijnen en systemen voor sociale bescherming en veiligheid bevorderd en ondersteund, ter stimulering van de sociale cohesie en de bevordering van zelfhulp en solidariteit binnen de gemeenschap. De steun wordt onder andere geconcentreerd op de ontwikkeling van initiatieven gebaseerd op economische solidariteit, met name door het opzetten van socialeontwikkelingsfondsen die zijn afgestemd op de lokale behoeften en actoren.
In het kader van de samenwerking dient voorts steun te worden verleend voor de totstandbrenging van een samenhangend en omvattend beleid ter verwezenlijking van het potentieel van de jeugd met het doel deze beter te integreren in de samenleving en haar in staat te stellen zich volledig te ontplooien. In deze context wordt in het kader van de samenwerking steun verleend voor beleidslijnen, maatregelen en activiteiten gericht op:
a. de bescherming van de rechten van het kind en de jeugd, in het bijzonder van meisjes;
b. de bevordering van de vaardigheden, de energie, het streven naar innovatie en het potentieel van de jeugd, ter stimulering van de kansen van de jeugd op economisch, maatschappelijk en cultureel gebied en ter verbetering van de werkgelegenheidsvooruitzichten van de jeugd in de productieve sector;
c. de ondersteuning van instellingen binnen de lokale gemeenschap die kinderen de kans geven zich fysiek, psychologisch, maatschappelijk en economisch te ontplooien; en
d. de herintegratie in de maatschappij van kinderen in postconflictsituaties door middel van rehabilitatieprogramma's.
De samenwerking op cultureel gebied is gericht op:
a. de integratie van de culturele dimensie op alle niveaus van de ontwikkelingssamenwerking;
b. de erkenning, het behoud en de bevordering van culturele waarden en identiteiten, teneinde een interculturele dialoog mogelijk te maken;
c. de erkenning, het behoud en de bevordering van de waarde van cultureel erfgoed; de ondersteuning van de ontwikkeling van de capaciteit in deze sector; en
d. de ontwikkeling van de culturele sector en de verbetering van de markttoegang voor culturele goederen en diensten.
REGIONALE SAMENWERKING EN INTEGRATIE
In het kader van de samenwerking wordt effectieve bijstand verleend ter verwezenlijking van de doelstellingen en prioriteiten van de ACS-staten in de context van de regionale en subregionale samenwerking en integratie, met inbegrip van de interregionale samenwerking en de samenwerking tussen de ACS-staten onderling. De regionale samenwerking kan ook betrekking hebben op de samenwerking tussen de landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio's. In deze context is de steunverlening in het kader van de samenwerking gericht op:
a. de bevordering van de geleidelijke integratie van de ACS-staten in de wereldeconomie;
b. de bevordering van de economische samenwerking en ontwikkeling van de regio's van de ACS-staten en tussen deze regio's onderling;
c. de bevordering van het vrij verkeer van personen, goederen, diensten, kapitaal, werknemers en technologie tussen ACS-staten;
d. de bevordering van de diversificatie van de economieën der ACS-staten; alsmede de coördinatie en harmonisatie van het regionale en subregionale samenwerkingsbeleid; en
e. de bevordering en uitbreiding van de handel in de ACS-staten en tussen de ACS-staten onderling, alsmede met derde landen.
De samenwerking op het gebied van de regionale economische integratie is gericht op:
a. de ontwikkeling en versterking van de capaciteiten van:
i. de instellingen en organisaties voor regionale integratie die door de ACS-staten zijn opgericht ter bevordering van de regionale samenwerking en integratie, en
ii. de nationale regeringen en parlementen met betrekking tot vraagstukken op het gebied van regionale integratie;
b. de bevordering van de betrokkenheid van de minst ontwikkelde ACS-staten bij de totstandbrenging van regionale markten en het delen in de voordelen daarvan;
c. de tenuitvoerlegging van beleid op het gebied van sectorale hervorming op regionaal niveau;
d. de liberalisering van handel en betalingen;
e. de stimulering van binnenlandse en buitenlandse grensoverschrijdende investeringen en andere initiatieven voor regionale of subregionale economische integratie; en
f. de inachtneming van de gevolgen van de netto-overgangskosten van de regionale integratie in de begrotingsmiddelen en op de betalingsbalans.
1. De regionale samenwerking is gericht op de verlening van steun op uiteenlopende functionele en thematische gebieden, met het doel gemeenschappelijke problemen aan te pakken en optimaal gebruik te maken van de voordelen van schaalvergroting, inclusief:
a. infrastructuur, met name vervoer en communicatie, veiligheid daarvan en diensten, met inbegrip van de ontwikkeling van regionale kansen op het gebied van de informatie- en communicatietechnologieën;
b. milieu; waterbeheer en energie;
c. gezondheidszorg, onderwijs en opleiding;
d. onderzoek en technologische ontwikkeling;
e. regionale initiatieven voor de voorbereiding op rampen en de leniging van de gevolgen daarvan; en
f. andere gebieden, bijvoorbeeld wapenbeheersing, bestrijding van drugs, georganiseerde misdaad, witwassen van geld, omkoping en corruptie.
2. De samenwerking heeft tevens betrekking op de verlening van steun voor samenwerkingsregelingen en -initiatieven in de ACS-staten en tussen de ACS-staten onderling.
3. De samenwerking kan bijdragen tot de bevordering en ontwikkeling van de regionale politieke dialoog op gebieden als conflictpreventie en -oplossing; mensenrechten en democratisering; uitwisseling, netwerkvorming en bevordering van de mobiliteit van de verschillende actoren van de ontwikkeling, met name de civiele samenleving.
THEMATISCHE EN ALGEMENE VRAAGSTUKKEN
De samenwerking draagt bij tot de versterking van beleidslijnen en programma's die de gelijkwaardige deelname van mannen en vrouwen aan alle aspecten van het politieke, economische, maatschappelijke en culturele leven beogen te verbeteren, te garanderen en te verruimen. De samenwerking draagt bij tot de verbetering van de toegang van vrouwen tot alle nodige hulpbronnen voor de volwaardige uitoefening van hun fundamentele rechten. In het kader van de samenwerking wordt met name een passend kader gecreëerd voor:
a. de integratie van gendervraagstukken en een genderbewuste benadering op alle niveaus van de ontwikkelingssamenwerking, inclusief macro-economische beleidslijnen, strategieën en maatregelen; en
b. de bevordering van de goedkeuring van specifieke positieve maatregelen ten gunste van vrouwen, zoals:
i. de bevordering van hun deelname aan de nationale en lokale politiek;
ii. de ondersteuning van vrouwenorganisaties;
iii. de toegang tot sociale basisdiensten, met name onderwijs en opleiding, gezondheidszorg en gezinsplanning;
iv. de toegang tot productiemiddelen, met name grond, krediet en arbeidsmarkt; en
v. de specifieke inachtneming van vrouwen bij verlening van noodhulp en rehabilitatiemaatregelen.
1. De samenwerking op het gebied van milieubescherming en duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen is gericht op:
a. de integratie van het beginsel van duurzaam milieubeheer in alle aspecten van de ontwikkelingssamenwerking en de ondersteuning van de door de verschillende actoren ten uitvoer gelegde programma's en projecten;
b. de opbouw en/of versterking van de wetenschappelijke en technische, menselijke en institutionele capaciteit van alle actoren die een rol spelen op het gebied van de milieubescherming;
c. de ondersteuning van specifieke maatregelen en regelingen voor de aanpak van kritieke vraagstukken op het gebied van duurzaam milieubeheer en in verband met de huidige en toekomstige, regionale en internationale verplichtingen inzake delfstoffen en natuurlijke hulpbronnen, met name betreffende:
i. tropische bossen, watervoorraden, hulpbronnen van kustgebieden, mariene hulpbronnen en visbestanden, flora en fauna, bodem, biodiversiteit;
ii. bescherming van fragiele ecosystemen (bijvoorbeeld koraalrif);
iii. hernieuwbare energiebronnen, met name zonne-energie en energie-efficiency;
iv. duurzame plattelands- en stadsontwikkeling;
v. woestijnvorming, droogte en ontbossing;
vi. ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor stedelijke milieuproblemen; en
vii. bevordering van duurzaam toerisme;
d. de inachtneming van vraagstukken met betrekking tot vervoer en verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen.
2. In het kader van de samenwerking dient tevens rekening te worden gehouden met:
a. de kwetsbaarheid van kleine insulaire ACS-staten, in het bijzonder gezien de dreiging van klimaatverandering;
b. de verslechtering van de problemen op het gebied van droogte en woestijnvorming van de minst ontwikkelde en niet aan zee grenzende ACS-staten; en
c. institutionele opbouw en capaciteitsopbouw.
1. In het kader van de samenwerking wordt systematisch aandacht besteed aan institutionele aspecten; in deze context wordt steun verleend ten behoeve van de inspanningen van de ACS-staten met het oog op de ontwikkeling en versterking van de structuren, instellingen en procedures die bijdragen tot:
a. de bevordering en ondersteuning van de democratie, de menselijke waardigheid, sociale rechtvaardigheid en pluralisme, rekening houdende met de diversiteit binnen de samenlevingen en tussen de samenlevingen onderling;
b. de bevordering en ondersteuning van de universele en volledige eerbiediging, inachtneming en bescherming van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden;
c. de ontwikkeling en versterking van de rechtsstaat; de verbetering van de toegang tot het rechtsapparaat, daarbij de vakkundigheid en onafhankelijkheid van de rechtsstelsels waarborgend; en
d. het garanderen van transparant en verantwoordelijk bestuur en beheer in alle overheidsinstellingen.
2. De partijen werken samen bij de bestrijding van omkoping en corruptie op alle niveaus binnen hun samenlevingen.
3. In het kader van de samenwerking worden de inspanningen van de ACS-staten ondersteund om hun overheidsinstellingen te ontwikkelen tot een positieve factor voor groei en ontwikkeling, en de efficiency en impact van de overheidsdiensten op het leven van de burgers aanmerkelijk te verbeteren. In deze context wordt in het kader van de samenwerking bijstand verleend bij de hervorming, rationalisering en modernisering van de overheidssector. Meer bepaald is de steun in het kader van de samenwerking gericht op:
a. de hervorming en modernisering van het ambtenarenapparaat;
b. juridische en justitiële hervormingen en de modernisering van de rechtsstelsels;
c. de verbetering en versterking van het beheer van de overheidsfinanciën;
d. het in een hoger tempo doorvoeren van de hervormingen van de bancaire en financiële sector;
e. de verbetering van het beheer van de overheidsmiddelen en de hervorming van de procedures voor overheidsopdrachten; en
f. politieke, administratieve, economische en financiële decentralisering.
4. Voorts wordt in het kader van de samenwerking steun verleend voor het herstel en/of de verbetering van de kritische capaciteit van de overheidssector en de ondersteuning van de instellingen die nodig zijn in een markteconomie.
a. de ontwikkeling van de bekwaamheden op het gebied van wet- en regelgeving die nodig zijn voor het goed functioneren van een markteconomie, inclusief mededingingsbeleid en consumentenbeleid;
b. de verbetering van de capaciteit om beleid, vooral op economisch, sociaal of milieugebied of op het gebied van onderzoek, wetenschap, technologie en innovatie te analyseren, te plannen, te formuleren en ten uitvoer te leggen;
c. de modernisering, versterking en hervorming van de financiële en monetaire instellingen en de verbetering van de desbetreffende procedures;
d. de opbouw, op lokaal en gemeentelijk niveau, van de capaciteit die nodig is voor de tenuitvoerlegging van het decentraliseringsbeleid en de bevordering van de betrokkenheid van de bevolking bij het ontwikkelingsproces; en
e. de ontwikkeling van de capaciteit op andere kritieke gebieden, zoals:
i. internationale onderhandelingen; en
ii. beheer en coördinatie van externe hulp.
5. De samenwerking omvat alle gebieden en sectoren en is gericht op de bevordering van de betrokkenheid daarbij van niet-overheidsactoren en de ontwikkeling van hun capaciteiten; alsmede op de versterking van de structuren voor informatie, dialoog en overleg tussen deze actoren en de nationale overheden, onder andere op regionaal niveau.
ECONOMISCHE EN COMMERCIELE SAMENWERKING
1. De economische en commerciële samenwerking heeft ten doel de soepele en geleidelijke integratie van de ACS-staten in de wereldeconomie te bevorderen, met inachtneming van hun politieke keuzen en ontwikkelingsprioriteiten, zodat hun duurzame ontwikkeling wordt gestimuleerd en wordt bijgedragen aan het een eind maken aan de armoede in de ACS-landen.
2. Het uiteindelijk doel van economische en commerciële samenwerking is de ACS-staten in staat te stellen ten volle aan de internationale handel deel te nemen. In deze context wordt bijzondere aandacht besteed aan de noodzaak dat de ACS-staten actief aan de multilaterale handelsbesprekingen deelnemen. Gezien het huidige ontwikkelingsniveau van de ACS-landen moet de economische en commerciële samenwerking worden gericht op het de ACS-staten in staat stellen de uitdagingen van globalisering aan te kunnen en zich geleidelijk aan te passen aan de nieuwe voorwaarden van de internationale handel, zodat hun overgang naar de geliberaliseerde wereldeconomie wordt vergemakkelijkt.
3. Daartoe is de economische en commerciële samenwerking gericht op verhoging van de productie-, leverings- en handelscapaciteit van de ACS-landen en hun capaciteit om investeringen aan te trekken. Voorts is zij gericht op de totstandbrenging van een nieuwe handelsdynamiek tussen de partijen, versterking van het handels- en investeringsbeleid van de ACS-landen en verbetering van het vermogen van deze landen om alle met de handel verband houdende zaken af te handelen.
4. De economische en commerciële samenwerking wordt in volledige overeenstemming met de WTO-bepalingen, inclusief die met betrekking tot bijzondere en aan de omstandigheden aangepaste behandeling, uitgevoerd met inachtneming van de wederzijdse belangen van de partijen en hun respectieve ontwikkelingsniveaus.
1. De economische en commerciële samenwerking is gebaseerd op een waarlijk, versterkt en strategisch partnerschap. Zij is voorts gebaseerd op een integrale aanpak, die voortbouwt op de sterke punten en het succes van de voorgaande ACS-EG-Overeenkomsten, waarbij gebruik wordt gemaakt van alle beschikbare middelen ter verwezenlijking van bovenstaande doelstellingen via het aanpakken van de knelpunten aan de vraag- en de aanbodzijde. In dit verband wordt bijzondere aandacht geschonken aan maatregelen ter ontwikkeling van de handel als middel om het concurrentievermogen van de ACS-staten te verhogen. Derhalve wordt passende aandacht geschonken aan ontwikkeling van de handel in de ontwikkelingsstrategieën van de ACS-staten, die door de Gemeenschap worden gesteund.
2. De economische en commerciële samenwerking bouwt voort op regionale integratie-initiatieven van de ACS-staten, indachtig het feit dat regionale integratie een essentieel instrument is om de ACS-landen in de wereldeconomie te integreren.
3. De economische en commerciële samenwerking houdt rekening met de verschillende ontwikkelingsbehoeften en -niveaus van de ACS-landen en -regio's. In deze context herbevestigen de partijen hun gehechtheid aan een bijzondere en aan de omstandigheden aangepaste behandeling voor alle ACS-landen en handhaving van de bijzondere behandeling van de minst ontwikkelde ACS-landen en aan het naar behoren rekening houden met de kwetsbaarheid van kleine, niet aan zee grenzende en insulaire landen.
1. Met het oog op bovenstaande doelstellingen en beginselen komen de partijen overeen nieuwe met de WTO verenigbare handelsregelingen te treffen die de tussen hen bestaande handelsbelemmeringen geleidelijk opheffen en de samenwerking op alle voor de handel van belang zijnde terreinen verhogen.
2. De partijen komen overeen de nieuwe handelsregelingen geleidelijk in te voeren en zien derhalve de noodzaak van een voorbereidingsperiode in.
3. Teneinde de overgang naar de nieuwe handelsregelingen te vergemakkelijken, blijven de krachtens de Vierde ACS-EG-Overeenkomst toegepaste niet-wederkerige handelspreferenties tijdens de voorbereidingsperiode voor alle ACS-landen onder de in bijlage V bij deze Overeenkomst vastgestelde voorwaarden gehandhaafd.
4. In deze context herbevestigen de partijen het belang van de aan bijlage V van deze Overeenkomst gehechte protocollen inzake grondstoffen. Zij zijn het eens over de noodzaak deze in het kader van de nieuwe handelsregelingen te herzien, met name op het punt van hun verenigbaarheid met de WTO-regels met het oog op het veiligstellen van de hieruit voortvloeiende voordelen, met inachtneming van de bijzondere juridische status van het protocol inzake suiker.
1. Er wordt in de voorbereidingsperiode, die uiterlijk op 31 december 2007 afloopt, onderhandeld over economische partnerschapsovereenkomsten. De formele onderhandelingen over de nieuwe handelsregelingen gaan in september 2002 van start en de nieuwe handels- regelingen treden op 1 januari 2008 in werking, tenzij de partijen het eens worden over eerdere data.
2. Alle maatregelen die nodig zijn om te verzekeren dat de onderhandelingen binnen de voorbereidingsperiode met succes worden afgerond, worden getroffen. Daartoe wordt de periode tot de aanvang van de formele onderhandelingen over de nieuwe handelsregelingen actief gebruikt om eerste voorbereidingen voor deze onderhandelingen te treffen.
3. De voorbereidingsperiode wordt eveneens gebruikt voor capaciteitsopbouw in de openbare en de particuliere sector van de ACS-landen, inclusief door het treffen van maatregelen ter verhoging van het concurrentievermogen, voor versterking van regionale organisaties en voor ondersteuning van regionale initiatieven ter integratie van de handel, waarbij zo nodig bijstand voor begrotingsaanpassing en fiscale hervormingen wordt verstrekt, alsmede voor verbetering van de infrastructuur en ontwikkeling en bevordering van investeringen.
4. De partijen zullen de voortgang geboekt met de voorbereidingen en onderhandelingen regelmatig bezien en zullen in 2006 een formele en volledige toetsing van de geplande regelingen voor alle landen verrichten om er zich van te verzekeren dat er geen verdere tijd voor voorbereidingen of onderhandelingen nodig is.
5. Er zullen onderhandelingen over de economische partnerschapsovereenkomsten worden gevoerd met de ACS-landen die zich daartoe in staat achten op een door hen geschikt geacht niveau en in overeenstemming met de door de ACS-groep overeengekomen procedures, met inachtneming van het regionale integratieproces tussen de ACS-staten.
6. In 2004 zal de Gemeenschap de situatie beoordelen van de landen niet behorende tot de groep van minst ontwikkelde landen die na overleg met de Gemeenschap besluiten dat zij niet in staat zijn om economische partnerschapsovereenkomsten aan te gaan, en zal zij alle alternatieve mogelijkheden bezien om deze landen een nieuw handelskader te bieden dat gelijkwaardig is aan hun huidige situatie en in overeenstemming met de WTO-regels.
7. De onderhandelingen over de economische partnerschapsovereenkomsten beogen met name vaststelling van het tijdschema voor de geleidelijke opheffing van handelsbelemmeringen tussen de partijen in overeenstemming met de desbetreffende WTO-regels. Aan Gemeenschaps- zijde bouwt de handelsliberalisatie voort op het acquis en heeft zij de verbetering van de huidige markttoegang voor de ACS-landen ten doel via onder meer een herziening van de regels van oorsprong. In de onderhandelingen wordt rekening gehouden met het ontwikkelingsniveau van, en de sociaal-economische gevolgen van handelsmaatregelen voor de ACS-landen en hun aanpassingsvermogen en vermogen hun economieën aan het liberalisatieproces aan te passen. Bij de onderhandelingen zal derhalve zo groot mogelijke soepelheid worden betracht bij de vaststelling van een voldoende lange overgangsperiode, de definitieve lijst van in aanmerking komende producten, met inachtneming van de gevoelige sectoren, en de mate van asymmetrie wat betreft de tijdschema's voor tariefafbraak, waarbij de op dat moment geldende WTO-regels in acht worden genomen.
8. De partijen werken nauw in de WTO samen met het oog op de verdediging van de getroffen regelingen, met name op het punt van de mate van soepelheid.
9. De Gemeenschap zal in het jaar 2000 een proces op gang brengen dat aan het einde van de multilaterale handelsbesprekingen en uiterlijk in 2005 toegang vrij van douanerechten voor vrijwel alle producten uit alle minst ontwikkelde landen zal toestaan voortbouwende op het niveau van de bestaande handelsbepalingen van de Vierde ACS-EG-Overeenkomst, en dat de voor de export van deze landen geldende oorsprongregels, inclusief cumulatiebepalingen, zal vereenvoudigen en herzien
1. Er wordt een Gemengd Ministerieel Handelscomité ACS-EG opgericht.
2. Het Ministerieel Handelscomité besteedt bijzondere aandacht aan de lopende multilaterale handelsbesprekingen en bestudeert de gevolgen van de ruimere liberalisatieinitiatieven voor de ACS-EG-handel en de ontwikkeling van de ACS-economieën. Het doet alle aanbevelingen die nodig zijn om de voordelen van de ACS-EG-handelsregelingen te beschermen.
3. Het Ministeriële Handelscomité komt tenminste eenmaal per jaar bijeen. Zijn reglement van orde wordt door de Raad van Ministers vastgesteld. Het comité bestaat uit vertegenwoordigers van de ACS-staten en de Gemeenschap.
SAMENWERKING IN DE INTERNATIONALE FORA
1. De partijen onderstrepen het belang van hun actieve deelneming in de Wereldhandelsorganisatie en in andere relevante internationale organisaties door lid van deze organisaties te worden en hun agenda en activiteiten van nabij te volgen.
2. Zij komen overeen nauw samen te werken bij het vaststellen en bevorderen van hun gemeenschappelijke belangen bij internationale economische en commerciële samenwerking, met name in de WTO, onder meer door deelneming aan de opstelling en afhandeling van de agenda van toekomstige multilaterale handelsbesprekingen. In deze context wordt bijzondere aandacht besteed aan verbetering van de toegang tot de Gemeenschap en andere markten voor producten en diensten van oorsprong uit de ACS-landen.
3. Zij zijn het eveneens eens over het belang van soepelheid van de WTO-regels zodat rekening kan worden gehouden met het ontwikkelingsniveau van de ACS-landen en hun moeilijkheden om aan hun verplichtingen te voldoen. Zij zijn het voorts eens over de noodzaak van technische bijstand om de ACS-landen in staat te stellen hun verbintenissen na te komen.
4. De Gemeenschap stemt ermee in om de ACS-staten, in overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst, te helpen actief lid van deze organisaties te worden door ontwikkeling van het vermogen dat nodig is om de betrokken overeenkomsten te sluiten, hieraan effectief deel te nemen, deze te volgen en uit te voeren.
1. De partijen erkennen de noodzaak te zorgen voor een betere functionering van de internationale grondstoffenmarkten en verhoging van de doorzichtigheid van deze markten.
2. Zij bevestigen hun bereidheid tot uitbreiding van het onderling overleg in de internationale fora en organisaties die zich met grondstoffen bezighouden.
3. Daartoe vinden op verzoek van een partij gedachtewisselingen plaats:
– over de functionering van de bestaande internationale overeenkomsten of gespecialiseerde intergouvernementele werkgroepen met het doel deze te verbeteren en doelmatiger en meer in overeenstemming met de marktontwikkelingen te maken;
– wanneer wordt voorgesteld om een internationale overeenkomst te sluiten of te verlengen of een gespecialiseerde intergouvernementele werkgroep op te richten.
Dergelijke gedachtewisselingen hebben ten doel rekening te houden met de respectieve belangen van elke partij. Zij kunnen, zo nodig, in het kader van het Ministeriële Handelscomité plaatsvinden.
1. De partijen onderstrepen het toenemend belang van diensten in het internationale handelsverkeer en de grote bijdrage die deze leveren aan de economische en sociale ontwikkeling.
2. Zij herbevestigen hun respectieve verbintenissen in het kader van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) en onderstrepen de noodzaak van bijzondere en aan de omstandigheden aangepaste behandeling voor ACS-dienstverleners.
3. In het kader van de onderhandelingen inzake de geleidelijke liberalisatie van de handel in diensten, zoals voorzien in artikel XIX van de GATS, zegt de Gemeenschap toe de prioriteiten van de ACS-staten ten aanzien van verbetering van de EG-lijst welwillend in overweging te zullen nemen ten einde aan hun specifieke belangen tegemoet te komen.
4. Voorts stemmen de partijen er in het kader van de economische partnerschapsovereenkomsten en na enige ervaring te hebben opgedaan met de toepassing van de meestbegunstigingsclausule in het kader van de GATS mee in om hun partnerschap uit te breiden tot de liberalisatie van diensten in overeenstemming met de bepalingen van de GATS, en met name die betrekking hebben op de deelneming van ontwikkelingslanden in liberalisatieovereenkomsten.
5. De Gemeenschap steunt de inspanningen van de ACS-staten ter versterking van hun dienstverleningscapaciteit. Bijzondere aandacht wordt besteed aan diensten op het gebied van arbeidskrachten, bedrijven, distributie, financiën, toerisme, cultuur en de bouw en de daarmee verbandhoudende technische diensten met het oog op verhoging van het concurrentievermogen van deze landen zodat de handel in goederen en diensten van deze landen in waarde en omvang toeneemt.
1. De partijen erkennen het belang van kosteneffectieve en efficiënte zeevervoerdiensten in een veilig en schoon marien milieu, aangezien deze vervoertak bij uitstek de internationale handel bevordert en aldus een van de drijvende krachten van economische ontwikkeling en de ontwikkeling van de handel is.
2. Zij verbinden zich tot bevordering van de liberalisatie van het zeevervoer en passen daartoe op effectieve wijze het beginsel van onbeperkte toegang op niet-discriminerende en commerciële basis tot de internationale zeevervoermarkt.
3. Elke partij kent ondermeer een behandeling toe die niet minder gunstig is dan de aan de eigen schepen toegekende voor door onderdanen of bedrijven van de andere partij geëxploiteerde schepen en voor op het grondgebied van een van beide partijen geregistreerde schepen ten aanzien van de toegang tot havens, het gebruik van de infrastructuur en hulpdiensten van deze havens alsmede daarmee verband houdende vergoedingen en kosten, douane-installaties en de toewijzing van ligplaatsen en voorzieningen voor laden en lossen.
4. De Gemeenschap steunt de inspanningen van de ACS-staten om kosteneffectieve en efficiënte zeevervoerdiensten in de ACS-staten te ontwikkelen en te bevorderen met het oog op verhoging van de deelneming van ACS-ondernemers in internationale scheepvaartdiensten.
1. De partijen erkennen de belangrijke rol die de informatie- en communicatietechnologieën en de actieve deelneming aan de informatiemaatschappij spelen voor de geslaagde integratie van de ACS-landen in de wereldeconomie.
2. Zij herbevestigen derhalve hun respectieve verbintenissen in het kader van bestaande multilaterale overeenkomsten, met name het aan de GATS gehechte protocol inzake basistelecommunicatie en verzoeken de ACS-landen die nog geen partij bij deze overeenkomsten zijn om hiertoe toe te treden.
3. Voorts stemmen zij in met volledige en actieve deelneming aan eventuele op dit terrein te voeren internationale onderhandelingen.
4. De partijen zullen derhalve maatregelen treffen die de inwoners van de ACS-landen gemakkelijke toegang tot de informatie- en communicatietechnologieën zullen bieden via onder meer de volgende maatregelen:
– de ontwikkeling en aanmoediging van het gebruik van betaalbare en hernieuwbare energiebronnen;
– de ontwikkeling en aanleg van uitgebreidere goedkope draadloze communicatienetwerken.
5. De partijen stemmen eveneens in met verhoging van de onderlinge samenwerking op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën en de informatiemaatschappij. Deze samenwerking is met name gericht op grotere complementariteit en harmonisatie van de communicatiesystemen op nationaal, regionaal en internationaal niveau en hun aanpassing aan de nieuwe technologieën.
MET DE HANDEL VERBAND HOUDENDE TERREINEN
1. De partijen erkennen het toenemend belang dat nieuwe met de handel verband houdende terreinen spelen bij het vergemakkelijken van de geleidelijke integratie van de ACS-staten in de wereldeconomie. Zij stemmen er derhalve mee in om hun samenwerking op deze terreinen te versterken door volledige en gecoördineerde deelneming in de desbetreffende internationale fora en overeenkomsten.
2. De Gemeenschap steunt de inspanningen van de ACS-staten, in overeenstemming met de in deze Overeenkomst vastgestelde bepalingen en de tussen de partijen overeengekomen ontwikkelingsstrategieën, met het oog op versterking van hun vermogen om zich met alle met de handel verband houdende terreinen bezig te houden, inclusief, zo nodig, met verbetering en ondersteuning van het institutionele kader.
1. De partijen zijn het erover eens dat de invoering en tenuitvoerlegging van een efficiënt en gezond mededingingsbeleid en -regels van doorslaggevend belang zijn voor de verbetering en veiligstelling van een investeringsvriendelijk klimaat, een duurzaam industrialisatieproces en doorzichtigheid bij de toegang tot markten.
2. Met het oog op de opheffing van concurrentiedistorsies en met inachtneming van de uiteenlopende ontwikkelingsniveaus en economische behoeften van elk ACS-land verplichten zij zich tot de toepassing van nationale of regionale regels en beleid, inclusief de controle op en onder bepaalde omstandigheden het verbod van overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen ondernemingen die als doel of gevolg hebben de mededinging te verhinderen, te beperken of te vervalsen. De partijen komen voorts overeen om misbruik door een of meer ondernemingen van een machtspositie op de gemeenschappelijke markt van de Gemeenschap of op het grondgebied van de ACS-staten te verbieden.
3. De partijen komen eveneens overeen de samenwerking op dit terrein te versterken teneinde een effectief mededingingsbeleid met de passende nationale mededingingsorganisaties uit te stippelen en te ondersteunen dat geleidelijk zorgt voor het op efficiënte wijze doen naleven van de mededingingsregels door zowel particuliere als staatsondernemingen. De samenwerking op dit terrein omvat met name hulp bij het ontwerpen van een passend wettelijk kader en de administratieve uitvoering daarvan waarbij de bijzondere situatie van de minst ontwikkelde landen speciale aandacht krijgt.
1. Onverminderd hun standpunten in multilaterale besprekingen erkennen de partijen de noodzaak te zorgen voor een toereikend en doeltreffend niveau van bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten en andere onder de TRIPs vallende rechten, inclusief bescherming van geografische aanduidingen, in overeenstemming met de internationale normen, met het oog op vermindering van verstoringen van en belemmeringen voor de bilaterale handel.
2. In dit verband onderstrepen zij het belang van toetreding tot de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPs) bij de WTO-Overeenkomst en tot het Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD).
3. Zij zijn het eveneens eens over de noodzaak van toetreding tot alle internationale overeenkomsten inzake de intellectuele, industriële en commerciële eigendom, zoals bedoeld in deel I van de TRIPs-Overeenkomst, in overeenstemming met hun ontwikkelingsniveau.
4. De Gemeenschap, haar lidstaten en de ACS-staten kunnen de sluiting overwegen van overeenkomsten die de bescherming beogen van handelsmerken en geografische aanduidingen voor producten van bijzonder belang voor beide partijen.
5. In het kader van deze Overeenkomst omvat intellectuele eigendom met name auteursrecht, inclusief het auteursrecht op computerprogramma's, en naburige rechten, inclusief artistieke ontwerpen, en industriële eigendom mede omvattende gebruiksmodellen, octrooien, inclusief octrooien voor biotechnologische uitvindingen en plantenrassen of andere doeltreffende afzonderlijke stelsels, industriële ontwerpen, geografische aanduidingen, inclusief benamingen van oorsprong, handelsmerken voor goederen of diensten, topografieën van geïntegreerde schakelingen alsmede de wettelijke bescherming van databanken en de bescherming tegen oneerlijke concurrentie, zoals bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom en van niet-openbaar gemaakte informatie over knowhow.
6. De partijen komen voorts overeen om hun samenwerking op dit terrein te versterken. Desgewenst omvat de samenwerking op onderling overeengekomen voorwaarden onder meer de volgende gebieden: de opstelling van wetten en voorschriften voor de bescherming en het doen naleven van intellectuele eigendomsrechten, de voorkoming van misbruik van dergelijke rechten door de houders van rechten en de overtreding van dergelijke rechten door concurrenten, de vestiging en uitbreiding van nationale en regionale bureaus en andere organen, inclusief steun voor bij het doen naleven en bescherming betrokken regionale intellectuele eigendomsorganisaties, met inbegrip van de opleiding van personeel.
1. De partijen komen overeen nauwer samen te werken op het gebied van normalisatie, certificering en kwaliteitsborging om onnodige technische belemmeringen op te heffen en onderlinge verschillen op deze gebieden te verkleinen teneinde de handel te bevorderen.
In dit verband herbevestigen zij hun verbintenis krachtens de aan de WTO-Overeenkomst gehechte Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (TBT-overeenkomst).
2. De samenwerking op het gebied van normalisatie en certificering heeft ten doel compatibele systemen tussen de partijen te bevorderen en omvat met name:
– maatregelen, in overeenstemming met de TBT-overeenkomst, om een intensiever gebruik van internationale technische voorschriften, normen en conformiteitsbeoordelingsprocedures, inclusief sectorspecieke maatregelen, overeenkomstig het economische ontwikkelingsniveau van de ACS-landen te bevorderen;
– samenwerking op het gebied van kwaliteitsbeheer en kwaliteitsborging in geselecteerde sectoren van belang voor de ACS-staten;
– steun voor initiatieven met betrekking tot capaciteitsopbouw in de ACS-landen op gebieden zoals conformiteitsbeoordeling, metrologie en normalisatie;
– de ontwikkeling van operationele banden tussen ACS- en Europese normalisatie-, conformiteitsbeoordelings- en certificeringsorganisaties.
3. De partijen verbinden zich ertoe om te zijner tijd de sluiting van overeenkomsten inzake onderlinge erkenning in sectoren van wederzijdse economisch belang te overwegen.
1. De partijen erkennen het recht van elke partij op het treffen of doen naleven van de sanitaire en fytosanitaire maatregelen die nodig zijn om het leven of de gezondheid van mens, dier of plant te beschermen, op voorwaarde dat deze maatregelen geen willekeurige discriminatie of verkapte beperking van de handel in het algemeen vormen. Daartoe herbevestigen zij hun verbintenissen krachtens de aan de WTO-Overeenkomst gehechte Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (de SPS-overeenkomst), met inachtneming van hun respectieve ontwikkelingsniveaus.
2. Voorts verbinden zij zich tot versterking van coördinatie, overleg en informatie ten aanzien van de kennisgeving en toepassing van voorgestelde sanitaire en fytosanitaire maatregelen, overeenkomstig de SPS-overeenkomst, wanneer deze maatregelen afbreuk kunnen doen aan de belangen van een van beide partijen. Ook stemmen zij in met voorafgaand overleg en coördinatie in het kader van de Codex Alimentarius-commissie, het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten en het Internationaal Verdrag voor de Bescherming van Planten met het oog op bevordering van hun gemeenschappelijke belangen.
3. De partijen komen overeen hun samenwerking uit te breiden met het oog op versterking van de capaciteit van de openbare en de particuliere sector van de ACS-landen op dit gebied.
1. De partijen herbevestigen hun verbintenis tot bevordering van de ontwikkeling van de internationale handel op zodanige wijze dat wordt gezorgd voor een duurzaam en deugdelijk beheer van het milieu in overeenstemming met de internationale verdragen en toezeggingen op dit terrein en met inachtneming van hun respectieve ontwikkelingsniveaus. Zij komen overeen dat er bij het ontwerpen en de uitvoering van milieumaatregelen rekening moet worden gehouden met de bijzondere behoeften van de ACS-staten.
2. Indachtig de beginselen van Rio en met het oog op versterking van de onderlinge verwevenheid van handel en milieu komen de partijen overeen hun samenwerking op dit terrein te verhogen. De samenwerking beoogt met name de totstandbrenging van een coherent nationaal, regionaal en internationaal beleid, versterking van met het milieu verband houdende kwaliteitscontroles van goederen en diensten en de verbetering van milieuvriendelijke productiemethoden in relevante sectoren te verzekeren.
1. De partijen herbevestigen hun gehechtheid aan de op internationaal vlak erkende fundamentele arbeidsnormen, zoals omschreven in de respectieve IAO-Verdragen, en met name de vrijheid van vakvereniging en het recht op collectieve onderhandelingen, de afschaffing van dwangarbeid, de opheffing van de ergste vormen van kinderarbeid en non-discriminatie op het gebied van tewerkstelling.
2. Zij komen overeen de samenwerking op dit gebied te verhogen, met name op de volgende terreinen:
– informatie-uitwisseling over de respectieve arbeidswetgeving en -regelgeving;
– de uitstippeling van nationale arbeidswetgeving en versterking van de bestaande wetgeving;
– vormings- en bewustmakingsprogramma's;
– eerbiediging van de toepassing van de nationale arbeidswetgeving en -regelgeving.
3. De partijen komen overeen dat arbeidsnormen niet mogen worden gebruikt voor protectionistische commerciële doeleinden.
1. De partijen komen overeen hun samenwerking op het gebied van het consumentenbeleid en de bescherming van de gezondheid van de consument te verhogen met inachtneming van de nationale wetgevingen ter voorkoming van handelsbelemmeringen.
2. De samenwerking heeft met name ten doel de institutionele en technische capaciteit op dit gebied te verbeteren, snelle alarmsystemen voor wederzijdse voorlichting over gevaarlijke producten tot stand te brengen, informatie en ervaringen uit te wisselen over de totstandbrenging en het doen functioneren van toezicht na het op de markt brengen van producten en productveiligheid, de aan de consument verstrekte informatie over prijzen, kenmerken van producten en geboden diensten te verbeteren, het opzetten van onafhankelijke consumentenverenigingen en contacten tussen vertegenwoordigers van de belangen van consumenten aan te moedigen, de compatibiliteit van consumentenbeleid en -systemen te verbeteren, kennis te geven van de uitvoering en samenwerking bij het onderzoek naar schadelijke of oneerlijke handelspraktijken te bevorderen en het geven van uitvoering aan exportverboden in de handel tussen partijen ten aanzien van goederen en diensten waarvan de afzet in het land van productie werd verboden.
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 32, lid 1, van bijlage IV, geldt de meestbegunstigingsbehandeling toegekend overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst of een in het kader van deze Overeenkomst getroffen regeling niet voor belastingvoordelen die de partijen elkaar nu of in de toekomst verlenen op basis van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing of andere belastingregelingen of nationale belastingwetgeving.
2. Niets in deze Overeenkomst of in in het kader van deze Overeenkomst getroffen regelingen mag zo worden uitgelegd dat het treffen of de uitvoering van maatregelen ter voorkoming van belastingfraude of -ontwijking overeenkomstig de belastingbepalingen in overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing of andere belastingregelingen of nationale belastingwetgeving wordt verhinderd.
3. Niets in deze Overeenkomst of in in het kader van deze Overeenkomst getroffen regelingen mag zo worden uitgelegd dat wordt verhinderd dat de partijen bij de toepassing van de relevante bepalingen van hun belastingwetgeving onderscheid maken tussen belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren, met name wat betreft hun verblijfplaats, of wat betreft de plaats waar hun kapitaal is geïnvesteerd.
SAMENWERKING OP ANDERE GEBIEDEN
1. De partijen verklaren hun bereidheid te onderhandelen over visserijovereenkomsten die beogen duurzame en wederzijds bevredigende voorwaarden voor visserijactiviteiten in de ACS-staten te waarborgen.
2. Bij de sluiting of tenuitvoerlegging van dergelijke overeenkomsten passen de ACS-staten geen discriminatie toe jegens de Gemeenschap of tussen de lidstaten, onverminderd bijzondere regelingen tussen ontwikkelingslanden in hetzelfde geografisch gebied, inclusief visserijovereenkomsten op basis van wederkerigheid, en past de Gemeenschap geen discriminatie toe jegens de ACS-staten.
1. Met betrekking tot de beschikbare landbouwproducten verbindt de Gemeenschap zich ertoe de mogelijkheid te waarborgen tot voorafgaande vaststelling voor een langere termijn van de restituties bij export naar alle ACS-staten voor een reeks producten die wordt vastgesteld met inachtneming van de door deze staten kenbaar gemaakte voedselbehoeften.
2. De voorafgaande vaststelling geldt voor een jaar en wordt tijdens de geldigheidsduur van de Overeenkomst jaarlijks toegepast, met dien verstande dat het restitutieniveau zal worden vastgesteld overeenkomstig de gewoonlijk door de Commissie gevolgde methoden.
3. Specifieke overeenkomsten kunnen worden gesloten met de ACS-staten die hierom verzoeken in het kader van hun beleid inzake de continuïteit van de voedselvoorziening.
4. De in lid 3 bedoelde specifieke overeenkomsten mogen de productie en de handelsstromen in de ACS-regio's niet in gevaar brengen.
SAMENWERKING INZAKE ONTWIKKELINGSFINANCIERING
ALGEMENE BEPALINGEN
DOELSTELLINGEN, BEGINSELEN, RICHTSNOEREN EN BEGUNSTIGDEN
De doelstellingen van samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering zijn het steunen en bevorderen, op basis van wederzijds belang en in een geest van onderlinge afhankelijkheid, van de inspanningen van de ACS-staten om de doelstellingen van deze Overeenkomst te verwezenlijken, zulks door toereikende financiële middelen en passende technische bijstand te verstrekken.
1. De samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering wordt uitgevoerd op basis van en in overeenstemming met de door de ACS-staten op nationaal en regionaal niveau vastgestelde ontwikkelingsdoelstellingen, -strategieën en -prioriteiten. Daarbij worden hun respectieve geografische, sociale en culturele kenmerken en hun specifieke vermogens in aanmerking genomen. Voorts geldt voor de samenwerking het volgende:
a. de eigen plaatselijke inbreng, op alle niveaus, in het ontwikkelingsproces wordt bevorderd;
b. de samenwerking weerspiegelt een op wederzijdse rechten en plichten gebaseerd partnerschap;
c. de samenwerking benadrukt het belang van voorspelbaarheid en zekerheid ten aanzien van de verstrekking van middelen, die op zeer gunstige voorwaarden en op permanente basis dient te geschieden;
d. de samenwerking is flexibel en toegesneden op de situatie van iedere ACS-staat en op het specifieke karakter van het betrokken project of programma; en
e. er wordt toegezien op efficiency, coördinatie en consistentie.
2. Bij de samenwerking wordt voorzien in een bijzondere behandeling voor de minst ontwikkelde ACS-landen en wordt rekening gehouden met de kwetsbaarheid van niet aan zee grenzende en insulaire ACS-landen. Voorts dient te worden voorzien in de specifieke behoeften van landen die zich in een situatie na een conflict bevinden.
1. Bij de uitvoering van de uit hoofde van de Overeenkomst gefinancierde activiteiten werken de ACS-staten en de Gemeenschap nauw samen, met inachtneming van de gelijkheid der partners.
2. De ACS-staten zijn verantwoordelijk voor:
a. het vaststellen van de doelstellingen en prioriteiten waarop de indicatieve programma's worden gebaseerd;
b. het selecteren van projecten en programma's;
c. het opstellen en presenteren van de dossiers voor de projecten en programma's;
d. het voorbereiden van aanbestedingen, het voeren van onderhandelingen en het gunnen van opdrachten;
e. de uitvoering en het beheer van projecten en programma's; en
f. het onderhoud van projecten en programma's.
3. Onverminderd bovenstaande bepalingen kunnen tevens niet-overheidsactoren worden belast met het indienen van voostellen voor en het uitvoeren van programma's en projecten op gebieden die hen aangaan.
4. De ACS-staten en de Gemeenschap zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor:
a. het in het kader van de gezamenlijke instellingen vaststellen van richtsnoeren voor de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering;
b. het vaststellen van de indicatieve programma's;
c. het evalueren van projecten en programma's;
d. het waarborgen dat op gelijke voorwaarden kan worden deelgenomen aan aanbestedingen en toegang wordt verkregen tot opdrachten;
e. het uitoefenen van toezicht op en het verrichten van de evaluatie van het effect en de resultaten van projecten en programma's; en
f. het toezien op adequate, snelle en doeltreffende uitvoering van projecten en programma's.
5. De Gemeenschap is verantwoordelijk voor het nemen van de financieringsbesluiten met betrekking tot de projecten en programma's.
6. Tenzij in de Overeenkomst anders wordt bepaald, wordt ieder besluit dat door een van de partijen bij de Overeenkomst moet worden goedgekeurd, goedgekeurd of geacht te zijn goedgekeurd binnen zestig dagen na de kennisgeving door de andere partij.
1. Voor financiële steun uit hoofde van de Overeenkomst komen de volgende entiteiten en organisaties in aanmerking:
a. ACS-staten;
b. regionale of interstatelijke instanties waarvan een of meer ACS-staten deel uitmaken en die door deze staten zijn gemachtigd; en
c. gemengde organen die door de ACS-staten en de Gemeenschap zijn opgericht om bepaalde specifieke doelstellingen te verwezenlijken.
2. Met instemming van de betrokken ACS-staat of ACS-staten komen eveneens voor financiële steun in aanmerking:
a. nationale en/of regionale overheids- of semi-overheidsinstanties, ministeries of plaatselijke autoriteiten van de ACS-staten, en met name financiële instellingen en ontwikkelingsbanken uit de ACS-staten;
b. ondernemingen en andere particuliere organisaties en privaatrechtelijke lichamen uit de ACS-staten;
c. ondernemingen van een lidstaat van de Gemeenschap, ter aanvulling op hun eigen bijdrage, teneinde deze ondernemingen in staat te stellen productieve projecten op te zetten op het grondgebied van een ACS-staat;
d. financiële tussenpersonen uit de ACS of de Gemeenschap die particuliere investeringen in ACS-staten verstrekken, bevorderen en financieren; en
e. actoren van de gedecentraliseerde samenwerking en andere niet-overheidsactoren uit de ACS-staten en de Gemeenschap.
TOEPASSINGSGEBIED EN AARD VAN DE FINANCIERING
In het kader van de prioriteiten die door de betrokken ACS-staat of ACS-staten op nationaal of regionaal niveau zijn vastgesteld, kan steun worden verleend voor projecten, programma's en andere activiteiten die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst bijdragen.
Financiering kan worden verleend ter ondersteuning van onder meer, afhankelijk van de behoeften en van het meest wenselijk geachte type activiteiten:
a. maatregelen die bijdragen tot vermindering van de schuldenlast en de betalingsbalansproblemen van de ACS-staten;
b. macro-economische en structurele hervormingen en beleid;
c. compensatie van de ongunstige gevolgen van instabiliteit van exportopbrengsten;
d. sectoraal beleid en sectorale hervormingen;
e. institutionele ontwikkeling en capaciteitsopbouw;
f. programma's voor technische samenwerking; en
g. humanitaire bijstand en noodhulp, met inbegrip van hulp aan vluchtelingen en ontheemden, spoedmaatregelen voor herstel en voorbereiding op rampen.
1. De financiering geschiedt onder meer in de volgende vormen:
a. projecten en programma's;
b. kredietlijnen, garantieregelingen en aandelenparticipatie;
c. begrotingssteun: hetzij rechtstreeks, voor de ACS-staten met convertibele en vrij verhandelbare valuta, hetzij onrechtstreeks door het gebruik van tegenwaardefondsen uit hoofde van de verschillende communautaire instrumenten;
d. menselijke en materiële middelen die noodzakelijk zijn voor effectief beheer van en toezicht op projecten en programma's;
e. sectorale en algemene programma's ter ondersteuning van de invoer, in de vorm van:
i. sectorale invoerprogramma's in natura, onder meer door financiering van inputs voor het productiestelsel en van benodigdheden om de sociale dienstverlening te verbeteren;
ii. sectorale invoerprogramma's in de vorm van in gedeelten vrijkomende deviezensteun ter financiering van sectorale invoer; en
iii. algemene invoerprogramma's in de vorm van in gedeelten vrijkomende deviezensteun ter financiering van de algemene invoer van een grote verscheidenheid aan producten.
2. Rechtstreekse begrotingssteun ter ondersteuning van macro-economische of sectorale hervormingen wordt verleend indien:
a. het beheer van de overheidsuitgaven op transparante, verantwoordelijke en doeltreffende wijze geschiedt;
b. een goed uitgewerkt macro-economisch of sectoraal beleid door het land zelf is ingesteld en door de belangrijkste donoren is goedgekeurd; en
c. overheidsopdrachten op open en transparante wijze worden gegund.
3. Soortgelijke begrotingssteun wordt geleidelijk verstrekt voor sectoraal beleid ter vervanging van afzonderlijke projecten.
4. Door middel van de hierboven omschreven invoerprogramma's en begrotingssteun kan tevens steun worden verleend aan begunstigde ACS-staten die hervormingen uitvoeren die gericht zijn op intraregionale economische liberalisering en netto overgangskosten met zich meebrengen.
5. De middelen die in het kader van de Overeenkomst ter financiering van projecten, programma's en andere activiteiten die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst bijdragen worden ingezet, zijn het Europees Ontwikkelingsfonds (hierna „het Fonds" genoemd) met inbegrip van tegenwaardefondsen, de resterende bedragen van eerdere Fondsen, de eigen middelen van de Europese Investeringsbank (hierna „de Bank" genoemd), en waar toepasselijk middelen uit de begroting van de Europese Gemeenschap.
6. De middelen die uit hoofde van de Overeenkomst worden verstrekt kunnen worden benut ter dekking van het totaal van plaatselijke en externe uitgaven voor projecten en programma's, en ook voor de financiering van terugkerende kosten.
FINANCIËLE SAMENWERKING
1. Het totale bedrag van de financiële steun van de Gemeenschap voor de in de Overeenkomst omschreven doeleinden en de uitgewerkte voorwaarden voor de financiering zijn opgenomen in de bijlagen bij de Overeenkomst.
2. Indien een ACS-staat de Overeenkomst niet bekrachtigt of deze opzegt, passen de partijen de bedragen van de in het Financieel Protocol vastgestelde financiële middelen aan. Deze aanpassing wordt ook toegepast:
a. bij toetreding tot de Overeenkomst van nieuwe ACS-staten die niet aan de onderhandelingen over de Overeenkomst hebben deelgenomen; en
b. bij uitbreiding van de Gemeenschap.
De wijze waarop elk project of programma wordt gefinancierd, wordt door de betrokken ACS-staat of ACS-staten en de Gemeenschap in gemeenschappelijk overleg vastgesteld met inachtneming van:
a. het ontwikkelingsniveau en de geografische, economische en financiële situatie van deze staten;
b. de aard van het project of programma, de vooruitzichten inzake de economische en financiële rentabiliteit van het project of programma en de sociale en culturele gevolgen ervan; en
c. in geval van een lening, de factoren waardoor de dienst van de lening wordt gewaarborgd.
1. Financiële steun kan worden verleend aan of via de betrokken ACS-staten ofwel, overeenkomstig het bepaalde in de Overeenkomst, door bemiddeling van financiële instellingen die voor steun in aanmerking komen, dan wel rechtstreeks aan een andere begunstigde. Wanneer de financiële steun via een tussenpersoon aan de uiteindelijke begunstigde dan wel rechtstreeks aan de uiteindelijke begunstigde in de particuliere sector wordt verstrekt:
a. worden de voorwaarden waaronder de middelen via de tussenpersoon aan de uiteindelijke begunstigde of rechtstreeks aan de uiteindelijke begunstigde in de particuliere sector worden verstrekt, vastgelegd in de financierings- of de leningsovereenkomst; en
b. wordt een eventueel uit de doorleentransactie voor de tussenpersoon of uit de rechtstreekse kredietverstrekking voor de uiteindelijke begunstigde in de particuliere sector voortvloeiende financiële marge, na aftrek van de administratieve kosten, de financiële risico's en de wisselkoersrisico's en de kosten van de aan de uiteindelijke begunstigde verstrekte technische bijstand, aangewend voor ontwikkelingsdoeleinden onder de in de financierings- of de leningovereenkomst vastgestelde voorwaarden.
2. Wanneer de financiering geschiedt door een bemiddelende instelling die in de ACS-staten is gevestigd of daar actief is, dient deze instelling elk project te selecteren en te evalueren en de daarvoor uitgetrokken middelen te beheren volgens de voorwaarden van deze Overeenkomst en in onderling overleg tussen de partijen.
1. Op verzoek van de ACS-staten kunnen de financieringsmiddelen van de Overeenkomst worden aangewend voor medefinanciering, in het bijzonder met ontwikkelingsorganisaties en -instellingen, lidstaten van de Gemeenschap, ACS-staten, derde landen dan wel internationale of particuliere financiële instellingen, ondernemingen of exportkredietinstellingen.
2. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de mogelijkheid van medefinanciering, wanneer de deelname van de Gemeenschap andere financiële instellingen tot deelname aanmoedigt en deze financiering voor de betrokken ACS-staat tot een voordelig financieel pakket kan leiden.
3. Medefinanciering kan geschieden in de vorm van gezamenlijke of parallelle financiering. In elk afzonderlijk geval wordt de voorkeur gegeven aan de oplossing die de beste verhouding tussen kosten en effectiviteit biedt. Maatregelen worden getroffen om de deelname van de Gemeenschap en van de overige medefinanciers te coördineren en harmoniseren, teneinde het aantal door de ACS-staten te volgen procedures te beperken en deze procedures te versoepelen.
4. Het overleg en de coördinatie met de andere donoren en medefinanciers moet worden versterkt en uitgebreid door zo mogelijk kaderovereenkomsten inzake medefinanciering te sluiten; het beleid en de procedures voor de medefinanciering moeten worden herzien uit een oogpunt van efficiency en om optimale omstandigheden te waarborgen.
STEUN VOOR SCHULDVERLICHTING EN STRUCTURELE AANPASSING
1. Teneinde de schuldenlast en de betalingsbalansproblemen van de ACS-staten te verlichten, komen de partijen overeen de middelen waarin deze Overeenkomst voorziet in te zetten als bijdrage tot internationaal overeengekomen initiatieven voor schuldverlichting ten behoeve van de ACS-staten. Voorts wordt per geval de benutting van niet vastgelegde middelen van eerdere indicatieve programma's versneld door middel van de instrumenten voor snel uitkeerbare steun waarin de Overeenkomst voorziet. De Gemeenschap verbindt zich ertoe te onderzoeken hoe op de langere termijn andere middelen dan het Fonds kunnen worden benut ter ondersteuning van internationaal overeengekomen initiatieven voor schuldverlichting.
2. Op verzoek van een ACS-staat kan de Gemeenschap:
a. bijstand verlenen voor het onderzoek naar en het vinden van concrete oplossingen voor schuldenlastproblemen, zoals binnenlandse schulden en problemen in verband met de schuldendienst en de betalingsbalans;
b. opleidingsmogelijkheden bieden op het gebied van schuldenbeheer en internationale financiële onderhandelingen, en steun verlenen voor workshops, cursussen en seminars met betrekking tot deze onderwerpen; en
c. bijstand verlenen voor het ontwikkelen van flexibele technieken en instrumenten voor schuldenbeheer.
3. De ACS-staten kunnen op een met de Commissie per geval overeen te komen wijze de in de Overeenkomst bedoelde beschikbare deviezen aanwenden voor de aflossing van schulden die ontstaan zijn door leningen uit de eigen middelen van de Bank, speciale leningen en risicodragend kapitaal, zulks in overeenstemming met de vervaltermijnen van de schuld en ten hoogste voor het bedrag dat nodig is voor de betalingen in nationale valuta.
4. Gezien de ernst van het probleem van de internationale schuldenlast en de gevolgen ervan voor de economische groei, verklaren de partijen zich bereid verder van gedachten te wisselen in het kader van de internationale besprekingen over het algemene probleem van de schuldenlast, onverminderd de specifieke besprekingen in de desbetreffende fora.
1. De Overeenkomst voorziet in steun voor de macro-economische en structurele hervormingen die door de ACS-staten worden uitgevoerd. De partijen zien er in dit verband op toe dat de aanpassing economisch uitvoerbaar en politiek en sociaal aanvaardbaar is. De steun wordt verleend in het kader van een door de Gemeenschap en de betrokken ACS-staat gezamenlijk verrichte beoordeling van de uitgevoerde of overwogen hervormingen op macro-economisch of sectoraal niveau, en dient een algehele evaluatie van de hervormingsinspanningen mogelijk te maken. Een van de hoofdkenmerken van de steunprogramma's is dat de hulp snel beschikbaar moet zijn.
2. De ACS-staten en de Gemeenschap erkennen dat het opzetten van regionale hervormingsprogramma's moet worden aangemoedigd en dat bij het opstellen en uitvoeren van nationale programma's rekening dient te worden gehouden met regionale activiteiten die van invloed zijn op de nationale ontwikkeling. De steun voor structurele aanpassing moet daartoe tevens:
a. vanaf het begin van de situatiebeoordeling maatregelen omvatten ter aanmoediging van regionale integratie en ter inachtneming van de gevolgen van grensoverschrijdende aanpassingen;
b. steun bieden voor harmonisatie en coördinatie van het macro-economisch en sectoraal beleid, met inbegrip van de belasting- en douanestelsels, met als tweeledig doel regionale integratie en structurele hervorming op nationaal niveau; en
c. de gevolgen van de netto overgangskosten van de regionale integratie in de begrotingsmiddelen en op de betalingsbalans in acht nemen, door middel van algemene invoerprogramma's of door middel van begrotingssteun.
3. Alle ACS-staten die hervormingen op macro-economisch of sectoraal gebied uitvoeren of overwegen komen in aanmerking voor steun voor structurele aanpassing, met inachtneming van de regionale context, de doeltreffendheid van de hervormingen en de mogelijke gevolgen voor de economische, sociale en politieke dimensie van de ontwikkeling en tevens gelet op de economische en sociale problemen van die staten.
4. ACS-staten die hervormingsprogramma's opzetten die worden erkend en gesteund door in ieder geval de voornaamste multilaterale donoren, of overeengekomen zijn met die donoren maar door hen niet noodzakelijkerwijs financieel worden gesteund, worden geacht automatisch te hebben voldaan aan de voorwaarden voor het verkrijgen van steun voor aanpassing.
5. De steun voor structurele aanpassing wordt op flexibele wijze ter beschikking gesteld in de vorm van sectorale en algemene invoerprogramma's of begrotingssteun.
6. Bij de voorbereiding en de evaluatie van en de financieringsbesluiten voor de programma's voor structurele aanpassing worden de bepalingen van deze Overeenkomst betreffende de uitvoeringsprocedures in acht genomen, en wordt rekening gehouden met de noodzaak van snelle uitkering van de steun voor structurele aanpassing. Per geval kan worden toegestaan dat een beperkt gedeelte van de invoer uit de ACS-staten of de Gemeenschap met terugwerkende kracht wordt gefinancierd.
7. Bij de tenuitvoerlegging van elk steunprogramma wordt erop toegezien dat het bedrijfsleven van de ACS op zo ruim en transparant mogelijke wijze toegang krijgt tot de middelen van het programma en dat de aanbestedingsprocedures worden afgestemd op de administratieve en commerciële praktijk in de betrokken staat, terwijl voor in te voeren goederen een optimale prijs/kwaliteitverhouding en met betrekking tot de harmonisatie van de procedures voor het verlenen van steun voor structurele aanpassing de nodige samenhang met de op internationaal niveau verwezenlijkte vooruitgang wordt gewaarborgd.
STEUN BIJ FLUCTUERENDE EXPORTOPBRENGSTEN
1. De partijen erkennen dat instabiliteit van de exportopbrengsten, met name ten aanzien van de landbouw en de mijnbouw, de ontwikkeling van de ACS-staten negatief kan beïnvloeden en de verwezenlijking van hun ontwikkelingsdoelen in gevaar kan brengen. Derhalve wordt binnen het budget voor steun voor de langetermijnontwikkeling een stelsel voor aanvullende steun opgezet teneinde de negatieve effecten van eventuele instabiliteit van de exportopbrengsten, onder meer voor de landbouw en de mijnbouw, te reduceren.
2. De in gevallen van kortdurende fluctuaties van de exportopbrengsten te verlenen steun heeft ten doel het veiligstellen van macro-economische en sectorale hervormingen en beleid op die gebieden, die door de terugval van de opbrengsten gevaar lopen, en het reduceren van de negatieve effecten van instabiliteit van de exportopbrengsten, met name wat betreft landbouw- en mijnbouwproducten.
3. De zeer sterke afhankelijkheid van de economieën van de ACS-staten van de export, met name die van landbouw- en mijnbouwproducten, moet in aanmerking worden genomen bij de toewijzing van middelen in het toepassingsjaar. In dit verband wordt de minst ontwikkelde, de niet aan zee grenzende en de insulaire ACS-staten de meest gunstige behandeling verleend.
4. Op de verstrekking van de aanvullende middelen zijn de specifieke procedures van toepassing van het steunmechanisme dat in bijlage II (Financieringsvoorwaarden) is omschreven.
5. De Gemeenschap verleent tevens steun voor marktconforme verzekeringsregelingen die bestemd zijn voor ACS-staten die zich tegen de risico's van fluctuaties van de exportopbrengsten wensen te beschermen.
1. De samenwerking ondersteunt door middel van de diverse instrumenten en procedures waarin de Overeenkomst voorziet:
a. sociaal-economisch sectoraal beleid en sectorale hervormingen;
b. maatregelen ter intensivering van de activiteit van de productiesector en van het concurrentievermogen van de exportsector;
c. maatregelen tot uitbreiding van de dienstverlening van de sociale sector; en
d. thematische vraagstukken en vraagstukken met een dwarsverband.
2. De steun wordt op gepaste wijze verleend door middel van:
a. sectorale programma's;
b. begrotingssteun;
c. investeringen;
d. wederopbouw;
e. opleiding;
f. technische bijstand; en
g. institutionele steun.
MICROPROJECTEN EN GEDECENTRALISEERDE SAMENWERKING
Teneinde tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoeften van de plaatselijke gemeenschappen en om alle actoren van de gedecentraliseerde ontwikkeling die een bijdrage kunnen leveren aan de autonome ontwikkeling van de ACS-staten aan te moedigen initiatieven te ontplooien, steunt de samenwerking dergelijke ontwikkelingsactiviteiten, binnen het kader dat bepaald is door de wet- en regelgeving van de betrokken ACS-staten en de bepalingen van het indicatieve programma. In deze context steunt de samenwerking:
a. microprojecten op lokaal niveau die in economisch en sociaal opzicht een weerslag hebben op het leven van de bevolking, aan een geconstateerde en aangetoonde prioritaire behoefte beantwoorden en op initiatief en met actieve deelname van de begunstigde lokale gemeenschap worden uitgevoerd; en
b. gedecentraliseerde samenwerking, met name wanneer daarbij de inspanningen en middelen van gedecentraliseerde organisaties uit de ACS-staten en equivalente organisaties uit de Gemeenschap gecombineerd worden. Dankzij deze vorm van samenwerking kunnen vaardigheden, innoverende werkmethoden en middelen van de actoren van de gedecentraliseerde samenwerking in dienst worden gesteld van de ontwikkeling van de ACS-staat.
1. Microprojecten en ontwikkelingsactiviteiten in het kader van de gedecentraliseerde samenwerking kunnen worden gesteund met gebruikmaking van de financiële middelen in het kader de Overeenkomst. Projecten of programma's die onder deze vorm van samenwerking vallen, kunnen al dan niet gerelateerd zijn aan programma's in de concentratiesectoren van de indicatieve programma's, maar kunnen ook een methode zijn om de specifieke doelstellingen van het indicatieve programma te bereiken, of het resultaat van initiatieven van plaatselijke gemeenschappen of gedecentraliseerde instanties.
2. Aan de financiering van microprojecten en gedecentraliseerde samenwerking wordt een bijdrage geleverd door het Fonds, die in beginsel niet meer mag bedragen dan drie vierde van de totale kosten van ieder project en de in het indicatieve programma gestelde limiet niet mag overschrijden. Het resterende gedeelte wordt als volgt gefinancierd:
a. voor microprojecten: door de betrokken lokale gemeenschap, die afhankelijk van haar mogelijkheden bijdragen levert in natura, in de vorm van dienstverlening of in contant geld;
b. door de actoren van de gedecentraliseerde samenwerking, mits de door hen ingebrachte financiële, technische, materiële en andere middelen als regel niet minder bedragen dan 25% van de geraamde kosten van het project of programma; en
c. in uitzonderlijke gevallen door de betrokken ACS-staat, via een financiële bijdrage, beschikbaarstelling van infrastructuurvoorzieningen of via dienstverlening.
3. Voor de in het kader van microprojecten of gedecentraliseerde samenwerking gefinancierde projecten en programma's gelden de procedures die zijn vastgesteld in de Overeenkomst, met name die waarnaar in meerjarenprogramma's naar wordt verwezen.
HUMANITAIRE BIJSTAND EN SPOEDHULP
1. Humanitaire hulp en spoedhulp worden verleend aan de bevolking van ACS-staten die geconfronteerd worden met ernstige economische en sociale moeilijkheden van uitzonderlijke aard die het gevolg zijn van natuurrampen, door de mens veroorzaakte crises, zoals oorlogen en andere conflicten, of buitengewone omstandigheden met vergelijkbare gevolgen. Deze humanitaire hulp en spoedhulp worden verleend zo lang als noodzakelijk is om te voorzien in de urgente behoeften die van dergelijke omstandigheden het gevolg zijn.
2. Humanitaire bijstand en spoedhulp worden uitsluitend verleend volgens de behoeften en belangen van de slachtoffers van rampen en in overeenstemming met de beginselen van het internationale humanitaire recht. In het bijzonder mag er geen sprake zijn van discriminatie van slachtoffers op grond van ras, etnische afkomst, godsdienst, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke overtuiging, en dienen de vrije toegang tot en de bescherming van slachtoffers, alsmede de veiligheid van de hulpverleners en hun uitrusting, te worden gewaarborgd.
3. Het doel van humanitaire bijstand en spoedhulp is:
a. redden van mensenlevens tijdens en onmiddellijk na crisissituaties veroorzaakt door natuurrampen, conflicten of oorlogen;
b. bijdragen tot de financiering en verzending van humanitaire hulp en de directe toegang daartoe van degenen voor wie deze bestemd is, met gebruikmaking van alle beschikbare logistieke middelen;
c. maatregelen voor herstel op korte termijn en wederopbouw, teneinde de getroffen bevolkingsgroepen opnieuw een minimum aan sociaal-economische integratie te kunnen bieden en zo snel mogelijk de voorwaarden te scheppen voor hervatting van de ontwikkeling overeen- komstig de doelstellingen voor de lange termijn die door het betrokken ACS-land zijn bepaald;
d. een oplossing vinden voor de behoeften die zijn ontstaan door de verplaatsing van personen (vluchtelingen, ontheemden en repatrianten) als gevolg van rampen van natuurlijke of menselijke oorsprong, teneinde zo lang als noodzakelijk is te kunnen voorzien in alle behoeften van vluchtelingen en ontheemden (ongeacht hun verblijfplaats) en hun vrijwillige repatriëring en herintegratie in hun land van herkomst te bevorderen; en
e. de ACS-staten helpen bij het instellen of verbeteren van mechanismen voor rampenpreventie en voorbereiding op natuurrampen, met inbegrip van systemen voor voorspelling en vroegtijdige waarschuwing, teneinde de gevolgen van dergelijke rampen te reduceren.
4. Dezelfde steun als hierboven wordt bedoeld kan worden verleend aan ACS-staten die vluchtelingen of repatrianten opvangen, teneinde te voorzien in dringende behoeften waarin niet is voorzien door de spoedhulp.
5. Gezien de ontwikkelingsdoelstelling van de overeenkomstig dit artikel verstrekte hulp, kan de hulp op verzoek van de betrokken staat in uitzonderlijke gevallen worden gebruikt samen met de kredieten van het indicatieve programma.
6. Humanitaire hulpacties en spoedhulpacties worden uitgevoerd op verzoek van het ACS-land dat door een crisissituatie is getroffen, door de Commissie, door internationale organisaties of door lokale of internationale niet-overheidsorganisaties. Beheer en uitvoering van deze steun geschieden volgens procedures die soepel, snel en effectief ingrijpen mogelijk maken. De Gemeenschap treft de nodige maatregelen om een snel ingrijpen ter ondervanging van de noodsituatie te vergemakkelijken.
1. Activiteiten die na de urgentiefase worden ondernomen met het oog op materiële en sociale rehabilitatie na natuurrampen of buitengewone omstandigheden met vergelijkbare gevolgen, kunnen door de Gemeenschap uit hoofde van de Overeenkomst gefinancierd worden. Deze activiteiten moeten met effectieve en flexibele mechanismen worden uitgevoerd en zijn bedoeld om de overgang tussen de urgentiefase en de ontwikkelingsfase te vergemakkelijken, de sociaal-economische herintegratie van de getroffen bevolkingsgroepen te bevorderen, de oorzaken van de crisis zoveel mogelijk weg te nemen, de instellingen te versterken en de eigen inbreng van plaatselijke en nationale actoren in de formulering van een duurzaam ontwikkelingsbeleid voor het betrokken ACS-land te stimuleren.
2. Kortlopende noodhulpactiviteiten kunnen slechts in uitzonderlijke omstandigheden worden gefinancierd uit het EOF, indien financiering van de bijstand uit de begroting van de Gemeenschap niet mogelijk is.
STEUN VOOR INVESTERINGEN EN ONTWIKKELING VAN DE PARTICULIERE SECTOR
De samenwerking steunt door middel van financiële en technische bijstand het beleid en de strategieën voor investeringen en de ontwikkeling van de particuliere sector, een en ander als bepaald in deze Overeenkomst.
De ACS-staten, de Gemeenschap en haar lidstaten, elk binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden, erkennen het belang van particuliere investeringen voor de bevordering van hun ontwikkelingssamenwerking en de noodzaak maatregelen te treffen om deze investeringen te stimuleren. Daartoe ondernemen zij het volgende:
a. zij nemen maatregelen om particuliere investeerders die zich naar de doelstellingen en de prioriteiten van de ontwikkelingssamenwerking tussen ACS en EG, alsmede naar de vigerende wetten en voorschriften voegen, aan te moedigen aan hun ontwikkelingsinspanningen deel te nemen;
b. zij treffen maatregelen en voorzieningen die bijdragen tot totstandbrenging en handhaving van een voorspelbaar en veilig investeringsklimaat en sluiten overeenkomsten ter verbetering van dit klimaat;
c. zij stimuleren dat de particuliere sector van de EU investeert in en specifieke bijstand verleent aan particuliere ondernemingen in de ACS-landen in het kader van samenwerking tussen ondernemingen en partnerschappen;
d. zij vereenvoudigen de totstandkoming van partnerschappen en gezamenlijke ondernemingen door het stimuleren van medefinanciering;
e. zij sponsoren fora inzake sectorale investeringen teneinde partnerschappen en buitenlandse investeringen te stimuleren;
f. zij steunen de inspanningen van de ACS-staten om financiering aan te trekken, waarbij bijzondere nadruk wordt gelegd op particuliere financiering van investeringen in infrastructuur en van infrastructuur die opbrengsten genereert die voor de particuliere sector cruciaal is;
g. zij steunen de versterking van de capaciteit van nationale instanties en instellingen voor de stimulering van investeringen die zich bezighouden met stimulering en vereenvoudiging van buitenlandse investeringen;
h. zij verspreiden informatie over investeringsmogelijkheden en het ondernemingsklimaat in de ACS-staten; en
i. zij bevorderen de dialoog in het particuliere bedrijfsleven op nationaal en regionaal niveau en tussen ACS en EU, met name door middel van een ACS-EU-forum voor het particuliere bedrijfsleven. De steun voor de activiteiten van het ACS-EU-forum voor het particuliere bedrijfsleven beoogt de volgende doelstellingen:
i. vergemakkelijking van de dialoog binnen de particuliere sector in ACS en EU en tussen de particuliere sector in ACS en EU en de instanties die bij de Overeenkomst zijn ingesteld;
ii. analyse en periodieke verstrekking aan de betrokken instanties van gegevens over alle vraagstukken die verband houden met de betrekkingen tussen de particuliere sector in ACS en EU in het kader van de Overeenkomst, of meer in het algemeen met de economische betrekkingen tussen de Gemeenschap en de ACS-staten; en
iii. analyse en periodieke verstrekking aan de betrokken instanties van gegevens over specifieke problemen van sectorale aard met betrekking tot onder meer regionale of subregionale bedrijfstakken of producttypen.
1. De samenwerking voorziet in langlopende financiële middelen, met inbegrip van risicodragend kapitaal, teneinde de groei in de particuliere sector te helpen stimuleren en binnenlands en buitenlands kapitaal voor dit doel te helpen mobiliseren. Daartoe worden in het kader van de samenwerking voorzieningen getroffen voor:
a. niet-terugvorderbare steun ten behoeve van financiële en technische bijstand ter ondersteuning van beleidshervorming, ontwikkeling van het menselijk potentieel, institutionele capaciteitsopbouw of andere vormen van institutionele steun voor specifieke investeringen, maatregelen ter vergroting van het concurrentievermogen van ondernemingen en ter versterking van de capaciteiten van particuliere financiële en niet-financiële tussenpersonen, vereenvoudiging en stimulering van investeringen en activiteiten ter verbetering van het concurrentievermogen;
b. advies ten behoeve van het scheppen van een gunstig investeringsklimaat en een informatiebasis om kapitaalstromen te leiden en te stimuleren;
c. risicodragend kapitaal voor investeringen in kapitaal of semikapitaal, garanties ter ondersteuning van binnenlandse en buitenlandse particuliere investeringen, alsmede leningen of kredietlijnen volgens de voorwaarden van bijlage II (Financieringsvoorwaarden) bij deze Overeenkomst; en
d. leningen uit de eigen middelen van de Bank.
2. Leningen uit de eigen middelen van de Bank worden verstrekt overeenkomstig haar statuten en de in bijlage II bij deze Overeenkomst genoemde voorwaarden en regelingen.
1. Investeringsgaranties worden voor de ontwikkelingsfinanciering een steeds belangrijker instrument, omdat daarmede de aan een project verbonden risico's kunnen worden teruggedrongen en particuliere kapitaalstromen kunnen worden gestimuleerd. De samenwerking dient daarom de beschikbaarheid en het gebruik van risicoverzekering te bevorderen, teneinde met dit risicoverminderende instrument het vertrouwen van de investeerders in de ACS-staten te stimuleren.
2. In het kader van de samenwerking worden garanties verstrekt en wordt door middel van garantiefondsen bijgedragen tot het dekken van de risico's van voor deze steun in aanmerking komende investeringen. Specifiek wordt in het kader van de samenwerking steun verleend voor:
a. herverzekeringsregelingen om buitenlandse rechtstreekse investeringen van daarvoor in aanmerking komende investeerders te dekken: tegen juridische onzekerheid en de grote risico's van onteigening, beperkingen op de overdracht van deviezen, oorlog en binnenlandse onlusten en contractbreuk. Investeerders kunnen hun projecten verzekeren tegen elke mogelijke combinatie van de vier typen dekking;
b. garantieprogramma's voor risicodekking, in de vorm van gedeeltelijke garanties voor de financiering van schulden. Zowel gedeeltelijke risicogaranties als gedeeltelijke kredietgaranties zijn beschikbaar; en
c. nationale en regionale garantiefondsen, met medewerking van in het bijzonder binnenlandse financiële instellingen of investeerders, teneinde de ontwikkeling van de financiële sector te stimuleren.
3. De samenwerking biedt tevens steun voor capaciteitsopbouw, institutionele steun en deelneming in de basisfinanciering van nationale en/of regionale initiatieven om de commerciële risico's voor investeerders te reduceren (onder meer garantiefondsen, regelgevende organen, arbitragemechanismen en rechtsstelsels om de bescherming te verbeteren van investeringen die bijdragen tot verbetering van het stelsel van exportkredieten).
4. De samenwerking biedt deze steun op grond van de complementaire en toegevoegde waarde, voor particuliere en/of overheidsinitiatieven, en indien mogelijk in partnerschap met particuliere en/of overheidsorganisaties. In het kader van het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering verrichten de ACS en de EG een gezamenlijke studie van het voorstel om een ACS-EG-Garantieagentschap in te stellen voor de verstrekking en het beheer van programma's voor investeringsgaranties.
1. De ACS-staten en de Gemeenschap en haar lidstaten, elk binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden, bevestigen de noodzaak om de investeringen van elke partij op hun respectieve grondgebieden te bevorderen en te beschermen en onderstrepen dat daartoe in wederzijds belang overeenkomsten dienen te worden gesloten inzake bevordering en bescherming van investeringen, die ook als grondslag kunnen dienen voor verzekerings- en garantiestelsels.
2. Teneinde meer Europese investeringen aan te trekken voor door de ACS-staten gestarte ontwikkelingsprojecten die voor hen van bijzonder belang zijn, kunnen de Gemeenschap en de lidstaten enerzijds en de ACS-staten anderzijds ook overeenkomsten sluiten betreffende specifieke projecten van wederzijds belang wanneer de Gemeenschap en Europese bedrijven in de financiering daarvan bijdragen.
3. De partijen komen tevens overeen, met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en haar lidstaten, in de overeenkomsten inzake economisch partnerschap algemene beginselen inzake de bescherming en bevordering van investeringen op te nemen, overeenkomstig de beste resultaten die zijn overeengekomen in de desbetreffende internationale fora, dan wel bilateraal.
TECHNISCHE SAMENWERKING
1. Technische samenwerking moet de ACS-staten helpen hun nationaal en regionaal menselijk potentieel beter te benutten en hun voor het succes van de ontwikkeling cruciale instellingen op duurzame wijze te ontwikkelen; middelen hiertoe zijn onder meer versterking van adviesbureaus en -organisaties in de ACS-staten, alsmede uitwisselingsregelingen voor adviseurs uit bedrijven in ACS en EU.
2. Bovendien moet technische samenwerking een gunstige kostenbatenverhouding te zien geven, voldoen aan de behoeften waarvoor zijis opgezet, de overdracht van kennis vergemakkelijken en de nationale en regionale capaciteit versterken. De technische samenwerking moet bijdragen tot de verwezenlijking van de doeleinden van projecten en programma's, onder meer door versterking van de managementcapaciteit van de nationale en regionale ordonnateurs. De technische bijstand moet:
a. vraaggestuurd opereren, wat wil zeggen dat bijstand uitsluitend wordt verleend op verzoek van de betrokken ACS-staat of ACS-staten en moet zijn aangepast aan de behoeften van de begunstigde;
b. de inspanningen van de ACS-staten om hun behoeften te formuleren aanvullen en ondersteunen;
c. worden onderworpen aan toezicht en follow-up teneinde de effectiviteit te waarborgen;
d. bevorderen dat door deskundigen, adviesbureaus en instellingen voor onderwijs en onderzoek uit de ACS wordt geparticipeerd in door het Fonds gefinancierde opdrachten, en methoden vaststellen om gekwalificeerd nationaal en regionaal personeel te betrekken bij projecten van het Fonds;
e. bevorderen dat nationaal leidinggevend personeel van de ACS in een adviserende functie wordt gedetacheerd bij een instelling van het eigen land, een buurland of een regionale organisatie;
f. erop gericht zijn de beperkingen en mogelijkheden van het nationale en regionale arbeidspotentieel beter te onderkennen en een register op te stellen van deskundigen, consulenten en adviesbureaus in de ACS-staten die kunnen worden aangetrokken voor de uitvoering van door het Fonds gefinancierde projecten en programma's;
g. technische bijstand tussen de ACS-staten onderling ondersteunen, ter bevordering van de uitwisseling tussen de ACS-staten van deskundigheid op het gebied van technische bijstand en management en van beroepsvaardigheden;
h. voorzien in actieprogramma's voor de langetermijnontwikkeling van instellingen en menselijk potentieel als integrerend onderdeel van de planning van projecten en programma's, waarbij de financiële vereisten in acht moeten worden genomen;
i. gericht zijn op versterking van het vermogen van de ACS-staten om de eigen expertise op te bouwen; en
j. bijzondere aandacht schenken aan het uitbreiden van de mogelijkheden van de ACS-staten inzake planning, uitvoering en evaluatie van projecten en programma's en inzake budgetbeheer.
3. Technische bijstand kan worden verleend op alle samenwerkingsterreinen binnen het toepassingsgebied van deze Overeenkomst. De samenwerkingsactiviteiten moeten breed van toepassing en van opzet zijn en worden aangepast aan de behoeften van de ACS-staten.
4. Technische samenwerking kan specifiek of algemeen zijn. Het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinancieringstelt richtsnoeren op voor de tenuitvoerlegging van de technische samenwerking.
Teneinde de uittocht van gekwalificeerd personeel uit de ACS-staten tegen te gaan, verleent de Gemeenschap desgewenst bijstand aan de ACS-staten om de terugkeer van in ontwikkelde landen verblijvende gekwalificeerde onderdanen van de ACS-staten te bevorderen, door middel van passende maatregelen om repatriëring te stimuleren.
PROCEDURES EN BEHEERSSYSTEMEN
De beheersprocedures moeten doorzichtig en gemakkelijk toe te passen zijn en moeten de decentralisatie van de taken en verantwoordelijkheden mogelijk maken. De tenuitvoerlegging van de ACS-EU-ontwikkelingssamenwerking moet openstaan voor niet-overheidsactoren op gebieden waarop zij actief zijn. De gedetailleerde procedurele bepalingen voor de programmering, voorbereiding, tenuitvoerlegging en het beheer van de financiële en technische samenwerking zijn in bijlage IV inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer vastgelegd. De ACS-EU-Raad van Ministers kan deze bepalingen op basis van een aanbeveling van het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering opnieuw onderzoeken en wijzigen.
Voor de tenuitvoerlegging van de financiële en technische samenwerking in het kader van deze Overeenkomst worden ambtenaren aangewezen die met de uitvoering daarvan zijn belast. Uitvoerige bepalingen in verband met de verantwoordelijkheden van de met de uitvoering belaste ambtenaren zijn in bijlage IV inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer vastgelegd.
1. De Raad van Ministers onderzoekt tenminste eenmaal per jaar of de doelstellingen van de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering worden verwezenlijkt en tevens welke algemene en specifieke problemen zich daarbij voordoen. Te dien einde wordt in het kader van de Raad van Ministers een ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering, hierna ACS-EG-Comité genoemd, opgericht.
2. Het ACS-EG-Comité is onder meer met de volgende taken belast:
a. ervoor zorgen dat de doelstellingen en beginselen van de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering worden verwezenlijkt en vaststellen van algemene richtsnoeren voor de daadwerkelijke en tijdige tenuitvoerlegging daarvan;
b. bestuderen van problemen die bij de tenuitvoerlegging van de activiteiten inzake ontwikkelingssamenwerking kunnen rijzen en voorstellen van passende maatregelen;
c. herzien van de bijlagen bij de Overeenkomst om ervoor te zorgen dat zij voortdurend relevant blijven en aanbevelen van alle passende maatregelen aan de Raad van Ministers met het oog op de goedkeuring daarvan; en
d. bestuderen van de activiteiten die in het kader van de Overeenkomst worden ontplooid ter verwezenlijking van de doelstellingen inzake het bevorderen van de ontwikkeling van de particuliere sector en particuliere investeringen en van de activiteiten van de Investeringsfaciliteit.
3. Het ACS-EG-Comité vergadert om de drie maanden en bestaat op basis van pariteit uit door de Raad van Ministers aangewezen vertegenwoordigers van de ACS-staten en van de Gemeenschap of hun gemachtigden. Het komt tenminste eenmaal per jaar en telkens wanneer één der partijen daarom verzoekt, bijeen op het niveau van de ministers.
4. De Raad van Ministers stelt het reglement van orde van het ACS-EG-Comité vast en met name de wijze van vertegenwoordiging en het aantal leden van het Comité, de wijze waarop zij hun besprekingen voeren en de wijze waarop het voorzitterschap wordt uitgeoefend.
5. Het ACS-EG-Comité kan vergaderingen van deskundigen beleggen om de oorzaken te bestuderen van eventuele knelpunten of moeilijkheden die een doeltreffende tenuitvoerlegging van de ontwikkelingssamenwerking belemmeren. Deze deskundigen leggen het Comité aanbevelingen voor om deze knelpunten of moeilijkheden uit de weg te ruimen.
ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE DE MINST ONTWIKKELDE, NIET AAN ZEE GRENZENDE EN INSULAIRE ACS-STATEN
1. Om de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire ACS-staten in staat te stellen ten volle profijt te trekken van de door de Overeenkomst geboden mogelijkheden en hun ontwikkelingstempo te versnellen, moet de samenwerking een speciale behandeling bieden voor de minst ontwikkelde ACS-landen en terdege rekening houden met de kwetsbaarheid van de niet aan zee grenzende en insulaire ACS-staten. Er moet bovendien rekening worden gehouden met de behoeften van landen waar conflicten hebben gewoed.
2. Afgezien van de specifieke maatregelen en bepalingen voor de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire staten in de verschillende hoofdstukken van de Overeenkomst, wordt ten aanzien van deze groepen en de landen waar conflicten hebben gewoed bijzondere aandacht geschonken aan :
a. de versterking van de regionale samenwerking;
b. de vervoers- en communicatie-infrastructuur;
c. de doelmatige exploitatie van de rijkdommen van de zee en de afzet van deze producten alsook, wat de niet aan zee grenzende landen betreft, de binnenvisserij;
d. met betrekking tot de structurele aanpassing, aan het ontwikkelingspeil van deze landen en, bij de uitvoering, aan het sociale aspect van de aanpassing;
e. de tenuitvoerlegging van voedselstrategieën en geïntegreerde ontwikkelingsprogramma's.
1. Voor de minst ontwikkelde ACS-staten geldt een bijzondere behandeling teneinde hen te helpen de ernstige economische en sociale moeilijkheden die hun ontwikkeling in de weg staan, te overwinnen zodat zij hun ontwikkelingstempo kunnen versnellen.
2. De lijst van minst ontwikkelde landen is in bijlage VI opgenomen. Deze lijst kan bij besluit van de Raad van Ministers worden gewijzigd:
a. indien een derde land dat zich in een vergelijkbare situatie bevindt, tot de Overeenkomst toetreedt; en
b. indien de economische situatie van een van de ACS-staten een belangrijke en blijvende wijziging ondergaat waardoor deze staat bij de groep van minst ontwikkelde ACS-staten moet worden ingedeeld of zijn indeling bij deze groep niet langer verantwoord is.
De bepalingen die voor de minst ontwikkelde ACS-staten zijn aangenomen, zijn vastgelegd in de volgende artikelen : 2, 29, 32, 35, 37, 56, 68, 84, 85.
NIET AAN ZEE GRENZENDE ACS-STATEN
1. Er worden specifieke bepalingen en maatregelen vastgesteld om de niet aan zee grenzende ACS-staten te steunen in hun streven de geografische moeilijkheden en belemmeringen die hun ontwikkeling in de weg staan, te overwinnen zodat zij hun ontwikkelingstempo kunnen versnellen.
2. De lijst van niet aan zee grenzende ACS-staten is in bijlage VI opgenomen. Deze lijst kan bij besluit van de Raad van Ministers worden gewijzigd wanneer een derde land dat zich in een vergelijkbare situatie bevindt, tot de Overeenkomst toetreedt.
De bepalingen die voor de niet aan zee grenzende ACS-staten zijn aangenomen, zijn vastgelegd in de volgende artikelen : 2, 32, 35, 56, 68, 84, 87.
1. Er worden specifieke bepalingen en maatregelen vastgesteld om de insulaire ACS-staten te steunen in hun streven de natuurlijke en geografische moeilijkheden en andere belemmeringen die hun ontwikkeling in de weg staan, te overwinnen zodat zij hun ontwikkelingstempo kunnen versnellen.
2. De lijst van insulaire ACS-staten is in bijlage VI opgenomen. Deze lijst kan bij besluit van de Raad van Ministers worden gewijzigd wanneer een derde land dat zich in een vergelijkbare situatie bevindt, tot de Overeenkomst toetreedt.
De bepalingen die zijn aangenomen voor de insulaire ACS-staten zijn vastgelegd in de volgende artikelen : 2, 32, 35, 56, 68, 84, 89.
SLOTBEPALINGEN
Verdragen, overeenkomsten, akkoorden of regelingen van ongeacht welke vorm of aard tussen een of meer lidstaten van de Gemeenschap en een of meer ACS-staten mogen geen beletsel vormen voor de toepassing van de Overeenkomst.
De Overeenkomst is, onverminderd de daarin vervatte bijzondere bepalingen inzake de betrekkingen tussen de ACS-staten en de Franse overzeese departementen, van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van de ACS-staten.
1. De Overeenkomst wordt door de ondertekenende partijen bekrachtigd of goedgekeurd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke regels en procedures.
2. De akten van bekrachtiging of goedkeuring van de Overeenkomst worden, wat de ACS-staten betreft, nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en, wat de Gemeenschap en de lidstaten betreft, bij het secretariaat-generaal van de ACS-staten. De secretariaten stellen de ondertekenende staten en de Gemeenschap hiervan onverwijld in kennis.
3. De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de akten van bekrachtiging van de lidstaten en van tenminste twee derde van de ACS-staten, alsmede de akte van goedkeuring van de Overeenkomst door de Gemeenschap, zijn nedergelegd.
4. De ACS-staat die de in leden 1 en 2 bedoelde procedures op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst, zoals deze in lid 3 is vastgesteld, niet heeft voltooid, kan zulks slechts doen binnen 12 maanden na deze datum en onverminderd het bepaalde in lid 6.
Voor dergelijke staten wordt de Overeenkomst van toepassing op de eerste dag van de tweede maand volgende op de voltooiing van deze procedures. Deze staten erkennen de geldigheid van elke maatregel die na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst met het oog op de tenuitvoerlegging daarvan is genomen.
5. In het reglement van orde van de bij de Overeenkomst opgerichte gezamenlijke instellingen wordt bepaald onder welke voorwaarden de vertegenwoordigers van de ondertekenende staten bedoeld in lid 4 als waarnemer in die instellingen zitting kunnen hebben.
6. De Raad van Ministers kan besluiten speciale steun toe te kennen aan ACS-staten die de vorige ACS-EG-overeenkomsten hebben ondertekend en die door het ontbreken van normaal opgerichte overheidsinstellingen de Overeenkomst niet hebben kunnen ondertekenen of bekrachtigen. Deze steun kan betrekking hebben op institutionele opbouw en activiteiten in verband met de economische en sociale ontwikkeling, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de behoeften van de kwetsbaarste bevolkingsgroepen. Dergelijke landen kunnen in dit verband een beroep doen op de middelen die in deel 4 van deze Overeenkomst voor financiële en technische samenwerking beschikbaar worden gesteld.
In afwijking van lid 4, mogen de betrokken landen die de Overeenkomst hebben ondertekend de bekrachtigingsprocedures voltooien binnen de twaalf maanden na het herstel van de overheidsinstellingen.
De betrokken landen die de Overeenkomst niet hebben ondertekend noch bekrachtigd kunnen door middel van de toetredingsprocedure bedoeld in artikel 94 tot de Overeenkomst toetreden.
1. Ieder verzoek om toetreding tot de Overeenkomst van een onafhankelijke staat waarvan de structurele kenmerken en economische en sociale situatie vergelijkbaar zijn met die van de ACS-staten, wordt aan de Raad van Ministers voorgelegd.
Indien het verzoek door de Raad van Ministers wordt goedgekeurd, treedt de betrokken staat tot de Overeenkomst toe door nederlegging van een akte van toetreding bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, dat hiervan een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift doet toekomen aan het secretariaat van de ACS-staten en de lidstaten hiervan in kennis stelt. De Raad van Ministers kan de nodige wijzigingsmaatregelen nemen.
De betrokken staat heeft dezelfde rechten en verplichtingen als de ACS-staten. Zijn toetreding mag geen afbreuk doen aan de voordelen die voor de ACS-staten welke de Overeenkomst hebben ondertekend, voortvloeien uit de bepalingen betreffende de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering. De Raad van Ministers kan de voorwaarden en specifieke regelingen vaststellen voor de toetreding van een afzonderlijke staat in een speciaal protocol dat een integrerend deel uitmaakt van de Overeenkomst.
2. De Raad van Ministers wordt in kennis gesteld van ieder verzoek van een derde staat om toetreding tot een uit ACS-staten samengestelde economische groepering.
3. De Raad van Ministers wordt in kennis gesteld van ieder verzoek van een derde staat om toe te treden tot de Europese Unie. Tijdens de onderhandelingen tussen de Unie en de staat die het verzoek heeft ingediend, verstrekt de Gemeenschap de ACS-staten alle relevante informatie en de ACS-staten van hun kant stellen de Gemeenschap in kennis van hun problemen zodat zij daar ten volle rekening kan mee houden. Het secretariaat van de ACS-staten wordt door de Gemeenschap in kennis gesteld van elke toetreding tot de Europese Unie.
Elke nieuwe lidstaat van de Europese Unie wordt vanaf de datum van zijn toetreding Partij bij de Overeenkomst door middel van een daartoe strekkende clausule in de Akte van Toetreding. Indien de Akte van Toetreding tot de Unie niet voorziet in een dergelijke automatische toetreding van de lidstaat tot de Overeenkomst, treedt de betrokken lidstaat toe door nederlegging van een Akte van Toetreding bij het secretariaat-generaal van de Europese Unie, dat hiervan een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift doet toekomen aan het secretariaat van de ACS-staten en de lidstaten daarvan in kennis stelt.
De partijen onderzoeken de gevolgen van de toetreding van nieuwe lidstaten tot deze Overeenkomst. De Raad van Ministers kan de nodige overgangs- of wijzigingsmaatregelen vaststellen.
1. De Overeenkomst wordt gesloten voor een periode van twintig jaar die aanvangt op 1 maart 2000.
2. De financiële protocollen worden voor elke periode van vijf jaar vastgesteld.
3. Uiterlijk 12 maanden vóór het verstrijken van elke periode van vijf jaar stellen de Gemeenschap en de lidstaten, enerzijds, en de ACS-staten, anderzijds, elkaar in kennis van de bepalingen van de Overeenkomst die zij met het oog op eventuele wijziging van deze Overeenkomst opnieuw willen bezien. Dit geldt echter niet voor de bepalingen inzake de economische en commerciële samenwerking waarvoor een speciale herzieningsprocedure is vastgesteld. Indien een Partij verzoekt bepalingen van de Overeenkomst opnieuw te bezien, beschikt de andere Partij in weerwil van bovengenoemde tijdslimiet over een termijn van twee maanden om te verzoeken ook andere bepalingen die verband houden met die waarvoor het eerste verzoek is ingediend, opnieuw te bezien.
Tien maanden vóór het verstrijken van deze periode van vijf jaar openen de Partijen bij de Overeenkomst onderhandelingen om na te gaan welke wijzigingen eventueel moeten worden aangebracht in de bepalingen waarop de bedoelde kennisgeving betrekking heeft.
Artikel 93 is ook van toepassing op de aangebrachte wijzigingen.
De Raad van Ministers stelt eventueel de overgangsmaatregelen vast die met betrekking tot de gewijzigde bepalingen nodig zijn totdat deze in werking treden.
4. Achttien maanden vóór het einde van de totale geldigheidsduur van de Overeenkomst openen de Partijen bij de Overeenkomst onderhandelingen om na te gaan door welke bepalingen hun betrekkingen nadien zullen worden geregeld.
De Raad van Ministers stelt eventueel de overgangsmaatregelen vast die nodig zijn totdat de nieuwe Overeenkomst in werking treedt.
1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de term „Partij" verstaan de Gemeenschap en de lidstaten van de Europese Unie, enerzijds, en iedere ACS-staat, anderzijds.
2. a. Indien, ondanks de politieke dialoog die regelmatig tussen de Partijen plaatsvindt, een Partij van mening is dat de andere Partij een verplichting voortvloeiend uit de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat bedoeld in artikel 9, lid 2, niet is nagekomen, verstrekt zij, behalve in bijzondere dringende gevallen, de andere Partij en de Raad van Ministers alle terzake dienende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde tot een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing te komen. Met dit doel verzoekt zij de andere Partij om overleg te plegen over maatregelen die door de betrokken Partijen zijn genomen of moeten worden genomen om de situatie recht te zetten.
Het overleg vindt plaats op het niveau en in de vorm die het meest geschikt wordt geacht om tot een oplossing te komen.
Het overleg begint uiterlijk 15 dagen na de datum van het verzoek en de duur daarvan wordt, afhankelijk van de aard en ernst van de schending, met wederzijdse instemming vastgesteld. Het overleg duurt in geen geval langer dan 60 dagen.
Indien het overleg niet tot een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing leidt, indien overleg wordt geweigerd of in bijzonder dringende gevallen kunnen passende maatregelen worden genomen. Deze maatregelen worden ingetrokken zodra de redenen ervoor hebben opgehouden te bestaan.
b. Het begrip „bijzonder dringende gevallen" heeft betrekking op uitzonderlijke gevallen van bijzonder ernstige en flagrante schending van één van de essentiële onderdelen bedoeld in artikel 9, lid 2, die een onmiddellijke reactie vereisen.
De Partij die gebruikmaakt van de procedure voor bijzonder dringende gevallen stelt de andere Partij en de Raad van Ministers afzonderlijk daarvan in kennis, behalve wanneer haar de tijd ontbreekt om dit te doen.
c. De in dit artikel bedoelde „passende maatregelen" worden genomen in overeenstemming met het internationaal recht en staan in verhouding tot de schending. Bij de keuze van deze maatregelen dient voorrang te worden gegeven aan die maatregelen die de werking van de Overeenkomst het minst verstoren. Er is overeengekomen dat slechts in laatste instantie tot opschorting zal worden overgegaan.
Indien in bijzonder dringende gevallen maatregelen worden genomen, worden deze onmiddellijk ter kennis gebracht van de andere Partij en de Raad van Ministers. Op verzoek van de betrokken Partij kan overleg worden gepleegd om de situatie grondig te onderzoeken en, indien mogelijk, tot een oplossing te komen. Dit overleg wordt gevoerd in overeenstemming met het bepaalde in de tweede en derde alinea sub a.
1. De Partijen zijn van oordeel dat wanneer de Gemeenschap een belangrijke partner is uit een oogpunt van financiële steun aan het economisch en sectoraal beleid en de desbetreffende programma's, de Partijen overleg dienen te plegen in ernstige gevallen van corruptie.
2. In dergelijke gevallen kan een Partij de andere Partij verzoeken overleg te plegen. Dit overleg begint uiterlijk 21 dagen na de datum van het verzoek en duurt niet langer dan 60 dagen.
3. Indien het overleg niet tot een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing leidt of indien overleg wordt geweigerd, nemen de Partijen passende maatregelen. Het is in ieder geval in de eerste plaats de taak van de Partij waar zich ernstige gevallen van corruptie hebben voorgedaan om de maatregelen te nemen die nodig zijn om de situatie onmiddellijk recht te zetten. De door een Partij genomen maatregelen moeten in verhouding staan tot de ernst van de situatie. Bij de keuze van die maatregelen moet voorrang worden gegeven aan die maatregelen die de toepassing van de Overeenkomst het minst verstoren. Er is overeengekomen dat slechts in laatste instantie tot opschorting zal worden overgegaan.
4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de term „Partij" verstaan de Gemeenschap en de lidstaten van de Europese Unie, enerzijds, en iedere ACS-staat, anderzijds.
1. Ieder geschil betreffende de interpretatie of toepassing van deze Overeenkomst tussen een of meer lidstaten van de Gemeenschap enerzijds, en een of meer ACS-staten anderzijds, wordt aan de Raad van Ministers voorgelegd.
In de periode tussen de vergaderingen van de Raad van Ministers, moeten dergelijke geschillen aan het Comité van Ambassadeurs worden voorgelegd.
2. a. Indien de Raad van Ministers er niet in slaagt het geschil te beslechten, kan een van beide partijen verzoeken het geschil door middel van arbitrage te beslechten. Elke Partij stelt daartoe binnen dertig dagen na het verzoek om arbitrage een arbiter aan. Indien niet aan deze verplichting wordt voldaan, kan één van de Partijen de secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage verzoeken de tweede arbiter aan te stellen.
b. Beide arbiters stellen op hun beurt binnen dertig dagen een derde arbiter aan. Indien niet aan deze verplichting wordt voldaan, kan één van de Partijen de secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage verzoeken de derde arbiter aan te stellen.
c. Behoudens andersluidende beslissing van de arbiters wordt de procedure toegepast die is vastgelegd in het optionele arbitragereglement van het Permanent Hof van Arbitrage voor Internationale Organisaties en Staten. De besluiten van de arbiters worden binnen drie maanden met meerderheid van stemmen genomen.
d. Elke Partij bij het geschil moet de vereiste maatregelen nemen om het besluit van de arbiters ten uitvoer te leggen.
e. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en de lidstaten geacht één Partij bij het geschil te vormen.
De Overeenkomst kan door de Gemeenschap en haar lidstaten ten aanzien van elke ACS-staat en door elke ACS-staat ten aanzien van de Gemeenschap en haar lidstaten worden opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.
De protocollen en bijlagen die aan de Overeenkomst zijn gehecht maken daarvan een integrerend deel uit. De bijlagen nrs. II, III, IV en VI kunnen door de Raad van Ministers opnieuw worden onderzocht en al dan niet worden gewijzigd op basis van een aanbeveling van het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering.
Deze Overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren, in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, wordt nedergelegd in het archief van het secretariaat van de Raad van de Europese Unie en van het secretariaat van de ACS-staten, die een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toezenden aan de regeringen van de ondertekenende staten.
GEDAAN te Cotonou, de drieëntwintigste juni 2000.
De Overeenkomst is op 23 juni 2000 ondertekend voor:
België1
Denemarken
Duitsland
de Europese Gemeenschap
Finland
Frankrijk
Griekenland
Ierland
Italië
Luxemburg
het Koninkrijk der Nederlanden
Oostenrijk
Portugal
Spanje
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
Zweden
de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen
en
Angola
Antigua en Barbuda
de Bahama's
Barbados
Belize
Benin
Botswana
Burkina Faso
Burundi
de Centraal-Afrikaanse Republiek
de Comoren
Congo
de Cookeilanden
Democratische Republiek Congo
Djibouti
Dominica
de Dominicaanse Republiek
Equatoriaal Guinee
Eritrea
Ethiopië
Fiji
Gabon
Gambia
Ghana
Grenada
Guinee
Guinee-Bissau
Guyana
Haïti
Ivoorkust
Jamaica
Kameroen
Kaapverdië
Kenia
Kiribati
Lesotho
Liberia
Madagaskar
Malawi
Mali
de Marshalleilanden
Mauritanië
Mauritius
Micronesië
Mozambique
Namibië
Nauru
Niger
Nigeria
Niue
Palau
Papoea-Nieuw-Guinea
Ruanda
Saint Kitts en Nevis
Saint Lucia
Saint Vincent en de Grenadines
Samoa
Sao Tomé en Principe
Senegal
de Seychellen
Sierra Leone
de Salomonseilanden
Soedan
Somalië
Suriname
Swaziland
Tanzania
Togo
Tonga
Trinidad en Tobago
Tsjaad
Tuvalu
Uganda
Vanuatu
Zambia
Zimbabwe
Zuid-Afrika
1. Voor de doelstellingen vermeld in deze Overeenkomst en voor een periode van vijf jaar, te beginnen op 1 maart 2000, beloopt het totale bedrag van de financiële steun van de Gemeenschap aan de ACS-staten 15.200 miljoen euro.
2. De financiële steun van de Gemeenschap omvat een bedrag van maximaal 13.500 miljoen euro uit hoofde van het 9e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).
3. Het 9e EOF wordt als volgt over de verschillende samenwerkingsinstrumenten verdeeld:
a. 10.000 miljoen euro wordt in de vorm van niet-terugvorderbare hulp gereserveerd voor een bijdrage ter ondersteuning van de langetermijnontwikkeling. Deze bijdrage wordt gebruikt voor de financiering van nationale indicatieve programma's, overeenkomstig de artikelen 1 tot en met 5 van bijlage IV „Procedures voor tenuitvoerlegging en beheer" bij deze Overeenkomst. In het kader van de bijdrage ter ondersteuning van de langetermijnontwikkeling:
i. wordt 90 miljoen euro gereserveerd voor de financiering van de begroting van het Centrum voor de Ontwikkeling van het Bedrijfsleven (COB);
ii. wordt 70 miljoen euro gereserveerd voor de financiering van de begroting van het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling (TCLP); en
iii. wordt een bedrag van maximaal 4 miljoen euro gereserveerd voor de doeleinden waarnaar wordt verwezen in artikel 17 van deze Overeenkomst (Paritaire Vergadering).
b. 1300 miljoen euro wordt in de vorm van niet-terugvorderbare hulp gereserveerd voor de financiering van steun ten behoeve van de regionale samenwerking en integratie van de ACS-staten, overeenkomstig de artikelen 6 tot en met 14 van bijlage IV „Procedures voor tenuitvoerlegging en beheer" bij deze Overeenkomst.
c. 2200 miljoen euro wordt uitgetrokken voor de financiering van de Investeringsfaciliteit, overeenkomstig de voorwaarden die uiteen worden gezet in bijlage II „Financieringsvoorwaarden" bij deze Overeenkomst, onverminderd de financiering van de rentesubsidies waarin wordt voorzien in artikel 2 en artikel 4 van bijlage II bij deze Overeenkomst, die worden gefinancierd uit de middelen genoemd in artikel 3, onder a, van deze bijlage.
4. Een bedrag van maximaal 1700 miljoen euro wordt door de Europese Investeringsbank ter beschikking gesteld in de vorm van leningen uit de eigen middelen. Deze middelen worden verstrekt voor de doeleinden die uiteen worden gezet in bijlage II „Financieringsvoorwaarden" bij deze Overeenkomst, overeenkomstig de voorwaarden waarin is voorzien in de statuten en de desbetreffende bepalingen van de voorwaarden voor de financiering van investeringen, zoals die zijn vastgesteld in bovengenoemde bijlage. De Bank kan uit de door haar beheerde middelen bijdragen aan de financiering van regionale projecten en program- ma's.
5. Alle op de datum van inwerkingtreding van dit Financieel Protocol resterende middelen van eerdere EOF en bedragen die op een latere datum worden vrijgemaakt van in het kader van deze Fondsen lopende projecten, worden overgedragen naar het 9e EOF en gebruikt overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in deze Overeenkomst. Voor alle aldus naar het 9e EOF overgedragen middelen die voordien waren toegewezen aan het indicatieve programma van een ACS-staat of -regio, blijft de toewijzing aan die staat of regio van kracht. Het totale bedrag van dit Financieel Protocol, aangevuld met de overgedragen resterende middelen van eerdere EOF, dekt de periode 2000–2007.
6. De Bank beheert de uit eigen middelen verstrekte leningen en de in het kader van de Investeringsfaciliteit gefinancierde maatregelen. Alleandere middelen in het kader van deze Overeenkomst worden door de Commissie beheerd.
7. Vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van dit Financieel Protocol gaan de partijen na in welke mate de vastleggingen en betalingen zijn gerealiseerd. Deze analyse vormt de basis voor het herevalueren van het totale bedrag van de middelen, alsmede voor het evalueren van de behoefte aan nieuwe middelen voor de ondersteuning van de financiële samenwerking in het kader van deze Overeenkomst.
8. Indien de middelen waarin de instrumenten van de Overeenkomst voorzien vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van dit Financieel Protocol opgebruikt zijn, neemt de gezamenlijke ACS-EG-Raad van Ministers passende maatregelen.
FINANCIERING VAN INVESTERINGEN
De financieringsvoorwaarden voor maatregelen in het kader van de Investeringsfaciliteit, leningen uit de eigen middelen van de Europese Investeringsbank en speciale maatregelen worden in dit hoofdstuk vastgesteld. Deze middelen worden verstrekt aan daarvoor in aanmerking komende ondernemingen, direct dan wel indirect, via daarvoor in aanmerking komende investeringsfondsen en/of financiële tussenpersonen.
1. De middelen van de Investeringsfaciliteit worden, onder andere, gebruikt voor:
a. de verstrekking van risicokapitaal in de vorm van:
i. aandelenparticipaties in ondernemingen uit de ACS-staten, inclusief financiële instellingen;
ii. semikapitaalbijstand aan ondernemingen uit de ACS-staten, inclusief financiële instellingen; en
iii. garanties en andere kredietaanvullingen die kunnen worden gebruikt voor het dekken van politieke en andere investeringsgerelateerde risico's, ten behoeve van buitenlandse en plaatselijke investeerders of kredietverleners.
b. de verstrekking van gewone leningen.
2. Aandelenparticipaties hebben gewoonlijk betrekking op niet-controlerende minderheidsbelangen en worden vergoed op basis van de resultaten van het betrokken project.
3. Semikapitaalbijstand kan bestaan uit voorschotten van aandeelhouders, converteerbare obligaties, voorwaardelijke, achtergestelde of participatieleningen of een soortgelijke vorm van bijstand. Deze bijstand kan met name bestaan uit:
a. voorwaardelijke leningen, waarvan de aflossing en/of looptijd afhankelijk is van de vervulling van bepaalde voorwaarden met betrekking tot het resultaat van het project; in het specifieke geval van voorwaardelijke leningen voor pre-investeringsonderzoeken of andere projectgerelateerde technische bijstand, kan de aflossing worden geannuleerd indien de investering niet plaatsvindt;
b. participatieleningen, waarvan de aflossing en/of looptijd afhankelijk is van de financiële rentabiliteit van het project; en
c. achtergestelde leningen, waarvan de terugbetaling pas plaatsvindt nadat de overige verstrekte kredieten zijn terugbetaald.
4. De vergoeding van elke maatregel wordt gespecificeerd bij het verstrekken van de lening. Echter:
a. in het geval van voorwaardelijke en participatieleningen omvat de vergoeding gewoonlijk een vaste rentevoet van maximaal 3% en een variabele component die gerelateerd is aan het resultaat van het project; en
b. in het geval van achtergestelde leningen is de rentevoet marktconform.
5. De garanties zijn in overeenstemming met de verzekerde risico's en de bijzondere kenmerken van de maatregel.
6. De rentevoet van gewone leningen omvat een referentietarief dat door de Bank wordt toegepast voor vergelijkbare leningen waarvoor dezelfde voorwaarden gelden inzake aflossingsvrije periode en periode van aflossing, alsmede een door de Bank vastgestelde opwaardering.
7. Voor gewone leningen gelden in de volgende gevallen concessionele voorwaarden:
a. in het geval van infrastructuurprojecten in de minst ontwikkelde landen of in landen die zich in een post-conflictsituatie bevinden, wanneer deze een essentiële voorwaarde zijn voor de ontwikkeling van de particuliere sector. In deze gevallen wordt de rentevoet van de lening verlaagd met 3%; en
b. in het geval van projecten die betrekking hebben op herstructureringsmaatregelen in het kader van de privatisering of projecten met aanmerkelijke en duidelijk aantoonbare sociale of milieuvoordelen. In deze gevallen worden de leningen verstrekt met een rentesubsidie, waarvan de omvang en vorm afhankelijk zijn van de bijzondere kenmerken van het project. De rentesubsidie bedraagt echter niet meer dan 3%.
De uiteindelijke rentevoet is in geen geval minder dan 50% van het referentietarief.
8. De voor deze concessionele doeleinden ter beschikking gestelde middelen zijn afkomstig van de Investeringsfaciliteit en bedragen niet meer dan 5% van het totale bedrag dat wordt toegewezen voor de financiering van investeringen in het kader van de Investeringsfaciliteit en uit de eigen middelen van de Bank.
9. Rentesubsidies kunnen worden gekapitaliseerd of gebruikt in de vorm van niet-terugvorderbare hulp ter ondersteuning van projectgerelateerde technische bijstand, met name ten behoeve van financiële instellingen in de ACS-staten.
1. In het kader van de Investeringsfaciliteit wordt in alle sectoren van de economie steun verleend voor investeringen van particuliere en commercieel geleide publieke entiteiten, onder andere voor economische en technologische infrastructuur die opbrengsten genereert en voor de particuliere sector cruciaal is. De Investeringsfaciliteit dient:
a. te worden beheerd als een revolverend fonds en gericht te worden op financiële duurzaamheid. Voor de maatregelen in het kader van de Investeringsfaciliteit gelden marktconforme voorwaarden; de maatregelen mogen niet leiden tot verstoringen op de lokale markten of het verplaatsen van particuliere financieringsbronnen; en
b. gericht te zijn op katalysering, door het aantrekken van plaatselijke langetermijnmiddelen te bevorderen en buitenlandse particuliere investeerders en kredietverleners te interesseren voor projecten in de ACS-staten.
2. Bij het verstrijken van de geldigheidsduur van dit Financieel Protocol en bij gebreke van een specifiek besluit van de Raad van Ministers worden de cumulatieve nettoterugbetalingen aan de Investeringsfaciliteit overgedragen naar het volgende Protocol.
1. De Bank:
a. draagt met de door haar beheerde middelen bij tot de economische en industriële ontwikkeling van de ACS-staten op nationale en regionale basis; daartoe financiert zij, bij wijze van prioriteit, productieve projecten en programma's of andere investeringen gericht op de bevordering van de particuliere sector in alle sectoren van de economie;
b. werkt nauw samen met de nationale en regionale ontwikkelingsbanken en met bancaire en financiële instellingen uit de ACS-staten en de EU; en
c. wijzigt, in overleg met de betrokken ACS-staat, de in de Overeenkomst omschreven regelingen en procedures voor de tenuitvoerlegging van de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering, teneinde zo nodig rekening te houden met de aard van de projecten en programma's en in het kader van haar statutaire procedures conform de doelstellingen van de Overeenkomst te handelen.
2. Voor leningen uit de eigen middelen van de Bank gelden de volgende voorwaarden:
a. het referentie-rentetarief is het tarief dat door de Bank wordt toegepast voor leningen tegen dezelfde voorwaarden wat munteenheid en aflossingsperiode betreft op de dag van ondertekening van de overeenkomst of op de datum van overboeking;
b. met dien verstande dat:
i. projecten in de overheidssector, in principe, in aanmerking komen voor een rentesubsidie van 3%;
ii. projecten in de particuliere sector, vallende onder de categorieën gespecificeerd in artikel 2, lid 7, onder b, van deze bijlage, in aanmerking komen voor rentesubsidies onder dezelfde voorwaarden als die gespecificeerd in artikel 2, lid 7, onder b.
De uiteindelijke rentevoet is in geen geval minder dan 50% van het referentietarief.
c. het bedrag van de rentesubsidie wordt, na berekening van de waarde op het tijdstip van de overboeking van de lening, afgeboekt op het bedrag van de toewijzing voor rentesubsidies in het kader van de Investeringsfaciliteit, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 8 en lid 9, en rechtstreeks overgemaakt aan de Bank; en
d. de aflossingsperiode van door de Bank uit eigen middelen verstrekte leningen wordt vastgesteld op basis van de economische en financiële kenmerken van het project, maar mag niet meer dan 25 jaar bedragen. Voor deze leningen geldt gewoonlijk een aflossingsvrije periode; deze wordt vastgesteld onder verwijzing naar de periode die voor de uitvoering van het project nodig is.
3. Voor door de Bank uit eigen middelen gefinancierde investeringen in overheidsbedrijven kunnen van de betrokken ACS-staat specifieke projectgerelateerde garanties of verbintenissen worden verlangd.
Teneinde de gevolgen van wisselkoersschommelingen zo veel moge-lijk te beperken, worden de problemen in verband met het wisselkoersrisico als volgt aangepakt:
a. in het geval van aandelenparticipaties die gericht zijn op de versterking van de eigen middelen van een onderneming, komt het wisselkoersrisico in het algemeen voor rekening van de Investeringsfaciliteit;
b. in het geval van financiering met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf, wordt het wisselkoersrisico in het algemeen gedeeld door enerzijds de Gemeenschap en anderzijds de overige betrokken partijen. Gemiddeld wordt het wisselkoersrisico gelijkelijk gedeeld; en
c. voorzover haalbaar en passend, met name in landen die de kenmerken vertonen van macro-economische en financiële stabiliteit, worden in het kader van de Investeringsfaciliteit leningen verstrekt in de lokale munteenheden van de ACS-staten, teneinde aldus het wisselkoersrisico de facto weg te nemen.
De betrokken ACS-staten verbinden zich ertoe om ten aanzien van maatregelen uit hoofde van de Overeenkomst waarvoor zij schriftelijk toestemming hebben verleend in het kader van deze Overeenkomst:
a. de rente, provisies en aflossing van leningen vrij te stellen van nationale of lokale belastingen of fiscale heffingen die krachtens de wetgeving van de betrokken ACS-staat of ACS-staten verschuldigd zijn;
b. de begunstigden de beschikking te geven over de nodige deviezen voor de betaling van rente, provisies en aflossing van leningen, welke bedragen verschuldigd zijn uit hoofde van de financieringsovereenkomsten die gesloten zijn voor de uitvoering van projecten en programma's op hun grondgebied; en
c. de Bank de beschikking te geven over de nodige deviezen voor de overmaking van alle bedragen die zij in nationale valuta heeft ontvangen, tegen de wisselkoers die op het ogenblik van de overmaking van toepassing is op transacties tussen de euro of andere deviezen voor overmaking en de nationale valuta. Dit omvat alle soorten vergoedingen, zoals, onder andere, rente, dividend en provisies, alsmede de aflossing van leningen en de opbrengsten uit de verkoop van aandelen, welke bedragen verschuldigd zijn uit hoofde van de financieringsovereenkomsten die gesloten zijn voor de uitvoering van projecten en programma's op hun grondgebied.
SPECIALE MAATREGELEN
1. In het kader van de samenwerking wordt uit de toewijzing voor niet-terugvorderbare hulp steun verleend voor:
a. sociale woningbouw, ter bevordering van de langetermijnontwikkeling van de woningbouw, inclusief secundaire hypotheekfaciliteiten;
b. microfinanciering ter stimulering van MKB en micro-ondernemingen; en
c. capaciteitsopbouw ter versterking en vergemakkelijking van de effectieve deelname van de particuliere sector aan de sociale en economische ontwikkeling.
2. De ACS-EG-Raad van Ministers neemt, na de ondertekening van deze Overeenkomt en op voorstel van het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering, een besluit over de bepalingen en het bedrag van de middelen die worden toegewezen uit hoofde van de bijdrage voor langetermijnontwikkeling, teneinde deze doelstellingen te verwezenlijken.
FINANCIERING VOOR KORTETERMIJNFLUCTUATIES VAN DE EXPORTOPBRENGSTEN
1. De partijen erkennen dat dalingen van de exportopbrengsten als gevolg van kortetermijnfluctuaties de ontwikkelingsfinanciering en de tenuitvoerlegging van het macro-economisch en sectoraal beleid in gevaar kunnen brengen. De mate van afhankelijkheid van de economie van een ACS-staat van de export van goederen, in het bijzonder van landbouw- en mijnbouwproducten, is derhalve een belangrijk criterium bij de vaststelling van de toewijzing voor langetermijnontwikkeling.
2. Om de negatieve effecten van de instabiliteit van de exportopbrengsten te reduceren en de uitvoering van een door een inkomstendaling in gevaar gebracht ontwikkelingsprogramma te garanderen, kan uit de programmeerbare middelen voor de langetermijnontwikkeling van een land aanvullende financiële steun worden vrijgemaakt op basis van artikel 9 en artikel 10.
1. Aanvullende financiële middelen worden vrijgemaakt indien sprake is van:
a. een daling van 10% (2% in het geval van de minst ontwikkelde landen) van de exportopbrengsten uit goederen, vergeleken met het rekenkundig gemiddelde van de opbrengsten in de eerste drie jaar van de eerste vier jaar voorafgaande aan het toepassingsjaar;
of
een daling van 10% (2% in het geval van de minst ontwikkelde landen) van de exportopbrengsten van alle landbouw en mijnbouwproducten, vergeleken met het rekenkundig gemiddelde van de opbrengsten in de eerste drie jaar van de eerste vier jaar voorafgaande aan het toepassingsjaar voor landen wier opbrengsten uit landbouw- en mijnbouwproducten meer dan 40% vertegenwoordigen van de totale exportopbrengsten uit goederen; en
b. een verslechtering van 10% van het overheidstekort dat voor het betrokken jaar is geprogrammeerd of voor het daaropvolgende jaar wordt verwacht.
2. Het recht op aanvullende financiële middelen is beperkt tot vier opeenvolgende jaren.
3. De aanvullende financiële middelen worden opgenomen in de openbare rekeningen van het betrokken land. Zij worden gebruikt overeenkomstig de programmeringsregels en -methoden, inclusief de specifieke bepalingen in bijlage IV „Procedures voor tenuitvoerlegging en beheer", op basis van vooraf opgestelde overeenkomsten tussen de Gemeenschap en de betrokken ACS-staat in het jaar volgende op de toepassing. Bij overeenstemming tussen de partijen kunnen de middelen worden gebruikt voor financiering van in de nationale begroting opgenomen programma's. Een deel van de aanvullende financiële middelen kan echter ook worden bestemd voor specifieke sectoren.
Het systeem voor de toewijzing van aanvullende financiële middelen dient te voorzien in voorschotten ter dekking van eventuele vertragingen bij de verkrijging van handelsstatistieken en om ervoor te zorgen dat de betrokken middelen kunnen worden opgenomen in de begroting van het jaar volgende op het toepassingsjaar. Voorschotten worden vrijgemaakt op basis van door de regering opgestelde en bij de Commissie ingediende voorlopige exportstatistieken die vooruitlopen op de officiële, definitieve geconsolideerde statistieken. Voorschotten bedragen maximaal 80% van het geschatte bedrag van de aanvullende financiële middelen voor het toepassingsjaar. De aldus vrijgemaakte bedragen worden bij overeenstemming tussen de Commissie en de regering aangepast in het licht van de definitieve geconsolideerde exportstatistieken en het definitieve cijfer van het overheidstekort.
De bepalingen in dit hoofdstuk worden uiterlijk na twee jaar herzien; daarna kunnen zij op verzoek van een der partijen worden herzien.
OVERIGE BEPALINGEN
1. Onverminderd lid 3 hieronder, verbinden de partijen zich ertoe geen beperkingen op te leggen voor betalingen in vrij convertibele munt op de lopende rekening van de betalingsbalans tussen onderdanen van de Gemeenschap en de ACS-staten.
2. Met betrekking tot de verrichtingen op de kapitaalrekening van de betalingsbalans verbinden de partijen zich ertoe geen beperkingen op te leggen op het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot directe investeringen in ondernemingen welke in overeenstemming met de wetten van het gastland zijn opgericht, en investeringen in overeenstemming met deze Overeenkomst, alsook de liquidatie of repatriëring van die investeringen en van alle opbrengsten daarvan.
3. Indien een of meer ACS-staten of een of meer lidstaten in ernstige betalingsbalansproblemen verkeren of dreigen te verkeren, kunnen de ACS-staat, de lidstaat of de Gemeenschap, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel, de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten en de artikelen VIII en XIV van de statuten van het Internationaal Monetair Fonds, beperkingen instellen ten aanzien van de lopende betalingen, die van beperkte duur zijn en niet verder gaan dan hetgeen strikt noodzakelijk is voor een herstel van de situatie van de betalingsbalans. De partij die de maatregelen neemt, dient de andere partijen daarvan onverwijld in kennis te stellen en deze andere partijen zo spoedig mogelijk een tijdschema te doen toekomen voor de opheffing van deze maatregelen.
Wat de regeling inzake vestiging en diensten betreft, behandelen de ACS-staten enerzijds en de lidstaten anderzijds onderdanen en vennootschappen of ondernemingen uit de ACS-staten respectievelijk de lidstaten op voet van gelijkheid. Indien evenwel een ACS-staat of een lidstaat voor een bepaalde activiteit geen gelijke behandeling kan toepassen, is de ACS-staat respectievelijk de lidstaat niet verplicht voor die activiteit een gelijke behandeling toe te kennen aan onderdanen en vennootschappen of ondernemingen van de betrokken staat.
1. Onder „vennootschappen of ondernemingen van een lidstaat of een ACS-staat" in de zin van deze Overeenkomst worden verstaan vennootschappen of ondernemingen naar burgerlijk recht of handelsrecht, met inbegrip van overheids- of andere bedrijven, coöperatieve verenigingen en alle andere rechtspersonen en verenigingen naar publiek of privaat recht, met uitzondering van vennootschappen zonder winstoogmerk, opgericht in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat of van een ACS-staat en die hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging in een lidstaat of een ACS-staat hebben.
2. Indien zij alleen hun statutaire zetel in een lidstaat of een ACS-staat hebben, dient hun activiteit evenwel een daadwerkelijke en voortdurende band te vertonen met de economie van die lidstaat of die ACS-staat.
OVEREENKOMSTEN INZAKE BESCHERMING VAN INVESTERINGEN
1. Bij de tenuitvoerlegging van artikel 78 van deze Overeenkomst nemen de partijen de volgende beginselen in acht:
a. iedere staat die partij is bij de Overeenkomst kan in voorkomend geval verzoeken dat onderhandelingen met een andere staat die partij is bij de Overeenkomst worden geopend over een overeenkomst inzake bevordering en bescherming van investeringen;
b. bij de opening van onderhandelingen over sluiting, toepassing en interpretatie van bilaterale of multilaterale overeenkomsten inzake bevordering en bescherming van investeringen wordt door de staten die partij zijn bij dergelijke overeenkomsten niet gediscrimineerd tussen staten die partij zijn bij de onderhavige Overeenkomst en evenmin jegens die staten ten opzichte van derde landen;
c. de staten die partij zijn bij de Overeenkomst hebben het recht te vragen dat de hierboven bedoelde niet discriminerende behandeling wordt gewijzigd of aangepast wanneer daartoe door internationale verplichtingen of een wijziging van de feitelijke situatie de noodzaak is ontstaan;
d. toepassing van de hierboven vermelde beginselen mag niet tot doel of tot gevolg hebben dat inbreuk wordt gemaakt op de soevereiniteit van een staat die partij is bij de Overeenkomst; en
e. de relatie tussen de datum van inwerkingtreding van de gesloten overeenkomsten, de bepalingen betreffende de regeling van geschillen en de datum van de bedoelde investeringen worden in die overeenkomsten vastgesteld met inachtneming van de voorgaande leden. De partijen bij de Overeenkomst bevestigen dat als algemeen beginsel geen terugwerkende kracht wordt toegepast, tenzij staten die partij zijn bij de Overeenkomst anders besluiten.
2. De partijen bij de Overeenkomst komen overeen de belangrijkste clausules van een modelovereenkomst inzake bescherming en bevordering van investeringen te onderzoeken, teneinde de onderhandelingen over bilaterale overeenkomsten inzake bescherming en bevordering van investeringen te vereenvoudigen. Bij dit onderzoek, dat uitgaat van de bepalingen van de bestaande bilaterale overeenkomsten tussen de staten die partij zijn bij de Overeenkomst, wordt met name aandacht geschonken aan:
a. wettelijke garanties voor eerlijke en rechtvaardige behandeling en bescherming van buitenlandse investeerders;
b. een meestbegunstigingsclausule;
c. bescherming bij onteigening en nationalisering;
d. overdracht van kapitaal en winsten; en
e. internationale arbitrage bij geschillen tussen investeerders en het gastland.
3. De partijen komen overeen de capaciteit van de garantiestelsels te onderzoeken, teneinde een positief antwoord te kunnen geven op de specifieke behoefte van kleine en middelgrote ondernemingen om hun investeringen in de ACS-staten veilig te stellen. Deze onderzoeken moeten zo snel mogelijk na de ondertekening van de Overeenkomst worden aangevangen. De Commissie legt het resultaat van deze studies ter goedkeuring en verdere afhandeling voor aan het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering.
Institutionele ondersteuning – COB en TCLP
De samenwerking ondersteunt de institutionele mechanismen voor bijstand aan het bedrijfsleven en ter bevordering van de landbouw en de ontwikkeling van het platteland. In deze context draagt de samenwerking bij tot:
a. versterking van de rol van het Centrum voor de Ontwikkeling van het Bedrijfsleven (COB) teneinde de particuliere sector van de ACS de nodige steun te bieden bij de activiteiten inzake de ontwikkeling van de particuliere sector; en
b. versterking van de rol van het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling (TCLP) bij de institutionele capaciteitsopbouw in de ACS, met name wat betreft informatiemanagement, ter verbetering van de toegang tot technologieën om productiviteit en afzetmogelijkheden in de landbouw te verhogen en voedselzekerheid en plattelandsontwikkeling te versterken.
1. Het COB steunt de uitvoering van strategieën voor ontwikkeling van het bedrijfsleven in de ACS-landen door het verstrekken van niet-financiële diensten aan ondernemingen uit de ACS en het steunen van gezamenlijke initiatieven van bedrijven uit de Gemeenschap en de ACS.
2. Het COB streeft ernaar particuliere ondernemingen uit de ACS te helpen hun concurrentievermogen in alle sectoren van de economie te versterken. Hiertoe doet het in het bijzonder het volgende:
a. het vereenvoudigt en stimuleert samenwerking en partnerschappen tussen ondernemingen uit ACS en EU;
b. het helpt bij de ontwikkeling van zakelijke ondersteunende diensten door steun te verlenen ten behoeve van de capaciteitsopbouw in particuliere organisaties of ten behoeve van verleners van ondersteunende technische, professionele, commerciële, management- en opleidingsdiensten;
c. het verleent bijstand ten behoeve van activiteiten ter stimulering van investeringen, bijvoorbeeld organisaties voor stimulering van investeringen, investeringsconferenties, strategische workshops en follow-up-activiteiten voor de stimulering van investeringen; en
d. het steunt initiatieven die bijdragen tot de ontwikkeling en de overdracht van technologieën, knowhow en beste praktijk in alle aspecten van de bedrijfseconomie.
3. Andere taken van het COB zijn:
a. het voorlichten van de particuliere sector in de ACS over de Overeenkomst;
b. het verspreiden van informatie in de particuliere sector over de op buitenlandse markten verlangde productkwaliteit en verplichte normen; en
c. het verstrekken van informatie aan Europese ondernemingen en organisaties in de particuliere sector over handelsmogelijkheden en -procedures in de ACS-landen.
4. Het COB verleent zijn steun aan het bedrijfsleven via gekwalificeerde en bevoegde nationale en/of regionale tussenpersonen.
5. De activiteiten van het COB zijn gebaseerd op coördinatie, complementariteit en toegevoegde waarde ten aanzien van initiatieven voor de ontwikkeling van de particuliere sector, ondernomen door openbare of particuliere entiteiten. Het COB gaat bij het uitvoeren van zijn taken selectief te werk.
6. Het Comité van Ambassadeurs is belast met het toezicht op het Centrum. Het Comité doet na ondertekening van de Overeenkomst het volgende:
a. het stelt de statuten en het reglement van orde vast van het Centrum en van de toezichthoudende instanties;
b. het stelt de statuten, het financieel reglement en het personeelsreglement vast;
c. het oefent toezicht uit op de instanties van het Centrum; en
d. het stelt de werkwijze en de procedures voor de aanneming van de begroting van het Centrum vast.
7. De leden van de instanties van het Centrum worden benoemd door het Comité van Ambassadeurs volgens door dit Comité vastgestelde procedures en criteria.
8. De begroting van het Centrum wordt gefinancierd volgens de in de Overeenkomst vastgestelde regels voor de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.
1. De taak van het TCLP is het versterken van de ontwikkeling van beleids- en institutionele capaciteit en het versterken van de managementcapaciteiten op het gebied van informatie en communicatie bij ACS-organisaties voor landbouw- en plattelandsontwikkeling. Het helpt die organisaties bij het formuleren en uitvoeren van beleid en programma's om armoede te bestrijden, duurzame voedselzekerheid te bevorderen, natuurlijke hulpbronnen in stand te houden en zo bij te dragen tot zelfvoorziening in de landbouw- en plattelandsontwikkeling in de ACS.
2. De taken van het TCLP zijn:
a. het ontwikkelen en verstrekken van informatiediensten en het verbeteren van de toegang tot onderzoek, opleiding en innovatie op het gebied van landbouw- en plattelandsontwikkeling, teneinde de ontwikkeling van de landbouw en het platteland te stimuleren; en
b. het ontwikkelen en versterken van de capaciteiten in de ACS, met het oog op:
i. verbetering van formulering en beheer van beleid en strategieën voor de ontwikkeling van de landbouw en het platteland op nationaal en regionaal niveau, onder meer ter verbetering van capaci-teiten voor het verzamelen van gegevens en voor beleidsonderzoek, -analyse en -formulering;
ii. verbetering van informatie- en communicatiemanagement, met name in het kader van de nationale landbouwstrategie;
iii. bevordering van effectieve intra-institutioneel informatie- en communicatiemanagement (ICM) ten behoeve van het meten van prestaties, en bevordering van de vorming van consortia met regionale en internationale partners;
iv. stimulering van gedecentraliseerd ICM op plaatselijk en nationaal niveau;
v. versterking van initiatieven door middel van regionale samenwerking; en
vi. ontwikkeling van werkwijzen om de beleidsimpact op het gebied van landbouw- en plattelandsontwikkeling te meten.
3. Het Centrum ondersteunt regionale initiatieven en netwerken en voert geleidelijk programma's voor capaciteitsontwikkeling uit samen met geschikte organisaties uit de ACS. Hiertoe verleent het centrum steun aan gedecentraliseerde regionale informatienetwerken. Deze netwerken worden geleidelijk en op efficiënte wijze tot stand gebracht.
4. Het Comité van Ambassadeurs is belast met het toezicht op het Centrum. Het Comité doet na ondertekening van de Overeenkomst het volgende:
a. het stelt de statuten en het reglement van orde vast van het Centrum en van de toezichthoudende instanties;
b. het stelt de statuten, het financieel reglement en het personeelsreglement vast;
c. het oefent toezicht uit op de instanties van het Centrum; en
d. het stelt de werkwijze en de procedures voor de aanneming van de begroting van het Centrum vast.
5. De leden van de instanties van het Centrum worden benoemd door het Comité van Ambassadeurs volgens door dit Comité vastgestelde procedures en criteria.
6. De begroting van het Centrum wordt gefinancierd volgens de in de Overeenkomst vastgestelde regels voor de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.
Procedures voor tenuitvoerlegging en beheer
PROGRAMMERING (NATIONAAL)
Activiteiten die gefinancierd worden met uit hoofde van de Overeenkomst verleende subsidies worden geprogrammeerd aan het begin van de periode waarop het Financieel Protocol betrekking heeft. Voor de toepassing hiervan houdt programmering in:
a. formulering en ontwikkeling van een nationale ondersteunende strategie (NOS) op basis van de ontwikkelingsdoelstellingen en -strategieën van het land voor de middellange termijn;
b. een duidelijke indicatie van de kant van de Gemeenschap van de indicatieve programmeerbare financiële middelen waarover het land gedurende een periode van vijf jaar kan beschikken, alsmede andere nuttige inlichtingen;
c. opstelling en goedkeuring van een indicatief programma voor de tenuitvoerlegging van de NOS; en
d. een evaluatieproces dat betrekking heeft op de NOS, het indicatieve programma en de daarvoor toegewezen middelen.
De NOS wordt opgesteld door de ACS-staat en de EU na overleg met een ruime selectie van actoren in het ontwikkelingsproces. De NOS wordt gebaseerd op ervaringen en de beste praktijk. De NOS wordt aangepast aan de behoeften en de specifieke omstandigheden van elke ACS-staat. Met de NOS wordt een prioriteitsrangorde aangebracht in de activiteiten en wordt de eigen plaatselijke inbreng in de samenwerkings- programma's versterkt. Discrepanties tussen de analyse van het land zelf en die van de Gemeenschap worden aangegeven. De NOS omvat de volgende standaardonderdelen:
a. een analyse van de politieke, economische en sociale achtergrond van het land, de beperkingen, capaciteiten en vooruitzichten en een beoordeling van de basisbehoeften, zoals het inkomen per hoofd van de bevolking, de bevolkingsomvang en de sociale indicatoren en kwetsbaarheid;
b. een gedetailleerd overzicht van de ontwikkelingsstrategie van het land voor de middellange termijn, met duidelijk gestelde prioriteiten en vermelding van de verwachte financiële vereisten;
c. een overzicht van de relevante plannen en maatregelen van andere donoren die in het land actief zijn, met name de EU-lidstaten als bilaterale donoren;
d. responsstrategieën die de specifieke bijdrage van de EU in detail omschrijven. Deze moeten waar mogelijk complementair zijn met activiteiten die worden gefinancierd door de ACS-staat zelf en de andere donoren die in het land actief zijn; en
e. een definitie van de aard en het toepassingsgebied van de meest geschikte steunmechanismen voor deze strategieën.
1. Middelen worden toegewezen op basis van behoeften en prestaties, zulks als in de Overeenkomst vastgelegd. In dit verband geldt het volgende:
a. de behoeften worden geëvalueerd aan de hand van criteria voor inkomen per hoofd van de bevolking, bevolkingsomvang, sociale indicatoren en schuldniveau, derving van exportopbrengsten en afhankelijkheid van exportopbrengsten, met name voor landbouw en mijnbouw. Er wordt voorzien in een bijzondere behandeling voor de minst ontwikkelde ACS-landen en rekening gehouden met de kwetsbaarheid van niet aan zee grenzende en insulaire ACS-landen. Ook wordt rekening gehouden met de bijzondere moeilijkheden van landen die een conflictsituatie hebben doorgemaakt; en
b. de prestaties worden objectief en transparant beoordeeld aan de hand van de volgende parameters: voortgang bij de tenuitvoerlegging van institutionele hervormingen, prestaties bij het benutten van hulpbronnen, effectieve tenuitvoerlegging van lopende maatregelen, verlichting of bestrijding van armoede, duurzame ontwikkeling en macro-economische en sectorale beleidsprestaties.
2. De toegewezen middelen bestaan uit twee elementen:
a. middelen voor macro-economische steunmaatregelen, sectoraal beleid, programma's en projecten ter ondersteuning van concentratiesectoren en andere sectoren van de bijstand van de Gemeenschap; en
b. middelen voor onvoorziene behoeften zoals noodhulp, wanneer dergelijke steun niet uit de EU-begroting kan worden gefinancierd, bijdragen aan internationaal overeengekomen initiatieven voor schuldverlichting en steun ter vermindering van de gevolgen van instabiliteit van de exportopbrengsten.
3. Met dit indicatieve bedrag moet het betrokken land de steun van de Gemeenschap op de lange termijn beter kunnen programmeren. Deze toewijzingen vormen, samen met niet vastgelegde saldi van aan het land onder eerdere EOF's toegewezen middelen en waar mogelijk middelen uit de begroting van de EU, de basis voor het opstellen van het indicatieve programma voor het betrokken land.
4. Een regeling wordt getroffen voor landen die door uitzonderlijke omstandigheden geen toegang hebben tot normale programmeerbare middelen.
1. Na ontvangst van bovengenoemde gegevens stelt elke ACS-staat, op basis van en overeenkomstig zijn ontwikkelingsdoelstellingen en -prioriteiten, een ontwerp voor een indicatief programma op en legt dit voor aan de Gemeenschap. In het ontwerp worden genoemd:
a. de concentratiesector, -sectoren of -gebieden waarop de steun wordt gericht;
b. de meest geschikte maatregelen en activiteiten om de doelstellingen voor de concentratiesector, -sectoren of -gebieden te verwezenlijken;
c. de middelen die voor projecten en programma's buiten de concentratiesector(en) gereserveerd zijn en/of de hoofdlijnen van die activiteiten, alsmede een indicatie van de voor elk van deze elementen in te zetten middelen;
d. aanduiding welke niet-overheidsactoren voor steun in aanmerking komen en opgave van de middelen voor niet-overheidsactoren;
e. voorstellen voor regionale projecten en programma's; en
f. voorzieningen ter dekking van mogelijke claims en onvoorziene stijging van kosten en uitgaven.
2. Het ontwerp voor een indicatief programma omvat waar nodig middelen voor versterking van de menselijke, materiële en institutionele capaciteit van de ACS om nationale en regionale indicatieve programma's uit te werken en ten uitvoer te leggen en het beheer van de projectcyclus van de overheidsinvesteringen van de ACS te verbeteren.
3. Over het ontwerp voor een indicatief programma wordt tussen de betrokken ACS-staat en de Gemeenschap een gedachtewisseling gehouden. Het indicatieve programma wordt door de Gemeenschap en de betrokken ACS-staat in onderling overleg vastgesteld. Het is voor de Gemeenschap en die staat bindend. Het indicatieve programma wordt aan de NOS gehecht en omvat bovendien:
a. specifieke en duidelijk geïdentificeerde activiteiten, met name die waarvoor betalingsverplichtingen kunnen worden aangegaan vóór de eerstkomende evaluatie;
b. een tijdschema voor tenuitvoerlegging en evaluatie van het indicatieve programma, inclusief betalingsverplichtingen en betalingen; en
c. parameters en criteria voor de evaluaties.
4. De Gemeenschap en de betrokken ACS-staat nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de programmering op zo kort mogelijke termijn wordt afgerond en wel, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, binnen twaalf maanden na de ondertekening van het Financiële Protocol. De uitwerking van de NOS en het indicatieve programma moet geschieden in het kader van een voortdurend proces dat uitmondt in de vaststelling van één document.
1. De financiële samenwerking tussen ACS-staat en Gemeenschap dient zo flexibel te zijn, dat activiteiten voortdurend kunnen worden bijgesteld om aan de doelstellingen te beantwoorden en rekening kan worden gehouden met eventuele veranderingen in economische situatie, prioriteiten en doelstellingen van de betrokken ACS-staat. In dit verband hebben de nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie de volgende taken:
a. verrichten van een jaarlijkse operationele evaluatie van het indicatieve programma; en
b. verrichten van een tussentijdse evaluatie en een eindevaluatie van de NOS en het indicatieve programma in het licht van behoeften en prestaties.
2. In uitzonderlijke omstandigheden als bedoeld in de bepalingen over humanitaire hulp en spoedhulp kan de evaluatie op verzoek van elk der partijen worden verricht.
3. De nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie dragen zorg voor het volgende:
a. zij nemen alle noodzakelijke maatregelen om naleving van de bepalingen van het indicatieve programma te waarborgen; dit geldt ook voor het tijdschema voor vastleggings- en uitbetalingskredieten dat bij de programmering is overeengekomen; en
b. zij stellen in geval van vertraging bij de tenuitvoerlegging de oorzaak daarvan vast en stellen maatregelen voor om de problemen op te lossen.
4. De jaarlijkse operationele evaluatie van het indicatieve programma bestaat uit een gezamenlijke beoordeling van de tenuitvoerlegging van het programma, waarbij de resultaten van relevante monitoring- en evaluatieactiviteiten in aanmerking worden genomen. De evaluatie wordt ter plaatse uitgevoerd en wordt door de nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie binnen zestig dagen afgerond. Het belangrijkste onderdeel is beoordeling van:
a. de in de concentratiesector(en) bereikte resultaten, afgemeten aan de overeengekomen doelstellingen en impactindicatoren en de sectorale beleidsverplichtingen;
b. projecten en programma's buiten de concentratiesectoren of in het kader van meerjarenprogramma's;
c. de benutting van voor niet-overheidsactoren uitgetrokken middelen;
d. de effectiviteit van de uitvoering van de lopende maatregelen en de mate waarin het tijdschema voor vastleggingsen betalingskredieten is aangehouden; en
e. uitbreiding van de programmeringsvooruitzichten voor de volgende jaren.
5. Binnen dertig dagen na de afronding van de jaarlijkse evaluatie rapporteren de nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie aan het Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering. Het Comité bestudeert hun rapport in overeenstemming met zijn taken en bevoegdheden krachtens de Overeenkomst.
6. In het licht van de jaarlijkse operationele evaluaties kunnen de nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie de NOS bij de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie binnen bovengenoemde termijnen herzien:
a. indien bij de operationele evaluaties specifieke problemen zijn geconstateerd; en/of
b. in het licht van gewijzigde omstandigheden in een ACS-staat.
Dergelijke herzieningen moeten zijn afgerond binnen dertig dagen na de afsluiting van de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie. De evaluatie bij het verlopen van het Financieel Protocol omvat tevens een aanpassing aan het nieuwe financiële protocol ten aanzien van toewijzing van middelen en voorbereiding op het volgende programma.
7. Na de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie kan de Gemeenschap de toewijzing van middelen herzien in het licht van behoeften en prestaties van de betrokken ACS-staat.
PROGRAMMERING EN VOORBEREIDING (REGIONAAL)
1. Regionale samenwerking heeft betrekking op activiteiten waarbij betrokken zijn:
a. twee of meer ACS-staten dan wel alle ACS-staten; en/of
b. een regionale instantie waarvan ten minste twee ACS-staten lid zijn.
2. Bij regionale samenwerking kunnen ook landen en gebieden overzee en ultraperifere gebieden betrokken zijn. De voor de deelneming van deze gebieden benodigde kredieten vormen een aanvulling op de kredieten die in het kader van de Overeenkomst aan de ACS-staten worden toegekend.
De betrokken ACS-staten besluiten over de definitie van geografische regio's. Regionale integratieprogramma's dienen zo veel mogelijk overeen te stemmen met de programma's van bestaande regionale organisaties die naar economische integratie streven. Wanneer de ledenbestanden van verschillende relevante regionale organisaties elkaar overlappen, moeten integratieprogramma's in beginsel betrekking hebben op het gecombineerde ledental van die organisaties. In dit verband verstrekt de Gemeenschap specifieke steun voor regionale programma's aan ACS-staten die hebben toegezegd met de EU over overeenkomsten inzake economisch partnerschap te onderhandelen.
1. De programmering vindt plaats op het niveau van elke regio. Aan de programmering ligt een gedachtewisseling ten grondslag tussen de Commissie en een regionale organisatie met een passend mandaat, of bij ontbreken van een dergelijk mandaat, de nationale ordonnateurs van de landen in de regio. Waar nuttig kan in het kader van de programmering ook overleg worden gepleegd met in aanmerking komende niet-overheidsactoren.
2. Voor de toepassing hiervan houdt programmering in:
a. formulering en ontwikkeling van een regionale ondersteunende strategie (ROS) op basis van de ontwikkelingsdoelstellingen en -strategieën van de regio voor de middellange termijn;
b. een duidelijke indicatie van de kant van de Gemeenschap van de indicatieve toewijzing van middelen waarover de regio gedurende een periode van vijf jaar kan beschikken, alsmede andere nuttige inlichtingen;
c. opstelling en goedkeuring van een regionaal indicatief programma (RIP) voor de tenuitvoerlegging van de ROS; en
d. een evaluatieproces voor de ROS, het RIP en de voor elke regio toegewezen middelen.
3. De ROS wordt opgesteld door de Commissie en een regionale organisatie met een passend mandaat, in samenwerking met de ACS-staten in de betrokken regio. Met de ROS wordt een prioriteitsrangorde aangebracht in de activiteiten en wordt de eigen plaatselijke inbreng in de ondersteunde programma's versterkt. De ROS omvat de volgende standaardonderdelen:
a. een analyse van de politieke, economische en sociale achtergrond van de regio;
b. een beoordeling van het regionale economische integratieproces en het proces van integratie in de wereldeconomie en van de vooruitzichten daarvoor;
c. een overzicht van de regionale strategieën en prioriteiten en van de te verwachten financieringsvereisten;
d. een overzicht van relevante activiteiten van andere externe partners in de regionale samenwerking; en
e. een overzicht van de specifieke EU-bijdrage tot de verwezenlijking van de doeleinden van de regionale samenwerking en integratie, die zoveel mogelijk een aanvulling moeten zijn op de activiteiten die gefinancierd worden door de ACS-staten zelf en door andere externe partners, met name de EU-lidstaten.
Aan het begin van elke periode waarop het Financieel Protocol betrekking heeft, krijgt elke regio van de Gemeenschap een indicatie van de omvang van de middelen waarvoor de regio in een periode van vijf jaar in aanmerking komt. Deze indicatieve toewijzing wordt gebaseerd op een schatting van de behoeften en van de voortgang en vooruitzichten van het regionale samenwerkings- en integratieproces. Om op toereikende schaal te kunnen opereren en de efficiency te versterken, kunnen regionale en nationale fondsen worden gecombineerd voor het financieren van regionale activiteiten met een duidelijke nationale component.
1. Op basis van bovengenoemde toewijzing van middelen wordt door een regionale organisatie met een passend mandaat, of bij ontbreken van een dergelijk mandaat, door de nationale ordonnateurs van de landen in de regio, een ontwerp voor een regionaal indicatief programma opgesteld. Het programmaontwerp bepaalt met name het volgende:
a. de sectoren en onderwerpen waarop de communautaire steun wordt geconcentreerd;
b. de meest geschikte maatregelen en acties voor de verwezenlijking van de voor die sectoren aangegeven doelstellingen; en
c. de projecten en programma's waarmee deze doeleinden moeten worden verwezenlijkt, als die duidelijk zijn geïdentificeerd, alsmede een indicatie van de middelen die voor elk van deze onderdelen zullen worden ingezet en een tijdschema voor de uitvoering.
2. De regionale indicatieve programma's worden door de Gemeenschap en de betrokken ACS-staten in onderling overleg vastgesteld.
De financiële samenwerking tussen elke ACS-regio en de Gemeenschap dient zo flexibel te zijn, dat activiteiten voortdurend kunnen worden bijgesteld om aan de doelstellingen te beantwoorden en rekening kan worden gehouden met eventuele veranderingen in economische situatie, prioriteiten en doelstellingen van de betrokken regio. Tussentijds en aan het einde van de looptijd van het protocol wordt een evaluatie uitgevoerd om het regionale indicatieve programma aan te passen aan de veranderende omstandigheden en correcte tenuitvoerlegging te waarborgen. Na de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie kan de Gemeenschap de toewijzing van middelen herzien in het licht van behoeften en prestaties.
Bij aanvang van elke periode waarop het Financieel Protocol betrekking heeft, geeft de Gemeenschap de ACS-Raad van Ministers een indicatie van de voor regionale activiteiten uitgetrokken middelen die gereserveerd zijn voor activiteiten die vele of alle ACS-staten ten goede komen. Dergelijke activiteiten behoeven niet gebonden te zijn aan de geografische ligging.
1. Verzoeken om financiering van regionale programma's worden ingediend door:
a. een regionaal lichaam of een regionale organisatie met een passend mandaat; of
b. een subregionaal lichaam of een subregionale organisatie met een passend mandaat, of een ACS-staat in de betrokken regio in de programmeringsfase, mits de activiteit in het RIP is aangegeven.
2. Verzoeken om financiering van intra-ACS-programma's worden ingediend door:
a. ten minste drie regionale lichamen of organisaties met een passend mandaat, die tot verschillende geografische regio's behoren, of door de nationale ordonnateurs van die regio's; of
b. de ACS-Raad van Ministers of door het ACS-Comité van Ambassadeurs, indien dit daartoe specifiek is gemachtigd; of
c. internationale organisaties die activiteiten uitvoeren die bijdragen tot de verwezenlijking van de doeleinden van regionale samenwerking en integratie, mits het ACS-Comité van Ambassadeurs daartoe toestemming heeft verleend.
1. Regionale programma's worden uitgevoerd door de aanvragende instantie of een andere daartoe gemachtigde instelling of lichaam.
2. Intra-ACS-programma's worden uitgevoerd door de aanvragende instantie of een daartoe gemachtigde vertegenwoordiger. Bij ontbreken van een gemachtigde uitvoerder is de Commissie, behoudens door het ACS-secretariaat beheerde ad-hocprojecten en -programma's, verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van intra-ACS-activiteiten.
3. De activiteiten voor regionale samenwerking worden, met inachtneming van de hiervoor relevante doelstellingen en kenmerken, uitgevoerd volgens de voor de financiële en technische samenwerking vastgestelde procedures, indien zij daaronder vallen.
UITVOERING VAN PROJECTEN
1. Door ACS-staten ingediende projecten en programma's worden gezamenlijk onderzocht. Het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering stelt richtsnoeren en criteria op voor de beoordeling van projecten en programma's.
2. De dossiers van de opgestelde en ter financiering voorgelegde projecten en programma's dienen alle gegevens te bevatten die voor het onderzoek van deze projecten of programma's nodig zijn of, indien deze projecten en programma's nog niet volledig omschreven zijn, met het oog op het onderzoek een beknopte beschrijving bevatten. Deze dossiers worden overeenkomstig deze Overeenkomst door de ACS-staten of de andere begunstigden officieel overgedragen aan de Gemeenschap.
3. Bij het onderzoek van projecten en programma's wordt de eis inzake nationale personele middelen in acht genomen en wordt een strategie opgezet voor een betere benutting van deze middelen. Bovendien wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken en beperkingen van elke ACS-staat.
1. De conclusies van het onderzoek worden samengevat in een financieringsvoorstel dat is opgesteld door de Commissie in nauwe samenwerking met de betrokken ACS-staat. Dit financieringsvoorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de besluitvormingsinstantie van de Gemeenschap.
2. Het financieringsvoorstel bevat een indicatief tijdschema voor de technische en financiële uitvoering van het project of programma, met inbegrip van meerjarenprogramma's en globale toewijzingen voor activiteiten van geringe financiële schaal, en vermeldt de duur van de verschillende uitvoeringsstadia. Het financieringsvoorstel:
a. neemt de opmerkingen van de betrokken ACS-staat of ACS-staten in acht; en
b. wordt gelijktijdig aan de betrokken ACS-staat of ACS-staten en aan de Commissie toegezonden.
3. De Commissie werkt het financieringsvoorstel uit en zendt het, al dan niet gewijzigd, aan de besluitvormingsinstantie van de Gemeenschap. De betrokken ACS-staat of ACS-staten worden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over iedere inhoudelijke wijziging die de Commissie voornemens is in het document aan te brengen. Deze opmerkingen worden in het gewijzigde financieringsvoorstel in aanmerking genomen.
4. De besluitvormingsinstantie van de Gemeenschap deelt haar besluit mede binnen 120 dagen na de datum van verzending van het financieringsvoorstel als hierboven bedoeld.
5. Indien het financieringsvoorstel niet door de Gemeenschap wordt goedgekeurd, worden de betrokken ACS-staat of ACS-staten onmiddellijk op de hoogte gesteld van de redenen van dit besluit. In dat geval kunnen de vertegenwoordigers van de betrokken ACS-staat of ACS-staten binnen zestig dagen na de kennisgeving verzoeken:
a. het probleem voor te leggen aan het bij de Overeenkomst ingestelde ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering; of
b. door de besluitvormingsinstantie van de Gemeenschap te worden gehoord.
6. Nadat de vertegenwoordigers zijn gehoord, wordt door de desbetreffende instantie van de Gemeenschap een definitief besluit genomen om het financieringsvoorstel aan te nemen dan wel af te wijzen; voor dit besluit wordt genomen, kunnen de betrokken ACS-staat of ACS-staten aan deze instantie alle gegevens mededelen die zij voor volledige kennis van zaken noodzakelijk achten.
7. In het kader van meerjarenprogramma's worden onder meer gefinancierd: opleiding, gedecentraliseerde activiteiten, microprojecten, handelspromotie en handelsontwikkeling, activiteiten op beperkte schaal in een specifieke sector, steun voor project- of programmabeheer en technische samenwerking.
8. In bovengenoemde gevallen kan de betrokken ACS-staat het hoofd van de delegatie een meerjarenprogramma voorleggen met de hoofdlijnen, de geplande activiteiten en de voorgestelde financiële verplichtingen:
a. het financieringsbesluit voor elk meerjarenprogramma wordt genomen door de hoofdordonnateur. De brief van de hoofdordonnateur aan de nationale ordonnateur waarin dit besluit wordt meegedeeld, is de financieringsovereenkomst; en
b. in het kader van de aldus goedgekeurde meerjarenprogramma's voert de nationale ordonnateur of in voorkomend geval de gedecentraliseerde samenwerkingsinstantie waaraan voor dit doel taken zijn gedelegeerd, dan wel een andere in aanmerking komende begunstigde, iedere maatregel uit overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst en de hierboven bedoelde financieringsovereenkomst. Wanneer de uitvoering wordt verricht door gedecentraliseerde samenwerkingsinstanties of andere in aanmerking komende begunstigden, behouden de nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie de financiële verantwoordelijkheid en houden zij regelmatig toezicht op de activiteiten, teneinde hen onder meer in staat te stellen om hun verplichtingen na te komen.
9. Aan het einde van elk jaar brengt de nationale ordonnateur aan de Commissie verslag uit over de tenuitvoerlegging van de meerjarenprogramma's; dit verslag wordt opgesteld in overleg met het hoofd van de delegatie.
1. Tenzij in deze Overeenkomst anders bepaald, wordt voor ieder met subsidie van het Fonds gefinancierd project of programma een financieringsovereenkomst tussen de Commissie en de betrokken ACS-staat of ACS-staten opgesteld. Indien de rechtstreekse begunstigde geen ACS-staat is, wordt het financieringsbesluit door de Commissie geformaliseerd door middel van een briefwisseling met deze begunstigde.
2. De financieringsovereenkomst tussen de Commissie en de betrokken ACS-staat of ACS-staten wordt opgesteld binnen zestig dagen na het besluit van de besluitvormingsinstantie van de Gemeenschap. In de financieringsovereenkomst:
a. worden met name de financiële verplichtingen van het Fonds, de financieringsregelingen en -voorwaarden en de algemene en specifieke bepalingen voor het betrokken project of programma gespecificeerd en ook het indicatieve tijdschema voor de technische uitvoering van het project of het programma vermeld; en
b. worden toereikende voorzieningen getroffen voor de dekking van onvoorzien hogere kosten en uitgaven.
3. Na ondertekening van de financieringsovereenkomst worden de betalingen overeenkomstig het daarin vastgestelde financieringsplan verricht. Resterende bedragen die worden geconstateerd bij de afsluiting van projecten en programma's komen de betrokken ACS-staat toe en worden als zodanig in de rekeningen van het Fonds geboekt. Zij kunnen op de bij de Overeenkomst aangegeven wijze voor de financiering van projecten en programma's worden gebruikt.
1. Zodra de in de financieringsovereenkomst vastgestelde grenzen dreigen te worden overschreden, stelt de nationale ordonnateur de hoofdordonnateur daarvan via het hoofd van de delegatie in kennis, waarbij hij aangeeft welke maatregelen hij denkt te treffen om deze kostenoverschrijding ten opzichte van de toewijzing te dekken, hetzij door het project of het actieprogramma in te perken, hetzij door een beroep te doen op nationale of andere niet-communautaire middelen.
2. Indien in overleg met de Gemeenschap wordt besloten het project of programma niet in te perken, of indien het niet mogelijk is dit uit andere hulpbronnen te financieren, kan de overschrijding worden gefinancierd tot ten hoogste 20% van de in het indicatieve programma voor het betrokken project of programma vastgestelde financiële vastlegging.
1. Om te zorgen dat programma's snel van start kunnen gaan en om perioden van stilstand tussen opeenvolgende projecten en vertragingen te voorkomen, kunnen de ACS-staten in overleg met de Commissie wanneer het onderzoek van het project afgerond is en voordat het financieringsbesluit is genomen:
a. voor alle typen overeenkomsten aanbestedingen uitschrijven waarin een schorsingsclausule is opgenomen; en
b. activiteiten voorfinancieren in verband met voorbereidende en seizoensgebonden werkzaamheden, bestelling van uitrusting met een lange levertijd en bepaalde lopende verrichtingen. Dergelijke uitgaven moeten geschieden conform de procedures van de Overeenkomst.
2. Deze bepalingen laten de bevoegdheden van de besluitvormingsinstantie van de Gemeenschap onverlet.
3. Uitgaven die door een ACS-staat uit hoofde van dit artikel zijn verricht, worden na de ondertekening van de financieringsovereenkomst met terugwerkende kracht in het kader van het project of het programma gefinancierd.
AANBESTEDING EN PREFERENTIES
Behoudens indien overeenkomstig de algemene voorschriften of overeenkomstig artikel 22 een uitzondering is toegestaan, gelden de volgende regels:
a. de deelname aan aanbestedingen en de gunning van het door het Fonds gefinancierde opdrachten staan op gelijke voorwaarden open voor:
i. natuurlijke personen, vennootschappen, overheidsinstellingen of semi-overheidsinstellingen van de ACS-staten en de lidstaten;
ii. coöperaties en andere publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen uit de lidstaten en/of de ACS-staten; en
iii. gezamenlijke ondernemingen of consortia van ondernemingen of vennootschappen uit ACS-staten en/of lidstaten.
b. leveringen moeten van oorsprong zijn uit de Gemeenschap en/of uit ACS-staten. In dit verband wordt de definitie van „producten van oorsprong" beoordeeld aan de hand van de relevante internationale overeenkomsten en worden leveringen van oorsprong uit de landen en gebieden overzee aangemerkt als leveringen van oorsprong uit de Gemeenschap.
De ACS-staten en de Commissie treffen de nodige maatregelen voor een zo ruim mogelijke deelname, op gelijke voorwaarden, aan aanbestedingen van opdrachten voor werken, leveringen en diensten; dit betreft onder meer:
a. erop toezien dat aanbestedingen via het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, de staatsbladen van alle ACS-staten en alle andere geschikte media bekend worden gemaakt;
b. uitsluiting van discriminerende praktijken en technische specificaties die ruime deelname op gelijke voorwaarden kunnen verhinderen;
c. bevordering van samenwerking tussen ondernemingen uit de lidstaten en de ACS-staten;
d. erop toezien dat alle gunningscriteria in het aanbestedingsdossier zijn vermeld; en
e. erop toezien dat de gekozen inschrijving voldoet aan de voorwaarden en criteria van het aanbestedingsdossier.
1. Om de kosteneffectiviteit van het stelsel te optimaliseren kan op verzoek van de betrokken ACS-staten worden toegestaan dat natuurlijke personen en rechtspersonen uit niet tot de ACS-staten behorende ontwikkelingslanden deelnemen aan door de Gemeenschap gefinancierde overeenkomsten. De betrokken ACS-staten verstrekken de gemachtigde voor elk geval de voor de Gemeenschap noodzakelijke gegevens om over deze uitzonderingsgevallen een besluit te nemen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan:
a. de geografische ligging van de betrokken ACS-staat;
b. het concurrentievermogen van aannemers, leveranciers en adviseurs uit de lidstaten en de ACS-staten;
c. vermijding van buitensporige stijging van de uitvoeringskosten van de overeenkomsten;
d. vervoersproblemen en vertragingen in verband met levertijden of soortgelijke problemen; en
e. de meest geschikte en aan de lokale omstandigheden optimaal aangepaste technologie.
2. Deelname van derde landen aan door de Gemeenschap gefinancierde opdrachten kan ook worden toegestaan:
a. wanneer de Gemeenschap deelneemt in de financiering van regionale of interregionale samenwerkingsactiviteiten die van belang zijn voor derde landen;
b. in geval van medefinanciering van projecten en programma's; en
c. in geval van spoedhulp.
3. In uitzonderingsgevallen kunnen in overleg met de Commissie adviesbureaus of deskundigen uit derde landen deelnemen aan opdrachten voor diensten.
1. Om de algemene voorschriften voor aanbesteding en preferenties voor door het EOF gefinancierde activiteiten te vereenvoudigen, worden opdrachten gegund door middel van openbare of niet-openbare aanbesteding, door middel van kaderovereenkomsten of onderhandse overeenkomsten of in eigen beheer, en wel als volgt:
a. openbare internationale aanbesteding – publicatie van een bericht van aanbesteding overeenkomstig het bepaalde in de Overeenkomst;
b. openbare plaatselijke aanbesteding – publicatie van een bericht van aanbesteding in uitsluitend de begunstigde ACS-staat;
c. niet-openbare internationale aanbesteding – hierbij nodigt de aanbestedende dienst een beperkt aantal gegadigden uit deel te nemen aan de oproep tot inschrijving na publicatie van een vooraankondiging;
d. onderhandse aanbesteding – een vereenvoudigde procedure zonder publicatie van een bericht van aanbesteding, waarbij de aanbestedende dienst een beperkt aantal gegadigden uitnodigt een aanbieding in te dienen; en
e. uitvoering in eigen beheer – opdrachten worden uitgevoerd door overheidsinstanties of semi-overheidsinstanties en -diensten van de betrokken begunstigde staten.
2. Uit het Fonds gefinancierde opdrachten worden gegund volgens onderstaande bepalingen:
a. Opdrachten voor leveringen met een waarde van:
i. meer dan 5 miljoen euro worden gegund via openbare internationale aanbesteding;
ii. meer dan 300.000 euro doch niet meer dan 5 miljoen euro worden gegund via openbare plaatselijke aanbesteding; en
iii. minder dan 300.000 euro worden onderhands gegund – een vereenvoudigde procedure zonder publicatie van een bericht van aanbesteding.
b. Opdrachten voor werken met een waarde van:
i. meer dan 150.000 euro worden gegund via openbare internationale aanbesteding;
ii. meer dan 30.000 euro doch niet meer dan 150.000 euro worden gegund via openbare plaatselijke aanbesteding; en
iii. minder dan 30.000 euro worden onderhands gegund – een vereenvoudigde procedure zonder publicatie van een bericht van aanbesteding.
c. Opdrachten voor diensten met een waarde van:
i. meer dan 200.000 euro worden gegund via niet-openbare internationale aanbesteding met publicatie van een bericht van aanbesteding; en
ii. minder dan 200.000 euro worden onderhands gegund via een vereenvoudigde procedure of een kaderovereenkomst.
3. Opdrachten voor werken, leveringen en diensten met een waarde van 5000 euro of minder kunnen worden geplaatst zonder aanbesteding.
4. Voor niet-openbare aanbestedingen wordt in overleg met het hoofd van de delegatie, in voorkomend geval na een voorafgaande selectie met publicatie van een bericht van aanbesteding, door de betrokken ACS-staat of ACS-staten een shortlist van gegadigden opgesteld.
5. Bij onderhandse aanbestedingen kan de ACS-staat alle noodzakelijk geachte besprekingen voeren met gegadigden op de shortlist die hij overeenkomstig de artikelen 20 tot en met 22 heeft opgesteld en de opdracht gunnen aan de inschrijver van zijn keuze.
6. De ACS-staten kunnen de Commissie verzoeken rechtstreeks of door bemiddeling van haar bevoegde instantie in hun naam over opdrachten voor diensten te onderhandelen en de overeenkomsten vast te stellen, te sluiten en ten uitvoer te leggen.
1. Bij uitvoering in eigen beheer worden projecten en programma's uitgevoerd door overheidsinstellingen of semi-overheidsinstellingen van de betrokken staat of staten of door de persoon die voor de uitvoering van de activiteit verantwoordelijk is.
2. De Gemeenschap draagt in de uitgaven van de betrokken diensten bij door het verschaffen van ontbrekende uitrusting en/of materieel en/of middelen waarmee het nodige aanvullende personeel kan worden aangeworven, zoals deskundigen uit de betrokken ACS-staten of andere ACS-staten. De bijdrage van de Gemeenschap dekt slechts de kosten van aanvullende maatregelen en tijdelijke uitgaven voor de uitvoering die uitsluitend verband houden met het betrokken project.
De uitvoering van opdrachten voor spoedhulp moet afgestemd zijn op de urgentie van de situatie. Daartoe kan de ACS-staat voor alle operaties die betrekking hebben op spoedhulp met instemming van het hoofd van de delegatie toestemming geven tot:
a. het sluiten van onderhandse overeenkomsten;
b. de uitvoering van opdrachten in eigen beheer;
c. tenuitvoerlegging via gespecialiseerde instellingen; en
d. rechtstreekse uitvoering door de Commissie.
Om optimaal gebruik van de fysieke en menselijke middelen van de ACS-staten mogelijk te maken, worden maatregelen getroffen om zo breed mogelijke deelname van natuurlijke personen en rechtspersonen uit de ACS-staten aan de uitvoering van door het Fonds gefinancierde opdrachten te bevorderen. Hiertoe geldt het volgende:
a. bij opdrachten voor werken van minder dan 5 miljoen euro wordt aan inschrijvers uit ACS-staten bij het vergelijken van inschrijvingen van gelijkwaardige economische, technische en administratieve kwaliteit een preferentie van 10% toegekend, mits ten minste een vierde van het kapitaal en een vierde van het leidinggevend personeel van oorsprong zijn uit een of meer ACS-staten;
b. bij opdrachten voor leveringen, ongeacht het bedrag, wordt aan inschrijvers uit ACS-staten die leveringen aanbieden waarvoor ten minste 50% van de contractwaarde van ACS-oorsprong is, bij het vergelijken van inschrijvingen van gelijkwaardige economische, technische en administratieve kwaliteit een preferentie van 15% toegekend;
c. bij opdrachten voor diensten wordt, mits aan de bekwaamheidseisen is voldaan, voorrang gegeven aan:
i. deskundigen, instellingen of adviesbureaus uit ACS-staten, wanneer inschrijvingen van gelijkwaardige economische en technische kwaliteit worden vergeleken;
ii. aanbiedingen van een onderneming uit de ACS die deelneemt in een consortium met Europese partners; en
iii. aanbiedingen van Europese inschrijvers met onderaannemers of deskundigen uit de ACS.
d. gekozen inschrijvers geven, indien zij gebruik maken van onderaannemers, voorrang aan natuurlijke personen en ondernemingen uit de ACS-staten die in staat zijn de opdracht op het vereiste niveau uit te voeren; en
e. de ACS-staat kan in de aanbesteding aan gegadigden de bijstand aanbieden van andere ondernemingen, deskundigen of adviseurs uit de ACS die in gezamenlijk overleg zijn gekozen. Deze samenwerking kan gestalte krijgen in de vorm van een gezamenlijke onderneming of onderaanneming of ook in die van opleiding van het personeel bij de werkzaamheden.
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 24, gunt de ACS-staat de opdracht:
a. aan de inschrijver wiens aanbieding conform het aanbestedingsdossier is bevonden;
b. in het geval van opdrachten voor werken of leveringen, aan de inschrijver die de voordeligste aanbieding heeft gedaan, beoordeeld aan de hand van met name de volgende criteria:
i. de prijs en de operationele en onderhoudskosten;
ii. de kwalificaties en de garanties die de inschrijver biedt en de technische kwaliteiten van de aanbieding, met inbegrip van het voorstel van de inschrijver voor service in de ACS-staat; en
iii. de aard van de opdracht, de voorwaarden en termijnen van uitvoering en de aanpassing aan plaatselijke omstandigheden;
c. in het geval van opdrachten voor diensten, aan de inschrijver die de voordeligste aanbieding heeft ingediend, beoordeeld aan de hand van onder andere de prijs, de technische kwaliteiten van de aanbieding, de organisatie en de methode die worden voorgesteld voor de levering van diensten, alsmede de bekwaamheid, de onafhankelijkheid en de beschikbaarheid van het voorgestelde personeel.
2. Indien twee aanbiedingen op grond van bovengenoemde criteria gelijkwaardig worden bevonden, wordt de voorkeur gegeven:
a. aan de aanbieding van de inschrijver uit een ACS-staat; of
b. indien een dergelijke inschrijving ontbreekt:
i. aan de aanbieding die optimaal gebruik van de materiële en menselijke middelen van de ACS-staten mogelijk maakt;
ii. aan de aanbieding die ondernemingen of natuurlijke personen uit de ACS-staten de beste mogelijkheden voor onderaanneming biedt; of
iii. aan een consortium van natuurlijke personen of ondernemingen uit de ACS-staten en de Gemeenschap.
1. De gunning van door het Fonds gefinancierde opdrachten geschiedt overeenkomstig deze bijlage en de procedures die, op aanbeveling van het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering als bedoeld in de Overeenkomst, tijdens de eerste vergadering na de ondertekening van de Overeenkomst bij besluit van de Raad van Ministers zullen worden vastgesteld. Deze procedures dienen in overeenstemming te zijn met de bepalingen van deze bijlage en de voorschriften van de Gemeenschap voor opdrachten in de samenwerking met derde landen.
2. In afwachting van de goedkeuring van deze procedures zijn de huidige EOF-voorschriften van toepassing, zoals deze vervat zijn in de algemene voorschriften en algemene voorwaarden voor opdrachten.
De uitvoering van door het Fonds gefinancierde opdrachten voor werken, leveringen en diensten geschiedt:
a. volgens de algemene voorwaarden van toepassing op door het Fonds gefinancierde overeenkomsten die tijdens de eerste vergadering na de ondertekening van deze Overeenkomst op aanbeveling van het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering als bedoeld in deze Overeenkomst, bij besluit van de Raad van Ministers zullen worden aangenomen; of
b. voor medegefinancierde projecten en programma's of wanneer een uitzonderingsbepaling is gemaakt voor uitvoering door derden, of in geval van een versnelde procedure, of in andere relevante gevallen, volgens andere algemene voorwaarden die door de betrokken ACS-staat en de Gemeenschap zijn overeengekomen, en wel:
i. de algemene voorwaarden voor overheidsopdrachten krachtens de nationale wetgeving van de betrokken ACS-staat of de praktijken die in deze staat op het gebied van internationale opdrachten zijn toegelaten; of
ii. andere internationale algemene voorwaarden op het gebied van opdrachten.
Geschillen tussen de overheidsinstanties van een ACS-staat en een aannemer, leverancier of dienstverlener bij de uitvoering van een uit het Fonds gefinancierde overeenkomst worden beslecht:
a. in geval van een nationale opdracht volgens de nationale wetgeving van de betrokken ACS-staat; en
b. in geval van een transnationale overeenkomst:
i. indien de partijen bij de overeenkomst zulks overeenkomen, overeenkomstig de nationale wetgeving van de betrokken ACS-staat of de gebruikelijke praktijk van die staat voor internationale overeenkomsten; of
ii. door arbitrage overeenkomstig de procesvoorschriften die tijdens de eerste vergadering na de ondertekening van de Overeenkomst op aanbeveling van het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering, bij besluit van de Raad van Ministers zullen worden vastgesteld.
1. De ACS-staten passen op de door de Gemeenschap gefinancierde overeenkomsten een belasting- en douaneregeling toe die niet minder gunstig is dan die welke wordt toegepast op de meest begunstigde staten of de internationale ontwikkelingsorganisaties waarmee zij betrekkingen onderhouden. Voor de bepaling van de meestbegunstigingsbehandeling blijven de door de betrokken ACS-staat ten opzichte van andere ACS-staten of andere ontwikkelingslanden toegepaste regelingen buiten beschouwing.
2. Onder voorbehoud van bovenstaande bepalingen wordt de volgende regeling toegepast op de door de Gemeenschap gefinancierde opdrachten:
a. op de opdrachten worden geen in de begunstigde ACS-staat bestaande of aldaar in te voeren zegel- en registratierechten of fiscale heffingen van gelijke werking toegepast; deze opdrachten worden echter volgens de in de ACS-staat geldende wetten geregistreerd, en voor deze registratie kan een bedrag worden geheven dat in overeenstemming is met de verleende dienst;
b. winsten en/of inkomens die voortvloeien uit de uitvoering van de opdrachten zijn belastbaar volgens de nationale belastingregeling van de betrokken ACS-staat, indien de natuurlijke of rechtspersonen die deze winsten en/of inkomens hebben gerealiseerd, in deze ACS-staat over een vaste vestiging beschikken of indien de uitvoeringsduur van de opdrachten meer dan zes maanden bestrijkt;
c. ondernemingen die professioneel materieel moeten invoeren met het oog op de uitvoering van opdrachten voor werken komen desgevraagd voor de regeling voor tijdelijke invoer met vrijstelling in aanmerking, zoals deze is geregeld in de nationale wetgeving voor genoemd materieel in de begunstigde ACS-staat;
d. professioneel materieel, nodig voor de uitvoering van de in een opdracht voor diensten omschreven taken, wordt in de begunstigde ACS-staat of -staten overeenkomstig de nationale wetgeving ingevoerd met vrijstelling van belastingen, invoerrechten, douanerechten en andere heffingen van gelijke werking, voorzover deze belastingen, rechten en heffingen niet een beloning voor verrichte diensten vormen;
e. de invoer in het kader van de uitvoering van een opdracht voor leveringen wordt in de begunstigde ACS-staat met vrijstelling van douanerechten, invoerrechten, belastingen of fiscale rechten van gelijke werking toegelaten. Opdrachten voor leveringen die van oorsprong zijn uit de betrokken ACS-staat worden gegund op basis van de prijs af fabriek, vermeerderd met de fiscale rechten die in voorkomend geval in de ACS-staat op deze leveringen van toepassing zijn;
f. de aankoop van brandstoffen, smeermiddelen en bindmiddelen met koolwaterstof alsook in het algemeen van alle producten die in het kader van een opdracht voor werken worden gebruikt, wordt geacht op de lokale markt te zijn geschied; hierop is de belastingregeling krachtens de in de begunstigde ACS-staat geldende nationale wetgeving van toepassing; en
g. invoer van persoonlijke bagage en voorwerpen voor persoonlijk en huishoudelijk gebruik door andere dan ter plaatse aangeworven natuurlijke personen die belast zijn met de uitvoering van de in een opdracht voor diensten omschreven taken alsmede door de leden van hun gezin, geschiedt overeenkomstig de nationale wetgeving die van kracht is in de begunstigde ACS-staat met vrijdom van douanerechten of invoerrechten, belastingen en andere fiscale rechten van gelijke werking.
3. Niet in bovenstaande bepalingen inzake belasting- en douaneregelingen genoemde aangelegenheden blijven onderworpen aan de nationale wetgeving van de betrokken ACS-staat.
FOLLOW-UP EN EVALUATIE
De follow-up en de evaluatie hebben ten doel de ontwikkelingsactiviteiten (voorbereiding en uitvoering en daaropvolgende acties) op onafhankelijke wijze te evalueren ten einde de doeltreffendheid van lopende en toekomstige ontwikkelingsactiviteiten te verbeteren.
1. Zonder afbreuk te doen aan de evaluaties die worden uitgevoerd door de ACS-staten of de Commissie, worden deze werkzaamheden door de ACS-staat (staten) en de Gemeenschap gezamenlijk verricht. Het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering ziet erop toe dat de gezamenlijke activiteiten in het kader van de follow-up en evaluatie gezamenlijk worden uitgevoerd. Om het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering bij te staan, worden de gezamenlijke follow-up en evaluaties door de Commissie en het Secretariaat-generaal van de ACS voorbereid en uitgevoerd en zij brengen daarover verslag uit aan het comité. Het comité stelt, bij de eerste bijeenkomst na de ondertekening van de overeenkomst, de werkwijze vast waardoor het gezamenlijke karakter van de werkzaamheden wordt gewaarborgd en keurt jaarlijks het werkprogramma goed.
2. De activiteiten in het kader van de follow-up en evaluatie moeten met name:
a. regelmatige en onafhankelijke beoordelingen van de activiteiten van het fonds verschaffen door de bereikte resultaten met de doelstellingen te vergelijken en aldus
b. de ACS-staten en de Commissie en de gemeenschappelijke instellingen in staat stellen de opgedane ervaring te gebruiken bij het ontwerp en de uitvoering van het toekomstig beleid en toekomstige activiteiten.
MET HET BEHEER EN DE UITVOERING BELASTE FUNCTIONARISSEN
1. De Commissie wijst de hoofdordonnateur van het Fonds aan, die verantwoordelijk is voor het beheer van de kredieten van het Fonds. De hoofdordonnateur gaat de betalingsverplichtingen aan, verricht betaalbaarstellingen, verstrekt betalingsopdrachten en voert de boekhouding inzake de betalingsverplichtingen en betalingsopdrachten in het kader van het Fonds.
2. De hoofdordonnateur vervult de volgende taken:
a. hij gaat betalingsverplichtingen aan, verricht betaalbaarstellingen en verstrekt betalingsopdrachten; hij voert de boekhouding inzake de betalingsverplichtingen en betalingsopdrachten;
b. hij ziet erop dat de financieringsbesluiten in acht worden genomen;
c. in nauwe samenwerking met de nationale ordonnateur neemt hij de vereiste financiële maatregelen voor een in economisch en technisch opzicht optimale uitvoering van de goedgekeurde activiteiten en gaat daartoe de nodige betalingsverplichtingen aan;
d. hij bereidt het aanbestedingsdossier voor voordat de uitnodigingen tot inschrijving worden verstuurd voor:
i. openbare internationale aanbestedingen, en
ii. besloten internationale aanbestedingen met voorselectie;
e. hij hecht zijn goedkeuring aan het gunningvoorstel, onverminderd de bevoegdheden van het hoofd van de delegatie uit hoofde van artikel 36;
f. hij ziet erop toe dat de internationale aanbestedingen binnen een redelijke termijn worden gepubliceerd.
3. Aan het eind van elk toepassingsjaar stelt de hoofdordonnateur een gedetailleerde balans van het Fonds op, met opgave van het saldo van de door de lidstaten aan het Fonds overgemaakte bijdragen en van de totale uitgaven voor elke financieringsrubriek.
1. De regering van elke ACS-staat wijst een nationale ordonnateur aan die haar vertegenwoordigt bij alle transacties voor rekening van het door de Commissie en de Bank beheerde Fonds. De nationale ordonnateur kan een deel van zijn taken delegeren; hij stelt de hoofdordonnateur in kennis van de door hem verrichte delegaties. De nationale ordonnateur:
a. is, in nauwe samenwerking met het hoofd van de delegatie, belast met de voorbereiding, de indiening en het onderzoek van de projecten en programma's;
b. doet, in nauwe samenwerking met het hoofd van de delegatie, oproepen tot het indienen van inschrijvingen voor lokale openbare aanbestedingen, neemt de inschrijvingen, zowel lokale als internationale (openbare en besloten), in ontvangst, zit voor bij de opening daarvan, stelt het resultaat van de opening vast, ondertekent de contracten en toegevoegde clausules en keurt de uitgaven goed;
c. legt voor de uitschrijving van lokale openbare aanbestedingen het aanbestedingsdossier voor aan het hoofd van de delegatie, die het goedkeurt binnen 30 dagen;
d. voltooit het onderzoek van de offertes binnen de geldigheidstermijn van de offertes, rekening houdend met de voor de goedkeuring van het contract vereiste termijn;
e. deelt het resultaat van het onderzoek van de inschrijvingen tezamen met een gunningvoorstel mee aan het hoofd van de delegatie die binnen de in artikel 36 gestelde termijn zijn goedkeuring verleent;
f. zorgt voor de betaalbaarstellingen en verstrekt de betalingsopdrachten binnen de grenzen van de hem toegekende kredieten;
g. neemt tijdens de uitvoering van de werkzaamheden alle vereiste aanpassingsmaatregelen voor een in economisch en technisch opzicht bevredigende uitvoering van de goedkeurde projecten en programma's.
2. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden beslist de nationale ordonnateur – met kennisgeving aan het hoofd van de delegatie – over:
a. kleine technische wijzigingen en aanpassingen voorzover deze geen wijziging brengen in de gekozen technische oplossingen en voorzover zij binnen de voorzieningen voor aanpassingen blijven;
b. wijzigingen in de bestekken tijdens de uitvoering;
c. overschrijvingen van het ene artikel naar het andere binnen de bestekken;
d. wijziging van de plaats van uitvoering om technische, economische of sociale redenen in geval van meervoudige projecten of programma's;
e. toepassing of kwijtschelding van boeten wegens tijdslimietoverschrijding;
f. akten betreffende ontheffing van borgtochten;
g. aankopen op de plaatselijke markt, ongeacht de oorsprong;
h. gebruik van bouwmateriaal en -werktuigen die niet van oorsprong uit de lidstaten of de ACS-staten zijn en waarvoor in de lidstaten en de ACS-staten geen vergelijkbare productie bestaat;
i. onderaannemingen;
j. definitieve opleveringen, mits het hoofd van de delegatie aanwezig is bij de voorlopige oplevering en de desbetreffende processen-verbaal voor gezien tekent en zo nodig tevens bij de definitieve oplevering, met name wanneer bij de voorlopige oplevering zodanige aanmer- kingen zijn gemaakt dat aanzienlijke correcties nodig zijn;
k. aanwerving van consulenten en andere deskundigen voor technische bijstand.
1. De Commissie wordt in elke ACS-staat of in elke regionale groep die daarom uitdrukkelijk verzoekt, met de goedkeuring van de betrokken ACS-staat of staten, vertegenwoordigd door een delegatie die onder de leiding staat van het hoofd van de delegatie. Indien het hoofd van de delegatie wordt aangesteld bij een groep ACS-staten, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het hoofd van de delegatie in elk der staten waar hij geen verblijf houdt, door een aldaar verblijf houdende adjunct wordt vertegenwoordigd. Het hoofd van de delegatie vertegenwoordigt de Commissie op alle gebieden die onder haar bevoegdheid vallen en voor al haar activiteiten.
2. Met het oog daarop heeft het hoofd van de delegatie, in nauwe samenwerking met de nationale ordonnateur, de volgende taken:
a. op verzoek van de betrokken ACS-staat neemt hij deel aan en verleent hij bijstand bij de voorbereiding van de projecten en programma's en bij de onderhandelingen over contracten inzake technische bijstand;
b. hij neemt deel aan het onderzoek van de projecten en programma's, aan de voorbereiding van de aanbestedingsdossiers en aan het zoeken van middelen om het onderzoek van projecten, programma's en uitvoeringsprocedures te vereenvoudigen;
c. hij bereidt de financieringsvoorstellen voor;
d. hij keurt, voordat de nationale ordonnateur ze bekendmaakt, de dossiers voor lokale openbare aanbestedingen en voor spoedhulp goed binnen 30 dagen nadat zij door de nationale ordonnateur aan hem zijn voorgelegd;
e. hij woont de opening der inschrijvingen bij en ontvangt afschriften van de inschrijvingen en van de resultaten van het desbetreffende onderzoek;
f. hij keurt binnen 30 dagen het hem door de nationale ordonnateur voorgelegde gunningvoorstel goed voor lokale openbare aanbestedingen, onderhandse overeenkomsten, opdrachten inzake spoedhulp, opdrachten voor diensten en voor werken met een waarde van minder dan 5 miljoen euro en opdrachten voor leveringen met een waarde van minder dan 1 miljoen euro;
g. voor alle niet hierboven genoemde contracten, keurt hij binnen 30 dagen het gunningvoorstel van de nationale ordonnateur goed wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
i. de gekozen offerte is de laagste van de offertes die voldoen aan de voorwaarden van het aanbestedingsdossier;
ii. de gekozen offerte voldoet aan de daarin vastgestelde selectiecriteria, en
iii. de gekozen offerte overschrijdt niet het voor de opdracht uitgetrokken krediet;
h. hij legt het gunningvoorstel ter goedkeuring voor aan de hoofdordonnateur wanneer niet is voldaan aan de onder g genoemde voorwaarden; de hoofdordonnateur neemt een besluit binnen 60 dagen nadat het hoofd van de delegatie het voorstel heeft ontvangen. Wanneer het bedrag van de gekozen offerte het voor de opdracht uitgetrokken krediet overschrijdt, gaat de hoofdordonnateur, na goedkeuring van het contract, de nodige betalingsverplichtingen aan;
i. bij uitvoering in eigen beheer keurt hij de contracten, toegevoegde clausules en bestekken alsmede de betalingsopdrachten van de nationale ordonnateur goed;
j. hij ziet erop toe dat de projecten en programma's die gefinancierd worden uit het door de Commissie beheerde Fonds in financieel en technisch opzicht goed worden uitgevoerd;
k. hij gaat, in samenwerking met de nationale autoriteiten van de ACS-staat waar hij de Commissie vertegenwoordigt, regelmatig over tot evaluatie van de activiteiten;
l. hij stelt de ACS-staat in kennis van alle gegevens en relevante documenten betreffende de uitvoeringsprocedure voor de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering, met name wat betreft de beoordelingscriteria en de criteria voor het evalueren van de inschrijvingen; en
m. hij brengt op gezette tijden de nationale autoriteiten op de hoogte van de activiteiten van de Gemeenschap die rechtstreeks van belang kunnen zijn voor de samenwerking tussen de Gemeenschap en de ACS-staten.
3. Het hoofd van de delegatie ontvangt de nodige instructies en bevoegdheden om alle activiteiten in het kader van de overeenkomst gemakkelijk en vlot te laten verlopen. De nationale ordonnateurs en de Raad van ministers worden in kennis gesteld van alle andere administratieve en/of financiële bevoegdheden die aan het hoofd van de delegatie worden gedelegeerd dan die welke in dit artikel worden beschreven.
1. Voor het verrichten van betalingen in de nationale valuta van de ACS-staten worden in elke ACS-staat op naam van de Commissie in de valuta van één van de lidstaten of in euro uitgedrukte rekeningen geopend bij een gezamenlijk door de ACS-staat en de Commissie gekozen nationale financiële overheids- of semi-overheidsinstelling, die de functie van nationale betalingsgemachtigde uitoefent.
2. De nationale betalingsgemachtigde ontvangt geen vergoeding voor de door hem verleende diensten en over de deposito's is geen rente verschuldigd. De lokale rekeningen worden, op basis van een raming van de toekomstige liquiditeitsbehoeften en voldoende tijdig om verplichting tot vóórfinanciering door de ACS-staten en vertragingen bij de betalingen te voorkomen, door de Gemeenschap van middelen voorzien in de valuta van een van de lidstaten of in euro.
3. Voor het verrichten van betalingen in euro worden op naam van de Commissie in euro uitgedrukte rekeningen geopend bij financiële instellingen in de lidstaten. Deze instellingen oefenen de functie van betalingsgemachtigde in Europa uit.
4. Ten laste van deze Europese rekeningen kunnen overeenkomstig de instructies van de Commissie of het namens haar optredende hoofd van de delegatie betalingen worden verrichting in opdracht van de nationale ordonnateur of van de hoofdordonnateur met voorafgaande goedkeuring van de nationale ordonnateur.
5. Binnen de grenzen van de op de rekeningen beschikbare middelen verrichten de betalingsgemachtigden de betalingen waarvoor een opdracht is verstrekt door de nationale ordonnateur of, in voorkomend geval, de hoofdordonnateur, na de juistheid en de regelmatigheid van de ingediende bewijsstukken alsmede de geldigheid van de betalingskwijting te hebben geverifieerd.
6. De procedures inzake betaalbaarstelling, betalingsopdrachten en betaling van de uitgaven moeten afgewikkeld zijn binnen een termijn van ten hoogste 90 dagen na de vervaldag. Uiterlijk 45 dagen vóór de vervaldag geeft de nationale ordonnateur opdracht tot betaling en stelt hij het hoofd van de delegatie daarvan in kennis.
7. Claims inzake betalingsachterstand komen ten laste van de eigen middelen van de betrokken ACS-staat of ACS-staten en van de Commissie, elk voor het deel van de achterstand waarvoor zij overeenkomstig bovengenoemde procedures verantwoordelijk zijn.
8. De betalingsgemachtigden, de nationale ordonnateur, het hoofd van de delegatie en de bevoegde diensten van de Commissie blijven financieel aansprakelijk totdat de transacties met de uitvoering waarvan zij zijn belast, definitief door de Commissie zijn goedgekeurd.
Handelsregeling die tijdens de in artikel 37, lid 1, bedoelde voorbereidingsperiode van toepassing is
ALGEMENE HANDELSREGELINGEN
Producten van oorsprong uit de ACS-staten worden in de Gemeenschap vrij van douanerechten en heffingen van gelijke werking ingevoerd.
a. Voor producten van oorsprong uit de ACS-staten:
– die in bijlage I bij het Verdrag zijn vermeld en die onder een gemeenschappelijke marktordening vallen in de zin van artikel 34 van het Verdrag, of
– waarop, bij invoer in de Gemeenschap, bijzondere voorschriften van toepassing zijn die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke landbouwbeleid,
neemt de Gemeenschap de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij voor een gunstiger behandeling in aanmerking komen dan dezelfde producten uit derde landen waarop de meestbegunstigingsclausule van toepassing is.
b. Indien de ACS-staten, tijdens de toepassing van deze overeenkomst, verzoeken dat nieuwe lijnen landbouwproductie of landbouwproducten die bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst niet voor bijzondere regelingen in aanmerking kwamen, toch voor deze regelingen in aanmerking komen, zal de Gemeenschap deze verzoeken in overleg met de ACS-staten onderzoeken.
c. In afwijking van het bovenstaande zal de Gemeenschap, gezien de bijzondere betrekkingen en de bijzondere aard van de ACS-EG-samenwerking, de verzoeken van ACS-staten voor een preferentiële toegang voor hun landbouwproducten tot de markt van de Gemeenschap per geval onderzoeken en zal zij haar besluiten ten aanzien van deze met redenen omklede verzoeken zo mogelijk binnen vier maanden, en in ieder geval binnen zes maanden, na de indiening mededelen.
In het kader van punt a neemt de Gemeenschap haar besluiten met name onder verwijzing naar concessies aan derde landen die ontwikkelingslanden zijn. Zij houdt rekening met de mogelijkheden die het op de markt brengen van producten buiten het normale seizoen biedt.
d. De onder a bedoelde regelingen treden in werking op het tijdstip waarop deze overeenkomst in werking treedt en blijven van toepassing tijdens de duur van de in artikel 37, lid 1, bedoelde voorbereidingsperiode.
Echter, indien de Gemeenschap, tijdens deze periode:
– de gemeenschappelijke marktordening of bijzondere voorschriften uit hoofde van de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke landbouwbeleid op een of meer producten van toepassing verklaart, behoudt zij zich het recht voor de invoerregeling voor deze producten van oorsprong uit de ACS-staten aan te passen, na overleg in de Raad van Ministers. In dit geval is het bepaalde onder a van toepassing;
– de gemeenschappelijke marktordening voor een bepaald product of de bijzondere voorschriften uit hoofde van de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke landbouwbeleid wijzigt, behoudt zij zich het recht voor de regeling voor dat product van oorsprong uit de ACS-staten te wijzigen, na overleg in de Raad van Ministers. In dit geval neemt de Gemeenschap maatregelen om ervoor te zorgen dat het product van oorsprong uit de ACS-staten een behandeling verkrijgt die vergelijkbaar is met de eerder verkregen behandeling en die gunstiger is ten opzichte van het product uit derde landen dat voor de meestbegunstigingsclausule in aanmerking komt.
e. Wanneer de Gemeenschap voornemens is een preferentiële overeenkomst met derde landen te sluiten, deelt zij dit aan de ACS-staten mede. Overleg zal plaatsvinden indien de ACS-staten hierom verzoeken ten einde hun belangen te beschermen.
1. De Gemeenschap past geen kwantitatieve beperkingen of maatre-gelen van gelijke werking bij invoer van producten van oorsprong uit de ACS-staten.
2. Lid 1 vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, uitvoer of doorvoer uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en het leven van personen, dieren of planten, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch en archeologisch erfgoed, het behoud van niet-vernieuwbare natuurlijke hulpbronnen, indien deze maatregelen gepaard gaan met beperkingen op de binnenlandse productie of het binnenlandse verbruik, of uit hoofde van de bescherming van de industriële en commerciële eigendom.
3. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de handel in het algemeen vormen.
Wanneer de tenuitvoerlegging van de in lid 2 bedoelde maatregelen tegen de belangen van een of meer ACS-staten indruist, wordt op verzoek van deze ACS-staten overleg gepleegd om tot een bevredigende oplossing te komen.
1. Wanneer nieuwe maatregelen of maatregelen die zijn voorzien in programma's van de Gemeenschap ter harmonisering van de wetgevingen met het oog op de vereenvoudiging van het goederenverkeer nadelige gevolgen kunnen hebben voor een of meer ACS-staten stelt de Gemeenschap, alvorens zij dergelijke maatregelen neemt, de ACS-staten hiervan via de Raad van Ministers in kennis.
2. Om het de Gemeenschap mogelijk te maken de belangen van de betrokken ACS-staat in aanmerking te nemen, wordt op verzoek van deze ACS-staat overleg gepleegd om tot een bevredigende oplossing te komen.
1. Wanneer de bestaande wetgeving van de Gemeenschap ter vereenvoudiging van het goederenverkeer nadelige gevolgen heeft voor een of meer ACS-staten of wanneer deze nadelige gevolgen door de interpretatie, de toepassing of het beheer van deze wetgeving ontstaan, wordt op verzoek van deze ACS-staat of -staten overleg gepleegd om tot een bevredigende oplossing te komen.
2. Met het oog op het vinden van een bevredigende oplossing kunnen de ACS-staten ook andere problemen aan de Raad van Ministers voorleggen die verband houden met het goederenverkeer en die het gevolg kunnen zijn van maatregelen die de lidstaten hebben genomen of voornemens zijn te nemen.
3. Ter bevordering van een doelmatig overleg stellen de betrokken instellingen van de Gemeenschap de Raad van Ministers zoveel mogelijk van dergelijke maatregelen in kennis.
1. Van de ACS-staten wordt niet geëist dat zij, ten aanzien van de invoer van producten van oorsprong uit de Gemeenschap, verplichtingen op zich nemen die overeenstemmen met de verplichtingen die de Gemeenschap op grond van deze bijlage op zich heeft genomen ten aanzien van de invoer van producten van oorsprong uit de ACS-staten.
a. In hun handel met de Gemeenschap maken de ACS-staten geen onderscheid tussen de lidstaten en geven zij de Gemeenschap geen minder gunstige behandeling dan die van de meestbegunstigde natie.
b. De onder a bedoelde behandeling van de meestbegunstigde natie is niet van toepassing op de handel of de economische betrekkingen tussen de ACS-staten of tussen een of meer ACS-staten en andere ontwikkelingslanden.
Elke Partij bij de overeenkomst deelt haar douanetarieven binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan de Raad van Ministers mede. Elke Partij bij de overeenkomst deelt ook wijzigingen op de douanetarieven mede zodra deze in werking treden.
1. Voor de toepassing van deze bijlage worden het begrip „product van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking in verband hiermede in het hieraan gehechte Protocol 1 omschreven.
2. De Raad van Ministers kan wijzigingen in Protocol 1 aanbrengen.
3. Wanneer het begrip „product van oorsprong" voor een bepaald product niet overeenkomstig de leden 1 en 2 is omschreven, blijft elke Partij bij de overeenkomst haar eigen regels toepassen.
1. Wanneer een product in dermate toegenomen hoeveelheden en op zulke voorwaarden in de Gemeenschap wordt ingevoerd dat de binnenlandse producenten van het soortgelijke of rechtstreeks concurrerende product hierdoor schade lijden of dreigen te lijden of dat een economische sector hierdoor ernstig verstoord is geraakt of dreigt te raken of dat hierdoor problemen zijn ontstaan of dreigen te ontstaan die de economische situatie van een regio ernstig kunnen verstoren, kan de Gemeenschap overeenkomstig de in artikel 9 omschreven procedures passende maatregelen nemen.
2. De Gemeenschap verbindt zich ertoe geen andere middelen aan te wenden voor protectionistische doeleinden of ter belemmering van de structurele ontwikkeling. De Gemeenschap neemt geen vrijwaringsmaatregelen van gelijke werking.
3. Vrijwaringsmaatregelen worden beperkt tot die maatregelen die de handel tussen de Partijen bij de overeenkomst, ter bevordering van de doelstellingen van deze overeenkomst, het minst verstoren. Deze maatregelen mogen niet ingrijpender zijn dan strikt noodzakelijk is om de problemen op te lossen die zich hebben voorgedaan.
4. Bij het nemen van vrijwaringsmaatregelen wordt rekening gehouden met de bestaande omvang van de uitvoer vanuit het (de) betrokken ACS-sta(a)t(en) naar de Gemeenschap en de ontwikkelingsmogelijkheden van deze uitvoer. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de belangen van de minstontwikkelde insulaire of niet aan zee grenzende ACS-staten.
1. Voordat de vrijwaringsclausule wordt toegepast, vindt overleg plaats, zowel bij de vaststelling als bij de verlenging van vrijwaringsmaatregelen. De Gemeenschap zal de ACS-staten alle informatie verstrekken die voor dit overleg noodzakelijk is alsmede de gegevens waaruit kan worden opgemaakt in welke mate de invoer van een bepaald product uit een ACS-staat de in artikel 8, lid 1, bedoelde gevolgen heeft gehad.
2. Zodra het overleg heeft plaatsgevonden treden de vrijwaringsmaatregelen of de tussen de betrokken ACS-staten en de Gemeenschap overeengekomen regelingen in werking.
3. Het in de leden 1 en 2 bedoelde voorafgaande overleg verhindert niet dat de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 8, lid 1, onmiddellijk besluiten neemt wanneer dit op grond van bijzondere factoren noodzakelijk is.
4. Om het onderzoek naar factoren die de markt kunnen verstoren te vereenvoudigen, wordt een statistisch toezicht ingesteld op de invoer van bepaalde ACS-producten in de Gemeenschap.
5. De Partijen bij de overeenkomst plegen regelmatig overleg teneinde bevredigende oplossingen te vinden voor problemen die uit de toepassing van de vrijwaringsclausule kunnen voortvloeien.
6. Op het voorafgaand overleg, het geregelde overleg en het toezicht als bedoeld in de leden 1 tot en met 5 zijn de regels van toepassing die zijn opgenomen in het hieraan gehechte Protocol 2.
De Raad van Ministers onderzoekt op verzoek van een betrokken Partij bij de overeenkomst de economische en sociale gevolgen van de toepassing van de vrijwaringsclausule.
Wanneer vrijwaringsmaatregelen worden vastgesteld, gewijzigd of ingetrokken, wordt bijzondere aandacht geschonken aan de belangen van de minstontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire ACS-staten.
De Partijen bij de overeenkomst informeren en raadplegen elkaar om ervoor te zorgen dat deze bijlage daadwerkelijk ten uitvoer wordt gelegd.
Naast de gevallen waarvoor, bij de leden 2 tot en met 9, specifiek in overleg is voorzien, vindt overleg, op verzoek van de Gemeenschap of van de ACS-staten, met name ook plaats in de volgende gevallen:
1. wanneer de Partijen bij de overeenkomst voornemens zijn handelsmaatregelen te treffen die de belangen van een of meer partijen bij deze overeenkomst kunnen schaden, delen zij dit mede aan de Raad van Ministers. Op verzoek van de betrokken Partijen bij de overeenkomst vindt overleg plaats ten einde rekening te houden met de belangen van de verschillende partijen;
2. indien de ACS-staten, tijdens de geldigheidsduur van de bijlage, van oordeel zijn dat de in lid 1, onder 2 a, bedoelde landbouwproducten die niet onder een bijzondere regeling vallen, eveneens voor deze bijzondere regeling in aanmerking dienen te komen, kan in de Raad van Ministers overleg worden gepleegd;
3. wanneer een Partij bij de overeenkomst van oordeel is dat de bestaande voorschriften van een andere Partij bij de overeenkomst of de interpretatie, de toepassing of het beheer van die voorschriften een belemmeringen vormen voor het goederenverkeer;
4. wanneer de Gemeenschap vrijwaringsmaatregelen neemt op grond van artikel 8 van deze bijlage, kan op verzoek van de betrokken Partijen bij de overeenkomst in de Raad van Ministers overleg over deze maatregelen worden gepleegd, met name om erop toe te zien dat aan de voorwaarden van lid 8, onder 3, is voldaan.
Dit overleg moet binnen drie maanden zijn beëindigd.
BIJZONDERE VERBINTENISSEN INZAKE SUIKER, RUND- EN KALFSVLEES
1. Overeenkomstig artikel 25 van de op 28 februari 1975 ondertekende ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé en Protocol 3 bij die overeenkomst, heeft de Gemeenschap zich er voor onbepaalde tijd toe verbonden, onverminderd de andere bepalingen van deze overeenkomst, bepaalde hoeveelheden rietsuiker, ruw of wit, van oorsprong uit de ACS-staten die rietsuiker produceren en exporteren en die zich ertoe verbonden hebben deze hoeveelheden aan de Gemeenschap te leveren, tegen gegarandeerde prijzen aan te kopen en in te voeren.
2. De voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van bovengenoemd artikel 25 zijn in het in lid 1 genoemde Protocol 3 opgenomen. De tekst van het Protocol is als Protocol 3 bij deze bijlage gevoegd.
3. Artikel 8 van deze bijlage is in het kader van genoemd Protocol niet van toepassing.
4. Voor de toepassing van artikel 8 van genoemd Protocol kunnen de instellingen die op grond van deze overeenkomst zijn opgericht tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst worden gebruikt.
5. Artikel 8, lid 2, van genoemd Protocol is van toepassing indien de werking van deze overeenkomst wordt opgeschort.
6. De verklaringen in de bijlagen XIII, XXI en XXII van de Slotakte bij de op 28 februari 1975 ondertekende ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé worden opnieuw bevestigd en de daarin vervatte bepalingen blijven van toepassing. Deze verklaringen zijn als dusdanig aan Protocol 3 gehecht.
7. Dit artikel en Protocol 3 zijn niet van toepassing op de betrekkingen tussen de ACS-staten en de Franse overzeese departementen.
De bijzondere verbintenis inzake rund- en kalfsvlees, als in het hieraan gehechte Protocol 4 omschreven, is van toepassing.
SLOTBEPALINGEN
De aan deze bijlage gehechte Protocollen maken deel uit van deze bijlage.
Protocol 1 betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking
ALGEMENE BEPALINGEN
Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder:
a. „vervaardiging": elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen;
b. „materiaal": alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen enz., die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt;
c. „product": het verkregen product, zelfs indien het bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt;
d. „goederen": zowel materialen als producten;
e. „douanewaarde": de waarde zoals bepaald bij de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO);
f. „prijs af fabriek": de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in wiens onderneming de laatste be- of verwerking is verricht, voorzover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd;
g. „waarde van de materialen": de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in het betrokken gebied is betaald;
h. „waarde van de materialen van oorsprong": de waarde van deze materialen als omschreven onder g, welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is;
i. „toegevoegde waarde": de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van de in de Gemeenschap, de ACS-staten of de landen en gebieden overzee (LGO's) ingevoerde materialen uit derde landen;
j. „hoofdstukken" en „posten": de hoofdstukken en posten (viercijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen vormt, in dit Protocol „het geharmoniseerde systeem" of „GS" genoemd;
k. „ingedeeld": de indeling van een product of materiaal onder een bepaalde post;
l. „zending": producten die gelijktijdig van een exporteur naar een geadresseerde worden verzonden of die vergezeld gaan van een enkel vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij gebreke daarvan, een enkele factuur;
m. „gebieden": ook de territoriale wateren.
OMSCHRIJVING VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG"
1. Voor de toepassing van de bepalingen inzake de samenwerking op het gebied van de handel van bijlage V worden de volgende producten beschouwd van oorsprong te zijn uit de ACS-staten:
a. geheel en al in de ACS-staten verkregen producten in de zin van artikel 3 van dit Protocol;
b. in de ACS-staten verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in de ACS-staten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 4 van dit Protocol.
2. Voor de toepassing van lid 1 worden de gebieden van de ACS-staten als één gebied beschouwd.
Product van oorsprong die gemaakt zijn van materialen die geheel en al zijn verkregen in twee of meer ACS-staten of die daar een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, worden geacht van oorsprong te zijn uit de ACS-staat waar de laatste be- of verwerking heeft plaatsgevonden, mits deze be- of verwerking ingrijpender was dan de in artikel 5 van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.
1. Als geheel en al verkregen in de ACS-staten, de Gemeenschap of de in bijlage III genoemde landen en gebieden, hierna „de LGO's" genoemd, worden beschouwd:
a. aldaar uit de bodem of zeebodem gewonnen producten;
b. aldaar geoogste producten van het plantenrijk;
c. aldaar geboren en opgefokte levende dieren;
d. producten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren;
e. voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij;
f. producten van de zeevisserij en andere door hun schepen buiten de territoriale wateren uit de zee gewonnen producten;
g. producten uitsluitend uit de onder f bedoelde producten aan boord van hun fabrieksschepen vervaardigd;
h. aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen, met inbegrip van gebruikte banden die uitsluitend geschikt zijn om van een nieuw loopvlak te worden voorzien of slechts als afval kunnen worden gebruikt;
i. afval en schroot afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen;
j. producten, gewonnen uit de zeebodem of -ondergrond buiten de territoriale wateren, mits zij alleen het recht hebben op ontginning van deze bodem of ondergrond;
k. goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a tot en met j bedoelde producten zijn vervaardigd.
2. De termen „hun schepen" en „hun fabrieksschepen" in lid 1, onder f en g, zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen:
a. die in een lidstaat van de Gemeenschap, een ACS-staat of een LGO zijn ingeschreven of geregistreerd;
b. die de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap, van een ACS-staat of van een LGO voeren;
c. die voor ten minste 50 procent toebehoren aan onderdanen van staten die partij zijn bij de Overeenkomst, of van een LGO, of aan een onderneming die haar hoofdkantoor in een van deze staten of een LGO heeft en waarvan de voorzitter van de raad van bestuur of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raad onderdanen zijn van staten die partij zijn bij de overeenkomst, of van een LGO, en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan staten die partij zijn bij de overeenkomst of aan openbare lichamen of onderdanen van deze staten of van een LGO;
d. waarvan de bemanning, kapitein en officieren inbegrepen, voor ten minste 50% bestaat uit onderdanen van staten die partij zijn bij de overeenkomst of van een LGO.
3. Onverminderd lid 2 erkent de Gemeenschap, op verzoek van een ACS-staat, op de volgende voorwaarden dat door die ACS-staat gehuurde of geleasde vaartuigen als „zijn vaartuigen" worden beschouwd waarmee in de exclusieve economische zone visserijactiviteiten worden beoefend:
– de ACS-staat heeft de Gemeenschap aangeboden over een visserijovereenkomst te onderhandelen en de Gemeenschap heeft dit aanbod niet aanvaard;
– ten minste 50% van de bemanning, kapitein en officieren inbegrepen, bestaan uit onderdanen van staten die partij zijn bij de overeenkomst of van een LGO;
– het huur- of leasecontract is door het ACS-EG-Comité Douanesamenwerking aanvaard als een geschikte wijze om het vermogen van de betrokken ACS-staat te ontwikkelen om voor eigen rekening te vissen, met name indien de betrokken ACS-staat op grond van dit contract gedurende een beduidende periode verantwoordelijk is voor het nautische en commerciële beheer van het te zijner beschikking geplaatste vaartuig.
1. Voor de toepassing van dit Protocol worden niet geheel en al verkregen producten geacht in de ACS-staten, de Gemeenschap of de LGO's een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan, wanneer aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II is voldaan.
Deze voorwaarden geven voor alle onder de Overeenkomst vallende producten aan welke be- of verwerkingen niet van oorsprong zijnde materialen bij de vervaardiging van deze producten moeten ondergaan en zijn slechts op deze materialen van toepassing. Hieruit volgt dat wanneer een product de oorsprong heeft verkregen doordat het aan de voorwaarden in die lijst heeft voldaan, als materiaal gebruikt wordt bij de vervaardiging van een ander product, de voorwaarden die van toepassing zijn op het product waarin het wordt verwerkt daarvoor niet gelden. Er wordt dan geen rekening gehouden met de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan kunnen zijn gebruikt.
2. In afwijking van lid 1 kunnen niet van oorsprong zijnde materialen die volgens de voorwaarden in de lijst bij de vervaardiging van een bepaald product niet mogen worden gebruikt, in de volgende gevallen toch worden gebruikt:
a. wanneer de totale waarde ervan niet meer dan 15% bedraagt van de prijs af fabriek van het product;
b. wanneer een in de lijst vermelde maximumwaarde voor niet van oorsprong zijnde materialen door de toepassing van dit lid niet wordt overschreden.
3. De leden 1 en 2 zijn van toepassing behoudens het bepaalde in artikel 5.
1. Onverminderd lid 2, worden de volgende be- of verwerkingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 4 is voldaan:
a. behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren (luchten, uitspreiden, drogen, koelen, in water zetten waaraan zout, zwaveldioxide of andere producten zijn toegevoegd, verwijderen van beschadigde gedeelten en soortgelijke behandelingen);
b. eenvoudige behandelingen zoals stofvrij maken, zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van sets van artikelen), wassen, verven en snijden;
c. i. veranderen van verpakkingen, splitsen en samenvoegen van colli;
ii. eenvoudig verpakken in flessen, zakken, etuis, dozen of blikken, bevestigen op kaartjes of plankjes, enz., en alle andere eenvoudige handelingen in verband met de opmaak;
d. het aanbrengen van merken, etiketten en soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op hun verpakkingen;
e. eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten, indien een of meer bestanddelen van het mengsel niet voldoen aan de voorwaarden van dit Protocol om als producten van oorsprong uit een ACS-staat, de Gemeenschap of de LGO's te worden beschouwd;
f. eenvoudig samenvoegen van delen tot een volledig product;
g. twee of meer van de onder a tot en met f vermelde behandelingen tezamen;
h. het slachten van dieren.
2. Alle be- en verwerkingen die een product in hetzij de ACS-staten, de Gemeenschap of LGO's heeft ondergaan worden tezamen genomen om te bepalen of deze ontoereikend zijn in de zin van lid 1.
1. Materialen van oorsprong uit de Gemeenschap of de LGO's worden beschouwd van oorsprong te zijn uit de ACS-staten indien zij in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits zij evenwel een be- of verwerking hebben ondergaan die ingrijpender is dan de in artikel 5 genoemde be- of verwerkingen.
2. Be- en verwerkingen die in de Gemeenschap of de LGO's zijn verricht worden geacht in de ACS-staten te zijn verricht wanneer de materialen in de ACS-staten een verdere be- of verwerking ondergaan.
3. Onder voorbehoud van de leden 4, 5, 6, 7 en 8 worden materialen van oorsprong uit Zuid-Afrika als van oorsprong uit de ACS-staten beschouwd wanneer zij zijn opgenomen in een aldaar verkregen product. Zij behoeven geen toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan.
4. Producten die op grond van lid 3 de oorsprong hebben verkregen worden uitsluitend als producten van oorsprong uit de ACS-staten beschouwd wanneer de aldaar toegevoegde waarde hoger is dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong uit Zuid-Afrika. Indien dit niet het geval is, worden de betrokken producten als producten van oorsprong uit Zuid-Afrika beschouwd. Bij het bepalen van de oorsprong wordt geen rekening gehouden met materialen van oorsprong uit Zuid-Afrika die in de ACS-staten een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
5. De in lid 3 bedoelde cumulatie kan eerst na drie jaar worden toegepast voor de in bijlage XI genoemde producten en eerst na zes jaar voor de in bijlage XII genoemde producten vanaf de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Zuid-Afrika. De in lid 3 bedoelde cumulatie is niet van toepassing op de in bijlage XIII bedoelde producten.
6. Onverminderd lid 5 kan de in lid 3 bedoelde cumulatie op verzoek van de ACS-staten worden toegepast voor de in de bijlagen XI en XII genoemde producten. Het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs neemt hierover, op verzoek van ACS-staten, per product een besluit, op grond van een door het ACS-EG-Comité Douanesamenwerking overeenkomstig artikel 37 opgesteld verslag. Bij het onderzoek van de verzoeken wordt rekening gehouden met het risico van een ontwijking van de handelsbepalingen van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Zuid-Afrika.
7. De in lid 3 bedoelde cumulatie is uitsluitend van toepassing op de in bijlage XIV genoemde producten wanneer de rechten op deze producten in het kader van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Zuid-Afrika zijn afgeschaft. De Europese Commissie maakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend op welke datum aan de voorwaarden van dit lid is voldaan.
8. De in lid 3 bedoelde cumulatie kan uitsluitend worden toegepast wanneer de gebruikte Zuid-Afrikaanse materialen door toepassing van oorsprongsregels die gelijk zijn aan die van dit Protocol de oorsprong hebben verkregen. De ACS-staten verstrekken de Gemeenschap de gegevens over de overeenkomsten en de desbetreffende oorsprongsregels die met Zuid-Afrika zijn gesloten. De Europese Commissie maakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend op welke datum de ACS-staten aan de verplichtingen van dit lid hebben voldaan.
9. Onverminderd de leden 5, 6 en 7 worden be- en verwerkingen in Zuid-Afrika beschouwd in een andere lidstaat van de Zuid-Afrikaanse Douane-unie te zijn verricht wanneer de materialen in die andere lidstaat van de Zuid-Afrikaanse Douane-unie een verdere be- of verwerking hebben ondergaan.
10. Onverminderd de leden 5, 6 en 7 worden be- en verwerkingen in Zuid-Afrika, op verzoek van de ACS-staten, beschouwd in de ACS-staten te zijn verricht, wanneer de materialen in een ACS-staat een verdere be- of verwerking hebben ondergaan in het kader van een overeenkomst ter bevordering van de regionale economische integratie.
Tenzij een van de partijen vraagt dat de kwestie voor een besluit aan de ACS-EG-Raad van Ministers wordt voorgelegd, neemt het ACS-EG-Comité Douanesamenwerking, overeenkomstig artikel 37, besluiten over verzoeken van de ACS-staten.
11. Op verzoek van de ACS-staten worden materialen van oorsprong uit een naburig ontwikkelingsland dat geen ACS-staat is, maar tot een samenhangend geografisch gebied behoort, als materialen van oorsprong uit de ACS-staten beschouwd wanneer zij in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Deze materialen behoeven geen toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan, mits:
– de be- of verwerking in de ACS-staat ingrijpender is dan de in artikel 5 vermelde be- en verwerkingen. Producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld moeten echter in de ACS-staat ten minste een be- of verwerking hebben ondergaan waardoor het verkregen product onder een andere post wordt ingedeeld dan de post waaronder de materialen zijn ingedeeld die bij de vervaardiging ervan zijn gebruikt en die van oorsprong zijn uit het ontwikkelingsland dat geen ACS-staat is. Voor de in bijlage XI bij dit Protocol opgesomde producten zijn uitsluitend de in kolom 3 vermelde be- en verwerkingen van toepassing, ongeacht het feit of het verkregen product onder een andere post wordt ingedeeld;
– de ACS-staten, de Gemeenschap en de andere betrokken landen een overeenkomst hebben gesloten die in adequate administratieve procedures voorziet, om de correcte toepassing van dit lid zeker te stellen.
Dit lid is niet van toepassing op tonijnproducten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 3 of 16 van het geharmoniseerd systeem, rijstproducten van de GS-code 1006 en de textielproducten die in bijlage X bij dit Protocol zijn opgesomd.
Dit Protocol is van toepassing om te bepalen of producten van oorsprong zijn uit een ontwikkelingsland dat geen ACS-staat is.
Tenzij een van de partijen vraagt dat de kwestie voor een besluit aan de ACS-EG-Raad van Ministers wordt voorgelegd, neemt het ACS-EG-Comité Douanesamenwerking, overeenkomstig artikel 37, besluiten over verzoeken van de ACS-staten.
1. De determinerende eenheid voor de toepassing van de bepalingen van dit Protocol is het product dat bij het vaststellen van de indeling in de nomenclatuur volgens het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.
Hieruit volgt dat:
– wanneer een product, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, volgens het geharmoniseerde systeem onder één enkele post wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;
– wanneer een zending uit een aantal eendere producten bestaat die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van de bepalingen van dit Protocol afzonderlijk moet worden genomen.
2. Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.
Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden geleverd en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs daarvan zijn begrepen of niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, worden geacht één geheel te vormen met het materieel en de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.
Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt evenwel als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn niet meer dan 15 procent van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.
Om de oorsprong van een product te bepalen behoeft niet te worden nagegaan wat de oorsprong is van de bij de vervaardiging van dat product gebruikte
a. energie en brandstof,
b. fabrieksuitrusting,
c. machines en werktuigen, en
d. goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en ook niet bedoeld waren daarin voor te komen.
TERRITORIALE VOORWAARDEN
1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden met betrekking tot het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de ACS-staten zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 6.
2. Indien uit de ACS-staten, de Gemeenschap of de LGO's naar een ander land uitgevoerde producten van oorsprong terugkeren, worden zij geacht, behoudens het bepaalde in artikel 6, geen product van oorsprong meer te zijn, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
a. de terugkerende goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b. deze goederen, in de periode dat zij in dat andere land waren of waren uitgevoerd, geen andere be- of verwerkingen hebben ondergaan dan die welke nodig waren om ze in goede staat te bewaren.
1. De preferentiële regeling waarin de bepalingen inzake handelssamenwerking van bijlage V voorzien is uitsluitend van toepassing op producten die aan de voorwaarden van dit Protocol voldoen en die rechtstreeks, zonder enig ander gebied binnen te komen, tussen het grondgebied van de ACS-staten, de Gemeenschap, de LGO's of Zuid-Afrika, bij toepassing van artikel 6, zijn vervoerd. Producten die één enkele zending vormen, kunnen evenwel via een ander grondgebied worden vervoerd, eventueel met overslag of tijdelijke opslag op dit grondgebied, mits zij in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane blijven en aldaar geen andere behandelingen ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.
Het is evenwel toegestaan producten van oorsprong per pijpleiding door een ander grondgebied dan dat van een ACS-staat, de Gemeenschap of een LGO te vervoeren.
2. Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de douaneautoriteiten van het land van invoer:
a. hetzij, een enkel vervoerdocument ter dekking van het vervoer vanuit het land van uitvoer door het land van doorvoer;
b. hetzij een door de douaneautoriteiten van het land van doorvoer afgegeven certificaat, waarin:
i. de producten nauwkeurig zijn omschreven,
ii. de data zijn vermeld waarop de producten gelost en opnieuw geladen zijn, in voorkomend geval onder vermelding van de gebruikte schepen of andere vervoermiddelen; en
iii. wordt verklaard op welke voorwaarden de producten in het land van doorvoer verbleven;
c. hetzij, bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk.
1. Op producten van oorsprong die vanuit een ACS-staat naar een tentoonstelling in een ander dan de in artikel 6 bedoelde landen zijn verzonden en die na de tentoonstelling voor invoer in de Gemeenschap zijn verkocht, zijn de bepalingen van bijlage V bij invoer in de Gemeenschap van toepassing voorzover ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a. een exporteur deze producten vanuit een ACS-staat naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en deze daar heeft tentoongesteld;
b. die exporteur de producten aan een persoon in de Gemeenschap heeft verkocht of op andere wijze afgestaan;
c. de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan zijn verzonden; en
d. de producten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond.
2. Een bewijs van de oorsprong wordt overeenkomstig de bepalingen van titel IV afgegeven of opgesteld en op de gebruikelijke wijze bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend. Op dit bewijs zijn de naam en het adres van de tentoonstelling vermeld. Zo nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden opgevraagd ten aanzien van de voorwaarden waarop de producten werden tentoongesteld.
3. Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden gehouden, en gedurende welke de producten onder douanetoezicht zijn gebleven.
BEWIJS VAN DE OORSPRONG
1. Producten van oorsprong uit de ACS-staten komen bij invoer in de Gemeenschap voor de voordelen van bijlage V in aanmerking op vertoon van:
a. een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan het model in bijlage IV is opgenomen; of,
b. in de in artikel 19, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur, waarvan de tekst in bijlage V bij dit Protocol is opgenomen, op een factuur, pakbon of een ander handelsdocument waarin de producten voldoende duidelijk zijn omschreven om ze te kunnen identificeren (hierna „factuurverklaring" genoemd).
2. In afwijking van lid 1 komen producten van oorsprong in de zin van dit Protocol in de in artikel 25 bedoelde gevallen voor de voordelen van bijlage V in aanmerking zonder dat een van de hierboven genoemde documenten behoeft te worden overgelegd.
1. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoordiger.
2. Te dien einde vult de exporteur of diens gemachtigde vertegenwoordiger zowel het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 als het aanvraagformulier in. Modellen van beide formulieren zijn in bijlage IV opgenomen. Deze formulieren worden overeenkomstig de bepalingen van dit Protocol ingevuld. Indien zij met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in blokletters te gebeuren. De producten moeten worden omschreven in het daartoe bestemde vak en er mogen geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en wordt het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.
3. De exporteur die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoekt, moet, op verzoek van de douaneautoriteiten van de ACS-staat van uitvoer waar dit certificaat is afgegeven, steeds bereid zijn de nodige documenten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan alle andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.
4. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van de ACS-staat van uitvoer indien de betrokken goederen kunnen worden beschouwd als producten van oorsprong uit de ACS-staten of uit een van de andere in artikel 6 bedoelde landen en aan de andere voorwaarden van dit Protocol wordt voldaan.
5. De met de afgifte van EUR.1-certificaten belaste douaneautoriteiten nemen de nodige maatregelen om te controleren of de producten van oorsprong zijn en of aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan. Met het oog hierop zijn zij gerechtigd bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig achten. De met de afgifte van EUR.1-certificaten belaste douaneautoriteiten zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. Zij gaan met name na of het voor de omschrijving van de goederen bestemde vak zo is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn.
6. De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt vermeld in vak 11 van het certificaat.
7. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douaneautoriteiten afgegeven en ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen daadwerkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat ze zullen worden uitgevoerd.
1. In afwijking van artikel 15, lid 7, kan een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij wijze van uitzondering worden afgegeven na de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft, indien
a. dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd; of indien
b. ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wel was afgegeven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard.
2. Bij toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer te vermelden van de producten waarop het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking heeft, alsmede de reden van zijn aanvraag.
3. De douaneautoriteiten kunnen eerst tot afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaan na te hebben vastgesteld dat de in de aanvraag van de exporteur voorkomende gegevens overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.
4. Op achteraf afgegeven certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 moet een van de volgende vermeldingen worden aangebracht:
„NACHTRÄGLICH AUSGESTELLT", „DELIVRE A POSTERIORI",
„RILASCIATO A POSTERIORI", „AFGEGEVEN A POSTERIORI",
„ISSUED RETROSPECTIVELY", „UDSTEDT EFTERFØLGENDE",
„ΕKΔOΘΕN ΕK TΟN YΣTΕΡΟN" „EXPEDIDO A POSTERIORI",
„EMITIDO A POSTERIORI", „ANNETTU JÄLKIKÄTEEN",
„UTFÄRDAT I EFTERHAND".
5. De in lid 4 bedoelde vermelding wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen" van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
1. In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, kan de exporteur de douaneautoriteiten die dit certificaat hadden afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.
2. Op het aldus afgegeven certificaat wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:
„DUPLIKAT", „DUPLICATA", „DUPLICATO", „DUPLICAAT", „DUPLICATE", „ANTIΓΡAΦO", „DUPLICADO", „SEGUNDA VIA", „KAKSOISKAPPALE".
3. De in lid 2 bedoelde vermelding wordt aangebracht in het vak 'Opmerkingen' van het duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
4. Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke EUR.1-certificaat, geldt vanaf die datum.
Voor producten van oorsprong die in een ACS-staat of in de Gemeenschap onder toezicht van een douanekantoor zijn geplaatst, kan het oorspronkelijke bewijs van oorsprong door een of meer EUR.1-certificaten worden vervangen bij verzending van deze producten of een gedeelte daarvan naar een andere plaats binnen de ACS-staten of de Gemeenschap. Dit certificaat of deze certificaten word(t)(en) afgegeven door het douanekantoor dat toezicht houdt op de producten.
1. De in artikel 14, lid 1, onder b, genoemde factuurverklaring kan worden opgesteld door:
a. een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20, of door
b. een willekeurige exporteur voor zendingen bestaande uit een of meer colli die producten van oorsprong bevatten waarvan de totale waarde niet meer dan EUR 6000 bedraagt.
2. Een factuurverklaring kan worden opgesteld indien de betrokken producten als van oorsprong in de ACS-staten of in een van de andere in artikel 6 bedoelde landen kunnen worden beschouwd en aan de andere voorwaarden van dit Protocol voldoen.
3. De exporteur die de factuurverklaring opstelt moet op verzoek van de douaneautoriteiten van het land of gebied van uitvoer steeds bereid zijn de nodige documenten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.
4. Deze factuurverklaring, waarvan de tekst in bijlage V bij dit Protocol is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen talenversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de factuurverklaring met de hand wordt opgesteld, moet dit met inkt en in blokletters geschieden.
5. De factuurverklaring wordt door de exporteur eigenhandig ondertekend. Een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 behoeft deze verklaring echter niet te ondertekenen, mits hij de douaneautoriteiten een schriftelijke verklaring doet toekomen waarin hij de volle verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle factuurverklaringen waaruit zijn identiteit blijkt alsof hij deze eigenhandig had ondertekend.
6. Een factuurverklaring kan door de exporteur worden opgesteld bij of na de uitvoer van de producten waarop zij betrekking heeft, doch dient binnen twee jaar na de invoer van deze producten in het land van invoer te worden aangeboden.
1. De douaneautoriteiten van het land van uitvoer kunnen een exporteur die veelvuldig producten verzendt waarop de bepalingen inzake handelssamenwerking van bijlage V van toepassing zijn, vergunning verlenen factuurverklaringen op te stellen, ongeacht de waarde van de betrokken producten. Een exporteur die deze vergunning aanvraagt moet naar het oordeel van de douaneautoriteiten de nodige waarborgen bieden in verband met de controle op de oorsprong van de producten en de naleving van de andere voorwaarden van dit Protocol.
2. De douaneautoriteiten kunnen aan het verlenen van de status van toegelaten exporteur de door hen nodig geachte voorwaarden verbinden.
3. De douaneautoriteiten kennen de toegelaten exporteur een nummer toe dat in de factuurverklaringen wordt vermeld.
4. De douaneautoriteiten houden toezicht op het gebruik van de vergunning door de toegelaten exporteur.
5. De douaneautoriteiten kunnen de vergunning steeds intrekken. Zij zijn verplicht dit te doen wanneer de toegelaten exporteur niet meer de in lid 1 bedoelde garanties biedt, niet meer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoet of de vergunning niet op de juiste wijze gebruikt.
1. Een bewijs van de oorsprong is tien maanden geldig vanaf de datum van afgifte in het land van uitvoer. Het moet binnen deze periode worden ingediend bij de douaneautoriteiten van het land van invoer.
2. Bewijzen van de oorsprong die na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douaneautoriteiten van het land van invoer worden ingediend, kunnen met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van overmacht of buitengewone omstandigheden.
3. In andere gevallen van verlate indiening kunnen de douaneautoriteiten van het land van invoer de bewijzen van de oorsprong aanvaarden wanneer de producten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij hen zijn aangebracht.
Wanneer de goederen een andere ACS-staat of een andere LGO dan het land van oorsprong binnenkomen, gaat een nieuwe geldigheidsduur van vier maanden in op de datum waarop de douaneautoriteiten van het land van doorvoer in vak 7 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1:
– het woord „transit",
– de naam van het land van doorvoer,
– het officiële stempel, waarvan een voorbeeld overeenkomstig artikel 31 aan de Commissie is toegezonden,
– de datum van deze verklaringen,
hebben aangebracht.
Bewijzen van de oorsprong worden bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures. Deze autoriteiten kunnen eisen dat het bewijs van de oorsprong wordt vertaald. Zij kunnen voorts eisen dat de aangifte ten invoer vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de producten aan de voorwaarden voor de toepassing van bijlage V voldoen.
Wanneer, op verzoek van de importeur en op de door de douaneautoriteiten van het land van invoer vastgestelde voorwaarden, gedemonteerde of niet-gemonteerde producten in de zin van algemene regel 2 a voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem, vallende onder de afdelingen XVI en XVII of de posten 7308 en 9406 van het geharmoniseerd systeem, in deelzendingen worden ingevoerd, wordt één enkel bewijs van oorsprong bij de douaneautoriteiten ingediend bij de invoer van de eerste deelzending.
1. Producten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers worden als producten van oorsprong toegelaten zonder dat een bewijs van oorsprong behoeft te worden overgelegd, voorzover aan zulke producten ieder handelskarakter vreemd is en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voor de toepassing van dit Protocol voldoen en er over de juistheid van deze verklaring geen twijfel bestaat. Voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifteformulier CN22/CN23 of op een daaraan gehecht blad worden gesteld.
2. Als invoer waaraan ieder handelskarakter vreemd is wordt beschouwd de invoer van incidentele aard van producten die uitsluitend bestemd zijn voor het persoonlijke gebruik van de geadresseerde, de reiziger of de leden van hun gezin, voorzover noch de aard noch de hoeveelheid van de producten op commerciële doeleinden wijzen.
3. Voorts mag de totale waarde van deze producten niet meer bedragen dan 500 euro voor kleine zendingen of 1200 euro voor producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.
1. Wanneer artikel 2, lid 2, of artikel 6, lid 1, wordt toegepast, wordt het bewijs dat de materialen uit andere ACS-staten, de Gemeenschap of de LGO's van oorsprong zijn in de zin van dit Protocol geleverd door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of door een leveranciersverklaring, waarvan het model in bijlage VI A bij dit Protocol is opgenomen, afgegeven door de exporteur in de staat of het LGO waaruit de goederen afkomstig zijn.
2. Wanneer artikel 2, lid 2, artikel 6, lid 2, en artikel 6, lid 9, worden toegepast, wordt het bewijs van de be- of verwerking in de andere ACS-staten, de Gemeenschap, de LGO's of Zuid-Afrika geleverd door de leveranciersverklaring, waarvan het model in bijlage VI B bij dit Protocol is opgenomen, afgegeven door de exporteur in de staat of het LGO waaruit de materialen afkomstig zijn.
3. Voor elke zending materialen moet de leverancier een afzonderlijke leveranciersverklaring opstellen, hetzij op de handelsfactuur betreffende deze zending of op een bijlage bij deze factuur, hetzij op een pakbon of op een ander handelsdocument inzake deze zending waarin de betrokken goederen voldoende nauwkeurig zijn omschreven om ze te kunnen identificeren.
4. De leveranciersverklaring kan op een voorgedrukt formulier worden gesteld.
5. De leveranciersverklaring wordt van een handtekening voorzien. Wanneer de factuur en de leveranciersverklaring per computer worden opgemaakt, behoeft de leveranciersverklaring niet van een handtekening te worden voorzien indien de douaneautoriteiten in het land of gebied waar de leveranciersverklaring wordt opgesteld weten wie de verantwoordelijke is binnen de onderneming van de leverancier. Deze douaneautoriteiten kunnen de toepassingsvoorwaarden van dit lid vaststellen.
6. De leveranciersverklaring wordt ingediend bij het bevoegde douanekantoor in de ACS-staat van uitvoer waarbij het verzoek om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is ingediend.
7. Leveranciersverklaringen en inlichtingenbladen die vóór de inwerkingtreding van dit Protocol overeenkomstig artikelen 23 van Protocol 1 bij de Vierde ACS-EEG-Overeenkomst zijn afgegeven, blijven geldig.
De in artikel 15, lid 3, en artikel 19, lid 3, bedoelde documenten aan de hand waarvan wordt aangetoond dat producten die door een EUR.1-certificaat of een factuurverklaring worden gedekt producten van oorsprong zijn uit een ACS-staat of uit een van de andere in artikel 6 bedoelde landen en aan de andere voorwaarden van dit Protocol voldoen, kunnen onder meer de volgende zijn:
a. een rechtstreeks bewijs, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding of de interne administratie van de exporteur of leverancier, van de door deze uitgevoerde be- of verwerkingen om de producten te verkrijgen;
b. in een ACS-staat of in een van de andere in artikel 6 bedoelde landen afgegeven of opgestelde, en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt;
c. in een ACS-staat, in de Gemeenschap of in een LGO afgegeven of opgestelde, en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de be- of verwerking van de materialen in de ACS-staten, in de Gemeenschap of in de LGO's blijkt;
d. EUR.1-certificaten of factuurverklaringen waaruit blijkt dat de gebruikte materialen van oorsprong zijn, die overeenkomstig dit Protocol in een ACS-staat of in een van de andere in artikel 6 bedoelde landen zijn afgegeven of opgesteld.
1. De exporteur die om de afgifte van een EUR.1-certificaat verzoekt, bewaart de in artikel 15, lid 3, bedoelde documenten gedurende een periode van ten minste drie jaar.
2. De exporteur die een factuurverklaring opstelt, bewaart een kopie van deze factuurverklaring en van de in artikel 19, lid 3, bedoelde documenten gedurende een periode van ten minste drie jaar.
3. De douaneautoriteiten van het land van uitvoer die een EUR.1-certificaat afgeven bewaren het in artikel 15, lid 2, bedoelde aanvraagformulier gedurende een periode van ten minste drie jaar.
4. De douaneautoriteiten van het land van invoer bewaren de EUR.1-certificaten en factuurverklaringen die bij hen werden ingediend gedurende een periode van ten minste drie jaar.
1. Worden geringe verschillen vastgesteld tussen de gegevens op het bewijs van de oorsprong en de gegevens op de documenten die, met het oog op het vervullen van de formaliteiten bij invoer, bij het douanekantoor worden ingediend, dan is het bewijs van de oorsprong hierdoor niet automatisch ongeldig, indien blijkt dat het wel degelijk met de aangebrachte producten overeenstemt.
2. Kennelijke vormfouten zoals typefouten op het bewijs van de oorsprong maken dit document niet ongeldig indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de in daarin vermelde gegevens.
1. De in een bepaalde nationale valuta van een lidstaat te gebruiken bedragen zijn de tegenwaarde in die nationale valuta van de in euro uitgedrukte bedragen op de eerste werkdag van oktober 1999.
2. De in euro uitgedrukte bedragen en de tegenwaarde in de nationale valuta van sommige lidstaten van de EG kunnen zo nodig door de Gemeenschap worden herzien en worden door de Gemeenschap, uiterlijk een maand voordat de herziening van kracht wordt, aan het Comité Douanesamenwerking medegedeeld. De Gemeenschap draagt er bij deze herziening zorg voor dat de te gebruiken bedragen in nationale valuta's niet worden verminderd en onderzoekt tevens of het wenselijk is de gevolgen van de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Het kan in dit verband besluiten de in euro uitgedrukte bedragen te wijzigen.
3. Wanneer de producten gefactureerd zijn in de valuta van een andere lidstaat van de EG, aanvaardt het land van invoer het bedrag dat door de betrokken lidstaat is medegedeeld.
REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
1. De ACS-staten doen de Commissie de afdrukken toekomen van de door hen gebruikte stempels alsmede de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en de controle van deze certificaten en de factuurverklaringen.
Certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en factuurverklaringen worden met het oog op de toepassing van de preferentiële regeling aanvaard vanaf de ontvangst van deze informatie door de Commissie.
De Commissie geeft deze informatie aan de douaneautoriteiten van de lidstaten door.
2. Ten behoeve van de correcte toepassing van dit Protocol verlenen de Gemeenschap, de ACS-staten en de LGO's elkaar, via de bevoegde douane-instanties, bijstand bij de controle op de echtheid van de EUR.1-certificaten, de factuurverklaringen of de leveranciersverklaringen en de juistheid van de daarin vermelde gegevens.
De geraadpleegde autoriteiten verstrekken de relevante gegevens over de voorwaarden waarop het product is vervaardigd, met name over de voorwaarden waarop de oorsprongsregels in de verschillende betrokken ACS-staten, lidstaten of LGO's in acht zijn genomen.
1. De bewijzen van de oorsprong worden achteraf door middel van steekproeven gecontroleerd of wanneer de douaneautoriteiten van het land van invoer redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van dit Protocol.
2. Voor de toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van het land van invoer het EUR.1-certificaat, de factuur, indien deze werd voorgelegd, de factuurverklaring of een kopie van deze documenten, terug aan de douaneautoriteiten van het land van uitvoer, in voorkomend geval onder vermelding van de redenen waarom een onderzoek wordt aangevraagd. Zij verstrekken bij deze aanvraag om een controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van de oorsprong onjuist zijn.
3. De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. Zij kunnen in dit verband bewijsmateriaal opvragen, de administratie van de exporteur inzien en elke andere controle verrichten die zij dienstig achten.
4. Indien de douaneautoriteiten van het land van invoer besluiten de preferentiële behandeling niet toe te kennen zolang de uitslag van de controle niet bekend is, stellen zij de importeur voor de betrokken producten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.
5. De douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd worden zo spoedig mogelijk van de resultaten van de controle in kennis gesteld. In deze mededeling moet duidelijk worden aangegeven of de documenten al dan niet echt zijn, of de betrokken producten als producten van oorsprong uit de ACS-staten of uit een van de andere in artikel 6 bedoelde landen kunnen worden beschouwd en of aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.
6. Indien bij gegronde twijfel binnen tien maanden na de datum van het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen of indien het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de producten vast te stellen, kennen de aanvragende douaneautoriteiten de preferenties niet toe, behoudens buitengewone omstandigheden.
7. Indien de resultaten van de controle of andere beschikbare gegevens erop lijken te wijzen dat de bepalingen van dit Protocol worden geschonden, stelt de ACS-staat op eigen initiatief of op verzoek van de Gemeenschap met de nodige spoed een onderzoek in of laat hij een onderzoek instellen om eventuele schendingen vast te stellen en te voorkomen. De betrokken ACS-staat kan de Commissie verzoeken aan dit onderzoek deel te nemen.
1. De leveranciersverklaring kan door middel van steekproeven worden gecontroleerd en wanneer de douaneautoriteiten van de staat van invoer redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van het document of de juistheid of volledigheid van de gegevens over de oorsprong van de betrokken materialen.
2. De douaneautoriteiten aan wie een leveranciersverklaring wordt overgelegd, kunnen de douaneautoriteiten van de staat waar de verklaring werd opgesteld, verzoeken om afgifte van een inlichtingenblad volgens het model in bijlage VII bij dit Protocol. De douaneautoriteiten aan wie een leveranciersverklaring wordt overgelegd, kunnen ook de exporteur verzoeken een inlichtingenblad over te leggen, afgegeven door de douaneautoriteiten van de staat waar de verklaring werd opgesteld.
Een kopie van het inlichtingenblad wordt ten minste drie jaar bewaard door het kantoor dat het heeft afgegeven.
3. De verzoekende douaneautoriteiten worden zo spoedig mogelijk van de resultaten van de controle in kennis gesteld. Uit het antwoord moet duidelijk blijken of de verklaring betreffende de status van de materialen juist is.
4. Met het oog op een eventuele controle bewaren de leveranciers een kopie van het document dat de verklaring bevat alsmede elk document waaruit de werkelijke status van de goederen blijkt gedurende ten minste twee jaar.
5. De douaneautoriteiten van de staat waar de leveranciersverklaring is opgesteld, kunnen elk bewijs verlangen en alle controles uitvoeren die zij dienstig achten om de juistheid van de leveranciersverklaring te verifiëren.
6. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR. 1 dat is afgegeven of opgesteld op grond van een onjuiste leveranciersverklaring, wordt geacht ongeldig te zijn.
Geschillen ten aanzien van de in de artikelen 32 en 33 bedoelde controles die de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die de controle moesten uitvoeren niet onderling kunnen regelen, en problemen in verband met de interpretatie van dit Protocol worden voorgelegd aan het bij artikel 37 bedoelde Comité Douanesamenwerking.
In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen de importeur en de douaneautoriteiten van dat land.
Tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel producten onder de preferentiële regeling te doen vallen, worden sancties getroffen.
1. De ACS-staten nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat producten die onder geleide van een oorsprongsbewijs of een leveranciersverklaring worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, door andere goederen worden vervangen of andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bewaren.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 geven de bevoegde autoriteiten, wanneer producten van oorsprong onder dekking van een oorsprongsbewijs in een vrije zone zijn ingevoerd een be- of verwerking ondergaan, op verzoek van de exporteur een nieuw EUR.1-certificaat af, mits deze be- of verwerking in overeenstemming is met de bepalingen van dit Protocol.
1. Er wordt een Comité voor douanesamenwerking ingesteld, hierna het „Comité" genoemd, dat ermee belast is de administratieve samenwerking met het oog op de juiste en uniforme toepassing van dit Protocol te waarborgen en elke andere opdracht op douanegebied die het kan worden toevertrouwd, uit te voeren.
2. Het Comité onderzoekt op gezette tijden welke de gevolgen zijn van de toepassing van de oorsprongsregels voor de ACS-staten, in het bijzonder voor de minst ontwikkelde ACS-staten, en doet de Raad van Ministers aanbevelingen voor passende maatregelen toekomen.
3. Het Comité neemt overeenkomstig artikel 6 besluiten over cumulatie.
4. Het Comité neemt overeenkomstig artikel 38 besluiten in verband met afwijkingen van dit Protocol.
5. Het Comité komt op gezette tijden bijeen, met name ter voorbereiding van de besluiten die krachtens artikel 40 door de Raad van Ministers worden genomen.
6. Het Comité is samengesteld uit deskundigen van de lidstaten en ambtenaren van de Commissie onder wier bevoegdheid douaneaangelegenheden vallen, enerzijds, en uit deskundigen die de ACS-staten vertegenwoordigen en ambtenaren van regionale groeperingen van de ACS-staten die verantwoordelijk zijn voor douaneaangelegenheden, anderzijds. Het Comité kan zo nodig een beroep doen op deskundigen.
1. Wanneer zulks op grond van de ontwikkeling van bestaande industrieën of de vestiging van nieuwe industrieën gerechtvaardigd is, kan het Comité toestaan dat van dit Protocol wordt afgeweken.
De betrokken ACS-staat of ACS-staten stellen, voordat of wanneer de ACS-staten de kwestie aan het Comité voorleggen, de Gemeenschap in kennis van zijn (hun) verzoek om een afwijking en vermelden de redenen van het verzoek overeenkomstig lid 2.
De Gemeenschap willigt alle verzoeken van ACS-staten in die overeenkomstig dit artikel gerechtvaardigd zijn, tenzij hierdoor ernstige schade kan ontstaan voor een gevestigde industrie van de Gemeenschap.
2. Om het Comité in staat te stellen de verzoeken om afwijking te kunnen beoordelen, verstrekt de aanvragende ACS-staat, met behulp van het formulier waarvan het model in bijlage VIII is opgenomen, ter staving van zijn verzoek zo volledig mogelijke gegevens die met name op de volgende punten betrekking hebben:
– omschrijving van het eindproduct,
– aard en hoeveelheid van de materialen van oorsprong uit derde landen,
– aard en hoeveelheid van de materialen van oorsprong uit de ACS-staten, de Gemeenschap of de LGO of die aldaar een be- of verwerking hebben ondergaan,
– fabricageprocédés,
– toegevoegde waarde,
– aantal werknemers van het betrokken bedrijf,
– verwachte omvang van de uitvoer naar de Gemeenschap,
– andere mogelijke bronnen waaruit grondstoffen betrokken kunnen worden,
– verantwoording van de duur van de gevraagde afwijking, rekening houdend met de andere bronnen waaruit de materialen eventueel betrokken kunnen worden,
– andere opmerkingen.
Hetzelfde geldt voor eventuele verlengingen.
Het formulier kan door het Comité worden gewijzigd.
3. Bij het onderzoek van de aanvragen wordt in het bijzonder rekening gehouden met:
a. het ontwikkelingsniveau of de geografische ligging van de betrokken ACS-staat of ACS-staten;
b. de gevallen waarin de toepassing van de bestaande oorsprongsregels de mogelijkheden van een bestaande industrie in een ACS-staat om haar uitvoer naar de Gemeenschap voort te zetten duidelijk zou verminderen, met name indien dit tot stopzetting van haar activiteiten zou leiden;
c. bijzondere gevallen waarin duidelijk kan worden aangetoond dat belangrijke investeringen in een industrie door de toepassing van de oorsprongsregels ontmoedigd worden en waarin, door het toestaan van een afwijking, een investeringsprogramma kan worden uitgevoerd dat er op den duur toe leidt dat deze regels kunnen worden nageleefd.
4. In alle gevallen dient te worden onderzocht of de regels inzake de cumulatie van de oorsprong geen oplossing bieden voor het probleem.
5. Wanneer het verzoek om een afwijking een minstontwikkelde of insulaire ACS-staat betreft, wordt het in een geest van welwillendheid onderzocht, waarbij met name rekening wordt gehouden met:
a. de economische en sociale weerslag van het te nemen besluit op de werkgelegenheid;
b. de periode gedurende welke de afwijking moet worden toegepast, bij de vaststelling waarvan de bijzondere situatie van de betrokken ACS-staat en de moeilijkheden waarmede hij te kampen heeft, in aanmerking worden genomen.
6. Elk verzoek wordt afzonderlijk onderzocht, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de mogelijkheid om de oorsprong te verlenen aan producten waarin materialen zijn verwerkt die van oorsprong zijn uit naburige ontwikkelingslanden, minstontwikkelde landen of ontwikkelingslanden waarmee een of meer ACS-staten bijzondere banden hebben, mits met deze landen een bevredigende administratieve samenwerking tot stand kan worden gebracht.
7. Onverminderd de leden 1 tot en met 6 wordt de afwijking toegestaan wanneer de waarde die is toegevoegd aan de niet van oorsprong zijnde producten die in de betrokken ACS-staat of de ACS-staten zijn bewerkt of verwerkt, ten minste 45% van de waarde van het eindproduct bedraagt, mits door deze afwijking geen ernstige schade kan ontstaan voor een economische sector van de Gemeenschap of van een of meer lidstaten.
8. Onverminderd de leden 1 tot en met 7 worden afwijkingen voor tonijnconserven slechts toegestaan binnen een contingent van 8000 ton per jaar en voor tonijnzijden („loins") binnen een contingent van 2000 ton per jaar.
De verzoeken om afwijkingen worden door de ACS-staten, met inachtneming van bovengenoemd contingenten, ingediend bij het Comité, dat deze afwijkingen automatisch verleent en deze door middel van een besluit in werking doet treden.
9. Het Comité draagt er zorg voor dat zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen 75 werkdagen na ontvangst van het verzoek door de EEG-co-voorzitter van het Comité, een besluit wordt genomen. Indien de Gemeenschap de ACS-staten binnen deze termijn niet van zijn standpunt inzake het verzoek in kennis stelt, wordt het verzoek geacht te zijn ingewilligd. Indien het Comité geen besluit neemt, wordt het Comité van Ambassadeurs verzocht in de maand volgende op die waarin de kwestie hem werd voorgelegd, een uitspraak te doen.
10. a. De afwijkingen gelden voor een door het Comité vast te stellen periode die in het algemeen vijf jaar bedraagt.
b. Het besluit tot afwijking kan voorzien in verlengingen zonder dat het Comité hiervoor een nieuw besluit behoeft te nemen, op voorwaarde dat door de betrokken ACS-staat of ACS-staten drie maanden vóór het einde van iedere periode wordt aangetoond dat nog niet kan worden voldaan aan de bepalingen van dit Protocol waarop de afwijking betrekking heeft.
Indien tegen de verlenging bezwaar wordt gemaakt, wordt dit door het Comité ten spoedigste onderzocht en besluit het of de afwijking kan worden verlengd. Het Comité volgt hierbij de in lid 9 omschreven procedure. Alle dienstige maatregelen worden genomen om te voorkomen dat zich onderbrekingen in de toepassing van de afwijking voordoen.
c. Tijdens de onder a en b genoemde periodes kan het Comité de voorwaarden voor toepassing van de afwijking opnieuw onderzoeken indien blijkt dat zich belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in de essentiële feiten die aanleiding hebben gegeven tot het goedkeuren van de afwijking. Naar aanleiding van dit onderzoek kan het Comité zijn besluit wijzigen wat het toepassingsgebied van de afwijking of een andere vroeger vastgestelde voorwaarde betreft.
CEUTA EN MELILLA
1. De in dit Protocol gebruikte term „Gemeenschap" heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla. Onder „producten van oorsprong uit de Gemeenschap" worden geen producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla verstaan.
2. Dit Protocol is van overeenkomstige toepassing om vast te stellen of producten die in Ceuta en Melilla worden ingevoerd, beschouwd kunnen worden van oorsprong te zijn uit de ACS-staten.
3. Wanneer geheel en al in Ceuta, Melilla, de LGO's of de Gemeenschap verkregen producten in de ACS-staten een be- of verwerking ondergaan, worden zij beschouwd geheel en al in de ACS-staten te zijn verkregen.
4. Be- en verwerkingen in Ceuta en Melilla, de LGO's of de Gemeenschap worden geacht in de ACS-staten te zijn verricht wanneer de materialen in de ACS-staten een verdere be- of verwerking ondergaan.
5. Voor de toepassing van de leden 3 en 4 worden de in artikel 5 genoemde ontoereikende be- en verwerkingen niet als een be- of verwerking beschouwd.
6. Ceuta en Melilla worden als één enkel grondgebied beschouwd.
SLOTBEPALINGEN
Overeenkomstig artikel 7 van bijlage V worden de toepassing en de economische consequenties van dit Protocol jaarlijks of telkens wanneer de ACS-staten of de Gemeenschap daartoe een verzoek indienen, door de Raad van Ministers aan een onderzoek onderworpen met het doel daarin de noodzakelijk geachte wijzigingen of aanpassingen aan te brengen.
De Raad van Ministers houdt onder meer rekening met de mogelijke gevolgen van de technologische ontwikkelingen voor de regels van oorsprong.
De genomen besluiten worden zo spoedig mogelijk ten uitvoer gelegd.
De bijlagen bij dit Protocol maken deel uit van dit Protocol.
De Gemeenschap en de ACS-staten nemen, ieder voor zich, de maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van dit Protocol.
Aantekeningen bij de lijst in Bijlage II
Aantekening 1:
In deze lijst zijn de voorwaarden omschreven waarop producten als voldoende be- of verwerkt worden beschouwd in de zin van artikel 4 van het Protocol.
Aantekening 2:
1. In de eerste twee kolommen van de lijst is het verkregen product omschreven. Kolom 1 bevat het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerd systeem en kolom 2 de omschrijving van de goederen die volgens dat systeem onder die post of dat hoofdstuk vallen. Voor ieder product dat in de kolommen 1 en 2 is omschreven, wordt in kolom 3 of 4 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door „ex" betekent dat de regel in kolom 3 of 4 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk dat in kolom 2 is omschreven.
2. Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het product in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 of 4 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerd systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten zijn ingedeeld.
3. Wanneer de lijst verschillende regels geeft voor verschillende producten die onder één post zijn ingedeeld, is bij ieder streepje dat gedeelte van de post omschreven waarop de daarnaast in kolom 3 of 4 vermelde regel van toepassing is.
4. Wanneer zowel in kolom 3 als in kolom 4 een regel is gegeven voor het in de kolommen 1 en 2 omschreven product, kan de exporteur kiezen welke regel – die in kolom 3 of die in kolom 4 – hij toepast. Indien in kolom 4 geen regel is gegeven, moet de regel in kolom 3 worden toegepast.
Aantekening 3:
1. Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is Artikel 4 van het Protocol van toepassing ongeacht het feit of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in de Gemeenschap of in de ACS-staten.
Bijvoorbeeld:
Een motor van post 8407 waarvoor de regel geldt dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die daarin worden verwerkt niet hoger mag zijn dan 40% van de prijs af fabriek, is vervaardigd van „ander gelegeerd staal, enkel ruw voorgesmeed" van post ex 7224.
Indien dit smeedijzer in de Gemeenschap van niet van oorsprong zijnde ingots werd vervaardigd, heeft het reeds de oorsprong verkregen krachtens de regel voor post ex 7224. Bij de waardeberekening van de motor telt het dan als materiaal van oorsprong, of het nu in dezelfde fabriek werd vervaardigd of in een andere fabriek in de Gemeenschap. De waarde van de niet van oorsprong zijnde ingots wordt dus niet meegerekend bij het berekenen van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.
2. De regel in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen. Mag een niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium worden gebruikt, dan kan hetzelfde materiaal in een vroeger productiestadium ook worden gebruikt. Hetzelfde materiaal in een later productiestadium mag evenwel niet worden gebruikt.
3. Onverminderd Aantekening 3.2 geldt dat wanneer volgens de regel „materialen van een willekeurige post" mogen worden gebruikt, ook materialen van dezelfde post als het product mogen worden gebruikt, voor zover de regel verder geen beperkingen inhoudt. De uitdrukking „vervaardiging uit materialen van een willekeurige post met inbegrip van andere materialen van post ..." betekent evenwel dat materialen van dezelfde post als het product slechts gebruikt mogen worden als de omschrijving ervan verschilt van die van het product in kolom 2.
4. Wanneer volgens de regel in de lijst een product van meer dan een materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat een of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt.
Bijvoorbeeld:
Volgens de regel voor weefsels van de GS-posten 5208 tot en met 5212 mogen natuurlijke vezels en andere materialen, waaronder chemische, worden gebruikt. Dit betekent niet dat zowel natuurlijke vezels als chemicaliën moeten worden gebruikt; het ene of het andere materiaal of beide kunnen worden gebruikt.
5. Wanneer volgens een regel in de lijst een product van een bepaald materiaal vervaardigd moet worden, betekent dit niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen. (Zie ook aantekening 6.3 met betrekking tot textielproducten).
Bijvoorbeeld:
De regel voor post 1904 sluit nadrukkelijk het gebruik uit van granen en graanderivaten. Minerale zouten, chemicaliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd mogen uiteraard wel worden gebruikt. Deze regel geldt evenwel niet voor producten die, hoewel zij niet kunnen worden vervaardigd uit het in de lijst genoemde materiaal, wel vervaardigd kunnen worden uit een materiaal van dezelfde aard in een vroeger productiestadium.
Bijvoorbeeld:
Indien voor een kledingstuk van ex Hoofdstuk 62, van gebonden textielvlies, uitsluitend het gebruik van garen dat niet van oorsprong is, is toegestaan, dan is het niet mogelijk uit te gaan van stof van gebonden textielvlies – zelfs al kan gebonden textielvlies normalerwijze niet van garen worden vervaardigd. In een dergelijk geval zou het uitgangsmateriaal zich in het stadium vóór garen moeten bevinden, dat wil zeggen in het vezelstadium.
6. Indien een regel in de lijst twee of meer percentages geeft als maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages voor bepaalde materialen niet worden overschreden.
Aantekening 4:
1. De term „natuurlijke vezels" in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium vóór het spinnen. Tenzij anders vermeld omvat de term „natuurlijke vezels" vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen.
2. De term „natuurlijke vezels" omvat paardenhaar van post 0503, zijde van de posten 5002 en 5003 en wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105, katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305.
3. De termen „textielmassa", „chemische stoffen" en „materialen voor het vervaardigen van papier" in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens.
4. De term „synthetische en kunstmatige stapelvezels" in de lijst heeft betrekking op kabels van synthetische of kunstmatige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507.
Aantekening 5:
1. Indien voor een bepaald product in de lijst naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij de vervaardiging van dit product zijn gebruikt en die, tezamen genomen, ten hoogste 10% van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken (zie ook de aantekeningen 5.3 en 5.4).
2. De in aantekening 5.1 genoemde afwijking is evenwel slechts van toepassing op gemengde producten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd.
Basistextielmaterialen zijn:
– zijde,
– wol,
– grof haar,
– fijn haar,
– paardehaar (crin),
– katoen,
– papier en materiaal voor het vervaardigen van papier,
– vlas,
– hennep,
– jute en andere bastvezels,
– sisal en andere textielvezels van het geslacht Agave,
– kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels,
– synthetische filamenten,
– kunstmatige filamenten,
– filamenten die elektriciteit geleiden,
– synthetische stapelvezels van polypropyleen,
– synthetische stapelvezels van polyester,
– synthetische stapelvezels van polyamide,
– synthetische stapelvezels van polyacrylonitryl,
– synthetische stapelvezels van polyimide,
– synthetische stapelvezels van polytetrafluorethyleen,
– synthetische stapelvezels van polyfenyleensulfon,
– synthetische stapelvezels van polyvinylchloride,
– andere synthetische stapelvezels,
– kunstmatige stapelvezels van viscose,
– andere kunstmatige stapelvezels,
– garens gemaakt van polyurethaan met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld,
– garens gemaakt van polyurethaan met soepele segmenten van polyester, al dan niet omwoeld,
– producten van post 5605 (metaalgaren) waarin strippen zijn verwerkt bestaande uit een kern van aluminiumfolie of van kunststoffolie, al dan niet met aluminiumpoeder bedekt, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een transparant of gekleurd kleefmiddel tussen twee strippen kunststof is aangebracht,
– andere producten van post 5605.
Bijvoorbeeld:
Garen van post 5205, vervaardigd van katoenvezels van post 5203 en van synthetische stapelvezels van post 5506, is een gemengd garen. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde synthetische stapelvezels die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa is vereist) worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het garen.
Bijvoorbeeld:
Een weefsel van post 5112, vervaardigd van garens van wol van post 5107 en van synthetische garens van stapelvezels van post 5509, is een gemengd weefsel. Derhalve mogen synthetische garens die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa is vereist) of garens van wol die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging is vereist uit natuurlijke vezels die niet gekaard zijn of gekamd, noch anderszins met het oog op het spinnen bewerkt) of een combinatie van deze twee soorten garens worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het weefsel.
Bijvoorbeeld:
Getuft textielweefsel van post 5802, vervaardigd van garens van katoen van post 5205 en van weefsels van katoen van post 5210, is slechts een gemengd product wanneer het katoenweefsel zelf een gemengd product is, vervaardigd van onder twee verschillende posten ingedeelde garens, of wanneer de gebruikte katoengarens zelf gemengde garens zijn.
Bijvoorbeeld:
Indien het betrokken getufte textielweefsel is vervaardigd van katoengarens van post 5205 en van synthetisch weefsel van post 5407, dan zijn de gebruikte garens uiteraard twee verschillende soorten basistextielmateriaal en is het getufte textielweefsel bijgevolg een gemengd product.
3. In het geval van weefsels die garens bevatten, „gemaakt van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld", bedraagt de tolerantie voor dit garen ten hoogste 20%.
4. In het geval van weefsels die strippen bevatten bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststof, bedraagt de tolerantie voor de strippen ten hoogste 30%.
Aantekening 6:
1. Indien een in de lijst genoemd textielproduct van een voetnoot is voorzien dat naar deze aantekening verwijst, dan mogen bij de vervaardiging van dat textielproduct textielfournituren worden gebruikt die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor de betreffende geconfectioneerde producten, voor zover het gewicht ervan niet meer bedraagt dan 10% van het totale gewicht van alle in het product opgenomen textielmaterialen. Textielfournituren zijn ingedeeld onder de Hoofdstukken 50 tot en met 63. Voeringen en tussenvoeringen worden niet als fournituren beschouwd.
2. Fournituren en toebehoren die niet van textiel zijn en andere gebruikte materialen die textiel bevatten behoeven niet aan de voorwaarden in kolom 3 te voldoen, zelfs al is Aantekening 3.5 daarop niet van toepassing.
3. Overeenkomstig Aantekening 3.5 mogen niet van oorsprong zijnde fournituren en toebehoren of andere producten die geen textiel bevatten vrij worden gebruikt wanneer zij niet uit de in kolom 3 genoemde materialen kunnen worden vervaardigd.
– Bijvoorbeeld1, wanneer volgens een regel in de lijst voor een bepaald textielartikel, zoals een bloes, garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik van artikelen van metaal, zoals knopen, niet uit, omdat deze niet van textielmaterialen kunnen worden gemaakt.
4. Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van fournituren en toebehoren rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de in het product verwerkte materialen die niet van oorsprong zijn.
Aantekening 7:
1. Onder „aangewezen behandeling" in de zin van de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 wordt verstaan:
a. vacuümdistillatie,
b. herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing2,
c. kraken,
d. reforming,
e. extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen,
f. een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet,
g. polymeriseren,
h. alkyleren,
i. isomeriseren.
2. Onder „aangewezen behandeling" in de zin van de posten 2710, 2711 en 2712 wordt verstaan:
a. vacuümdistillatie,
b. herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing,
c. kraken,
d. reforming,
e. extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen,
f. een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet,
g. polymeriseren,
h. alkyleren,
i. isomeriseren,
j. uitsluitend voor de zware oliën van post ex 2710: ontzwavelen met gebruikmaking van waterstof, waardoor het zwavelgehalte van de behandelde producten met ten minste 85% wordt verlaagd (methode ASTM D 1 266-59 T),
k. uitsluitend voor de producten van post 2710: ontparaffineren, anders dan door enkel filtreren,
l. uitsluitend voor de zware oliën van post ex 2710: behandelen met waterstof, uitgezonderd ontzwavelen, waarbij de waterstof actief deelneemt aan een scheikundige reactie die, met behulp van een katalysator, onder een druk van meer dan 20 bar en bij een temperatuur van meer dan 250 °C wordt teweeggebracht. Eindbehandeling met waterstof van smeeroliën van post ex 2710 die in het bijzonder verbetering van de kleur of de stabiliteit ten doel heeft (bijvoorbeeld „hydrofinishing" of ontkleuren), wordt daarentegen niet als een aangewezen behandeling aangemerkt,
m. uitsluitend voor stookolie van post ex 2710: atmosferische distillatie, mits deze producten, distillatieverliezen inbegrepen, voor minder dan 30% van het volume ervan overdistilleren bij 300 °C, een en ander bepaald volgens de methode ASTM D 86,
n. uitsluitend voor andere zware oliën dan gasolie of stookolie van post ex 2710: behandelen met gebruikmaking van hoogfrequente glimontlading.
3. In de zin van de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 wordt geen oorsprong verleend door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met uiteenlopende zwavelgehaltes, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen.
Lijst van Oorsprongverlenende be- of verwerkingen
Het is mogelijk dat niet alle in de lijst genoemde producten onder de Overeenkomst vallen. De lijst dient tezamen met de andere delen van de Overeenkomst te worden gelezen.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
Hoofdstuk 01 | Levende dieren | Alle dieren van hoofdstuk 1 moeten geheel en al zijn verkregen | |
Hoofdstuk 02 | Vlees en eetbare slachtafvallen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 geheel en al verkregen moeten zijn | |
Hoofdstuk 03 | Vis, en schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex Hoofd-stuk 04 | Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhoning; eetbare producten van dierlijke oorsprong, niet elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 4 geheel en al verkregen moeten zijn | |
0403 | Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao | Vervaardiging waarbij: – alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 4 geheel en al verkregen moeten zijn – alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) bedoeld bij post 2009 van geheel en al verkregen moeten zijn, en mits – de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 05 | Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen met uitzondering van: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 5 geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 0502 | Bereid haar van varkens of van wilde zwijnen | Reinigen, ontsmetten, sorteren en rechtstrijken van haar | |
Hoofdstuk 06 | Levende planten en producten van de bloementeelt | Vervaardiging waarbij – alle materialen van Hoofdstuk 6 geheel en al verkregen moeten zijn, en – de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger mag zijn dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
Hoofdstuk 07 | Groenten, planten, wortels en knollen voor voedingsdoeleinden | Vervaardiging waarbij alle materialen van Hoofdstuk 7 geheel en al verkregen moeten zijn | |
Hoofdstuk 08 | Eetbare vruchten; schillen van citrusvruchten of van meloenen | Vervaardiging waarbij – alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen moeten zijn, en – de waarde van de gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 09 | Koffie, thee, maté en specerijen, met uitzondering van: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 9 geheel en al verkregen moeten zijn | |
0901 | Koffie, ook indien gebrand of cafeïnevrij; bolsters en schillen van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post | |
0902 | Thee, ook indien gearomatiseerd | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post | |
ex 0910 | Kruidenmengsels | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post | |
Hoofdstuk 10 | Granen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 10 geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex Hoofd-stuk 11 | Producten van de meelindustrie, mout, zetmeel, gluten, inuline, met uitzondering van: | Vervaardiging waarbij de groenten, granen, knollen en wortels van post 0714, of de vruchten die hierbij zijn gebruikt, geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 1106 | Meel, gries en poeder van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713 | Drogen en malen van de bij post 0708 bedoelde peulgroenten | |
Hoofdstuk 12 | Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 12 geheel en al verkregen moeten zijn | |
1301 | Gomlak (schellak); gommen, harsen, gomharsen en harsaroma's (bijvoorbeeld balsems), van natuurlijke oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 1301 niet hoger mag zijn dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
1302 | Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd | ||
– plantenslijmen en bindmiddelen, gewijzigd, verkregen uit plantaardige producten | Vervaardiging uit ongewijzigde plantenslijmen en bindmiddelen | ||
– andere | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger mag zijn dan 50% van de prijs af fabriek van het product | ||
Hoofdstuk 14 | Stoffen voor het vlechten en andere producten van plantaardige oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 14 geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex Hoofd-stuk 15 | Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
1501 | Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte, met uitzondering van vet van de posten 0209 of 1503: | ||
– beendervet of afvalvet | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van post 0203, 0206 of 0207 of van beenderen bedoeld bij post 0506 | ||
– ander | Vervaardiging uit vlees of eetbare slachtafvallen van varkens bedoeld bij post 0203 of 0206 of uit vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee bedoeld bij post 0207 | ||
1502 | Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503: | ||
– beendervet of afvalvet | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van post 0201; 0202, 0204 of 0206 of van beenderen bedoeld bij post 0506 | ||
– ander | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn | ||
1504 | Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd | ||
– vaste fracties | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 1504 daaronder begrepen | ||
– ander | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de Hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen moeten zijn | ||
ex 1505 | Geraffineerde lanoline | Vervaardiging uit ruw wolvet bedoeld bij post 1505 | |
1506 | Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: | ||
– vaste fracties | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen bedoeld bij post 1506 | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn | ||
1507 t/m 1515 | Plantaardige vette oliën, alsmede fracties daarvan: | ||
– Sojaolie, grondnotenolie, palmolie, kokosolie (kopraolie), palmpittenolie, babassunotenolie, tungolie, aleuritisolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas, fracties van jojobaolie en oliën voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | ||
– vaste fracties, met uitzondering van die van jojobaolie | Vervaardiging uit andere materialen van de posten 1507 tot en met 1515 | ||
– andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen moeten zijn | ||
1516 | Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdinieerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid | Vervaardiging waarbij: – alle materialen van Hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn; – alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen moeten zijn. Materialen bedoeld onder de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 mogen echter worden gebruikt. | |
1517 | Margarine, mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën bedoeld bij dit Hoofdstuk, andere dan de vetten of oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516 | Vervaardiging waarbij: – alle materialen van de Hoofdstukken 2 en 4 geheel en al verkregen moeten zijn; en – alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen moeten zijn. Materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 mogen echter wel worden gebruikt. | |
Hoofdstuk 16 | Bereiding van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren | Vervaardiging uit dieren bedoeld bij Hoofdstuk 1. Alle gebruikte materialen bedoeld bij Hoofdstuk 3 dienen geheel en al verkregen te zijn. | |
ex Hoofd-stuk 17 | Suiker en suikerwerk, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. | |
ex 1701 | Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
1702 | Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel: | ||
– chemisch zuivere maltose en chemisch zuivere fructose | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 1702 | ||
– andere suiker, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen die reeds van oorsprong zijn | ||
ex 1703 | Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
1704 | Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen) | Vervaardiging – uit materialen van een andere post dan het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
Hoofdstuk 18 | Cacao en bereidingen daarvan | Vervaardiging – uit materialen van een andere post dan het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
1901 | Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen: | ||
– moutextract | Vervaardiging uit granen bedoeld bij Hoofdstuk 10 | ||
– andere | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | ||
1902 | Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid: | ||
– met ten hoogste 20 gewichtspercenten vlees, eetbare slachtafvallen, vis, schaal- of weekdieren | Vervaardiging waarbij de gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen moeten zijn | ||
– met meer dan 20 gewichtspercenten vlees, vleesafval, vis, schaal- of weekdieren | Vervaardiging waarbij: – de gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen moeten zijn, en – alle materialen van de Hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen moeten zijn | ||
1903 | Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van aardappelzetmeel bedoeld bij post 1108 | |
1904 | Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging: – uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 1806, – waarbij het gebruikte graan of meel (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan en maïs van de soort Zea indurata1 geheel en al verkregen moeten zijn, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van Hoofdstuk 11 |
1 De uitzondering voor maïs van de soort Zea indurata geldt tot en met 31.12.2002.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex Hoofd-stuk 20 | Bereidingen van groenten, vruchten en andere plantendelen, met uitzondering van: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte groenten en vruchten geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex 2001 | Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 2004 en ex 2005 | Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
2006 | Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
2007 | Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 2008 | – Noten, zonder toegevoegde suiker of alcohol | Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte noten en oliehoudende zaden, bedoeld bij de posten 0801, 0802 en 1202 tot en met 1207, die reeds van oorsprong zijn, hoger moet zijn dan 60% van de prijs af fabriek van het product | |
– pindakaas; mengsels op basis van graan; palmharten; maïs | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | ||
– andere, met uitzondering van vruchten (noten daaronder begrepen), anders gekookt dan in water of stoom, zonder toegevoegde suiker, bevroren | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | ||
2009 | Ongegiste vruchten- of groentesappen (druivenmost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 21 | Diverse producten voor menselijke consumptie, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
2101 | Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffie-surrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, en – waarbij de gebruikte cichorei geheel en al verkregen moet zijn | |
2103 | Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd: | ||
– Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt | ||
– Mosterdmeel en bereide mosterd | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post | ||
ex 2104 | Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van groenten, bereid of verduurzaamd, bedoeld bij de posten 2002 tot en met 2005 | |
2106 | Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product. | |
ex Hoofd-stuk 22 | Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn, met uitzondering van: | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, en – waarbij de gebruikte druiven of van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen moeten zijn | |
2202 | Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009 | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 17 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij alle gebruikte vruchten-sappen (andere dan vruchtensappen van ananassen, lem-metjes, pompelmoezen of pomelo's) reeds van oorsprong moeten zijn | |
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging: – uit materialen die niet onder post 2207 of 2208 zijn ingedeeld, en – waarbij de druiven of de van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen moeten zijn of waarbij, indien alle gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak gebruikt kan worden tot een volume van ten hoogste 5%. | |
2208 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80% vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten | Vervaardiging: – uit materialen die niet onder post 2207 of 2208 zijn ingedeeld, en – waarbij de druiven of de van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen moeten zijn of waarbij, indien alle gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak gebruikt kan worden tot een volume van ten hoogste 5%. | |
ex Hoofd-stuk 23 | Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 2301 | Walvismeel; meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de Hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen moet zijn | |
ex 2303 | Afvallen van maïszetmeelfabrieken (met uitzondering van ingedikt zwelwater), met een gehalte aan proteïnen, berekend op de droge stof, van meer dan 40 gewichtspercenten | Vervaardiging waarbij de gebruikte maïs geheel en al verkregen moet zijn | |
ex 2306 | Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3% | Vervaardiging waarbij alle gebruikte olijven geheel en al verkregen moeten zijn | |
2309 | Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren | Vervaardiging waarbij: – de gebruikte granen, suiker of melasse, vlees of melk reeds van oorsprong moeten zijn, en – alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 3 geheel en al verkregen moeten zijn | |
ex Hoofd-stuk 24 | Tabak en tot verbruik bereide tabaksurrogaten; met uitzondering van: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 24 geheel en al verkregen moeten zijn | |
2402 | Sigaren, cigarillo's en sigaretten, van tabak of van tabaksurrogaten | Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de niet- bereide tabak of van de afvallen van tabak van post 2401 reeds van oorsprong moeten zijn | |
ex 2403 | Rooktabak | Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de niet- bereide tabak of van de afvallen van tabak van post 2401 reeds van oorsprong moeten zijn | |
ex Hoofd-stuk 25 | Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 2504 | Natuurlijk kristallijn grafiet, met koolstof verrijkt, gezuiverd en gemalen | Verrijking van het koolstofgehalte, het zuiveren en malen van het ruwe kristallijn grafiet | |
ex 2515 | Marmer, enkel gesneden door zagen, splijten en dergelijke, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, met een dikte van niet meer dan 25 cm | Zagen, splijten en dergelijke van marmer (zelfs indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm | |
ex 2516 | Graniet, porfier, basalt, zandsteen en andere natuursteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, enkel gesneden door zagen, splijten of op dergelijke wijze, met een dikte van niet meer dan 25 cm | Zagen, splijten en dergelijke van natuursteen (zelfs indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm | |
ex 2518 | Dolomiet, gesinterd of gebrand | Sinteren of branden van niet gesinterd of gebrand dolomiet | |
ex 2519 | Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxide, ook indien zuiver, met uitzondering van gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd) | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) bedoeld bij post 2519 mag evenwel worden gebruikt | |
ex 2520 | Tandtechnisch gips | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 2524 | Asbestvezels | Vervaardiging uit asbestmineralen (asbestconcentraat) | |
ex 2525 | Micapoeder | Malen van mica of van afval van mica | |
ex 2530 | Verfaarden, gebrand of fijngemaakt | Branden of malen van verfaarden | |
Hoofdstuk 26 | Ertsen, slakken en assen | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. | |
ex Hoofd-stuk 27 | Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 2707 | Oliën waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke producten als minerale oliën verkregen bij het distilleren van hoge-temperatuur-steenkoolteer, die voor 65% of meer van hun volume overdistilleren bij een temperatuur van 250 °C of minder (mengsels van benzol en van benzine daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof | Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen1 of Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 2709 | Ruwe oliën uit bitumineuze mineralen | Droge distillatie van bitumineuze mineralen |
1 Deze zijn omschreven in de aantekeningen 7.1 en 7.3
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
2710 | Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald | Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen1 of Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product | |
2711 | Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen | Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen1 of Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product |
1 Deze zijn omschreven in aantekening 7.2.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
2712 | Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, „slack wax", ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en soortgelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd | Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen1 of Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product | |
2713 | Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze materialen | Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen2 of Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product |
1 Deze zijn omschreven in de aantekeningen 7.1 en 7.3.
2 Deze zijn omschreven in aantekening 7.2.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
2714 | Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen | Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen1 of Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product | |
2715 | Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpek | Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen1 of Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product |
1 Deze zijn omschreven in de aantekeningen 7.1 en 7.3.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex Hoofd-stuk 28 | Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen of van isotopen, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 2805 | „Mischmetall" | Vervaardiging door elektrolytische of thermische behandeling waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger mag zijn dan 50% van de prijs af-fabriek van het product | |
ex 2811 | Zwaveltrioxide | Vervaardiging uit zwaveldioxide | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 2833 | Aluminiumsulfaat | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 2840 | Natriumperboraat | Vervaardiging uit dinatriumtetraboraatpentahydraat | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex Hoofd-stuk 29 | Organische chemische producten; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 2901 | Acyclische koolwaterstoffen bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof | Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen1 of Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
1 Deze zijn omschreven in de aantekeningen 7.1 en 7.3
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex 2902 | Cycloalkanen en cycloalkenen (andere dan azulenen), benzeen, tolueen, xyleen, bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof | Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen1 of Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan het product moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 2905 | Metaalalcoholaten van alcohol bedoeld bij deze post en van ethanol | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 2905 daaronder begrepen. Metaalalcoholaten van deze post mogen evenwel slechts worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
1 Deze zijn omschreven in de aantekeningen 7.1 en 7.3
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
2915 | Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van de posten 2915 en 2916 mag evenwel niet hoger zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 2932 | – Inwendige ethers, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet hoger zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
– Cyclische acetalen en inwendige hemiacetalen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
2933 | Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als hetero-atoom | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932 en 2933 mag evenwel niet hoger zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
2934 | Nucleïnezuren en zouten daarvan; andere heterocyclische verbindingen | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932, 2933 en 2934 mag evenwel niet hoger zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex Hoofd-stuk 30 | Farmaceutische producten; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | |
3002 | Menselijk bloed; dierlijk bloed bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik of voor het stellen van diagnosen; antisera, andere bloedfracties, andere gewijzigde immunologische producten, ook indien op biotechnologische wijze verkregen; vaccins, toxinen, culturen van micro-organismen (andere dan gist) en dergelijke producten: | ||
– producten bestaande uit twee of meer bestanddelen die voor therapeutisch of profylactisch gebruik zijn vermengd of ongemengde producten voor dit gebruik, aangeboden in afgemeten hoeveelheden of gereed voor de verkoop in het klein | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel slechts worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere: | |||
– menselijk bloed | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel slechts worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20% van de prijs af fabriek van het product | ||
– dierlijk bloed, bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | ||
– bloedfracties, andere dan antisera, hemoglobine, bloedglobuline en serumglobuline | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | ||
– hemoglobine, bloedglobuline en serumglobuline | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast bedoelde materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | ||
3003 en 3004 | Geneesmiddelen (andere dan de producten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006) | ||
– uit amikacin bedoeld bij post 2941 verkregen | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel worden gebruikt, tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel slechts worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20% van de prijs af fabriek van het product, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | ||
ex Hoofd-stuk 31 | Meststoffen, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 3105 | Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; producten bedoeld bij dit Hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg, met uitzondering van: – natriumnitraat – calciumcyaanamide – kaliumsulfaat – magnesiumkaliumsulfaat | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product; – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex Hoofd-stuk 32 | Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 3201 | Tannine (looizuur), alsmede zouten, ethers, esters en andere derivaten daarvan | Vervaardiging uit looiextracten van plantaardige oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
3205 | Verflakken; preparaten op basis van verflakken, bedoeld bij aantekening 3 op dit Hoofdstuk1 | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 3203, 3204 en 3205. Materialen van post 3205 kunnen echter worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex Hoofd-stuk 33 | Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
1 Volgens aantekening 3 bij Hoofdstuk 32 behoren tot deze post preparaten op basis van kleurstoffen van de soort gebruikt voor het kleuren van stoffen of als bestanddeel bij het vervaardigen van kleurpreparaten, mits zij niet onder een andere post van Hoofdstuk 32 zijn ingedeeld.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
3301 | Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, materialen van een andere „groep"1 van deze post daaronder begrepen. Materialen van dezelfde groep mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
1 Als een „groep" wordt beschouwd ieder deel van de omschrijving van de post die van de rest door een puntkomma is gescheiden.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex Hoofd-stuk 34 | Zeep, organische tensioactieve producten; wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrande gips; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 3403 | Smeermiddelen bevattende minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen | Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen1 of Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere tariefpost dan het product moeten zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product |
1 Deze zijn omschreven in de aantekeningen 7.1 en 7.3
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
3404 | Kunstwas en bereide was: | ||
– op basis van paraffine, van was uit aardolie of uit bitumineuze mineralen, uit „slack wax" of uit „scale wax" | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product . Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van: – gehydrogeneerde oliën die het karakter hebben van was bedoeld bij post 1516 – chemisch niet welbepaalde vetzuren of industriële vetalcoholen met het karakter van was bedoeld bij post 3823,– materialen van post 3404. Deze materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 35 | Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
3505 | Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bij voorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel: | ||
– door ethervorming of door verestering gewijzigd zetmeel | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 3505 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
– andere | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 3505 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 3507 | Bereidingen van enzymen, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
Hoofdstuk 36 | Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex Hoofd-stuk 37 | Producten voor fotografie en cinematografie, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
3701 | Fotografische platen en vlakfilm, lichtgevoelig, onbelicht, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; vlakfilm voor „direct-klaar"-fotografie, lichtgevoelig, onbelicht, ook indien in cassette | ||
– filmpakken voor „direct-klaar„-fotografie in kleur | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 3701 of 3702. Materialen van post 3702 mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 30% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
– andere | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 3701 of 3702. Materialen van de posten 3701 en 3702 mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
3702 | Fotografische film, lichtgevoelig, onbelicht, op rollen, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; film voor „direct-klaar"-fotografie, op rollen, lichtgevoelig, onbelicht | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 3701 of 3702 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
3704 | Fotografische platen, film, papier, karton en textiel, belicht doch niet ontwikkeld | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan de posten 3701 t/m 3704 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex Hoofd-stuk 38 | Diverse producten van de chemische industrie; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 3801 | – Colloïdaal grafiet, gedispergeerd in olie, en semicolloïdaal grafiet; koolstofpasta's voor elektroden | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
– Grafiet in de vorm van pasta's, bestaande uit een mengsel van meer dan 30 gewichtspercenten grafiet en minerale olie | Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van post 3403 niet hoger mag zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 3803 | Geraffineerde tallolie | Raffineren van ruwe tallolie | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 3805 | Sulfaatterpentijnolie, gezuiverd | Zuivering, inhoudende het distilleren of het raffineren van ruwe sulfaatterpentijnolie | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 3806 | Gomesters | Vervaardiging uit harszuren | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 3807 | Houtteerpek | Distillatie van houtteer | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
3808 | Insectendodende middelen, rattenbestrijdingsmiddelen, schimmelwerende middelen, onkruidbestrijdingsmiddelen, middelen om het kiemen tegen te gaan, middelen om de plantengroei te regelen, ontsmettingsmiddelen en dergelijke producten, opgemaakt in vormen of verpakkingen voor de verkoop in het klein, dan wel voorkomend als bereidingen of in de vorm van artikelen zoals zwavelbanden, zwavellonten, zwavelkaarsen en vliegenvangers | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van de producten | |
3809 | Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bij voorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van de producten | |
3810 | Preparaten voor het beitsen van metalen; vloeimiddelen en andere hulpmiddelen voor het solderen en het lassen van metalen; soldeer- en laspoeder en soldeer- en laspasta's, samengesteld uit metaal en andere stoffen; preparaten van de soort gebruikt voor het bekleden of het vullen van elektroden en van soldeer- en lasstaafjes | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van de producten | |
3811 | Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen) of voor andere vloeistoffen die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als minerale olie: | ||
– bereide additieven voor smeerolie, aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevattende | Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen niet van post 3811 hoger mag zijn dan 50% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | ||
3812 | Bereide rubbervulcanisatieversnellers; weekmakers van gemengde samenstelling voor rubber of voor kunststof, elders genoemd, noch elders onder begrepen; bereide anti-oxidanten en andere stabilisatiemiddelen van gemengde samenstelling, voor rubber of voor kunststof | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
3813 | Preparaten en ladingen, voor brandblusapparaten; brandblusbommen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
3814 | Organische oplosmiddelen en verdunners, van gemengde samenstelling, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het verwijderen van verf en vernis | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
3818 | Chemische elementen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden, in de vorm van schijven, plaatjes of dergelijke vormen; chemische verbindingen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
3819 | Remvloeistoffen en andere vloeibare preparaten voor hydraulische krachtoverbrenging, die geen of minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
3820 | Anti-vriespreparaten en vloeibare ontdooiingspreparaten | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
3822 | Reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, op een drager, alsmede bereide reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, al dan niet op een drager, andere dan die bedoeld bij post 3002 of 3006 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
3823 | Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen | ||
– industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | ||
– industriële vetalcoholen | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de andere materialen van post 3823 | ||
3824 | Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen: | ||
– de volgende producten van deze post: Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen, op basis van natuurlijke harshoudende producten Nafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van nafteenzuren Sorbitol, andere dan die bedoeld bij post 2905 Petroleumsulfonaten, met uitzondering van petroleumsulfonaten van alkalimetalen, ammonium of ethanolaminen; thiofeenhoudende sulfonzuren van oliën uit bitumineuze mineralen, alsmede zouten daarvan Ionenwisselaars Gasbinders (getters) voor elektrische lampen en vacuümbuizen | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt, tot een waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
Gealkaliseerde ijzeroxiden voor het zuiveren van gas | |||
Ammoniakwaters en gaszuiveringsmassa, verkregen bij het zuiveren van lichtgas | |||
Sulfonafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van sulfonafteenzuren | |||
Foezelolie en dippelolie | |||
Mengsels van zouten met verschillende anionen | |||
Kopieerpasta's op basis van gelatine, ook indien op een onderlaag van papier of textiel | |||
– andere | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | ||
ex 3901 t/m 3915 | Kunststof in primaire vormen, resten en afval van kunststof, met uitzondering van de producten van de posten ex 3907 en 3912 waarvoor de regels hierna worden uiteengezet: | ||
– toegevoegde homopolymerisatieproducten waarin een enkel monomeer voor meer dan 99 gewichtspercenten van het totale polymeergehalte aanwezig is | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte materialen van Hoofdstuk 39 niet hoger mag zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product1 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product | |
– andere | Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van Hoofdstuk 39 niet hoger mag zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product5 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
1 Voor producten die enerzijds bestaan uit materialen van de posten 3901 tot en met 3906 anderzijds uit materialen van de posten 3907 tot en met 3911 geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.
2 In het geval van producten samengesteld uit materialen die zijn ingedeeld onder zowel de posten 3901 tot en met 3906 enerzijds als de posten 3907 tot en met 3911 anderzijds, geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex 3907 | Copolymeer, gemaakt van polycarbonaat en acrylonitril-butadieen-styreencopolymeer (ABS) | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product1 | |
– polyester | Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van Hoofdstuk 39 niet hoger mag zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product en/of vervaardiging uit tetrabroom-(bisfenol A)-polycarbonaat | ||
3912 | Cellulose en chemische derivaten daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen, in primaire vormen: | Vervaardiging waarbij de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger mag zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product |
1 In het geval van producten samengesteld uit materialen die zijn ingedeeld onder zowel de posten 3901 tot en met 3906 enerzijds als de posten 3907 tot en met 3911 anderzijds, geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
3916 t/m 3921 | Halffabrikaten en artikelen van kunststof, met uitzondering van de producten van de posten ex 3916, ex 3917, ex 3920 en ex 3921, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet: | ||
– platte producten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte of in andere dan rechthoekige of vierkante vorm gesneden; andere producten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 39 niet hoger mag zijn dan 50% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product | |
– andere | |||
– toegevoegde homopolymerisatieproducten waarin een monomeer voor meer dan 99 gewichtspercenten van het totale polymeergehalte aanwezig is | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte materialen van Hoofdstuk 39 niet hoger mag zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product1 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
1 In het geval van producten samengesteld uit materialen die zijn ingedeeld onder zowel de posten 3901 tot en met 3906 enerzijds als de posten 3907 tot en met 3911 anderzijds, geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van Hoofdstuk 39 niet hoger mag zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product1 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 3916 en ex 3917 | Profielen en buizen | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger mag zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
ex 3920 | – Ionomeervellen of -foliën | Vervaardiging uit een thermoplastisch partieel zout, een copolymeer van ethyleen en metacrylzuur, gedeeltelijk geneutraliseerd met metaalionen, voornamelijk zink en natrium | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
1 In het geval van producten samengesteld uit materialen die zijn ingedeeld onder zowel de posten 3901 tot en met 3906 enerzijds als de posten 3907 tot en met 3911 anderzijds, geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– Vellen van geregenereerd cellulose, van polyamide of van polyethyleen | Vervaardiging waarbij de waarde van materialen van dezelfde post als het product niet hoger mag zijn dan 20% van de prijs af fabriek van het product | ||
ex 3921 | Kunststoffolie, gemetalliseerd | Vervaardiging uit zeer transparante polyesterfolie met een dikte van minder dan 23 micron1 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
3922 t/m 3926 | Artikelen van kunststof | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 40 | Rubber en werken daarvan, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 4001 | Gelamineerde platen van crêperubber voor zolen | Lamineren van vellen natuurlijke crêperubber |
1 Als zeer transparant wordt beschouwd: folie waarvan het doorzichtigheidsverlies, gemeten met een nefolometer van Gardner volgens ASTM-D 1003-16 (troebelingsfactor), minder dan 2% bedraagt.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
4005 | Bereide rubber, niet gevulcaniseerd, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen | Vervaardiging uit materialen, met uitzondering van natuurrubber, met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
4012 | Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber; massieve of halfmassieve banden, verwisselbare loopvlakken voor banden en velglinten van rubber: | ||
– van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden, massieve of halfmassieve banden van rubber | Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 4011 en 4012 | ||
ex 4017 | Werken van geharde rubber | Vervaardiging uit geharde rubber | |
ex Hoofd-stuk 41 | Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 4102 | Onthaarde huiden en vellen van schapen | Schapenhuiden en -vellen ontdoen van hun wol | |
4104 t/m 4107 | Leder, alsmede voorgelooide onthaarde vellen en huiden, ander dan leder bedoeld bij post 4108 of 4109 | Herlooien van voorgelooid leder of Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
4109 | Lakleder, gelamineerd lakleder daaronder begrepen, gemetalliseerd leder | Vervaardiging uit leder van de posten 4104 tot en met 4107, tot een waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product | |
Hoofdstuk 42 | Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex Hoofd-stuk 43 | Pelterijen en bontwerk; namaakbont; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 4302 | Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd: | ||
– banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormen | Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen | ||
– andere | Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen | ||
4303 | Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont | Vervaardiging uit nietsamengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen bedoeld bij post 4302 | |
ex Hoofd-stuk 44 | Hout, houtskool en houtwaren, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 4403 | Hout, enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd | Vervaardiging uit hout, onbewerkt, ook indien ontschorst of ruw behakt of ontdaan van het spint | |
ex 4407 | Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm | Schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding | |
ex 4408 | Fineer en hout in platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, waarin een verbinding is gemaakt, alsmede ander hout, overlangs gezaagd of gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding | Aanbrengen van een verbinding, schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding | |
ex 4409 | Hout waarvan ten minste een zijde over de gehele lengte is geprofileerd, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding: | ||
– geschuurd of met vingerlasverbinding | Schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding | ||
– staaflijsthout | In profiel frezen of vormen | ||
ex 4410 t/m ex 4413 | Staaflijst van hout, voor meubelen, voor lijsten, voor binnenhuisversiering, voor het wegwerken van elektrische leidingen (groeflatjes en afdekprofielen) en voor dergelijke doeleinden | In profiel frezen of vormen | |
ex 4415 | Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, van hout | Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken | |
ex 4416 | Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout | Vervaardiging uit duighout, ook indien gezaagd op beide hoofdvlakken, doch niet verder bewerkt | |
ex 4418 | – Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, van hout: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Panelen met cellenstructuur en dakspanen („shingles" en „shakes") mogen evenwel worden gebruikt | |
– staaflijsthout | In profiel frezen of vormen | ||
ex 4421 | Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen | Vervaardiging uit hout van een willekeurige post, met uitzondering van houtdraad bedoeld bij post 4409 | |
ex Hoofd-stuk 45 | Kurk en kurkwaren, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
4503 | Werken van natuurkurk | Vervaardiging uit natuurkurk bedoeld bij post 4501 | |
Hoofdstuk 46 | Vlechtwerk en mandenmakerswerk | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
Hoofdstuk 47 | Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval) | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex Hoofd-stuk 48 | Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 4811 | Papier en karton, enkel gelijnd, gelinieerd of geruit | Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij Hoofdstuk 47 | |
4816 | Carbonpapier, zelfkopiërend papier en ander papier voor het maken van doorslagen en overdrukken (ander dan dat van post 4809), complete stencils en offsetplaten, van papier, ook indien verpakt in dozen | Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij Hoofdstuk 47 | |
4817 | Enveloppen, postbladen, briefkaarten (andere dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten, van papier of van karton; assortimenten van papierwaren voor correspondentie in dozen, in omslagen en in dergelijke verpakkingen, van papier of van karton | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, – waarvan de waarde niet hoger mag zijn dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 4818 | Closetpapier | Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij Hoofdstuk 47 | |
ex 4819 | Dozen, zakken, hoezen en andere verpakkingsmiddelen van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, – waarvan de waarde niet hoger mag zijn dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 4820 | Blocnotes | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 4823 | Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, op maat gesneden | Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij Hoofdstuk 47 | |
ex Hoofd-stuk 49 | Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
4909 | Prentbriefkaarten en andere gedrukte briefkaarten; gedrukte kaarten met persoonlijke wensen of mededelingen, ook indien geïllustreerd of met garneringen, al dan niet met enveloppe | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 4909 en 4911 | |
4910 | Kalenders van alle soorten, gedrukt, kalenderblokken daaronder begrepen: | ||
– kalenders van de „eeuwigdurende" soort en kalenders met een verwisselbaar blok op voetstuk van andere stoffen dan papier of karton | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, – waarvan de waarde niet hoger mag zijn dan 50% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 4909 en 4911 | ||
ex Hoofd-stuk 50 | Zijde, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 5003 | Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), gekaard of gekamd | Kaarden of kammen van afval van zijde | |
5004 t/m ex 5006 | Garens van zijde en garens van afval van zijde | Vervaardiging uit:1 – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – andere natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
5007 | Weefsels van zijde of van afval van zijde: | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren1 |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging uit1: – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex Hoofd-stuk 51 | Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin), met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
5106 t/m 5110 | Garens van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin) | Vervaardiging uit1 – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
5111 t/m 5113 | Weefsels van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin): | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren1 |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging uit1: – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex Hoofd-stuk 52 | Katoen, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
5204 t/m 5207 | Garens van katoen | Vervaardiging uit:1 – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier | |
5208 t/m 5212 | Weefsels van katoen: | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren1 |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging uit1: – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex Hoofd-stuk 53 | Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
5306 t/m 5308 | Garens van andere plantaardige textielvezels; papiergarens | Vervaardiging uit:1 – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – materialen voor het vervaardigen van papier | |
5309 t/m 5311 | Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren1 |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging uit1: – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
5401 t/m 5406 | Garens en monofilamenten van synthetische of kunstmatige filamenten | Vervaardiging uit1: – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – materialen voor het vervaardigen van papier | |
5407 t/m 5408 | Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens: | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren1 |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging uit1: – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
5501 t/m 5507 | Synthetische of kunstmatige stapelvezels | Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa | |
5508 t/m 5511 | Garens en naaigarens van synthetische of kunstmatige stapelvezels | Vervaardiging uit:1 – ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen, – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – materialen voor het vervaardigen van papier | |
5512 t/m 5516 | Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels: | ||
– elastische weefsels voorzien van rubberdraad | Vervaardiging uit eendraadsgaren1 |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging uit:1 – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa, of – papier, of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex Hoofd-stuk 56 | Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan; met uitzondering van: | Vervaardiging uit: – kokosgaren, – natuurlijke vezels, – chemische materialen of textielmassa of – materialen voor het vervaardigen van papier | |
5602 | Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen: | ||
– Naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit:1 – natuurlijke vezels of – chemische materialen of textielmassa. Echter: – filamentgarens van polypropyleen, bedoeld bij post 5402 – stapelvezels van polypropyleen, bedoeld bij post 5503 of 5506, of |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– kabels van polypropyleenfilamenten, bedoeld bij post 5501 waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt tot een waarde van 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
– andere | Vervaardiging uit1: – natuurlijke vezels, – uit caseïnevezels vervaardigde kunstmatige stapelvezels of – chemische materialen of textielmassa | ||
5604 | Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof: |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel | Vervaardiging uit niet-omwoeld of -omvlochten draad en koord, van rubber | ||
– andere | Vervaardiging uit1: – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa of – materialen voor het vervaardigen van papier | ||
5605 | Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, verbonden met metaaldraad, -strippen of -poeder, dan wel bedekt met metaal | Vervaardiging uit:1 – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa of – materialen voor het vervaardigen van papier |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
5606 | Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardenhaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogenaamd chainettegaren) | Vervaardiging uit1: – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, – chemische materialen of textielmassa of – materialen voor het vervaardigen van papier | |
Hoofdstuk 57 | Tapijten: | ||
– van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit1: – natuurlijke vezels of – chemische materialen of textielmassa. Echter: – filamentgarens van polypropyleen, bedoeld bij post 5402 – stapelvezels van polypropyleen, bedoeld bij post 5503 of 5506, of |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– kabels van polypropyleenfilamenten, bedoeld bij post 5501 waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt tot een waarde van 40% van de prijs af fabriek van het product. | |||
– Jute weefsel mag als rug worden gebruikt. | |||
– van ander vilt | Vervaardiging uit:1 – natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of – chemische materialen of textielmassa | ||
– andere | Vervaardiging uit1: – kokos- of jutegaren, – natuurlijke vezels, – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen. |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
Jute weefsel mag als rug worden gebruikt. | |||
ex Hoofd-stuk 58 | Speciale weefsels: getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk; met uitzondering van: | ||
– elastische weefsels (met rubberdraad verbonden) | Vervaardiging uit eendraadsgaren1 | ||
– andere | Vervaardiging uit1: – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa of |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings of afwerkings-behandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product | |||
5805 | Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bij voorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
5810 | Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
5901 | Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoeden | Vervaardiging uit garen | |
5902 | Bandenkoordweefsel (tyre cord fabric) van garens met een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon: | ||
– met ten minste 90 gewichtspercenten textielstoffen | Vervaardiging uit garen | ||
– ander | Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa | ||
5903 | Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902 | Vervaardiging uit garen of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings of afwerkings-behandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product | |
5904 | Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden | Vervaardiging uit garen1 |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
5905 | Wandbekleding van textielstof: | ||
– geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van rubber, kunststoffen of andere materialen | Vervaardiging uit garen | ||
– andere | Vervaardiging uit:1 – kokosgaren – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of – chemische materialen of textielmassa of | ||
Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product | |||
5906 | Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902: | ||
– van brei- of haakwerk | Vervaardiging uit:1 – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of – chemische materialen of textielmassa | ||
– andere weefsels, vervaardigd van synthetische filamentgarens, bevattende meer dan 90 gewichtspercenten textielstoffen | Vervaardiging uit chemische materialen | ||
– andere | Vervaardiging uit garen |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
5907 | Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik | Vervaardiging uit garen of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings of afwerkings-behandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product | |
5908 | Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rond gebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd: | ||
– gloeikousjes, geïmpregneerd | Vervaardiging uit rond gebreide buisjes | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | ||
5909 t/m 5911 | Artikelen voor technisch gebruik, van textielstoffen: | ||
– polijstschijven, andere dan die van vilt bedoeld bij post 5911 | Vervaardiging uit garen, uit afval van weefsels of uit lompen en vodden van post 6310 | ||
– al dan niet vervilte weefsels van de soort gebruikt voor papiermachines of voor ander technisch gebruik, ook indien geïmpregneerd of bedekt, buisvormig of eindloos, met enkelvoudige of meervoudige ketting of inslag, of plat geweven, met meervoudige ketting of inslag, bedoeld bij post 5911 | Vervaardiging uit1: – kokosgaren, – de volgende materialen: – polytetrafluorethyleengaren2 – polyamidegaren, getwijnd en bedekt, geïmpregneerd of met fenolhars bedekt, – aromatische polyamidegaren verkregen door polycondensatie van metafenyleendiamine en isoftaalzuur, |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
2 Dit product kan slechts worden gebruikt bij de vervaardiging van weefsels van de soort gebruikt voor papiermachines.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– monofilament van polytetrafluorethyleen1, – garen van synthetische textielvezels in poly-p-fenyleentereftalamide, – garens van glasvezel, met fenoplasthars bedekt en met acrylvezels omwoeld1, – monofilament van copolyester van een polyester, een tereftaalzuurhars, van 1,4-cyclohexaandiëthanol en isoftaalzuur, – natuurlijke vezels, | |||
– synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of – chemische materialen of papiermassa |
1 Dit product kan slechts worden gebruikt bij de vervaardiging van weefsels van de soort gebruikt voor papiermachines.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging uit:1 – kokosgaren – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa | ||
Hoofdstuk 60 | Brei- en haakwerk aan het stuk | Vervaardiging uit1: – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa | |
Hoofdstuk 61 | Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk: |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht | Vervaardiging uit garen1, 2 | ||
– andere | Vervaardiging uit1: – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of – chemische materialen of textielmassa | ||
ex Hoofd-stuk 62 | Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk, met uitzondering van: | Vervaardiging uit garen1, 2 |
1 Zie aantekening 6.
2 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex 6202 ex 6204 ex 6206 ex 6209 ex 6211 | Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren voor baby's, geborduurd | Vervaardiging uit garen1, 2 of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel met een waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 6210 ex 6216 | Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester | Vervaardiging uit garen1 of Vervaardiging uit weefsel zonder deklaag met een waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product1 | |
6213 6214 | Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen: | ||
– geborduurd | Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren1, 2 of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel met een waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product1 |
1 Zie aantekening 6.
2 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren1, 2 of Vervaardiging gevolgd door bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels van de posten 6213 en 6214 niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product | ||
6217 | Ander geconfectioneerde kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212) van kleding of van kledingtoebehoren: |
1 Zie aantekening 6.
2 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– geborduurd | Vervaardiging uit garen1: of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel met een waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | ||
– Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester | Vervaardiging uit garen:1 of Vervaardiging uit weefsel zonder deklaag met een waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | ||
– Tussenvoeringen voor kragen en omslagen, uitgesneden | Vervaardiging: – uit materialen van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging uit garen1 |
1 Zie aantekening 6.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex Hoofd-stuk 63 | Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
6301 t/m 6304 | Dekens, beddenlinnen, gordijnen, vitrages en andere artikelen voor stoffering: | ||
– van vilt of gebonden textielvlies | Vervaardiging uit:2 – natuurlijke vezels of – chemische producten of textielmassa | ||
– andere: | |||
– geborduurd | Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren1, 3 of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk) met een waarde van ten hoogste 40% van de prijs af fabriek van het product |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
2 Zie aantekening 6.
3 Zie aantekening 6 voor gebreide of gehaakte artikelen, niet elastisch of gegummeerd, verkregen door aanneennaaien of samenvoegen van rechtstreeks in de vorm gemaakt brei- of haakwerk.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren1, 3 | ||
6305 | Zakken voor verpakkingsdoeleinden | Vervaardiging uit1: – natuurlijke vezels – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen of – chemische materialen of textielmassa | |
6306 | Dekkleden, zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden, zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke, tenten en kampeerartikelen: | ||
– van gebonden textielvlies | Vervaardiging uit1, 2: – natuurlijke vezels of – chemische materialen of textielmassa |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
2 Zie aantekening 6.
3 Zie aantekening 6 voor gebreide of gehaakte artikelen, niet elastisch of gegummeerd, verkregen door aanneennaaien of samenvoegen van rechtstreeks in de vorm gemaakt brei- of haakwerk.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
– andere | Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren1, 2 | ||
6307 | Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
6308 | Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein | Elk onderdeel van het stel of assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel gebruikt worden tot een totale waarde van niet meer dan 15% van de prijs af fabriek van het stel of assortiment |
1 Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
2 Zie aantekening 6.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex Hoofd-stuk 64 | Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen bedoeld bij post 6406 | |
6406 | Delen van schoeisel; inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex Hoofd-stuk 65 | Hoofddeksels en delen daarvan, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
6503 | Hoeden en andere hoofddeksels, van vilt, vervaardigd van hoedvormen (cloches) of van schijfvormige „plateaux", bedoeld bij post 6501, ook indien gegarneerd | Vervaardiging uit garen of textielvezels1 |
1 Zie aantekening 6.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
6505 | Hoeden en andere hoofddeksels, van brei- of haakwerk of vervaardigd van kant, van vilt of van andere textielproducten (aan het stuk, maar niet in stroken), ook indien gegarneerd; haarnetjes, ongeacht van welke stof, ook indien gegarneerd | Vervaardiging uit garen of textielvezels1 | |
ex Hoofd-stuk 66 | Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en delen daarvan, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
6601 | Paraplu's en parasols (wandelstokparaplu's, tuinparasols en dergelijke artikelen daaronder begrepen) | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
Hoofdstuk 67 | Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
1 Zie aantekening 6.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
ex Hoofd-stuk 68 | Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 6803 | Werken van leisteen of van samengekit leigruis | Vervaardiging uit bewerkte leisteen | |
ex 6812 | Werken van asbest; werken van mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post | |
ex 6814 | Bewerkt mica en werken van mica, geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen, op een drager van papier, van karton of van andere stoffen | Vervaardiging uit bewerkt mica (met inbegrip van geagglomereerd of gereconstitueerd mica) | |
Hoofdstuk 69 | Keramische producten | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex Hoofd-stuk 70 | Glas en glaswerk, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 7003 ex 7004 ex 7005 | Glas met niet-reflecterende lagen | Vervaardiging uit materialen van post 7001 | |
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuin geslepen randen, gegraveerd, van gaten voorzien, geëmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: | ||
– platen van glas (substraten), bekleed met een diëlektrische metaallaag, halfgeleidend volgens de normen van SEMII1 | Vervaardiging uit niet bekleden platen van glas (substraten) van post 7006 | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 | ||
7007 | Veiligheidsglas, bestaande uit geharde glasplaten (hardglas) of uit opeengekitte glasplaten | Vervaardiging uit materialen van post 7001 | |
7008 | Meerwandig glas voor isoleringsdoeleinden | Vervaardiging uit materialen van post 7001 | |
7009 | Spiegels van glas, ook indien omlijst, achteruitkijkspiegels daaronder begrepen | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
1 SEMII-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
7010 | Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product of Slijpen van glaswerk waarvan de waarde niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
7013 | Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018 | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product of Slijpen van glaswerk waarvan de waarde niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product of Versieren met de hand (met uitzondering van zijdezeefdruk) van met de hand geblazen glaswerk waarvan de waarde niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 7019 | Werken (andere dan garen) van glasvezels | Vervaardiging uit: – ongekleurde lonten, rovings en garens of – glaswol | |
ex Hoofd-stuk 71 | Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 7101 | Echte of gekweekte parels, in stellen, tijdelijk aaneengeregen met het oog op het vervoer | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 7102 ex 7103 ex 7104 | Bewerkte natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen | Vervaardiging uit onbewerkte edelstenen of halfedelstenen | |
7106 7108 7110 | Edele metalen: | ||
– onbewerkt | Vervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder post 7106, 7108 of 7110, of | ||
elektrolytische, thermische of chemische scheiding van de bij post 7106, 7108 of 7110 bedoelde edele metalen of legering van de bij post 7106, 7108 of 7110 bedoelde edele metalen onderling of met onedele metalen | |||
– halfbewerkt of in poedervorm | Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen | ||
ex 7107 ex 7109 ex 7111 | Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt | Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt | |
7116 | Werken van echte of gekweekte parels, van natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
7117 | Fancybijouterieën | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product of Vervaardiging uit delen van onedel metaal, niet geplateerd of bedekt met edele metalen, waarvan de totale waarde niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 72 | Gietijzer, ijzer en staal, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
7207 | Halffabrikaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal | Vervaardiging uit materialen van post 7201, 7202, 7203, 7204 of 7205 | |
7208 t/m 7216 | Gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal | Vervaardiging uit ijzer of niet-gelegeerd staal, in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7206 | |
7217 | Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal | Vervaardiging uit halffabrikaten bedoeld bij post 7207 | |
ex 7218, 7219 t/m 7222 | Halffabrikaten, gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van roestvrij staal | Vervaardiging uit roestvrij staal, in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7218 | |
7223 | Draad van roestvrij staal | Vervaardiging uit halffabrikaten van roestvrij staal, bedoeld bij post 7218 | |
ex 7224, 7225 t/m 7228 | Halffabrikaten, gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van ander gelegeerd staal; holle staven voor boringen van gelegeerd of van niet-gelegeerd staal | Vervaardiging uit staal, in ingots of in andere primaire vormen, bedoeld bij post 7206, 7218 of 7224 | |
7229 | Draad van ander gelegeerd staal | Vervaardiging uit halffabrikaten van ander gelegeerd staal bedoeld bij post 7224 | |
ex Hoofd-stuk 73 | Werken van gietijzer, van ijzer en van staal, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 7301 | Damwandprofielen van ijzer of van staal | Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7206 | |
7302 | Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, lasplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails | Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7206 | |
7304 7305 7306 | Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staal | Vervaardiging uit materialen van post 7206, 7207, 7218 of 7224 | |
ex 7307 | Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van roestvrij staal (ISO nr. X5CrNiMo 1712), bestaande uit verschillende delen | Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken met een totale waarde van niet meer dan 35% van de prijs af fabriek van het product | |
7308 | Constructiewerken en delen van constructiewerken (bij voorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustraden), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Gelaste profielen bedoeld bij post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt | |
ex 7315 | Sneeuwkettingen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet hoger mag zijn dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 74 | Koper en werken van koper, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
7401 | Kopersteen of ruwsteen; cementkoper (neergeslagen koper) | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
7402 | Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
7403 | Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw: | ||
– geraffineerd koper | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | ||
– koperlegeringen | Vervaardiging uit geraffineerd koper, ruw, of resten en afval van koper | ||
7404 | Resten en afval, van koper | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
7405 | Toeslaglegeringen van koper | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex Hoofd-stuk 75 | Nikkel en werken van nikkel; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
7501 t/m 7503 | Nikkelmatte, nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie; ruw nikkel; resten en afval, van nikkel | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex Hoofd-stuk 76 | Aluminium en werken van aluminium, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
7601 | Ruw aluminium | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – waarvan de totale waarde niet meer is dan 50% van de prijs af fabriek van het product, of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling van niet-gelegeerd aluminium of van resten en afval van aluminium | |
7602 | Resten en afval, van aluminium | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 7616 | Werken van aluminium andere dan metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product. Metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium mogen echter worden gebruikt, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
Hoofdstuk 77 | Gereserveerd voor een eventueel toekomstig gebruik in het geharmoniseerd systeem | ||
ex Hoofd-stuk 78 | Lood en werken van lood; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
7801 | Ruw lood: | ||
– geraffineerd lood | Vervaardiging uit werklood | ||
– ander | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Resten en afval bedoeld bij post 7802 mogen evenwel niet worden gebruikt | ||
7802 | Resten en afval, van lood | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex Hoofd-stuk 79 | Zink en werken van zink, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
7901 | Ruw zink | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Resten en afval bedoeld bij post 7902 mogen evenwel niet worden gebruikt | |
7902 | Resten en afval, van zink | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex Hoofd-stuk 80 | Tin en werken van tin; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
8001 | Ruw tin | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Resten en afval bedoeld bij post 8002 mogen evenwel niet worden gebruikt | |
8002 8007 | Resten en afval, van tin; andere werken van tin | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
Hoofdstuk 81 | Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen: | ||
– andere onedele metalen, bewerkt; werken van deze stoffen | Vervaardiging waarbij de totale waarde van de gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer mag zijn dan 50% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | ||
ex Hoofd-stuk 82 | Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
8206 | Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205, opgemaakt voor de verkoop in het klein | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan de posten 8202 tot en met 8205. Gereedschap bedoeld bij de posten 8202 tot en met 8205 kan evenwel in het stel worden opgenomen, tot een waarde van ten hoogste 15% van de prijs af fabriek van het stel | |
8207 | Verwisselbaar gereedschap voor al dan niet mechanisch handgereedschap of voor gereedschapswerktuigen (bij voorbeeld voor het stampen, stansen, draadtappen, draadsnijden, boren, ruimen, kotteren, frezen, draaien, vastschroeven), daaronder begrepen trekstenen of trekmatrijzen en pers- of extrusiematrijzen voor het bewerken van metalen, alsmede gronden gesteenteboren | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8208 | Messen en snijbladen, voor machines en voor mechanische toestellen | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 8211 | Messen (andere dan die bedoeld bij post 8208), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Lemmeten en handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt | |
8214 | Ander messenmakerswerk (bij voorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellen | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt | |
8215 | Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt | |
ex Hoofd-stuk 83 | Allerlei werken van onedele metalen; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
ex 8302 | Andere garnituren, beslag en dergelijke artikelen, voor gebouwen, en automatische deursluiters | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product.Andere materialen van post 8302 mogen evenwel worden gebruikt, tot een waarde van ten hoogste 20% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 8306 | Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen van onedel metaal | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Andere materialen van post 8306 mogen evenwel worden gebruikt, tot een waarde van ten hoogste 30% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 84 | Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
ex 8401 | Kernsplijtstofelementen | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product1 met 31 december 2005 van toepassing. | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het eindproduct |
1 Deze regel is tot en met 31 december 2005 van toepassing.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) of (4) | |
8402 | Stoomketels (stoomgeneratoren), andere dan ketels voor centrale verwarming die zowel heet water als lagedrukstoom kunnen produceren; ketels voor oververhit water | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product; – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8403 ex 8404 | Ketels voor centrale verwarming, andere dan die bedoeld bij post 8402 en hulptoestellen voor deze ketels voor centrale verwarming | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 8403 of 8404 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
8406 | Stoomturbines en andere dampturbines | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8407 | Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8408 | Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semidieselmotoren) | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8409 | Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor motoren bedoeld bij post 8407 of 8408 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8411 | Turbinestraalmotoren; schroefturbines en andere gasturbines | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8412 | Andere motoren en andere krachtmachines | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 8413 | Roterende verdringerpompen | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
ex 8414 | Ventilatoren voor industriële of dergelijke doeleinden | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8415 | Machines en apparaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en elementen voor het wijzigen van de temperatuur en de vochtigheid van de lucht, die waarmee de vochtigheid van de lucht niet afzonderlijk kan worden geregeld daaronder begrepen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8418 | Koelkasten, vrieskasten en andere machines, apparaten en toestellen voor de koeltechniek, al dan niet elektrisch werkend; warmtepompen, andere dan klimaatregelingstoestellen bedoeld bij post 8415 | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte, niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger mag zijn dan de waarde van alle gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
ex 8419 | Machines voor de hout-, papierstof- en kartonindustrieën | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger mag zijn dan 25% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8420 | Kalanders en walsmachines, andere dan voor metalen of voor glas, alsmede cilinders daarvoor | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van dezelfde post als het product zijn ingedeeld niet hoger mag zijn dan 25% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8423 | Weegtoestellen en weeginrichtingen, tel- en controletoestellen waarvan de werking op weging berust daaronder begrepen, doch met uitzondering van precisiebalansen met een gevoeligheid van 5 cg of beter; gewichten voor weegtoestellen van alle soorten | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8425 t/m 8428 | Hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede toestellen voor het hanteren van goederen | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8431 niet hoger mag zijn dan 10% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8429 | Bulldozers, angledozers, egaliseermachines, schrapers, mechanische schoppen, excavateurs (emmergravers), laadschoppen, wegwalsen, schapenpootwalsen en andere bodemverdichtingsmachines, met eigen beweegkracht: | ||
– wegwalsen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8431 niet hoger mag zijn dan 10% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
8430 | Andere machines en toestellen voor het afgraven, egaliseren, schrapen, delven, aanstampen of boren van of in grond, mineralen of ertsen; heimachines en machines voor het uittrekken van heipalen; sneeuwruimers | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8431 niet hoger mag zijn dan 10% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
ex 8431 | Delen van wegwalsen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8439 | Machines en toestellen voor het vervaardigen van pulp van cellulosehoudende vezelstoffen of voor het vervaardigen of afwerken van papier of van karton | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger mag zijn dan 25% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8441 | Andere machines en toestellen voor de bewerking van papierstof, van papier of van karton, snijmachines van alle soorten daaronder begrepen | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger mag zijn dan 25% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8444 t/m 8447 | Machines van deze posten, bestemd om te worden gebruikt in de textielindustrie | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 8448 | Hulpmachines en hulptoestellen voor de machines bedoeld bij de posten 8444 en 8445 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8452 | Naaimachines, andere dan de naaimachines voor het boekbindersbedrijf bedoeld bij post 8440; meubelen, onderstellen en kappen, speciaal ontworpen voor naaimachines; naalden voor naaimachines: | ||
– naaimachines die uitsluitend stiksteken kunnen vormen, waarvan de kop zonder de motor niet meer dan 16 kg of met de motor niet meer dan 17 kg weegt | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, – waarbij de waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen die bij het monteren van de kop (zonder motor) zijn gebruikt, niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong, en – waarbij het draadspannings-, haak- en zigzagmechanisme reeds van oorsprong zijn | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | ||
8456 t/m 8466 | Gereedschapswerktuigen en machines en hun delen en toebehoren, bedoeld bij de posten 8456 tot en met 8466 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8469 t/m 8472 | Kantoormachines en -toestellen (bij voorbeeld schrijfmachines, rekenmachines, automatische gegevensverwerkende machines, duplicators, hechtmachines) | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8480 | Vormkasten voor gieterijen; modelplaten voor gietvormen; modellen voor gietvormen; gietvormen en andere vormen voor metalen (andere dan gietvormen voor ingots), voor metaalcarbiden, voor glas, voor minerale stoffen, voor rubber of voor kunststof | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
8482 | Kogellagers, rollagers, naaldlagers en dergelijke lagers | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8484 | Metalloplastische pakking; stellen of assortimenten van pakkingringen en andere pakkingstukken, van verschillende samenstelling, in zakjes, in enveloppen of in dergelijke bergingsmiddelen; mechanische afdichtingen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8485 | Delen van machines of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit Hoofdstuk en niet voorzien van elektrische verbindingsstukken, van elektrisch geïsoleerde delen, van spoelen, van contacten of van andere elektrotechnische delen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 85 | Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8501 | Elektromotoren en elektrische generatoren, andere dan generatoraggregaten | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8503 niet hoger mag zijn dan 10% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8502 | Elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8501 of 8503 tezamen niet hoger mag zijn dan 10% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
ex 8504 | Voedingseenheden van de soort gebruikt voor automatische gegevensverwerkende machines | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 8518 | Microfoons en statieven daarvoor; luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast; elektrische audiofrequentieversterkers; elektrische geluidsversterkers | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8519 | Platenspelers, elektrogrammofoons, cassettespelers en andere toestellen voor het weergeven van geluid, niet uitgerust voor het opnemen van geluid | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8520 | Toestellen voor het opnemen van geluid op magneetbanden en andere toestellen voor het opnemen van geluid, ook indien uitgerust voor het weergeven van geluid | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8521 | Video-opname- en videoweergaveapparaten | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8522 | Delen en toebehoren waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk zijn bestemd voor de toestellen en apparaten bedoeld bij de posten 8519 tot en met 8521 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8523 | Dragers, geprepareerd voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, doch waarop niet is opgenomen, andere dan de goederen bedoeld bij Hoofdstuk 37 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8524 | Grammofoonplaten, banden en andere dragers voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, waarop is opgenomen, galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen daaronder begrepen, andere dan de goederen bedoeld bij Hoofdstuk 37: | ||
– galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8523 niet hoger mag zijn dan 10% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
8525 | Zendtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie, radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera's; videocamera's voor stilstaand beeld (zogenaamde still image videocamera's) en andere videocamera-opnametoestellen | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8526 | Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8527 | Ontvangtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie of radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8528 | Ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beelden; videomonitors en videoprojectietoestellen | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8529 | Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528: – uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd voor video-opname- en videoweergaveapparaten | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
– andere | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product | |
8535 en 8536 | Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8538 niet hoger mag zijn dan 10% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8537 | Borden, panelen, kasten en dergelijke, voorzien van twee of meer toestellen bedoeld bij post 8535 of 8536, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom, ook indien voorzien van instrumenten of toestellen bedoeld bij Hoofdstuk 90, alsmede toestellen voor numerieke besturing, andere dan de schakelapparaten bedoeld bij post 8517 | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8538 niet hoger mag zijn dan 10% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
ex 8541 | Dioden, transistors en dergelijke halfgeleiderelementen, met uitzondering van nog niet tot chips gesneden wafers | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, en – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8542 | Elektronische geïntegreerde schakelingen en microassemblages | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8541 en 8542 tezamen niet hoger mag zijn dan 10% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
8544 | Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt – zogeheten emaildraad – of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optische-vezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8545 | Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8546 | Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8547 | Isolerende werkstukken, geheel van isolerend materiaal dan wel voorzien van daarin bij het gieten, persen enzovoort aangebrachte eenvoudige metalen verbindingsstukken (bij voorbeeld nippels met schroefdraad), voor elektrische machines, toestellen of installaties, andere dan de isolatoren bedoeld bij post 8546; isolatiebuizen en verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8548 | Resten en afval van elektrische elementen, van elektrische batterijen en van elektrische accumulatoren; gebruikte elektrische elementen, gebruikte elektrische batterijen en gebruikte elektrische accumulatoren; elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit Hoofdstuk | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 86 | Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8608 | Vast materieel voor spoor- en tramwegen; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal-, veiligheids-, controle- en bedieningstoestellen voor spoor- en tramwegen, voor verkeers- en waterwegen, voor parkeerterreinen, voor havens en voor vliegvelden; delen daarvan | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
ex Hoofd-stuk 87 | Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
8709 | Transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem, van de soort gebruikt in fabrieken, in opslagplaatsen, op haventerreinen of op vliegvelden, voor het vervoer van goederen over korte afstanden; trekkers van de soort gebruikt voor het trekken van perronwagentjes; delen daarvan | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8710 | Gevechtswagens en pantserauto's, ook indien met bewapening; delen en onderdelen daarvan | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8711 | Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens: | ||
– met een motor met op- en neergaande zuigers, met een cilinderinhoud: | |||
– van niet meer dan 50 cm3 | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 20% van de prijs af fabriek van het product | |
– van meer dan 50 cm3 | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product | |
– andere | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 8712 | Tweewielige fietsen zonder kogellagers | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 8714 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8715 | Kinderwagens en delen daarvan | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
8716 | Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; delen daarvan | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
ex Hoofd-stuk 88 | Luchtvaartuigen, ruimtevaartuigen en delen daarvan; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 8804 | Rotochutes | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 8804 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
8805 | Lanceertoestellen voor luchtvaartuigen; deklandingstoestellen en dergelijke; toestellen voor vliegoefeningen op de grond; delen daarvan | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
Hoofdstuk 89 | Scheepvaart | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Scheepsrompen bedoeld bij post 8906 mogen evenwel niet worden gebruikt | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex Hoofd-stuk 90 | Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen; met uitzondering van: | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
9001 | Optische vezels en optische-vezelbundels; optischevezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544; platen of bladen van polariserende stoffen; lenzen (contactlenzen daaronder begrepen), prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, niet gemonteerd, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9002 | Lenzen, prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, gemonteerd, voor instrumenten, apparaten en toestellen, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9004 | Brillen (voor de verbetering van de gezichtsscherpte, voor het beschermen van de ogen en andere) en dergelijke artikelen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 9005 | Binocles, verrekijkers, astronomische kijkers, optische telescopen, alsmede onderstellen daarvoor, met uitzondering van astronomische refractietelescopen en onderstellen daarvoor | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
ex 9006 | Fototoestellen; flitstoestellen en flitslampen en buizen, voor de fotografie, andere dan flitslampen met elektrische ontsteking | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
9007 | Filmcamera's en filmprojectietoestellen, ook indien met ingebouwde geluidsopname- en weergavetoestellen | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
9011 | Optische microscopen, toestellen voor fotomicrografie, cinefotomicrografie en microprojectie daaronder begrepen | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
ex 9014 | Andere instrumenten, apparaten en toestellen voor de navigatie | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9015 | Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geodesie, voor de topografie, voor het landmeten, voor de fotogrammetrie, voor de hydrografie, voor de oceanografie, voor de hydrologie, voor de meteorologie of voor de geofysica, andere dan kompassen; afstandmeters | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9016 | Precisiebalansen met een gewichtsgevoeligheid van 5 centigram of beter, ook indien met gewichten | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9017 | Tekeninstrumenten, aftekeninstrumenten en rekeninstrumenten (bij voorbeeld tekenmachines, pantografen, gradenbogen, passerdozen, rekenlinialen, rekenschijven); handinstrumenten voor lengtemeting (bij voorbeeld maatstokken, micrometers, schuifmaten, kalibers), niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit Hoofdstuk | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9018 | Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geneeskunde, voor de chirurgie, voor de tandheelkunde of voor de veeartsenijkunde, daaronder begrepen scintigrafische en andere elektromedische apparaten en toestellen, alsmede apparaten en toestellen voor onderzoek van het gezichtsvermogen: | ||
– tandartsstoelen met ingebouwde tandheelkundige apparatuur, alsmede spuwbakken voor behandelkamers van tandartsen | Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 9018 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
– andere | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product | |
9019 | Toestellen voor mechanische therapie; toestellen voor massage; toestellen voor psychotechniek; toestellen voor ozontherapie, voor oxygeentherapie, voor aërosoltherapie; toestellen voor kunstmatige ademhaling en andere therapeutische ademhalingstoestellen | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
9020 | Andere ademhalingstoestellen en gasmaskers, andere dan beschermingsmaskers zonder mechanische delen of vervangbare filters | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25% van de prijs af fabriek van het product |
9024 | Machines, apparaten en toestellen voor onderzoek van de hardheid, de trekvastheid, de samendrukbaarheid, de rekbaarheid of andere mechanische eigenschappen van materialen (bij voorbeeld metaal, hout, textiel, papier, kunststof) | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9025 | Densimeters, areometers, vochtwegers en dergelijke drijvende instrumenten, thermometers, pyrometers, barometers, hygrometers en psychrometers, ook indien zelfregistrerend; combinaties van deze instrumenten | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9026 | Instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de doorstroming, het peil, de druk of andere variabele karakteristieken van vloeistoffen of van gassen (bij voorbeeld doorstromingsmeters, peiltoestellen, manometers, warmteverbruiksmeters), andere dan instrumenten, apparaten en toestellen, bedoeld bij de posten 9014, 9015, 9028 en 9032 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9027 | Instrumenten, apparaten en toestellen voor natuurkundige of scheikundige analyse (bij voorbeeld polarimeters, refractometers, spectrometers, analysetoestellen voor gassen of voor rook); instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de viscositeit, de poreusheid, de uitzetting, de oppervlaktespanning en dergelijke; instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van hoeveelheden warmte, geluid of licht (belichtingsmeters daaronder begrepen); microtomen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9028 | Verbruiksmeters en productiemeters voor gassen, voor vloeistoffen of voor elektriciteit, standaardmeters daaronder begrepen | ||
– delen en toebehoren | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
9029 | Toerentellers, productietellers, taximeters, kilometertellers, schredentellers en dergelijke; snelheidsmeters en tachometers, andere dan die bedoeld bij de posten 9014 en 9015; stroboscopen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9030 | Oscilloscopen, spectrumanalysetoestellen en andere instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van elektrische grootheden; meet- en detectietoestellen en -instrumenten voor alfa-, beta- en gammastralen, röntgenstralen, kosmische stralen en andere ioniserende stralen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9031 | Meet- of verificatie-instrumenten, -apparaten, -toestellen en -machines, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit Hoofdstuk; profielprojectietoestellen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9032 | Automatische regelaars | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9033 | Delen en toebehoren (niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit Hoofdstuk) van machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen bedoeld bij Hoofdstuk 90 | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 91 | Uurwerken; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
9105 | Wekkers, pendules, klokken en dergelijke artikelen met ander uurwerk dan horloge-uurwerk | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
9109 | Uurwerken, compleet en gemonteerd, andere dan horloge-uurwerken | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn niet hoger mag zijn dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
9110 | Complete uurwerken, niet gemonteerd of gedeeltelijk gemonteerd (stellen onderdelen); niet-complete uurwerken, gemonteerd; onvolledige, onafgewerkte uurwerken („ébauches") | Vervaardiging: – uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product, en – waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 9114 niet hoger mag zijn dan 10% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
9111 | Kasten voor horloges, alsmede delen daarvan | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
9112 | Kasten voor klokken, voor pendules, enzovoort, alsmede delen daarvan | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, en – met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
9113 | Horlogebanden en delen daarvan: | ||
– van onedel metaal, ook indien verguld of verzilverd, of geplateerd of gedoubleerd met edel metaal | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | ||
Hoofdstuk 92 | Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
Hoofdstuk 93 | Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 94 | Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
ex 9401 ex 9403 | Meubelen van onedele metalen met delen van niet-opgevulde katoenstof met een gewicht van niet meer dan 300 gram per m2 | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product of Vervaardiging uit reeds in een gebruiksklare vorm geconfectioneerde katoenstof bedoeld bij post 9401 of 9403, mits: – de waarde ervan niet hoger is dan 25% van de prijs af fabriek van het product, en – alle andere gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn en onder een andere post dan post 9401 of 9403 zijn ingedeeld | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
9405 | Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) en delen daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen, voorzien van een vast aangebrachte lichtbron, alsmede elders genoemde noch elders onder begrepen delen daarvan | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
9406 | Geprefabriceerde bouwwerken | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofd-stuk 95 | Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product | |
9503 | Ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 9506 | Golfstokken en ander materieel voor het golfspel | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Ruw gevormde blokken voor het maken van golfclubs mogen evenwel worden gebruikt | |
ex Hoofd-stuk 96 | Diverse werken met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. | |
ex 9601 ex 9602 | Werken van dierlijke, plantaardige of minerale stoffen, geschikt om te worden gesneden | Vervaardiging uit „bewerkte" materialen van dezelfde post | |
ex 9603 | Bezems en borstels (met uitzondering van bezems, heiboenders en dergelijk borstelwerk bestaande uit samengebonden materialen, ook indien met steel, alsmede borstels vervaardigd van marter- of eekhoornhaar), met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus, verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
9605 | Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarnituren | Elk artikel in het assortiment moet voldoen aan de regel die van toepassing zou zijn indien het geen deel uitmaakte van het assortiment. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van ten hoogste 15% van de prijs af fabriek van het assortiment | |
9606 | Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvorm | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
9608 | Kogelpennen, vilt- en merkstiften, alsmede andere pennen met poreuze punt; vulpennen; doorschrijfpennen; vulpotloden; penhouders, potloodhouders en dergelijke artikelen; delen (puntbeschermers en klemmen daaronder begrepen) van deze artikelen, andere dan die bedoeld bij post 9609 | Vervaardiging uit materialen die alle onder een andere post zijn ingedeeld dan het product. Pennen en penpunten van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt. | |
9612 | Inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken, ook indien op spoelen of in cassettes; stempelkussens, ook indien geïnkt, met of zonder doos | Vervaardiging uit materialen: – van een andere post dan het product, – met een totale waarde van niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 9613 | Aanstekers met piëzoontstekingsmechanisme | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 9613 niet hoger mag zijn dan 30% van de prijs af fabriek van het product | |
ex 9614 | Tabakspijpen, pijpenkoppen daaronder begrepen | Vervaardiging uit ébauchons | |
Hoofdstuk 97 | Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten | Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. |
In dit Protocol wordt onder „landen en gebieden overzee" de hieronder genoemde landen en gebieden verstaan die zijn vermeld in het Vierde Deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap:
(Onverminderd het statuut van deze landen en gebieden of de ontwikkeling van dat statuut)
1. Land dat speciale banden heeft met het Koninkrijk Denemarken:
– Groenland.
2. Overzeese gebieden van de Franse Republiek:
– Nieuw Caledonië,
– Frans Polynesië,
– de Franse Zuidelijke en Zuidpool-gebieden,
– de eilanden Wallis en Futuna.
3. Territoriale gemeenschappen van de Franse Republiek:
– Mayotte,
– Saint Pierre en Miquelon.
4. Overzeese landen die onder het Koninkrijk Nederland vallen:
– Aruba,
– Nederlandse Antillen:
= Bonaire,
= Curaçao,
= Saba,
= Sint Eustatius,
= Sint Maarten.
5. Britse overzeese landen en gebieden:
– Anguilla,
– Caymaneilanden,
– Falklandeilanden,
– South Georgia en de Zuidelijke Sandwich-eilanden,
– Montserrat,
– Pitcairn,
– Saint Helena, Ascension en Tristan da Cunha
– Brits Antarctica,
– Brits gebied in de Indische Oceaan,
– de Turks- en Caicoseilanden,
– Britse Maagdeneilanden.
Formulier voor het certificaat inzake goederenverkeer
1. Certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden gesteld op het formulier waarvan het model in deze bijlage is opgenomen. Dit formulier wordt gedrukt in een of meer van de talen waarin de Overeenkomst is opgesteld. De certificaten worden in een van deze talen opgesteld overeenkomstig het nationale recht van de staat van uitvoer. Indien zij met de hand worden opgesteld, dient dit met inkt en in blokletters te geschieden.
2. De afmetingen van het certificaat zijn 210 x 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 8 mm meer of 5 mm minder is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar en houtvrij, met een gewicht van ten minste 60 g/m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.
3. De staten van uitvoer kunnen zich het recht voorbehouden de certificaten zelf te drukken of deze door erkende drukkerijen te laten drukken. In het laatste geval wordt op ieder certificaat van deze vergunning melding gemaakt. Op elk certificaat worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. De certificaten worden van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.
CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER
1) Vermeld voor onverpakte goederen het aantal voorwerpen of „gestort".
2) Slechts in te vullen indien de nationale bepalingen van het land of gebied van uitvoer zulks vereisen.
AANTEKENINGEN
1. In het certificaat mogen geen raderingen of overschrijvingen voorkomen. Eventuele wijzigingen dienen te worden aangebracht door doorhaling van de onjuiste vermelding en, in voorkomend geval, door toevoeging van de juiste vermelding. Elke aldus aangebrachte wijziging dient te worden goedgekeurd door degene die het certificaat heeft opgesteld en te worden geviseerd door de douaneautoriteiten van het land of gebied van afgifte.
2. Tussen de in het certificaat vermelde artikelen mag geen tussenruimte worden gelaten. De artikelen dienen doorlopend te worden genummerd. Onmiddellijk onder het laatste artikel dient een horizontale lijn getrokken te worden. Onbeschreven gedeelten dienen te worden doorgehaald zodat elke latere toevoeging onmogelijk wordt.
3. De goederen worden met hun gebruikelijke handelsbenaming aangeduid en voldoende nauwkeurig omschreven om ze te kunnen identificeren.
AANVRAAG TOT AFGIFTE VAN EEN CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER
1) Vermeld voor onverpakte goederen het aantal voorwerpen of „gestort".
Ondergetekende, exporteur van de op de voorzijde omschreven goederen,
Verklaart dat deze goederen voldoen aan de voorwaarden voor de afgifte van het hierbij gevoegde certificaat;
Geeft de onderstaande toelichting inzake de omstandigheden waardoor deze goederen aan deze voorwaarden voldoen:
Legt de volgende bewijsstukken over1
Verplicht zich ertoe om op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle verdere bewijsstukken over te leggen die deze voor de afgifte van het certificaat nodig achten en in voorkomend geval toe te staan dat deze autoriteiten zijn boekhouding controleren en onderzoeken in welke omstandigheden bovenbedoelde goederen zijn vervaardigd;
Verzoekt voor deze goederen om de afgifte van het hierbij gevoegde certificaat.
Te ............, de (handtekening)
1) Bijvoorbeeld: invoerdocumenten, certificaten inzake goederenverkeer, verklaring van de fabrikant enz. ter zake van de be- of verwerkte producten of de in ongewijzigde staat wederuitgevoerde producten.
Bij het opstellen van de factuurverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De tekst van de voetnoten behoeft echter niet in de verklaring te worden overgenomen.
De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. .1)..) verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiele ... oorsprong zijnii).
El exportador de los productos incluidos en el presente documento (autorización aduanera n. ... 1)) declara que, salvo indicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial ... 2).
Eksportren af varer, der er omfattet af nærværende dokument (toldmyndighedernes tilladelse n. ... 1)) erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse I ...2).
1) Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het Protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld.
2) Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 39 van het Protocol, moet de exporteur dit, door middel van de afkorting «CM», duidelijk aangeven op het document waarop de factuurverklaring wordt gesteld.
Der Ausführer (Ermächtiger Ausführer; Bewilligungs-Nr. ...1)) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anderes angegeben, präferenzbegünstigte ... Ursprungswaren sindii).
O ∊υαγωγας Tων ΠρονTων Που KαλúΠTονTαι αΠ Tο Παρν γγραο (Aδ∊ια T∊γων∊οu uΠ'αριΦ. ...1) δηλν∊ι χEι, ∊KTζ∊ν δηλν∊Tαι σαζ Aλλως, Tα ΠροTα αuT∊ναι ΠροTιμησιαKς KαTαγωγς...2).
The exporter of the products covered by this document (customs authorization n. ... 1)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of ... preferential origin 2).
L'exportateur des produits couverts par le présent document (autorisation douanière n. ... 1)) déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle ... 2)
L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento (autorizzazione doganale n. ...1)) dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale ...2).
O abaixo assinado, esportador dos produtos cobertos pelo presente documento (autoriza'çåo aduaneira n° ...1)), declara que, salvo expressamente indicado em contrário, estes produtos såo de origem preferencial ...2).
1) Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het Protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld.
2) Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 39 van het Protocol, moet de exporteur dit, door middel van de afkorting «CM», duidelijk aangeven op het document waarop de factuurverklaring wordt gesteld.
Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupan:o ...1)) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja ... alkuperätuotteitaii).
Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. ...1)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande ... ursprung2).
(Plaats en datum)c)
Handtekening van de exporteur en diens naam in bloklettersIV)
1) Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het Protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld.
2) Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 39 van het Protocol, moet de exporteur dit, door middel van de afkorting «CM», duidelijk aangeven op het document waarop de factuurverklaring wordt gesteld.
3) Facultatief indien deze gegevens al in het document zelf voorkomen
4) Zie artikel 19, lid 5, van het Protocol. Indien de exporteur niet behoeft te tekenen, behoeft ook diens naam niet te worden vermeld.
Leveranciersverklaring voor producten van preferentiële oorsprong
Ondergetekende verklaart dat de op deze factuur vermelde . goederen(1)
in (2)
werden verkregen en voldoen aan de regels betreffende de oorsprong die gelden voor het preferentiële handelsverkeer tussen de ACS-Staten en de Europese Gemeenschap.
Ik verbind mij ertoe de douaneautoriteiten desgewenst bewijsmateriaal ter staving van deze verklaring over te leggen. ..................... (3) (4) ... ... (5)
De bovenstaande tekst, naar behoren aangevuld overeenkomstig de onderstaande voetnoten, vormt een leveranciersverklaring. De voetnoten behoeven niet te worden overgenomen.
1) – Indien de verklaring slechts betrekking heeft op een gedeelte van de op de factuur voorkomende goederen, moeten deze duidelijk worden vermeld of aangemerkt, hetgeen in de verklaring als volgt dient te worden aangegeven: „de op deze factuur vermelde en met een ... gemerkte goederen werden verkregen in ...".
– Indien een ander document dan de handelsfactuur of een bijlage bij de handelsfactuur wordt gebruikt (zie artikel 26, lid 3), dient in de plaats van het woord «factuur» de benaming van dit document te worden vermeld.
2) De Gemeenschap, de lidstaat, de ACS-Staat of het LGO vermelden. Bij vermelding van een ACS-staat of LGO moet het douanekantoor in de Gemeenschap worden opgegeven waar de betrokken EUR.1-certificaten worden bewaard alsmede de nummers van de betrokken certificaten en, indien mogelijk, het nummer van de desbetreffende aangifte ten invoer.
3) Plaats en datum.
4) Naam en functie in het bedrijf.
5) Handtekening.
Leveranciersverklaring voor producten die niet van preferentiële oorsprong zijn
Ondergetekende verklaart dat de op deze factuur vermelde goederen(1) in (2) werden verkregen en de volgende onderdelen of materialen bevatten die in het kader van het preferentiële handelsverkeer niet van oorsprong zijn uit de ACS, de LGO's of de Gemeenschap: ... (3) ... (4) ... (5) ... ... ... ... ... ... (6)
Hij verbindt zich ertoe de douaneautoriteiten desgewenst bewijsmateriaal ter staving van deze verklaring over te leggen.
... (7) ... (8) ...(9)
De bovenstaande tekst, naar behoren aangevuld overeenkomstig de instructies in onderstaande voetnoten, vormt de leveranciersverklaring. De voetnoten behoeven niet te worden overgenomen.
1) - Indien de verklaring slechts betrekking heeft op een gedeelte van de op de factuur voorkomende goederen, moeten deze duidelijk worden vermeld of aangemerkt, hetgeen in de verklaring als volgt dient te worden aangegeven: «de op deze factuur vermelde en met een ............................ gemerkte goederen werden verkregen in ..............................».
– Indien een ander document dan de handelsfactuur of een bijlage bij de handelsfactuur wordt gebruikt (zie artikel 26, lid 3), dient in de plaats van het woord «factuur» de benaming van dit document te worden vermeld.
2) ) De Gemeenschap, een lidstaat, een LGO of Zuid-Afrika.
3) ) In alle gevallen een omschrijving geven. De omschrijving moet voldoende nauwkeurig zijn om de goederen in het tarief te kunnen indelen.
4) De douanewaarde alleen opgeven indien dit wordt gevraagd.
5) Het land van oorsprong alleen opgeven indien dit wordt gevraagd. De opgegeven oorsprong moet een preferentiële oorsprong zijn; in alle andere gevallen moet als oorsprong „derde land" worden ingevuld.
6) ) De tekst «en hebben in [de Gemeenschap] [lidstaat] [ACS-Staat] [LGO] [Zuid-Afrika] de volgende bewerkingen ondergaan ................................. , dient op deze plaats te worden ingevoegd samen met een omschrijving van de uitgevoerde bewerkingen, indien dit wordt gevraagd.
7) Plaats en datum.
8) Naam en functie in het bedrijf.
9) ) Handtekening.
1. Er moet gebruik worden gemaakt van de formulieren «inlichtingenblad» waarvan het model in deze bijlage is opgenomen. Deze formulieren worden gedrukt in een of meer van de officiële talen waarin de overeenkomst is opgesteld en in overeenstemming met het nationale recht van de staat van uitvoer. De inlichtingenbladen worden in een van deze talen ingevuld; worden zij met de hand ingevuld, dan moet dit met inkt en in blokletters geschieden. Zij moeten van een al dan niet gedrukt volgnummer zijn voorzien.
2. Het formaat van het inlichtingenblad is 210 x 297mm, waarbij in de lengte een afwijking van 8 mm meer of 5 mm minder is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit en houtvrij, zodanig gelijmd dat het goed te beschrijven is en weegt ten minste 25 g/m2.
3. De nationale administraties kunnen zich het recht voorbehouden de formulieren zelf te drukken of ze door erkende drukkers te laten drukken. In het laatste geval wordt op ieder formulier naar deze vergunning verwezen. De formulieren zijn voorzien van naam en adres van de drukker of van een merkteken aan de hand waarvan deze kan worden geïdentificeerd.
1) Naam of firmannaam en volledig adres.
2) Niet verplichte melding.
3) Kg, Hl, M3 of andere meeteenheid.
4) De verpakking met de daarin verpakte goederen wordt als een geheel beschouwd. Deze bepaling geldt echter niet voor andere dan de gebruikelijke verpakkingsmiddelen die niet alleen als verpakking kunnen worden gebruikt, maar die op zich een blijvende gebruikswaarde hebben.
5) De waarde moet worden vermeld overeenkomstig de bepalingen betreffende de regels van oorsprong.
Formulier voor het verzoek om een afwijking
1. Handelsbenaming van het eindproduct 1.1 Indeling douanetarief (GS-post) | 2. Verwachte jaarlijkse omvang van de uitvoer naar de Gemeenschap (gewicht, aantal, meters of andere eenheid) |
3. Handelsbenaming van de materialen van oorsprong uit derde landen Indeling douanetarief (GS-post) | 4. Verwachte jaarlijkse omvang van te gebruiken materialen van oorsprong uit derde landen |
5. Waarde van de materialen van oorsprong uit derde landen | 6. Waarde van de eindproducten |
7. Oorsprong van de materialen van oorsprong uit derde landen | 8. Redenen waarom het eindproduct niet aan de oorsprongsregels kan voldoen |
9. Handelsbenaming van de materialen van oorsprong uit ACS-staten, de Gemeenschap of LGO's | 10. Verwachte jaarlijkse omvang van te gebruiken materialen van oorsprong uit ACS-staten, de Gemeenschap of LGO |
11. Waarde van de materialen van oorsprong uit ACS-staten, de Gemeenschap of LGO's | 12. Be- of verwerkingen van de materialen uit derde landen in de Gemeenschap of in LGO die geen oorsprong verlenen |
13. Duur van de gevraagde afwijking van ... t/m ... | |
14. Nauwkeurige omschrijving van de be- of verwerkingen in de ACS-staten: | 15. Structuur van het maatschappelijk kapitaal van de betrokken onderneming |
16. Waarde van de gerealiseerde/overwogen investeringen | |
17. Aantal/Verwacht aantal werknemers | |
18. Waarde die door de be- of verwerkingen in de ACS-staten wordt toegevoegd: 18.1 Loonkosten: 18.2 Algemene kosten: 18.3 Andere: | 20. Oplossingen die worden overwogen om ervoor te zorgen dat de afwijking in de toekomst niet meer nodig is |
19. Andere mogelijke leveringsbronnen van de materialen | 21. Opmerkingen |
1. Wanneer de vakken op het formulier te weinig ruimte bieden voor alle relevante gegevens, kunnen extra bladen worden toegevoegd. In dat geval in het betrokken vak «zie bijlage» vermelden.
2. Voor zover mogelijk dienen bij het formulier monsters of afbeeldingen (foto' s, tekeningen, plannen, catalogi, enz.) van het eindproduct en van de gebruikte materialen te worden gevoegd.
3. Voor elk product waarvoor een verzoek wordt ingediend moet een formulier worden ingevuld.
Vakken 3, 4, 5, 7: «Derde land» betekent elk land dat geen deel uitmaakt van de ACS-Staten, de Gemeenschap of de LGO's (landen en gebieden overzee).
Vak 12: Indien de materialen uit derde landen in de Gemeenschap of de LGO's zijn be- of verwerkt zonder de oorsprong te verkrijgen, voordat zij opnieuw worden be- of verwerkt in de ACS-staat die om de afwijking verzoekt, de aard van de in de Gemeenschap of de LGO's uitgevoerde be- of verwerking aangeven.
Vak 13: Als data vermelden het begin en einde van de periode waarin certificaten EUR. 1 kunnen worden afgegeven in het kader van de afwijking.
Vak 18: Vermelden hetzij het percentage van de toegevoegde waarde ten opzichte van de prijs af fabriek van het product hetzij het bedrag in geld van de toegevoegde waarde per eenheid.
Vak 19: Indien er andere leveringsbronnen voor de materialen zijn, aangeven welke, voor zover mogelijk onder vermelding van de redenen (kosten of andere) waarom die bronnen niet worden gebruikt.
Vak 20: De investeringen of de andere leveringsbronnen vermelden die worden overwogen om ervoor te zorgen dat de afwijking slechts tijdelijk is.
Be- of verwerking van textielmaterialen van oorsprong uit de in artikel 6, lid 11, van dit protocol bedoelde ontwikkelingslanden waardoor het verkregen product van oorsprong is uit een ACS-land
Onder afdeling XI ingedeelde textielstoffen en textielwaren
GN-code | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen |
---|---|---|
(1) | (2) | (3) |
ex 5101 | Wol, niet gekaard en niet gekamd: – ontvet, niet gecarboniseerd – gecarboniseerd | Vervaardiging uit ongewassen wol, met inbegrip van afval van wol, waarvan de waarde niet meer dan 50% bedraagt van de prijs af fabriek van het product Vervaardiging uit ontvette wol, niet gecarboniseerd, waarvan de waarde niet meer dan 50% bedraagt van de prijs af fabriek van het product |
ex 5103 | Afval van wol, van fijn of grof haar, gecarboniseerd | Vervaardiging uit afval waarvan de waarde niet meer dan 50% bedraagt van de prijs af fabriek van het product |
ex 5201 | Katoen, niet gekaard en niet gekamd, gebleekt | Vervaardiging uit ruwe katoen waarvan de waarde niet meer dan 50% bedraagt van de prijs af fabriek van het product |
5501 t/m 5507 | Synthetische of kunstmatige stapelvezels: – niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op spinnen – gekamd, gekaard of andere | Vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa Vervaardiging uit chemische stoffen, textielmassa of afval van GN-code 5505 |
ex hoofd-stuk 50 t/m 55 | Garens en monofilamenten, andere dan papiergarens | Vervaardiging uit: – natuurlijke vezels, niet gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op spinnen, – chemische stoffen of textielmassa, of – stoffen voor het vervaardigen van papier. |
– bedrukt of geverfd | Vervaardiging uit: – natuurlijke vezels, niet gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op spinnen, – ruwe zijde of zijdeafval, – chemische stoffen of textielmassa, of kunstmatige stapelvezels, kabel van filamenten of afval van vezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze behandeld met het oog op het spinnen of | |
Bedrukken of verven van ongebleekte of voorgebleekte1 garens of monofilamenten, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen (twisten en textureren worden niet als zodanig beschouwd) waarbij de waarde van het niet van oorsprong zijnde materiaal (inclusief garens) niet meer dan 48% bedraagt van de prijs af fabriek van het product | ||
– andere | Vervaardiging uit: – natuurlijke vezels, niet gekaard, niet gekamd of op andere wijze voorbehandeld met het oog op het spinnen, – ruwe zijde of zijdeafval, – chemische stoffen of textielmassa, of kunstmatige stapelvezels, kabel van filamenten of afval van vezels, niet gekamd, noch op andere wijze behandeld met het oog op het spinnen | |
Weefsels, andere dan weefsels van papiergarens: | ||
– bedrukt of geverfd | Vervaardiging uit garens of Bedrukken of verven van ongebleekte of voorgebleekte weefsels, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen1, 2 | |
– andere | Vervaardiging uit garens | |
5601 | Watten van textielstof en artikelen daarvan; textielvezels met een lengte van niet meer dan 5 mm (scheerhaar), noppen van textielstof | Vervaardiging uit vezels |
5602 | Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen: | |
– bedrukt of geverfd | Vervaardiging uit vezels of Bedrukken of verven van ongebleekte of voorgebleekte weefsels, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen1, 2 | |
– geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen | Impregneren, bekleden of voorzien van inlagen van gebonden textielvlies, ongebleekt3 | |
– andere | Vervaardiging uit vezels | |
5603 | Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen: – bedrukt of geverfd – geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen | Vervaardiging uit vezels of Bedrukken of verven van ongebleekte of voorgebleekte weefsels, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen1, 2 Impregneren, bekleden, bedekken of voorzien van inlagen van gebonden textielvlies, ongebleekt3 |
– andere | Vervaardiging uit vezels | |
5604 | Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij de GN-codes 5404 of 5405, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof: | |
– draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel | Vervaardiging uit garens of koord van rubber, niet bekleed met textielstoffen, | |
– andere | Impregneren, bekleden, bedekken of ommantelen van textielgarens, strippen en artikelen van dergelijke vorm, ongebleekt | |
5607 | Bindgaren, touw en kabel, al dan niet gevlochten, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of kunststof | Vervaardiging uit vezels, kokosgarens of synthetische of kunstmatige garens van filamenten of monofilamenten |
5609 | Artikelen van garen, van strippen of dergelijke vormen, bedoeld bij GN-code 5404 of 5405, van bindgaren, van touw of van kabel, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging uit vezels, kokosgarens of synthetische of kunstmatige garens van filamenten of monofilamenten |
5704 | Tapijten | Vervaardiging uit vezels |
ex hoofd-stuk 58 | Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk: | |
– borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven (GN-code 5810) | Vervaardiging uit materialen waarvan de waarde niet meer dan 50% van de prijs af fabriek van het product bedraagt | |
– bedrukt of geverfd | Vervaardiging uit garens of Bedrukken of verven van ongebleekte of voorgebleekte weefsels, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen1, 2 | |
– geïmpregneerd, bekleed of bedekt | Vervaardiging uit weefsels, vilt of gebonden textielvlies, ongebleekt | |
– andere | Vervaardiging uit garens | |
5901 | Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoeden | Vervaardiging uit ongebleekte weefsels |
5902 | Bandenkoordweefsel („tyre cord fabric") van garens van een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon | Vervaardiging uit garens |
5903 | Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij GN-code 5902 | Vervaardiging uit ongebleekte weefsels of Bedrukken of verven van ongebleekte of voorgebleekte weefsels, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen1, 2 |
5904 | Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden, vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden | Vervaardiging uit weefsel, vilt of gebonden textielvlies, ongebleekt |
5905 | Wandbekleding van textielstof | Vervaardiging uit ongebleekte weefsels of Bedrukken of verven van ongebleekte of voorgebleekte weefsels, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen1, 2 |
5906 | Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij GN-code 5902 | Vervaardiging uit gebleekt brei- of haakwerk aan het stuk of uit andere, ongebleekte weefsels |
5907 | Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik | Vervaardiging uit ongebleekte weefsels of Bedrukken of verven van ongebleekte of voorgebleekte weefsels, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen1, 2 |
5908 | Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rondgebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd | Vervaardiging uit garens |
5909 | Brandslangen en dergelijke slangen, van textielstoffen, ook indien gewapend, met beslag of met toebehoren van andere stoffen | Vervaardiging uit vezels of garens |
5910 | Drijfriemen, drijfsnaren en transportbanden, van textielstoffen, ook indien versterkt met metaal of met andere stoffen | Vervaardiging uit vezels of garens |
5911 | Producten en artikelen van textiel, voor technisch gebruik, bedoeld bij aantekening 7 bij hoofdstuk 59 van de gecombineerde nomenclatuur: | |
– polijstschijven en -ringen, andere dan van vilt | Vervaardiging uit garens, uit afval van weefsels of uit lompen en vodden bedoeld bij GN-code 6310 | |
– andere | Vervaardiging uit vezels of garens | |
* hoofd-stuk 60 | Brei- en haakwerk aan het stuk | |
– bedrukt of geverfd | Vervaardiging uit garens of Bedrukken of verven van brei- en haakwerk aan het stuk, ongebleekt of voorgebleekt, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen1, 2 | |
– andere | Vervaardiging uit garens | |
hoofdstuk 61 | Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk | |
– verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk, die hetzij op maat zijn gesneden, hetzij direct in vorm zijn verkregen | Volledige confectie4 | |
– andere | Vervaardiging uit garens | |
* ex hoofd-stuk 62 | Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk, met uitzondering van die bedoeld bij de GN-codes 6213 en 6214, waarop de hierna volgende regels van toepassing zijn: | Vervaardiging uit garens** |
– volledig of voltooid – onvolledig of onvoltooid | Volledige confectie(4) Vervaardiging uit garens |
** Zie ook de in bijlage X opgesomde produkten die zijn uitgesloten van de uitzonderingsprocedure.
GN-code | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen |
---|---|---|
(1) | (2) | (3) |
6213 en 6214 | Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen: | |
– geborduurd | Vervaardiging uit garens of Vervaardiging uit niet-geborduurde weefsels waarvan de waarde niet meer dan 40% bedraagt van de prijs af fabriek van het product* | |
– andere | Vervaardiging uit garens | |
6301 t/m ex 6306 | Dekens; tafel-, bedde- en huishoudlinnen; vitrages, gordijnen en rolgordijnen, bed- en gordijnvalletjes daaronder begrepen; andere artikelen voor stoffering, andere dan die bedoeld bij GN-code 9404; zakken voor verpakkingsdoeleinden; dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; kampeerartikelen: – van vilt of gebonden textielvlies: | |
– niet geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen | Vervaardiging uit garens |
* Zie ook de in bijlage X opgesomde producten die zijn uitgesloten van de uitzonderingsprocedure.
GN-code | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen |
---|---|---|
(1) | (2) | (3) |
– geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen | Impregneren, bekleden, bedekken of voorzien van inlagen, van vilt of gebonden textielvlies, ongebleekt3 | |
– andere: – van brei- of haakwerk – niet geborduurd – geborduurd | Volledige confectie4 Volledige confectie4 of Vervaardiging uit niet-geborduurd brei- of haakwerk aan het stuk waarvan de waarde niet meer dan 40% bedraagt van de prijs af fabriek van het product | |
– andere dan van brei- of haakwerk: | ||
– niet geborduurd | Vervaardiging uit garens | |
– geborduurd | Vervaardiging uit garens of Vervaardiging uit niet-geborduurde weefsels waarvan de waarde niet meer dan 40% bedraagt van de prijs af fabriek van het product | |
6307 | Andere geconfectioneerde artikelen (patronen voor kleding daaronder begrepen), met uitzondering van waaiers, geraamten en handgrepen daarvan, en delen van zulke geraamten en handgrepen: | |
– dweilen, vaatdoeken, stofdoeken, poetsdoeken en dergelijke | Vervaardiging uit garens | |
– andere | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |
6308 | Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein | Opneming in een stel of assortiment waarvan de totale waarde van alle daarin opgenomen artikelen die niet van oorsprong zijn niet meer is dan 25% van de prijs af fabriek van het stel of assortiment. |
1) De term „voorgebleekt" die in de lijst van bijlage X wordt gebruikt om het stadium van bewerking aan te geven dat vereist is bij het gebruik van bepaalde materialen die niet van oorsprong zijn, is van toepassing op bepaalde garens, weefsels en brei- of haakwerk aan het stuk die na het spinnen of weven alleen maar zijn gewassen.
2) Om als een be- of verwerking te worden beschouwd die de oorsprong verleent, dient het thermodrukken gepaard te gaan met het bedrukken van het transferpapier.
3) De termen „geïmpregneerd, bedekt of met inlagen" omvat niet de bewerkingen die uitsluitend ten doel hebben de weefsels samen te voegen.
4) De term „volledige confectie" in de lijst van bijlage X houdt in dat alle bewerkingen na het snijden van de weefsels of het direct in vorm verkrijgen van het brei- en haakwerk dienen te worden verricht.
Het feit dat een of meer eindbewerkingen niet werden verricht, betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat de confectie niet als volledig kan worden beschouwd.
Voorbeelden van eindbewerkingen zijn:
– het bevestigen van knopen en/of andere sluitsystemen;
– het maken van knoopsgaten;
– het zomen van broeken, mouwen, jurken en rokken;
– het aanbrengen van garnituren en toebehoren zoals zakken, etiketten, insignes, enz.;
– het strijken en op andere wijze klaarmaken van kledingstukken voor de verkoop als confectie.
Opmerkingen betreffende de eindbewerkingen – Bijzondere gevallen
Bij bepaalde productieprocédés kunnen de eindbewerkingen van een dusdanige betekenis zijn, met name in het geval van een combinatie van eindbewerkingen, dat ze niet meer als een simpele eindbewerking kunnen worden beschouwd. In dergelijke gevallen wordt confectie die deze bewerkingen nog niet heeft ondergaan niet als volledig beschouwd.
Textielproducten waarop de cumulatieprocedure met de in artikel 6, lid 11, bedoelde ontwikkelingslanden niet van toepassing is
6101 10 90 6101 20 90 6101 30 90 6102 10 90 6102 20 90 6102 30 90 6110 10 10 6110 10 31 6110 10 35 6110 10 38 6110 10 91 6110 10 95 6110 10 98 6110 20 91 6110 20 99 6110 30 91 6110 30 99 | Truien, jumpers, pullovers, slipovers, vesten (andere dan colbertjasjes en blazers), bedjasjes, twinsets, anoraks, windjakken, blousons en dergelijke, van brei- of haakwerk |
---|---|
6203 41 10 6203 41 90 6203 42 31 6203 42 33 6203 42 35 6203 42 90 6203 43 19 6203 43 90 6203 49 19 6203 49 50 6204 61 10 6204 62 31 6204 62 33 6204 62 39 6204 63 18 6204 69 18 6211 32 42 6211 33 42 6211 42 42 6211 43 42 | Lange en korte broeken (andere dan zwembroeken) voor heren en jongens, geweven; lange en korte broeken voor dames en meisjes, van wol, van katoen of van kunstvezel, geweven; delen voor het onderlichaam van trainingspakken met voering, andere dan die van categorie 16 en 29, van katoen of van kunstvezel. |
Producten waarop de in artikel 6, lid 3, bedoelde cumulatie met Zuid-Afrika wordt toegepast drie jaar na de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika
Industrieproducten
GN-code 96 | |
---|---|
Zout (tafelzout en gedenatureerd zout daaronder begrepen) | |
25 010 051 | |
25 010 091 | |
25 010 099 | |
Alkali- en aardalkalimetalen; zeldzame aardmetalen | |
28 051 100 | |
28 051 900 | |
28 052 100 | |
28 052 200 | |
28 053 010 | |
28 053 090 | |
28 054 010 | |
Ammoniak, watervrij of in waterige oplossing (ammonia) | |
28 141 000 | |
28 142 000 | |
Natriumhydroxide (bijtende soda) | |
28 151 100 | |
28 151 200 | |
Zinkoxide; zinkperoxide. | |
28 170 000 | |
Kunstmatig korund | |
28 181 000 | |
28 182 000 | |
28 183 000 | |
Chroomoxiden en chroomhydroxiden | |
28 191 000 | |
28 199 000 | |
Mangaanoxiden | |
28 201 000 | |
28 209 000 | |
Titaanoxiden | |
28 230 000 | |
Hydrazine and hydroxylamine | |
28 258 000 | |
Chloriden, chlorideoxiden en chloridehydroxiden | |
28 271 000 | |
Sulfiden; polysulfiden | |
28 301 000 | |
Fosfinaten (hypofosfiten), fosfonaten | |
28 351 000 | |
28 352 200 | |
28 352 300 | |
28 352 400 | |
28 352 510 | |
28 352 590 | |
28 352 610 | |
28 352 690 | |
28 352 910 | |
28 352 990 | |
28 353 100 | |
28 353 910 | |
28 353 930 | |
28 353 970 | |
Carbonaten; peroxocarbonaten (percarbonaten); | |
28 362 000 | |
28 364 000 | |
28 366 000 | |
Zouten van oxometaalzuren of van peroxometaalzuren | |
28 416 100 | |
Radioactieve chemische elementen | |
28 443 011 | |
28 443 019 | |
28 443 051 | |
Andere isotopen dan die bedoeld bij post 2844; | |
28 451 000 | |
28 459 010 | |
Carbiden, al dan niet chemisch welbepaald | |
28 492 000 | |
28 499 030 | |
Hydriden, nitriden, aziden, siliciden en boriden | |
28 500 070 | |
Cyclische koolwaterstoffen | |
29 025 000 | |
Halogeenderivaten van koolwaterstoffen | |
29 031 100 | |
29 031 200 | |
29 031 300 | |
29 031 400 | |
29 031 500 | |
29 031 600 | |
29 031 910 | |
29 031 990 | |
29 032 100 | |
29 032 300 | |
29 032 900 | |
29 033 010 | |
29 033 031 | |
29 033 033 | |
29 033 038 | |
29 033 090 | |
29 034 100 | |
29 034 200 | |
29 034 300 | |
29 034 410 | |
29 034 490 | |
29 034 510 | |
29 034 515 | |
29 034 520 | |
29 034 525 | |
29 034 530 | |
29 034 535 | |
29 034 540 | |
29 034 545 | |
29 034 550 | |
29 034 555 | |
29 034 590 | |
29 034 610 | |
29 034 620 | |
29 034 690 | |
29 034 700 | |
29 034 910 | |
29 034 920 | |
29 034 990 | |
29 035 190 | |
29 035 910 | |
29 035 930 | |
29 035 990 | |
29 036 100 | |
29 036 200 | |
29 036 910 | |
29 036 990 | |
Acyclische alcoholen alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan | |
29 051 100 | |
29 051 200 | |
29 051 300 | |
29 051 410 | |
29 051 490 | |
29 051 500 | |
29 051 610 | |
29 051 690 | |
29 051 700 | |
29 051 910 | |
29 051 990 | |
29 052 210 | |
29 052 290 | |
29 052 910 | |
29 052 990 | |
29 053 100 | |
29 053 200 | |
29 053 910 | |
29 053 990 | |
29 054 100 | |
29 054 200 | |
29 054 910 | |
29 054 951 | |
29 054 959 | |
29 054 990 | |
29 055 010 | |
29 055 030 | |
29 055 099 | |
Fenolen; fenolalcoholen | |
29 071 100 | |
29 071 500 | |
29 072 210 | |
Ethers, etheralcoholen, etherfenolen | |
29 091 100 | |
29 091 900 | |
29 092 000 | |
29 093 031 | |
29 093 039 | |
29 093 090 | |
29 094 100 | |
29 094 200 | |
29 094 300 | |
29 094 400 | |
29 094 910 | |
29 094 990 | |
29 095 010 | |
29 095 090 | |
29 096 000 | |
Epoxiden, epoxyalcoholen, epoxyfenolen en epoxyethers | |
29 102 000 | |
Aldehyden, ook indien met andere zuurstof houdende groepen | |
29 124 100 | |
29 126 000 | |
Ketonen en chinonen, ook indien met andere zuurstofhoudende groepen | |
29 141 100 | |
29 142 100 | |
Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren | |
29 151 100 | |
29 151 200 | |
29 151 300 | |
29 152 100 | |
29 152 200 | |
29 152 300 | |
29 152 400 | |
29 152 900 | |
29 153 100 | |
29 153 200 | |
29 153 300 | |
29 153 400 | |
29 153 500 | |
29 153 910 | |
29 153 930 | |
29 153 950 | |
29 153 990 | |
29 154 000 | |
29 155 000 | |
29 156 010 | |
29 156 090 | |
29 157 015 | |
29 157 020 | |
29 157 025 | |
29 157 030 | |
29 157 080 | |
29 159 010 | |
29 159 020 | |
29 159 080 | |
Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren | |
29 161 210 | |
29 161 220 | |
29 161 290 | |
29 161 410 | |
29 161 490 | |
Meerwaardige carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden | |
29 171 100 | |
29 171 400 | |
29 173 500 | |
29 173 600 | |
29 173 700 | |
Carbonzuren met andere zuurstofhoudende groepen | |
29 181 400 | |
29 181 500 | |
29 182 200 | |
29 189 000 | |
Aminoverbindingen | |
29 211 110 | |
29 211 190 | |
29 211 200 | |
29 211 910 | |
29 211 930 | |
29 211 990 | |
29 212 100 | |
29 212 200 | |
29 212 900 | |
29 213 010 | |
29 213 090 | |
29 214 100 | |
29 214 210 | |
29 214 290 | |
29 214 310 | |
29 214 390 | |
29 214 400 | |
29 214 500 | |
29 214 910 | |
29 214 990 | |
29 215 110 | |
29 215 190 | |
29 215 900 | |
Aminoverbindingen met zuurstofhoudende groepen | |
29 221 100 | |
29 221 200 | |
29 221 300 | |
29 221 900 | |
29 222 100 | |
29 222 200 | |
29 222 900 | |
29 223 000 | |
29 224 210 | |
29 224 300 | |
29 224 980 | |
29 225 000 | |
Amidoverbindingen van carbonzuren | |
29 242 110 | |
29 242 190 | |
29 242 930 | |
Nitrillen | |
29 261 000 | |
29 269 090 | |
Organische zwavelverbindingen | |
29 302 000 | |
29 309 012 | |
29 309 014 | |
29 309 016 | |
Andere organische verbindingen van niet-metalen of van metalen | |
29 310 040 | |
Heterocyclische verbindingen met één of meer zuurstofatomen | |
29 321 200 | |
29 321 300 | |
29 322 100 | |
Heterocyclische verbindingen met één of meer stikstofatomen | |
29 336 100 | |
Sulfonamiden | |
29 350 000 | |
Minerale of chemische stikstofhoudende meststoffen | |
31 021 010 | |
31 021 090 | |
31 022 100 | |
31 022 900 | |
31 023 010 | |
31 023 090 | |
31 024 010 | |
31 024 090 | |
31 025 090 | |
31 026 000 | |
31 027 090 | |
31 028 000 | |
31 029 000 | |
Minerale of chemische fosfaathoudende meststoffen | |
31 031 010 | |
31 031 090 | |
Minerale of chemische meststoffen | |
31 051 000 | |
31 052 010 | |
31 052 090 | |
31 053 010 | |
31 053 090 | |
31 054 010 | |
31 054 090 | |
31 055 100 | |
31 055 900 | |
31 056 010 | |
31 056 090 | |
31 059 091 | |
31 059 099 | |
Looiextracten van plantaardige oorsprong | |
32 012 000 | |
32 019 020 | |
Andere kleur- en verfstoffen | |
32 061 100 | |
32 061 900 | |
32 062 000 | |
32 063 000 | |
32 064 100 | |
32 064 200 | |
32 064 300 | |
32 064 990 | |
32 065 000 | |
Actieve kool; geactiveerde natuurlijke minerale producten | |
38 021 000 | |
38 029 000 | |
Insectendodende middelen, rattenbestrijdingsmiddelen, schimmelwerende middelen, onkruidbestrijdingsmiddelen | |
38 081 020 | |
38 081 030 | |
38 083 011 | |
38 083 013 | |
38 083 015 | |
38 083 017 | |
38 083 021 | |
38 083 023 | |
38 083 027 | |
38 083 030 | |
38 083 090 | |
Bereide rubbervulkanisatieversnellers; weekmakers van gemengde samenstelling | |
38 123 020 | |
Organische oplosmiddelen en verdunners | |
38 140 090 | |
Alkylbenzenen en alkylnaftalenen, van gemengde samenstelling | |
38 171 010 | |
38 171 050 | |
38 171 080 | |
38 172 000 | |
Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen | |
38 249 090 | |
Polymeren van ethyleen, in primaire vormen | |
39 011 010 | |
39 011 090 | |
39 012 000 | |
39 013 000 | |
39 019 000 | |
Polymeren van propyleen of van andere olefinen | |
39 021 000 | |
39 022 000 | |
39 023 000 | |
39 029 000 | |
Polymeren van styreen, in primaire vormen | |
39 031 100 | |
39 031 900 | |
39 032 000 | |
39 033 000 | |
39 039 000 | |
Polymeren van vinylchloride | |
39 041 000 | |
39 042 100 | |
39 042 200 | |
39 043 000 | |
39 044 000 | |
39 045 000 | |
39 046 190 | |
39 046 900 | |
39 049 000 | |
Polymeren van vinylacetaat | |
39 051 200 | |
Polyacetalen, andere polyethers en epoxyharsen | |
39 072 019 | |
39 072 090 | |
39 076 090 | |
39 079 110 | |
39 079 190 | |
39 079 910 | |
39 079 990 | |
Andere platen, vellen, foliën, stroken en strippen | |
39 201 022 | |
39 201 028 | |
39 201 040 | |
39 201 080 | |
39 202 021 | |
39 202 029 | |
39 202 071 | |
39 202 079 | |
39 202 090 | |
39 203 000 | |
39 204 111 | |
39 204 119 | |
39 204 191 | |
39 204 199 | |
39 204 211 | |
39 204 219 | |
39 204 291 | |
39 204 299 | |
39 205 100 | |
39 205 900 | |
39 206 100 | |
39 206 210 | |
39 206 290 | |
39 206 300 | |
39 206 900 | |
39 207 111 | |
39 207 119 | |
39 207 190 | |
39 207 200 | |
39 207 310 | |
39 207 350 | |
39 207 390 | |
39 207 900 | |
39 209 100 | |
39 209 200 | |
39 209 300 | |
39 209 400 | |
39 209 911 | |
39 209 919 | |
39 209 950 | |
39 209 990 | |
Andere platen, vellen, foliën, stroken en strippen | |
39 219 019 | |
Artikelen voor vervoer of voor verpakking | |
39 232 100 | |
Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber | |
40 121 030 | |
40 121 050 | |
40 121 080 | |
40 122 090 | |
40 129 010 | |
40 129 090 | |
Binnenbanden van rubber | |
40 131 010 | |
40 131 090 | |
40 132 000 | |
40 139 010 | |
40 139 090 | |
Leder en voorgelooide onthaarde huiden en vellen van runderen of van paarden | |
41 041 091 | |
41 041 095 | |
41 041 099 | |
41 042 100 | |
41 042 290 | |
41 042 900 | |
41 043 111 | |
41 043 119 | |
41 043 130 | |
41 043 190 | |
41 043 910 | |
41 043 990 | |
Schapenleder, alsmede voorgelooide onthaarde huiden en vellen, van schapen | |
41 052 000 | |
Leder en voorgelooide onthaarde huiden en vellen, van andere dieren | |
41 071 010 | |
41 072 910 | |
41 079 010 | |
41 079 090 | |
Zeemleder, gecombineerd gelooid zeemleder daaronder begrepen | |
41 080 010 | |
41 080 090 | |
Lakleder, gelamineerd lakleder daaronder begrepen | |
41 090 000 | |
Kunstleder op basis van leder of van ledervezels | |
41 110 000 | |
Kleding en kledingtoebehoren, van leder of van kunstleder | |
42 031 000 | |
42 032 100 | |
42 032 910 | |
42 032 991 | |
42 032 999 | |
42 033 000 | |
42 034 000 | |
Spaanplaat en dergelijke plaat van hout | |
44 101 100 | |
44 101 910 | |
44 101 930 | |
44 101 950 | |
44 101 990 | |
44 109 000 | |
Vezelplaat van houtvezels of van andere houtachtige vezels | |
44 111 100 | |
44 111 900 | |
44 112 100 | |
44 112 900 | |
44 113 100 | |
44 113 900 | |
44 119 100 | |
44 119 900 | |
Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout | |
44 121 311 | |
44 121 319 | |
44 121 390 | |
44 121 400 | |
44 121 900 | |
44 122 210 | |
44 122 291 | |
44 122 299 | |
44 122 300 | |
44 122 920 | |
44 122 980 | |
44 129 210 | |
44 129 291 | |
44 129 299 | |
44 129 300 | |
44 129 920 | |
44 129 980 | |
Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken | |
44 181 010 | |
44 181 050 | |
44 181 090 | |
44 182 010 | |
44 182 050 | |
44 182 080 | |
44 183 010 | |
44 189 010 | |
Inlegwerk van hout; koffertjes, kistjes en etuis | |
44 209 011 | |
44 209 019 | |
Werken van natuurkurk | |
45 031 010 | |
45 031 090 | |
45 039 000 | |
Vlechten en dergelijke artikelen van vlechtstoffen | |
46 019 910 | |
Mandenmakerswerk | |
46 029 010 | |
Registers, comptabiliteitsboeken, zakboekjes, orderboekjes | |
48 201 030 | |
Prentenalbums, prentenboeken, tekenboeken en kleurboeken, voor kinderen | |
49 030 000 | |
Gedrukte cartografische werken van alle soorten | |
49 051 000 | |
Decalcomanieën van alle soorten | |
49 081 000 | |
49 089 000 | |
Prentbriefkaarten en andere gedrukte briefkaarten; gedrukte kaarten | |
49 090 010 | |
49 090 090 | |
Kalenders van alle soorten, gedrukt, kalenderblokken daaronder begrepen | |
49 100 000 | |
Ander drukwerk, prenten, gravures en foto's daaronder begrepen | |
49 111 010 | |
49 111 090 | |
49 119 180 | |
49 119 900 | |
Garens van zijde (andere dan de garens van afval van zijde) | |
50 040 010 | |
50 040 090 | |
Garens van afval van zijde, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein | |
50 050 010 | |
50 050 090 | |
Garens van zijde of van afval van zijde, opgemaakt voor de verkoop in het klein | |
50 060 010 | |
50 060 090 | |
Weefsels van zijde of van afval van zijde | |
50 071 000 | |
50 072 011 | |
50 072 019 | |
50 072 021 | |
50 072 031 | |
50 072 039 | |
50 072 041 | |
50 072 051 | |
50 072 059 | |
50 072 061 | |
50 072 069 | |
50 072 071 | |
50 079 010 | |
50 079 030 | |
50 079 050 | |
50 079 090 | |
Kaardgaren van wol, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein | |
51 061 010 | |
51 061 090 | |
51 062 011 | |
51 062 019 | |
51 062 091 | |
51 062 099 | |
Kamgaren van wol, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein | |
51 071 010 | |
51 071 090 | |
51 072 010 | |
51 072 030 | |
51 072 051 | |
51 072 059 | |
51 072 091 | |
51 072 099 | |
Garens van fijn haar, gekaard of gekamd, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein | |
51 081 010 | |
51 081 090 | |
51 082 010 | |
51 082 090 | |
Garens van wol of van fijn haar, opgemaakt voor de verkoop in het klein | |
51 091 010 | |
51 091 090 | |
51 099 010 | |
51 099 090 | |
Garens van grof haar of van paardenhaar (crin) | |
51 100 000 | |
Weefsels van gekaarde wol of van gekaard fijn haar | |
51 111 111 | |
51 111 119 | |
51 111 191 | |
51 111 199 | |
51 111 911 | |
51 111 919 | |
51 111 931 | |
51 111 939 | |
51 111 991 | |
51 111 999 | |
51 112 000 | |
51 113 010 | |
51 113 030 | |
51 113 090 | |
51 119 010 | |
51 119 091 | |
51 119 093 | |
51 119 099 | |
Weefsels van gekamde wol of van gekamd fijn haar | |
51 121 110 | |
51 121 190 | |
51 121 911 | |
51 121 919 | |
51 121 991 | |
51 121 999 | |
51 122 000 | |
51 123 010 | |
51 123 030 | |
51 123 090 | |
51 129 010 | |
51 129 091 | |
51 129 093 | |
51 129 099 | |
Weefsels van grof haar of van paardenhaar (crin) | |
51 130 000 | |
Naaigarens van katoen, ook indien opgemaakt voor de verkoop in het klein | |
52 041 100 | |
52 041 900 | |
52 042 000 | |
Garens van katoen (andere dan naaigarens) | |
52 051 100 | |
52 051 200 | |
52 051 300 | |
52 051 400 | |
52 051 510 | |
52 051 590 | |
52 052 100 | |
52 052 200 | |
52 052 300 | |
52 052 400 | |
52 052 600 | |
52 052 700 | |
52 052 800 | |
52 053 100 | |
52 053 200 | |
52 053 300 | |
52 053 400 | |
52 053 510 | |
52 053 590 | |
52 054 100 | |
52 054 200 | |
52 054 300 | |
52 054 400 | |
52 054 600 | |
52 054 700 | |
52 054 800 | |
Garens van katoen (andere dan naaigarens) | |
52 061 100 | |
52 061 200 | |
52 061 300 | |
52 061 400 | |
52 061 510 | |
52 061 590 | |
52 062 100 | |
52 062 200 | |
52 062 300 | |
52 062 400 | |
52 062 510 | |
52 062 590 | |
52 063 100 | |
52 063 200 | |
52 063 300 | |
52 063 400 | |
52 063 510 | |
52 063 590 | |
52 064 100 | |
52 064 200 | |
52 064 300 | |
52 064 400 | |
52 064 510 | |
52 064 590 | |
Garens van katoen (andere dan naaigarens), opgemaakt voor de verkoop in het klein | |
52 071 000 | |
52 079 000 | |
Garens van vlas | |
53 061 011 | |
530 610 191 | |
53 061 031 | |
53 061 039 | |
53 061 050 | |
53 061 090 | |
53 062 011 | |
53 062 019 | |
53 062 090 | |
Garens van andere plantaardige textielvezels; papiergarens | |
53 082 010 | |
53 082 090 | |
53 083 000 | |
53 089 011 | |
53 089 013 | |
53 089 019 | |
53 089 090 | |
Weefsels van vlas | |
53 091 111 | |
53 091 119 | |
53 091 190 | |
53 091 910 | |
53 091 990 | |
53 092 110 | |
53 092 190 | |
53 092 910 | |
53 092 990 | |
Weefsels van jute of van andere bastvezels | |
53 101 010 | |
53 101 090 | |
53 109 000 | |
Weefsels van andere plantaardige textielvezels | |
53 110 010 | |
53 110 090 | |
Naaigarens van synthetische of van kunstmatige filamenten | |
54 011 011 | |
54 011 019 | |
54 011 090 | |
54 012 010 | |
54 012 090 | |
Synthetische filamentgarens (andere dan naaigarens) | |
54 021 010 | |
54 021 090 | |
54 022 000 | |
54 023 110 | |
54 023 130 | |
54 023 190 | |
54 023 200 | |
54 023 310 | |
54 023 390 | |
54 023 910 | |
54 023 990 | |
54 024 110 | |
54 024 130 | |
54 024 190 | |
54 024 200 | |
54 024 310 | |
54 024 390 | |
54 024 910 | |
54 024 991 | |
54 024 999 | |
54 025 110 | |
54 025 130 | |
54 025 190 | |
54 025 210 | |
54 025 290 | |
54 025 910 | |
54 025 990 | |
54 026 110 | |
54 026 130 | |
54 026 190 | |
54 026 210 | |
54 026 290 | |
54 026 910 | |
54 026 990 | |
Kunstmatige filamentgarens (andere dan naaigarens) | |
54 031 000 | |
54 032 010 | |
54 032 090 | |
54 033 100 | |
54 033 200 | |
54 033 310 | |
54 033 390 | |
54 033 900 | |
54 034 100 | |
54 034 200 | |
54 034 900 | |
Synthetische monofilamenten van 67 decitex of meer | |
54 041 010 | |
54 041 090 | |
54 049 011 | |
54 049 019 | |
54 049 090 | |
Kunstmatige monofilamenten van 67 decitex of meer | |
54 050 000 | |
Synthetische of kunstmatige filamentgarens (andere dan naaigarens) | |
54 061 000 | |
54 062 000 | |
Weefsels van synthetische filamentgarens | |
54 071 000 | |
54 072 011 | |
54 072 019 | |
54 072 090 | |
54 073 000 | |
54 074 100 | |
54 074 200 | |
54 074 300 | |
54 074 400 | |
54 075 100 | |
54 075 200 | |
54 075 300 | |
54 075 400 | |
54 076 110 | |
54 076 130 | |
54 076 150 | |
54 076 190 | |
54 076 910 | |
54 076 990 | |
54 077 100 | |
54 077 200 | |
54 077 300 | |
54 077 400 | |
54 078 100 | |
54 078 200 | |
54 078 300 | |
54 078 400 | |
54 079 100 | |
54 079 200 | |
54 079 300 | |
54 079 400 | |
Weefsels van kunstmatige filamentgarens | |
54 081 000 | |
54 082 100 | |
54 082 210 | |
54 082 290 | |
54 082 310 | |
54 082 390 | |
54 082 400 | |
54 083 100 | |
54 083 200 | |
54 083 300 | |
54 083 400 | |
Kabel van synthetische filamenten | |
55 011 000 | |
55 012 000 | |
55 013 000 | |
55 019 000 | |
Kabel van kunstmatige filamenten | |
55 020 010 | |
55 020 090 | |
Synthetische stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen | |
55 031 011 | |
55 031 019 | |
55 031 090 | |
55 032 000 | |
55 033 000 | |
55 034 000 | |
55 039 010 | |
55 039 090 | |
Kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen | |
55 041 000 | |
55 049 000 | |
Afval van synthetische of van kunstmatige vezels (kammeling, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen) | |
55 051 010 | |
55 051 030 | |
55 051 050 | |
55 051 070 | |
55 051 090 | |
55 052 000 | |
Synthetische stapelvezels, gekaard, gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen | |
55 061 000 | |
55 062 000 | |
55 063 000 | |
55 069 010 | |
55 069 091 | |
55 069 099 | |
Kunstmatige stapelvezels, gekaard, gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen | |
55 070 000 | |
Naaigarens van synthetische of van kunstmatige stapelvezels | |
55 081 011 | |
55 081 019 | |
55 081 090 | |
55 082 010 | |
55 082 090 | |
Garens van synthetische stapelvezels (andere dan naaigarens) | |
55 091 100 | |
55 091 200 | |
55 092 110 | |
55 092 190 | |
55 092 210 | |
55 092 290 | |
55 093 110 | |
55 093 190 | |
55 093 210 | |
55 093 290 | |
55 094 110 | |
55 094 190 | |
55 094 210 | |
55 094 290 | |
55 095 100 | |
55 095 210 | |
55 095 290 | |
55 095 300 | |
55 095 900 | |
55 096 110 | |
55 096 190 | |
55 096 200 | |
55 096 900 | |
55 099 110 | |
55 099 190 | |
55 099 200 | |
55 099 900 | |
Garens van kunstmatige stapelvezels (andere dan naaigarens) | |
55 101 100 | |
55 101 200 | |
55 102 000 | |
55 103 000 | |
55 109 000 | |
Garens van synthetische of van kunstmatige stapelvezels (andere dan naaigarens) | |
55 111 000 | |
55 112 000 | |
55 113 000 | |
Watten van textielstof en artikelen daarvan | |
56 011 010 | |
56 011 090 | |
56 012 110 | |
56 012 190 | |
56 012 210 | |
56 012 291 | |
56 012 299 | |
56 012 900 | |
56 013 000 | |
Vilt, ook indien geïmpregneerd | |
56 021 011 | |
56 021 019 | |
56 021 031 | |
56 021 035 | |
56 021 039 | |
56 021 090 | |
56 022 100 | |
56 022 910 | |
56 022 990 | |
56 029 000 | |
Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd | |
56 031 110 | |
56 031 190 | |
56 031 210 | |
56 031 290 | |
56 031 310 | |
56 031 390 | |
56 031 410 | |
56 031 490 | |
56 039 110 | |
56 039 190 | |
56 039 210 | |
56 039 290 | |
56 039 310 | |
56 039 390 | |
56 039 410 | |
56 039 490 | |
Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel | |
56 041 000 | |
56 042 000 | |
56 049 000 | |
Metaalgarens, ook indien omwoeld | |
56 050 000 | |
Omwoeld garen, alsmede strippen | |
56 060 010 | |
56 060 091 | |
56 060 099 | |
Artikelen van garen, van strippen | |
56 090 000 | |
Tapijten | |
57 011 010 | |
57 011 091 | |
57 011 093 | |
57 011 099 | |
57 019 010 | |
57 019 090 | |
Fluweel, pluche en chenilleweefsel | |
58 011 000 | |
58 012 100 | |
58 012 200 | |
58 012 300 | |
58 012 400 | |
58 012 500 | |
58 012 600 | |
58 013 100 | |
58 013 200 | |
58 013 300 | |
58 013 400 | |
58 013 500 | |
58 013 600 | |
58 019 010 | |
58 019 090 | |
Lussenweefsel (bad- of frotteerstof) | |
58 021 100 | |
58 021 900 | |
58 022 000 | |
58 023 000 | |
Weefsel met gaasbinding, ander dan lint | |
58 031 000 | |
58 039 010 | |
58 039 030 | |
58 039 050 | |
58 039 090 | |
Tule, bobinettule en filetweefsel | |
58 041 011 | |
58 041 019 | |
58 041 090 | |
58 042 110 | |
58 042 190 | |
58 042 910 | |
58 042 990 | |
58 043 000 | |
Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, | |
58 050 000 | |
Lint | |
58 061 000 | |
58 062 000 | |
58 063 110 | |
58 063 190 | |
58 063 210 | |
58 063 290 | |
58 063 900 | |
58 064 000 | |
Etiketten, insignes en dergelijke artikelen van textiel | |
58 071 010 | |
58 071 090 | |
58 079 010 | |
58 079 090 | |
Vlechten aan het stuk; passementwerk | |
58 081 000 | |
58 089 000 | |
Weefsels van metaaldraad en weefsels van metaalgarens | |
58 090 000 | |
Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven | |
58 101 010 | |
58 101 090 | |
58 109 110 | |
58 109 190 | |
58 109 210 | |
58 109 290 | |
58 109 910 | |
58 109 990 | |
Gematelasseerde textielproducten aan het stuk | |
58 110 000 | |
Weefsels bedekt met lijm | |
59 011 000 | |
59 019 000 | |
Bandenkoordweefsel («tyre cord fabric») van garens met een hoge sterktegraad van nylon | |
59 021 010 | |
59 021 090 | |
59 022 010 | |
59 022 090 | |
59 029 010 | |
59 029 090 | |
Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt | |
59 031 010 | |
59 031 090 | |
59 032 010 | |
59 032 090 | |
59 039 010 | |
59 039 091 | |
59 039 099 | |
Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden | |
59 041 000 | |
59 049 110 | |
59 049 190 | |
59 049 200 | |
Wandbekleding van textielstof | |
59 050 010 | |
59 050 031 | |
59 050 039 | |
59 050 050 | |
59 050 070 | |
59 050 090 | |
Gegummeerde weefsels | |
59 061 010 | |
59 061 090 | |
59 069 100 | |
59 069 910 | |
59 069 990 | |
Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt | |
59 070 010 | |
59 070 090 | |
Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke | |
59 080 000 | |
Brandslangen en dergelijke slangen, van textielstoffen | |
59 090 010 | |
59 090 090 | |
Drijfriemen, drijfsnaren en transportbanden | |
59 100 000 | |
Producten en artikelen van textiel, voor technisch gebruik | |
59 111 000 | |
59 112 000 | |
59 113 111 | |
59 113 119 | |
59 113 190 | |
59 113 210 | |
59 113 290 | |
59 114 000 | |
59 119 010 | |
59 119 090 | |
Poolbrei- en poolhaakwerk (hoogpolige stoffen en lussenstof daaronder begrepen) | |
60 011 000 | |
60 012 100 | |
60 012 200 | |
60 012 910 | |
60 012 990 | |
60 019 110 | |
60 019 130 | |
60 019 150 | |
60 019 190 | |
60 019 210 | |
60 019 230 | |
60 019 250 | |
60 019 290 | |
60 019 910 | |
60 019 990 | |
Overjassen, jekkers, capes, anoraks, blousons en dergelijke artikelen, voor heren of voor jongens | |
61 011 010 | |
61 011 090 | |
61 012 010 | |
61 012 090 | |
61 013 010 | |
61 013 090 | |
61 019 010 | |
61 019 090 | |
Mantels, capes, anoraks, blousons en dergelijke artikelen, voor dames of voor meisjes | |
61 021 010 | |
61 021 090 | |
61 022 010 | |
61 022 090 | |
61 023 010 | |
61 023 090 | |
61 029 010 | |
61 029 090 | |
Kostuums, ensembles, colbertjassen, blazers en dergelijke, voor heren of voor jongens | |
61 034 110 | |
61 034 190 | |
61 034 210 | |
61 034 290 | |
61 034 310 | |
61 034 390 | |
61 034 910 | |
61 034 991 | |
61 034 999 | |
Mantelpakken, broekpakken, ensembles, blazers en andere jasjes, voor dames of voor meisjes | |
61 045 100 | |
61 045 200 | |
61 045 300 | |
61 045 900 | |
61 046 110 | |
61 046 190 | |
61 046 210 | |
61 046 290 | |
61 046 310 | |
61 046 390 | |
61 046 910 | |
61 046 991 | |
61 046 999 | |
Slips, onderbroeken, nachthemden, pyjama's, voor heren of voor jongens | |
61 071 100 | |
61 071 200 | |
61 071 900 | |
61 072 100 | |
61 072 200 | |
61 072 900 | |
61 079 110 | |
61 079 190 | |
61 079 200 | |
61 079 900 | |
Onderjurken, onderrokken, slips, nachthemden, pyjama's, voor dames of voor meisjes | |
61 081 110 | |
61 081 190 | |
61 081 910 | |
61 081 990 | |
61 082 100 | |
61 082 200 | |
61 082 900 | |
61 083 110 | |
61 083 190 | |
61 083 211 | |
61 083 219 | |
61 083 290 | |
61 083 900 | |
61 089 110 | |
61 089 190 | |
61 089 200 | |
61 089 910 | |
61 089 990 | |
T-shirts, borstrokken en onderhemden, van brei- of haakwerk | |
61 091 000 | |
61 099 010 | |
61 099 030 | |
Trainingspakken, skipakken, badpakken en zwembroeken, van breiof haakwerk | |
61 121 100 | |
61 121 200 | |
61 121 900 | |
61 122 000 | |
61 123 110 | |
61 123 190 | |
61 123 910 | |
61 123 990 | |
61 124 110 | |
61 124 190 | |
61 124 910 | |
61 124 990 | |
Kleding vervaardigd van brei- of haakwerk | |
61 130 010 | |
61 130 090 | |
Andere kleding van brei- of haakwerk | |
61 141 000 | |
61 142 000 | |
61 143 000 | |
61 149 000 | |
Kousenbroeken, kousen, kniekousen, sokken en dergelijke artikelen | |
61 151 100 | |
61 151 200 | |
61 151 910 | |
61 151 990 | |
61 152 011 | |
61 152 019 | |
61 152 090 | |
61 159 100 | |
61 159 200 | |
61 159 310 | |
61 159 330 | |
61 159 391 | |
61 159 399 | |
61 159 900 | |
Handschoenen en wanten van brei- of haakwerk | |
61 161 020 | |
61 161 080 | |
61 169 100 | |
61 169 200 | |
61 169 300 | |
61 169 900 | |
Ander geconfectioneerd kledingtoebehoren van brei- of haakwerk | |
61 171 000 | |
61 172 000 | |
61 178 010 | |
61 178 090 | |
61 179 000 | |
Overjassen, jekkers, capes, anoraks, blousons en dergelijke artikelen, voor heren of voor jongens | |
62 011 100 | |
62 011 210 | |
62 011 290 | |
62 011 310 | |
62 011 390 | |
62 011 900 | |
62 019 100 | |
62 019 200 | |
62 019 300 | |
62 019 900 | |
Mantels, capes, anoraks, blousons en dergelijke artikelen, voor dames of voor meisjes | |
62 021 100 | |
62 021 210 | |
62 021 290 | |
62 021 310 | |
62 021 390 | |
62 021 900 | |
62 029 100 | |
62 029 200 | |
62 029 300 | |
62 029 900 | |
Kostuums, ensembles, colbertjassen, blazers en dergelijke, voor heren of voor jongens | |
62 034 110 | |
62 034 130 | |
62 034 190 | |
62 034 211 | |
62 034 231 | |
62 034 233 | |
62 034 235 | |
62 034 251 | |
62 034 259 | |
62 034 290 | |
62 034 311 | |
62 034 319 | |
62 034 331 | |
62 034 339 | |
62 034 390 | |
62 034 911 | |
62 034 919 | |
62 034 931 | |
62 034 939 | |
62 034 950 | |
62 034 990 | |
Mantelpakken, broekpakken, ensembles, blazers en andere jasjes, voor dames of voor meisjes | |
62 045 100 | |
62 045 200 | |
62 045 300 | |
62 045 910 | |
62 045 990 | |
62 046 110 | |
62 046 180 | |
62 046 190 | |
62 046 211 | |
62 046 231 | |
62 046 233 | |
62 046 239 | |
62 046 251 | |
62 046 259 | |
62 046 290 | |
62 046 311 | |
62 046 318 | |
62 046 331 | |
62 046 339 | |
62 046 390 | |
62 046 911 | |
62 046 918 | |
62 046 931 | |
62 046 939 | |
62 046 950 | |
62 046 990 | |
Overhemden voor heren of voor jongens | |
62 051 000 | |
62 052 000 | |
62 053 000 | |
62 059 010 | |
62 059 090 | |
Onderhemden, slips, onderbroeken, voor heren of voor jongens | |
62 071 100 | |
62 071 900 | |
62 072 100 | |
62 072 200 | |
62 072 900 | |
62 079 110 | |
62 079 190 | |
62 079 200 | |
62 079 900 | |
Onderhemden, onderjurken, onderrokken, slips, voor dames of voor meisjes | |
62 081 100 | |
62 081 910 | |
62 081 990 | |
62 082 100 | |
62 082 200 | |
62 082 900 | |
62 089 111 | |
62 089 119 | |
62 089 190 | |
62 089 210 | |
62 089 290 | |
62 089 900 | |
Bustehouders, gaines (step-ins), korsetten, bretels, jarretelles | |
62 121 000 | |
62 122 000 | |
62 123 000 | |
62 129 000 | |
Zakdoeken | |
62 131 000 | |
62 132 000 | |
62 139 000 | |
Sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers | |
62 141 000 | |
62 142 000 | |
62 143 000 | |
62 144 000 | |
62 149 010 | |
62 149 090 | |
Dassen, strikjes en sjaaldassen | |
62 151 000 | |
62 152 000 | |
62 159 000 | |
Handschoenen en wanten | |
62 160 000 | |
Ander geconfectioneerd kledingtoebehoren | |
62 171 000 | |
62 179 000 | |
Dekens | |
63 011 000 | |
63 012 010 | |
63 012 091 | |
63 012 099 | |
63 013 010 | |
63 013 090 | |
63 014 010 | |
63 014 090 | |
63 019 010 | |
63 019 090 | |
Zakken | |
63 051 010 | |
63 051 090 | |
63 052 000 | |
63 053 211 | |
63 053 281 | |
63 053 289 | |
63 053 290 | |
63 053 310 | |
63 053 391 | |
63 053 399 | |
63 053 900 | |
63 059 000 | |
Dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen | |
63 061 100 | |
63 061 200 | |
63 061 900 | |
63 062 100 | |
63 062 200 | |
63 062 900 | |
63 063 100 | |
63 063 900 | |
63 064 100 | |
63 064 900 | |
63 069 100 | |
63 069 900 | |
Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen | |
63 071 010 | |
63 071 030 | |
63 071 090 | |
63 072 000 | |
63 079 010 | |
63 079 091 | |
63 079 099 | |
Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen | |
63 080 000 | |
Oude kleren en dergelijke | |
63 090 000 | |
Waterdicht schoeisel met buitenzool en bovendeel van rubber | |
64 011 010 | |
64 011 090 | |
64 019 110 | |
64 019 190 | |
64 019 210 | |
64 019 290 | |
64 019 910 | |
64 019 990 | |
Ander schoeisel met buitenzool en bovendeel van rubber | |
64 021 210 | |
64 021 290 | |
64 021 900 | |
64 022 000 | |
64 023 000 | |
64 029 100 | |
64 029 910 | |
64 029 931 | |
64 029 939 | |
64 029 950 | |
64 029 991 | |
64 029 993 | |
64 029 996 | |
64 029 998 | |
Schoeisel met buitenzool van rubber, van kunststof, van leder of van kunstleder en met bovendeel van leder | |
64 031 200 | |
64 031 900 | |
64 032 000 | |
64 033 000 | |
64 034 000 | |
64 035 111 | |
64 035 115 | |
64 035 119 | |
64 035 191 | |
64 035 195 | |
64 035 199 | |
64 035 911 | |
64 035 931 | |
64 035 935 | |
64 035 939 | |
64 035 950 | |
64 035 991 | |
64 035 995 | |
64 035 999 | |
64 039 111 | |
64 039 113 | |
64 039 116 | |
64 039 118 | |
64 039 191 | |
64 039 193 | |
64 039 196 | |
64 039 198 | |
64 039 911 | |
64 039 931 | |
64 039 933 | |
64 039 936 | |
64 039 938 | |
64 039 950 | |
64 039 991 | |
64 039 993 | |
64 039 996 | |
64 039 998 | |
Schoeisel, met buitenzool van rubber, van kunststof, van leder of van kunstleder en met bovendeel van textiel | |
64 041 100 | |
64 041 910 | |
64 041 990 | |
64 042 010 | |
64 042 090 | |
Ander schoeisel | |
64 051 010 | |
64 051 090 | |
64 052 010 | |
64 052 091 | |
64 052 099 | |
64 059 010 | |
64 059 090 | |
Delen van schoeisel (daaronder begrepen bovendelen) | |
64 061 011 | |
64 061 019 | |
64 061 090 | |
64 062 010 | |
64 062 090 | |
64 069 100 | |
64 069 910 | |
64 069 930 | |
64 069 950 | |
64 069 960 | |
64 069 980 | |
Plavuizen, vloer- en wandtegels, verglaasd noch geglazuurd, van keramische stoffen | |
69 071 000 | |
69 079 010 | |
69 079 091 | |
69 079 093 | |
69 079 099 | |
Plavuizen, vloer- en wandtegels, verglaasd of geglazuurd | |
69 081 010 | |
69 081 090 | |
69 089 011 | |
69 089 021 | |
69 089 029 | |
69 089 031 | |
69 089 051 | |
69 089 091 | |
69 089 093 | |
69 089 099 | |
Vaatwerk, andere huishoudelijke artikelen | |
69 111 000 | |
69 119 000 | |
Vaatwerk, andere huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van keramische stoffen | |
69 120 010 | |
69 120 030 | |
69 120 050 | |
69 120 090 | |
Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen, van keramische stoffen | |
69 131 000 | |
69 139 010 | |
69 139 091 | |
69 139 093 | |
69 139 099 | |
Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik | |
70 131 000 | |
70 132 111 | |
70 132 119 | |
70 132 191 | |
70 132 199 | |
70 132 910 | |
70 132 951 | |
70 132 959 | |
70 132 991 | |
70 132 999 | |
70 133 110 | |
70 133 190 | |
70 133 200 | |
70 133 910 | |
70 133 991 | |
70 133 999 | |
70 139 110 | |
70 139 190 | |
70 139 910 | |
70 139 990 | |
Glasvezels (glaswol daaronder begrepen) | |
70 191 100 | |
70 191 200 | |
70 191 910 | |
70 191 990 | |
70 193 100 | |
70 193 200 | |
70 193 910 | |
70 193 990 | |
70 194 000 | |
70 195 110 | |
70 195 190 | |
70 195 200 | |
70 195 910 | |
70 195 990 | |
70 199 010 | |
70 199 030 | |
70 199 091 | |
70 199 099 | |
Andere werken van edele metalen | |
71 159 010 | |
71 159 090 | |
Ferrolegeringen | |
72 025 000 | |
72 027 000 | |
72 029 100 | |
72 029 200 | |
72 029 930 | |
72 029 980 | |
Staven en profielen, van koper | |
74 071 000 | |
74 072 110 | |
74 072 190 | |
74 072 210 | |
74 072 290 | |
74 072 900 | |
Draad van koper | |
74 081 100 | |
74 081 910 | |
74 081 990 | |
74 082 100 | |
74 082 200 | |
74 082 900 | |
Platen, bladen en strippen, van koper | |
74 091 100 | |
74 091 900 | |
74 092 100 | |
74 092 900 | |
74 093 100 | |
74 093 900 | |
74 094 010 | |
74 094 090 | |
74 099 010 | |
74 099 090 | |
Bladkoper (ook indien bedrukt of op een drager) | |
74 101 100 | |
74 101 200 | |
74 102 100 | |
74 102 200 | |
Buizen en pijpen, van koper | |
74 111 011 | |
74 111 019 | |
74 111 090 | |
74 112 110 | |
74 112 190 | |
74 112 200 | |
74 112 910 | |
74 112 990 | |
Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen | |
74 121 000 | |
74 122 000 | |
Kabels, strengen en dergelijke artikelen, van koper | |
74 130 091 | |
74 130 099 | |
Metaaldoek (eindeloos metaaldoek daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van koperdraad | |
74 142 000 | |
74 149 000 | |
Draadnagels, spijkers, punaises, aangepunte krammen en dergelijke artikelen, van koper | |
74 151 000 | |
74 152 100 | |
74 152 900 | |
74 153 100 | |
74 153 200 | |
74 153 900 | |
Veren van koper | |
74 160 000 | |
Komforen en andere huishoudelijke verwarmingstoestellen | |
74 170 000 | |
Keukengerei, toiletartikelen, huishoudelijke en sanitaire artikelen | |
74 181 100 | |
74 181 900 | |
74 182 000 | |
Andere werken van koper | |
74 191 000 | |
74 199 100 | |
74 199 900 | |
Staven en profielen, van aluminium | |
76 041 010 | |
76 041 090 | |
76 042 100 | |
76 042 910 | |
76 042 990 | |
Draad van aluminium | |
76 051 100 | |
76 051 900 | |
76 052 100 | |
76 052 900 | |
Platen, bladen en strippen, van aluminium | |
76 061 110 | |
76 061 191 | |
76 061 193 | |
76 061 199 | |
76 061 210 | |
76 061 250 | |
76 061 291 | |
76 061 293 | |
76 061 299 | |
76 069 100 | |
76 069 200 | |
Bladaluminium | |
76 071 110 | |
76 071 190 | |
76 071 910 | |
76 071 991 | |
76 071 999 | |
76 072 010 | |
76 072 091 | |
76 072 099 | |
Buizen en pijpen, van aluminium | |
76 081 090 | |
76 082 030 | |
76 082 091 | |
76 082 099 | |
Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van aluminium | |
76 090 000 | |
Constructiewerken van aluminium | |
76 101 000 | |
76 109 010 | |
76 109 090 | |
Reservoirs, voeders, kuipen, van aluminium | |
76 110 000 | |
Reservoirs, fusten, trommels, bussen, blikken , van aluminium | |
76 121 000 | |
76 129 010 | |
76 129 020 | |
76 129 091 | |
76 129 098 | |
Bergingsmiddelen voor gecomprimeerd of voor vloeibaar gemaakt gas, van aluminium | |
76 130 000 | |
Kabels, strengen en dergelijke artikelen, van aluminium | |
76 141 000 | |
76 149 000 | |
Keukengerei, toiletartikelen, huishoudelijke en sanitaire artikelen, van aluminium | |
76 151 100 | |
76 151 910 | |
76 151 990 | |
76 152 000 | |
Andere werken van aluminium | |
76 161 000 | |
76 169 100 | |
76 169 910 | |
76 169 990 | |
Ruw lood | |
78 011 000 | |
78 019 100 | |
78 019 991 | |
78 019 999 | |
Wolfraam en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen | |
81 011 000 | |
81 019 110 | |
Molybdeen en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen | |
81 021 000 | |
81 029 110 | |
81 029 300 | |
Magnesium en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen | |
81 041 100 | |
81 041 900 | |
Cadmium en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen | |
81 071 010 | |
Titaan en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen | |
81 081 010 | |
81 081 090 | |
81 089 030 | |
81 089 050 | |
81 089 070 | |
81 089 090 | |
Zirkonium en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen | |
81 091 010 | |
81 099 000 | |
Antimoon en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen | |
81 100 011 | |
81 100 019 | |
Beryllium, chroom, germanium, vanadium, gallium, | |
81 122 031 | |
81 123 020 | |
81 123 090 | |
81 129 110 | |
81 129 131 | |
81 129 930 | |
Cermets en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen | |
81 130 020 | |
81 130 040 | |
Kernreactoren; niet-bestraalde splijtstofelementen (patronen) voor kernreactoren | |
84 011 000 | |
84 012 000 | |
84 013 000 | |
84 014 010 | |
84 014 090 | |
Waterturbines, waterraderen (waterwielen) en regulators daarvoor | |
84 101 100 | |
84 101 200 | |
84 101 300 | |
84 109 010 | |
84 109 090 | |
Turbinestraalmotoren; schroefturbines en andere gasturbines | |
84 111 190 | |
84 111 290 | |
84 112 190 | |
84 112 290 | |
84 118 190 | |
84 118 291 | |
84 118 293 | |
84 118 299 | |
84 119 190 | |
84 119 990 | |
Luchtpompen, vacuümpompen, compressoren voor lucht of voor andere gassen | |
84 141 030 | |
84 141 050 | |
84 141 090 | |
84 142 091 | |
84 142 099 | |
84 143 030 | |
84 143 091 | |
84 143 099 | |
84 144 010 | |
84 144 090 | |
84 145 190 | |
84 145 930 | |
84 145 950 | |
84 145 990 | |
84 146 000 | |
84 148 021 | |
84 148 029 | |
84 148 031 | |
84 148 039 | |
84 148 041 | |
84 148 049 | |
84 148 060 | |
84 148 071 | |
84 148 079 | |
84 148 090 | |
84 149 090 | |
Vorkheftrucks; andere transportwagentjes met hef- of hanteerinrichting | |
84 271 010 | |
84 271 090 | |
84 272 011 | |
84 272 019 | |
84 272 090 | |
84 279 000 | |
Naaimachines, andere dan de naaimachines voor het boekbindersbedrijf | |
84 521 011 | |
84 521 019 | |
84 521 090 | |
84 522 100 | |
84 522 900 | |
84 523 010 | |
84 523 090 | |
84 524 000 | |
84 529 000 | |
Elektromechanische toestellen voor huishoudelijk gebruik | |
85 091 010 | |
85 091 090 | |
85 092 000 | |
85 093 000 | |
85 094 000 | |
85 098 000 | |
85 099 010 | |
85 099 090 | |
Elektrische geisers en andere elektrische heetwatertoestellen | |
85 162 991 | |
85 163 110 | |
85 163 190 | |
85 164 010 | |
85 164 090 | |
85 165 000 | |
85 166 070 | |
85 167 100 | |
85 167 200 | |
85 167 980 | |
Platenspelers, elektrogrammofoons, cassettespelers | |
85 191 000 | |
85 192 100 | |
85 192 900 | |
85 193 100 | |
85 193 900 | |
85 194 000 | |
85 199 331 | |
85 199 339 | |
85 199 381 | |
85 199 389 | |
85 199 912 | |
85 199 918 | |
85 199 990 | |
Toestellen voor het opnemen van geluid op magneetbanden en andere toestellen voor het opnemen van geluid | |
85 201 000 | |
85 203 219 | |
85 203 250 | |
85 203 291 | |
85 203 299 | |
85 203 319 | |
85 203 390 | |
85 203 910 | |
85 203 990 | |
85 209 090 | |
Video-opname- en videoweergaveapparaten | |
85 211 030 | |
85 211 080 | |
85 219 000 | |
Delen en toebehoren voor de toestellen en apparaten bedoeld bij de posten 8419 tot en met 8421 | |
85 221 000 | |
85 229 030 | |
85 229 091 | |
85 229 098 | |
Dragers, geprepareerd voor het opnemen van geluid | |
85 233 000 | |
Grammofoonplaten, banden en andere dragers waarop is opgenomen | |
85 241 000 | |
85 243 200 | |
85 243 900 | |
85 245 100 | |
85 245 200 | |
85 245 300 | |
85 246 000 | |
85 249 900 | |
Ontvangtoestellen voor radiotelefonie | |
85 271 210 | |
85 271 290 | |
85 271 310 | |
85 271 391 | |
85 271 399 | |
85 272 120 | |
85 272 152 | |
85 272 159 | |
85 272 170 | |
85 272 192 | |
85 272 198 | |
85 272 900 | |
85 273 111 | |
85 273 119 | |
85 273 191 | |
85 273 193 | |
85 273 198 | |
85 273 290 | |
85 273 910 | |
85 273 991 | |
85 273 999 | |
85 279 091 | |
85 279 099 | |
Ontvangtoestellen voor televisie | |
85 281 214 | |
85 281 216 | |
85 281 218 | |
85 281 222 | |
85 281 228 | |
85 281 252 | |
85 281 254 | |
85 281 256 | |
85 281 258 | |
85 281 262 | |
85 281 266 | |
85 281 272 | |
85 281 276 | |
85 281 281 | |
85 281 289 | |
85 281 291 | |
85 281 298 | |
85 281 300 | |
85 282 114 | |
85 282 116 | |
85 282 118 | |
85 282 190 | |
85 282 200 | |
85 283 010 | |
85 283 090 | |
Delen bestemd voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528 | |
85 291 020 | |
85 291 031 | |
85 291 039 | |
85 291 040 | |
85 291 050 | |
85 291 070 | |
85 291 090 | |
85 299 051 | |
85 299 059 | |
85 299 070 | |
85 299 081 | |
85 299 089 | |
Elektrische toestellen voor hoorbare of voor zichtbare signalen | |
85 311 020 | |
85 311 030 | |
85 311 080 | |
85 318 090 | |
85 319 090 | |
Elektronenbuizen met verhitte kathode, met koude kathode of met fotokathode | |
85 401 111 | |
85 401 113 | |
85 401 115 | |
85 401 119 | |
85 401 191 | |
85 401 199 | |
85 401 200 | |
85 402 010 | |
85 402 030 | |
85 402 090 | |
85 404 000 | |
85 405 000 | |
85 406 000 | |
85 407 100 | |
85 407 200 | |
85 407 900 | |
85 408 100 | |
85 408 911 | |
85 408 919 | |
85 408 990 | |
85 409 100 | |
85 409 900 | |
Elektronische geïntegreerde schakelingen en micro-assemblages | |
85 421 425 | |
Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) | |
85 441 110 | |
85 441 190 | |
85 441 910 | |
85 441 990 | |
85 442 000 | |
85 443 090 | |
85 444 110 | |
85 444 190 | |
85 444 920 | |
85 444 980 | |
85 445 100 | |
85 445 910 | |
85 445 920 | |
85 445 980 | |
85 446 010 | |
85 446 090 | |
85 447 000 | |
Automobielen voor het vervoer van tien of meer personen | |
87 021 091 | |
87 021 099 | |
87 029 031 | |
87 029 039 | |
87 029 090 | |
Automobielen voor goederenvervoer | |
87 041 011 | |
87 041 019 | |
87 041 090 | |
87 042 110 | |
87 042 191 | |
87 042 199 | |
87 042 210 | |
87 042 310 | |
87 043 110 | |
87 043 191 | |
87 043 199 | |
87 043 210 | |
87 049 000 | |
Automobielen voor bijzondere doeleinden | |
87 051 000 | |
87 052 000 | |
87 053 000 | |
87 054 000 | |
87 059 010 | |
87 059 030 | |
87 059 090 | |
Transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem | |
87 091 110 | |
87 091 190 | |
87 091 910 | |
87 091 990 | |
87 099 010 | |
87 099 090 | |
Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor | |
87 111 000 | |
87 112 010 | |
87 112 091 | |
87 112 093 | |
87 112 098 | |
87 113 010 | |
87 113 090 | |
87 114 000 | |
87 115 000 | |
87 119 000 | |
Rijwielen (bakfietsen daaronder begrepen) | |
87 120 010 | |
87 120 030 | |
87 120 080 | |
Fotokopieerapparaten | |
90 091 100 | |
90 091 200 | |
90 092 100 | |
90 092 210 | |
90 092 290 | |
90 093 000 | |
90 099 010 | |
90 099 090 | |
Elementen met vloeibare kristallen | |
90 131 000 | |
90 132 000 | |
90 138 011 | |
90 138 019 | |
90 138 030 | |
90 138 090 | |
90 139 010 | |
90 139 090 | |
Polshorloges, zakhorloges en dergelijke horloges met kast van edel metaal | |
91 011 100 | |
91 011 200 | |
91 011 900 | |
91 012 100 | |
91 012 900 | |
91 019 100 | |
91 019 900 | |
Andere polshorloges, zakhorloges en dergelijke horloges | |
91 021 100 | |
91 021 200 | |
91 021 900 | |
91 022 100 | |
91 022 900 | |
91 029 100 | |
91 029 900 | |
Wekkers en klokjes, met horloge-uurwerk | |
91 031 000 | |
91 039 000 | |
Andere wekkers, pendules, klokken en dergelijke | |
91 051 100 | |
91 051 900 | |
91 052 100 | |
91 052 900 | |
91 059 100 | |
91 059 910 | |
91 059 990 | |
Piano's, ook indien mechanisch; klavecimbels | |
92 011 010 | |
92 011 090 | |
92 012 000 | |
92 019 000 | |
Revolvers en pistolen | |
93 020 010 | |
93 020 090 | |
Andere vuurwapens en dergelijke toestellen | |
93 031 000 | |
93 032 030 | |
93 032 080 | |
93 033 000 | |
93 039 000 | |
Andere wapens (bij voorbeeld geweren, karabijnen en pistolen, werkend met veer, perslucht of gas) | |
93 040 000 | |
Delen en toebehoren van de artikelen bedoeld bij de posten 9301 tot en met 9304 | |
93 051 000 | |
93 052 100 | |
93 052 910 | |
93 052 930 | |
93 052 980 | |
93 059 090 | |
Bommen, granaten, torpedo's, mijnen, raketten | |
93 061 000 | |
93 062 100 | |
93 062 940 | |
93 062 970 | |
93 063 010 | |
93 063 091 | |
93 063 093 | |
93 063 098 | |
93 069 090 | |
Stoelen, banken en andere zitmeubelen (andere dan die bedoeld bij post 9402) | |
94 012 000 | |
94 019 010 | |
94 019 030 | |
94 019 080 | |
Andere meubelen en delen daarvan | |
94 034 010 | |
94 034 090 | |
94 039 010 | |
94 039 030 | |
94 039 090 | |
Springbakken, spiraalmatrassen en dergelijke | |
94 041 000 | |
94 042 110 | |
94 042 190 | |
94 042 910 | |
94 042 990 | |
94 043 010 | |
94 043 090 | |
94 049 010 | |
94 049 090 | |
Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) | |
94 051 021 | |
94 051 029 | |
94 051 030 | |
94 051 050 | |
94 051 091 | |
94 051 099 | |
94 052 011 | |
94 052 019 | |
94 052 030 | |
94 052 050 | |
94 052 091 | |
94 052 099 | |
94 053 000 | |
94 054 010 | |
94 054 031 | |
94 054 035 | |
94 054 039 | |
94 054 091 | |
94 054 095 | |
94 054 099 | |
94 055 000 | |
94 056 091 | |
94 056 099 | |
94 059 111 | |
94 059 119 | |
94 059 190 | |
94 059 290 | |
94 059 990 | |
Geprefabriceerde bouwwerken | |
94 060 010 | |
94 060 031 | |
94 060 039 | |
94 060 090 | |
Ander speelgoed; modellen op schaal | |
95 031 010 | |
95 031 090 | |
95 032 010 | |
95 032 090 | |
95 033 010 | |
95 033 030 | |
95 033 090 | |
95 034 100 | |
95 034 910 | |
95 034 930 | |
95 034 990 | |
95 035 000 | |
95 036 010 | |
95 036 090 | |
95 037 000 | |
95 038 010 | |
95 038 090 | |
95 039 010 | |
95 039 032 | |
95 039 034 | |
95 039 035 | |
95 039 037 | |
95 039 051 | |
95 039 055 | |
95 039 099 | |
Bezems en borstels | |
96 031 000 | |
96 032 100 | |
96 032 910 | |
96 032 930 | |
96 032 990 | |
96 033 010 | |
96 033 090 | |
96 034 010 | |
96 034 090 | |
96 035 000 | |
96 039 010 | |
96 039 091 | |
96 039 099 |
GN-code 96Landbouwproducten | |
---|---|
Levende paarden, ezels, muildieren en muilezels | |
01 011 990 | |
01 012 090 | |
Andere levende dieren | |
01 060 020 | |
Eetbare slachtafvallen van runderen, van varkens, van schapen, van geiten | |
02 063 021 | |
02 064 191 | |
02 068 091 | |
02 069 091 | |
Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee | |
02 071 391 | |
02 071 491 | |
02 072 691 | |
02 072 791 | |
02 073 591 | |
02 073 689 | |
Ander vlees en eetbare slachtafvallen, vers, gekoeld | |
02 081 011 | |
02 081 019 | |
02 089 010 | |
02 089 050 | |
02 089 060 | |
02 089 080 | |
Vlees en eetbare slachtafvallen, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt | |
02 109 010 | |
02 109 060 | |
02 109 079 | |
02 109 080 | |
Vogeleieren in de schaal, vers, verduurzaamd of gekookt | |
04 070 090 | |
Eetbare producten van dierlijke oorsprong,elders genoemd noch elders onder begrepen | |
04 100 000 | |
Bollen, knollen en wortelstokken | |
06 012 030 | |
06 012 090 | |
Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten | |
06 022 090 | |
06 023 000 | |
06 024 010 | |
06 024 090 | |
06 029 010 | |
06 029 030 | |
06 029 041 | |
06 029 045 | |
06 029 049 | |
06 029 051 | |
06 029 059 | |
06 029 070 | |
06 029 091 | |
06 029 099 | |
Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten | |
06 049 121 | |
06 049 129 | |
06 049 149 | |
06 049 990 | |
Aardappelen, vers of gekoeld | |
07 019 059 | |
07 019 090 | |
Uien, sjalotten, knoflook, prei | |
07 032 000 | |
Andere groenten, vers of gekoeld | |
07 091 040 | |
07 095 130 | |
07 095 200 | |
07 096 099 | |
07 099 031 | |
07 099 071 | |
07 099 073 | |
Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt | |
07 108 059 | |
Groenten, voorlopig verduurzaamd | |
07 119 010 | |
Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm | |
07 129 005 | |
Andere noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal | |
08 021 290 | |
Dadels, vijgen, ananassen, advocaten (avocado's), guaves, manga's en manggistans | |
08 041 000 | |
Citrusvruchten, vers of gedroogd | |
08 054 095 | |
Druiven, vers of gedroogd | |
08 062 091 | |
08 062 092 | |
08 062 098 | |
Abrikozen, kersen, perziken (nectarines daaronder begrepen) | |
08 094 01012 | |
08 094 090 | |
Ander fruit, vers | |
08 104 050 | |
Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt | |
08 112 019 | |
08 112 051 | |
08 112 090 | |
08 119 031 | |
08 119 050 | |
08 119 085 | |
Vruchten, voorlopig verduurzaamd | |
08 129 040 | |
Vruchten, gedroogd | |
08 131 000 | |
08 133 000 | |
08 134 030 | |
08 134 095 | |
Koffie, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen, ook indien gebrand | |
09 011 200 | |
09 012 100 | |
09 012 200 | |
09 019 090 | |
Kruidnagels, moernagels en kruidnagelstelen | |
09 070 000 | |
Gember, saffraan, kurkuma, tijm, laurierbladeren | |
09 104 013 | |
09 104 019 | |
09 104 090 | |
09 109 190 | |
09 109 999 | |
Zaaigoed, sporen daaronder begrepen | |
12 091 100 | |
12 091 900 | |
Sint-jansbrood, zeewier en andere algen, suikerbieten en suikerriet | |
12 129 200 | |
Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte | |
15 010 090 | |
Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie | |
15 030 090 | |
Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd | |
15 081 090 | |
15 089 090 | |
Palmolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd | |
15 119 011 | |
15 119 019 | |
15 119 099 | |
Kokosolie (kopraolie), palmpitten- en babassunotenolie | |
15 131 191 | |
15 131 199 | |
15 131 911 | |
15 131 919 | |
15 131 991 | |
15 131 999 | |
15 132 130 | |
15 132 190 | |
15 132 911 | |
15 132 919 | |
15 132 950 | |
15 132 991 | |
15 132 999 | |
Andere plantaardige vetten en vette oliën | |
15 151 990 | |
15 152 190 | |
15 152 990 | |
15 155 019 | |
15 155 099 | |
15 159 029 | |
15 159 039 | |
15 159 051 | |
15 159 059 | |
15 159 091 | |
15 159 099 | |
Dierlijke en plantaardige vetten en oliën | |
15 161 010 | |
15 161 090 | |
15 162 091 | |
15 162 096 | |
15 162 098 | |
Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie | |
15 171 090 | |
15 179 091 | |
15 179 099 | |
Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën | |
15 180 010 | |
15 180 091 | |
15 180 099 | |
Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen | |
16 010 010 | |
Extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren | |
16 030 010 | |
Melasse | |
17 031 000 | |
17 039 000 | |
Cacaopasta, ook indien ontvet | |
18 031 000 | |
18 032 000 | |
Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie | |
18 040 000 | |
Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | |
18 050 000 | |
Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen | |
20 019 060 | |
20 019 070 | |
20 019 075 | |
20 019 085 | |
20 019 091 | |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd | |
20 049 030 | |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd | |
20 057 010 | |
20 057 090 | |
20 059 010 | |
20 059 030 | |
20 059 050 | |
20 059 060 | |
20 059 070 | |
20 059 075 | |
20 059 080 | |
Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen | |
20 060 091 | |
Vruchten en andere eetbare plantendelen | |
20 081 110 | |
20 081 192 | |
20 081 196 | |
20 081 911 | |
20 081 913 | |
20 081 951 | |
20 081 993 | |
20 083 071 | |
20 089 100 | |
20 089 212 | |
20 089 214 | |
20 089 232 | |
20 089 234 | |
20 089 236 | |
20 089 238 | |
20 089 911 | |
20 089 919 | |
20 089 938 | |
20 089 940 | |
20 089 947 | |
Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) | |
20 098 036 | |
20 098 038 | |
20 098 088 | |
20 098 089 | |
20 098 095 | |
20 098 096 | |
Gist, ook indien inactief | |
21 023 000 | |
Sausen en preparaten voor sausen | |
21 031 000 | |
21 033 090 | |
21 039 090 | |
Preparaten voor soep of voor bouillon | |
21 041 010 | |
21 041 090 | |
21 042 000 | |
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen | |
21 069 092 | |
Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen | |
22 021 000 | |
22 029 010 | |
Andere gegiste dranken (bij voorbeeld appelwijn) | |
22 060 031 | |
22 060 039 | |
22 060 051 | |
22 060 059 | |
22 060 081 | |
22 060 089 | |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80% vol | |
22 085 011 | |
22 085 019 | |
22 085 091 | |
22 085 099 | |
22 086 011 | |
22 086 091 | |
22 086 099 | |
22 087 010 | |
22 087 090 | |
22 089 011 | |
22 089 019 | |
22 089 057 | |
22 089 069 | |
22 089 074 | |
22 089 078 | |
Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren | |
23 091 090 | |
23 099 091 | |
23 099 093 | |
23 099 098 | |
Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak | |
24 011 030 | |
24 011 050 | |
24 011 070 | |
24 011 080 | |
24 011 090 | |
24 012 030 | |
24 012 049 | |
24 012 050 | |
24 012 080 | |
24 012 090 | |
24 013 000 | |
Sigaren, cigarillo's en sigaretten | |
24 021 000 | |
24 022 010 | |
24 022 090 | |
24 029 000 | |
Andere tabak en tabakssurrogaten, tot verbruik bereid | |
24 031 010 | |
24 031 090 | |
24 039 100 | |
24 039 910 | |
24 039 990 | |
Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne | |
35 011 090 | |
35 019 010 | |
35 019 090 | |
Albuminen | |
35 029 070 | |
Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils | |
38 231 200 | |
38 237 000 |
Producten waarop de in artikel 6, lid 3, bedoelde cumulatie met Zuid-Afrika van toepassing wordt zes jaar na de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika
GN-code 96 Industrieproducten1 | |
---|---|
Weefsels van katoen, bevattende 85 of meer gewichtspercenten katoen | |
52 081 110 | |
52 081 190 | |
52 081 211 | |
52 081 213 | |
52 081 215 | |
52 081 219 | |
52 081 291 | |
52 081 293 | |
52 081 295 | |
52 081 299 | |
52 081 300 | |
52 081 900 | |
52 082 110 | |
52 082 190 | |
52 082 211 | |
52 082 213 | |
52 082 215 | |
52 082 219 | |
52 082 291 | |
52 082 293 | |
52 082 295 | |
52 082 299 | |
52 082 300 | |
52 082 900 | |
52 083 100 | |
52 083 211 | |
52 083 213 | |
52 083 215 | |
52 083 219 | |
52 083 291 | |
52 083 293 | |
52 083 295 | |
52 083 299 | |
52 083 300 | |
52 083 900 | |
52 084 100 | |
52 084 200 | |
52 084 300 | |
52 084 900 | |
52 085 100 | |
52 085 210 | |
52 085 290 | |
52 085 300 | |
52 085 900 | |
Weefsels van katoen, bevattende 85 of meer gewichtspercenten katoen | |
52 091 100 | |
52 091 200 | |
52 091 900 | |
52 092 100 | |
52 092 200 | |
52 092 900 | |
52 093 100 | |
52 093 200 | |
52 093 900 | |
52 094 100 | |
52 094 200 | |
52 094 300 | |
52 094 910 | |
52 094 990 | |
52 095 100 | |
52 095 200 | |
52 095 900 | |
Weefsels van katoen, bevattende minder dan 85 gewichtspercenten katoen | |
52 101 110 | |
52 101 190 | |
52 101 200 | |
52 101 900 | |
52 102 110 | |
52 102 190 | |
52 102 200 | |
52 102 900 | |
52 103 110 | |
52 103 190 | |
52 103 200 | |
52 103 900 | |
52 104 100 | |
52 104 200 | |
52 104 900 | |
52 105 100 | |
52 105 200 | |
52 105 900 | |
Weefsels van katoen, bevattende minder dan 85 gewichtspercenten katoen | |
52 111 100 | |
52 111 200 | |
52 111 900 | |
52 112 100 | |
52 112 200 | |
52 112 900 | |
52 113 100 | |
52 113 200 | |
52 113 900 | |
52 114 100 | |
52 114 200 | |
52 114 300 | |
52 114 910 | |
52 114 990 | |
52 115 100 | |
52 115 200 | |
52 115 900 | |
Andere weefsels van katoen | |
52 121 110 | |
52 121 190 | |
52 121 210 | |
52 121 290 | |
52 121 310 | |
52 121 390 | |
52 121 410 | |
52 121 490 | |
52 121 510 | |
52 121 590 | |
52 122 110 | |
52 122 190 | |
52 122 210 | |
52 122 290 | |
52 122 310 | |
52 122 390 | |
52 122 410 | |
52 122 490 | |
52 122 510 | |
52 122 590 | |
Weefsels, bevattende 85 of meer gewichtspercenten synthetische stapelvezels | |
55 121 100 | |
55 121 910 | |
55 121 990 | |
55 122 100 | |
55 122 910 | |
55 122 990 | |
55 129 100 | |
55 129 910 | |
55 129 990 | |
Weefsels van synthetische stapelvezels, bevattende minder dan 85 gewichtspercenten van deze vezels | |
55 131 110 | |
55 131 130 | |
55 131 190 | |
55 131 200 | |
55 131 300 | |
55 131 900 | |
55 132 110 | |
55 132 130 | |
55 132 190 | |
55 132 200 | |
55 132 300 | |
55 132 900 | |
55 133 100 | |
55 133 200 | |
55 133 300 | |
55 133 900 | |
55 134 100 | |
55 134 200 | |
55 134 300 | |
55 134 900 | |
Weefsels van synthetische stapelvezels, bevattende minder dan 85 gewichtspercenten van deze vezels | |
55 141 100 | |
55 141 200 | |
55 141 300 | |
55 141 900 | |
55 142 100 | |
55 142 200 | |
55 142 300 | |
55 142 900 | |
55 143 100 | |
55 143 200 | |
55 143 300 | |
55 143 900 | |
55 144 100 | |
55 144 200 | |
55 144 300 | |
55 144 900 | |
Andere weefsels van synthetische stapelvezels | |
55 151 110 | |
55 151 130 | |
55 151 190 | |
55 151 210 | |
55 151 230 | |
55 151 290 | |
55 151 311 | |
55 151 319 | |
55 151 391 | |
55 151 399 | |
55 151 910 | |
55 151 930 | |
55 151 990 | |
55 152 110 | |
55 152 130 | |
55 152 190 | |
55 152 211 | |
55 152 219 | |
55 152 291 | |
55 152 299 | |
55 152 910 | |
55 152 930 | |
55 152 990 | |
55 159 110 | |
55 159 130 | |
55 159 190 | |
55 159 211 | |
55 159 219 | |
55 159 291 | |
55 159 299 | |
55 159 910 | |
55 159 930 | |
55 159 990 | |
Weefsels van kunstmatige stapelvezels | |
55 161 100 | |
55 161 200 | |
55 161 300 | |
55 161 400 | |
55 162 100 | |
55 162 200 | |
55 162 310 | |
55 162 390 | |
55 162 400 | |
55 163 100 | |
55 163 200 | |
55 163 300 | |
55 163 400 | |
55 164 100 | |
55 164 200 | |
55 164 300 | |
55 164 400 | |
55 169 100 | |
55 169 200 | |
55 169 300 | |
55 169 400 | |
Bindgaren, touw en kabel | |
56 071 000 | |
56 072 100 | |
56 072 910 | |
56 072 990 | |
56 073 000 | |
56 074 100 | |
56 074 911 | |
56 074 919 | |
56 074 990 | |
56 075 011 | |
56 075 019 | |
56 075 030 | |
56 075 090 | |
56 079 000 | |
Geknoopte netten van bindgaren, touw of kabel | |
56 081 111 | |
56 081 119 | |
56 081 191 | |
56 081 199 | |
56 081 911 | |
56 081 919 | |
56 081 931 | |
56 081 939 | |
56 081 991 | |
56 081 999 | |
56 089 000 | |
Tapijten, geweven, niet getuft of gevlokt | |
57 021 000 | |
57 022 000 | |
57 023 110 | |
57 023 130 | |
57 023 190 | |
57 023 210 | |
57 023 290 | |
57 023 910 | |
57 023 990 | |
57 024 110 | |
57 024 190 | |
57 024 210 | |
57 024 290 | |
57 024 910 | |
57 024 990 | |
57 025 100 | |
57 025 200 | |
57 025 900 | |
57 029 100 | |
57 029 200 | |
57 029 900 | |
Tapijten, getuft | |
57 031 010 | |
57 031 090 | |
570 320 111 | |
57 032 019 | |
57 032 091 | |
57 032 099 | |
57 033 011 | |
57 033 019 | |
57 033 051 | |
57 033 059 | |
57 033 091 | |
57 033 099 | |
57 039 010 | |
57 039 090 | |
Tapijten, niet getuft of gevlokt | |
57 041 000 | |
57 049 000 | |
Andere tapijten | |
57 050 010 | |
57 050 031 | |
57 050 039 | |
57 050 090 | |
Ander brei- en haakwerk aan het stuk | |
60 021 010 | |
60 021 090 | |
60 022 010 | |
60 022 031 | |
60 022 039 | |
60 022 050 | |
60 022 070 | |
60 022 090 | |
60 023 010 | |
60 023 090 | |
60 024 100 | |
60 024 210 | |
60 024 230 | |
60 024 250 | |
60 024 290 | |
60 024 311 | |
60 024 319 | |
60 024 331 | |
60 024 333 | |
60 024 335 | |
60 024 339 | |
60 024 350 | |
60 024 391 | |
60 024 393 | |
60 024 395 | |
60 024 399 | |
60 024 900 | |
60 029 100 | |
60 029 210 | |
60 029 230 | |
60 029 250 | |
60 029 290 | |
60 029 310 | |
60 029 331 | |
60 029 333 | |
60 029 335 | |
60 029 339 | |
60 029 391 | |
60 029 399 | |
60 029 900 | |
Kostuums, ensembles, colbertjassen, blazers en dergelijke, voor heren of voor jongens | |
61 031 100 | |
61 031 200 | |
61 031 900 | |
61 032 100 | |
61 032 200 | |
61 032 300 | |
61 032 900 | |
61 033 100 | |
61 033 200 | |
61 033 300 | |
61 033 900 | |
Mantelpakken, broekpakken, ensembles, blazers en andere jasjes, voor dames of voor meisjes | |
61 041 100 | |
61 041 200 | |
61 041 300 | |
61 041 900 | |
61 042 100 | |
61 042 200 | |
61 042 300 | |
61 042 900 | |
61 043 100 | |
61 043 200 | |
61 043 300 | |
61 043 900 | |
61 044 100 | |
61 044 200 | |
61 044 300 | |
61 044 400 | |
61 044 900 | |
Overhemden van brei- of haakwerk, voor heren of voor jongens | |
61 051 000 | |
61 052 010 | |
61 052 090 | |
61 059 010 | |
61 059 090 | |
Blouses en hemdblouses, van brei- of haakwerk, voor dames of voor meisjes | |
61 061 000 | |
61 062 000 | |
61 069 010 | |
61 069 030 | |
61 069 050 | |
61 069 090 | |
T-shirts, borstrokken en onderhemden, van brei- of haakwerk | |
61 099 090 | |
Truien, jumpers, pullovers, slipovers, vesten en dergelijke | |
61 101 010 | |
61 101 031 | |
61 101 035 | |
611 010 381 | |
61 101 091 | |
61 101 095 | |
61 101 098 | |
61 102 010 | |
61 102 091 | |
61 102 099 | |
61 103 010 | |
61 103 091 | |
61 103 099 | |
61 109 010 | |
61 109 090 | |
Kleding en kledingtoebehoren, voor baby's, van brei- of haakwerk | |
61 111 010 | |
61 111 090 | |
61 112 010 | |
61 112 090 | |
61 113 010 | |
61 113 090 | |
61 119 000 | |
Kostuums, ensembles, colbertjassen, blazers en dergelijke, voor heren of voor jongens | |
62 031 100 | |
62 031 200 | |
62 031 910 | |
62 031 930 | |
62 031 990 | |
62 032 100 | |
62 032 210 | |
62 032 280 | |
62 032 310 | |
62 032 380 | |
62 032 911 | |
62 032 918 | |
62 032 990 | |
62 033 100 | |
62 033 210 | |
62 033 290 | |
62 033 310 | |
62 033 390 | |
62 033 911 | |
62 033 919 | |
62 033 990 | |
Mantelpakken, broekpakken, ensembles, blazers en andere jasjes, voor dames of voor meisjes | |
62 041 100 | |
62 041 200 | |
62 041 300 | |
62 041 910 | |
62 041 990 | |
62 042 100 | |
62 042 210 | |
62 042 280 | |
62 042 310 | |
62 042 380 | |
62 042 911 | |
62 042 918 | |
62 042 990 | |
62 043 100 | |
62 043 210 | |
62 043 290 | |
62 043 310 | |
62 043 390 | |
62 043 911 | |
62 043 919 | |
62 043 990 | |
62 044 100 | |
62 044 200 | |
62 044 300 | |
62 044 400 | |
62 044 910 | |
62 044 990 | |
Blouses en hemdblouses, voor dames of voor meisjes | |
62 061 000 | |
62 062 000 | |
62 063 000 | |
62 064 000 | |
62 069 010 | |
62 069 090 | |
Kleding en kledingtoebehoren, voor baby's | |
62 091 000 | |
62 092 000 | |
62 093 000 | |
62 099 000 | |
Kleding vervaardigd van de producten bedoeld bij post 5602, 5603, 5903, 5906 of 5907 | |
62 101 010 | |
62 101 091 | |
62 101 099 | |
62 102 000 | |
62 103 000 | |
62 104 000 | |
62 105 000 | |
Trainingspakken, skipakken, badpakken en zwembroeken; andere kleding | |
62 111 100 | |
62 111 200 | |
62 112 000 | |
62 113 100 | |
62 113 210 | |
62 113 231 | |
62 113 241 | |
62 113 242 | |
62 113 290 | |
62 113 310 | |
62 113 331 | |
62 113 341 | |
62 113 342 | |
62 113 390 | |
62 113 900 | |
62 114 100 | |
62 114 210 | |
62 114 231 | |
62 114 241 | |
62 114 242 | |
62 114 290 | |
62 114 310 | |
62 114 331 | |
62 114 341 | |
62 114 342 | |
62 114 390 | |
62 114 900 | |
Tafel-, bedden- en huishoudlinnen | |
63 021 010 | |
63 021 090 | |
63 022 100 | |
63 022 210 | |
63 022 290 | |
63 022 910 | |
63 022 990 | |
63 023 110 | |
63 023 190 | |
63 023 210 | |
63 023 290 | |
63 023 910 | |
63 023 930 | |
63 023 990 | |
63 024 000 | |
63 025 110 | |
63 025 190 | |
63 025 200 | |
63 025 310 | |
63 025 390 | |
63 025 900 | |
63 026 000 | |
63 029 110 | |
63 029 190 | |
63 029 200 | |
63 029 310 | |
63 029 390 | |
63 029 900 | |
Vitrages, gordijnen en rolgordijnen | |
63 031 100 | |
63 031 200 | |
63 031 900 | |
63 039 100 | |
63 039 210 | |
63 039 290 | |
63 039 910 | |
63 039 990 | |
Andere artikelen voor stoffering | |
63 041 100 | |
63 041 910 | |
63 041 930 | |
63 041 990 | |
63 049 100 | |
63 049 200 | |
63 049 300 | |
63 049 900 |
GN-code 96Industrieproducten2 | |
---|---|
Waterstof, edelgassen en andere niet-metalen | |
28 046 900 | |
Edele metalen in colloïdale toestand; anorganische of organische verbindingen van edele metalen | |
28 431 090 | |
28 433 000 | |
28 439 090 | |
Aminoverbindingen met zuurstofhoudende groepen | |
29 224 100 | |
Gietijzer en spiegelijzer, in gietelingen, in blokken of in andere primaire vormen | |
72 011 011 | |
72 011 019 | |
72 011 030 | |
72 012 000 | |
72 015 090 | |
Ferrolegeringen | |
72 021 120 | |
72 021 180 | |
72 021 900 | |
72 022 110 | |
72 022 190 | |
72 022 900 | |
72 023 000 | |
72 024 110 | |
72 024 191 | |
72 024 199 | |
72 024 910 | |
72 024 950 | |
72 024 990 | |
Ferroproducten verkregen door het rechtstreeks reduceren van ijzererts | |
72 039 000 | |
Resten en afval, van gietijzer, van ijzer of van staal (schroot) | |
72 045 090 | |
IJzer en niet-gelegeerd staal, in ingots of in andere primaire vormen | |
72 061 000 | |
72 069 000 | |
Halffabrikaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal | |
72 071 111 | |
72 071 114 | |
72 071 116 | |
72 071 210 | |
72 071 911 | |
72 071 914 | |
72 071 916 | |
72 071 931 | |
72 072 011 | |
72 072 015 | |
72 072 017 | |
72 072 032 | |
72 072 051 | |
72 072 055 | |
72 072 057 | |
72 072 071 | |
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal | |
72 081 000 | |
72 082 500 | |
72 082 600 | |
72 082 700 | |
72 083 600 | |
72 083 710 | |
72 083 790 | |
72 083 810 | |
72 083 890 | |
72 083 910 | |
72 083 990 | |
72 084 010 | |
72 084 090 | |
72 085 110 | |
72 085 130 | |
72 085 150 | |
72 085 191 | |
72 085 199 | |
72 085 210 | |
72 085 291 | |
72 085 299 | |
72 085 310 | |
72 085 390 | |
72 085 410 | |
72 085 490 | |
72 089 010 | |
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal | |
72 091 500 | |
72 091 610 | |
72 091 690 | |
72 091 710 | |
72 091 790 | |
72 091 810 | |
72 091 891 | |
72 091 899 | |
72 092 500 | |
72 092 610 | |
72 092 690 | |
72 092 710 | |
72 092 790 | |
72 092 810 | |
72 092 890 | |
72 099 010 | |
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal | |
72 101 110 | |
72 101 211 | |
72 101 219 | |
72 102 010 | |
72 103 010 | |
72 104 110 | |
72 104 910 | |
72 105 010 | |
72 106 110 | |
72 106 910 | |
72 107 031 | |
72 107 039 | |
72 109 031 | |
72 109 033 | |
72 109 038 | |
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal | |
72 111 300 | |
72 111 410 | |
72 111 490 | |
72 111 920 | |
72 111 990 | |
72 112 310 | |
72 112 351 | |
72 112 920 | |
72 119 011 | |
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal | |
72 121 010 | |
72 121 091 | |
72 122 011 | |
72 123 011 | |
72 124 010 | |
72 124 091 | |
72 125 031 | |
72 125 051 | |
72 126 011 | |
72 126 091 | |
Walsdraad van ijzer of van niet-gelegeerd staal | |
72 131 000 | |
72 132 000 | |
72 139 110 | |
72 139 120 | |
72 139 141 | |
72 139 149 | |
72 139 170 | |
72 139 190 | |
72 139 910 | |
72 139 990 | |
Staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal | |
72 142 000 | |
72 143 000 | |
72 149 110 | |
72 149 190 | |
72 149 910 | |
72 149 931 | |
72 149 939 | |
72 149 950 | |
72 149 961 | |
72 149 969 | |
72 149 980 | |
72 149 990 | |
Andere staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal | |
72 159 010 | |
Profielen van ijzer of van niet-gelegeerd staal | |
72 161 000 | |
72 162 100 | |
72 162 200 | |
72 163 111 | |
72 163 119 | |
72 163 191 | |
72 163 199 | |
72 163 211 | |
72 163 219 | |
72 163 291 | |
72 163 299 | |
72 163 310 | |
72 163 390 | |
72 164 010 | |
72 164 090 | |
72 165 010 | |
72 165 091 | |
72 165 099 | |
72 169 910 | |
Roestvrij staal in ingots of in andere primaire vormen | |
72 181 000 | |
72 189 111 | |
72 189 119 | |
72 189 911 | |
72 189 920 | |
Gewalste platte producten van roestvrij staal | |
72 191 100 | |
72 191 210 | |
72 191 290 | |
72 191 310 | |
72 191 390 | |
72 191 410 | |
72 191 490 | |
72 192 110 | |
72 192 190 | |
72 192 210 | |
72 192 290 | |
72 192 300 | |
72 192 400 | |
72 193 100 | |
72 193 210 | |
72 193 290 | |
72 193 310 | |
72 193 390 | |
72 193 410 | |
72 193 490 | |
72 193 510 | |
72 193 590 | |
72 199 010 | |
Gewalste platte producten van roestvrij staal | |
72 201 100 | |
72 201 200 | |
72 202 010 | |
72 209 011 | |
72 209 031 | |
Walsdraad van roestvrij staal | |
72 210 010 | |
72 210 090 | |
Staven en profielen van roestvrij staal | |
72 221 111 | |
72 221 119 | |
72 221 121 | |
72 221 129 | |
72 221 191 | |
72 221 199 | |
72 221 910 | |
72 221 990 | |
72 223 010 | |
72 224 010 | |
72 224 030 | |
Ander gelegeerd staal in ingots of in andere primaire vormen | |
72 241 000 | |
72 249 001 | |
72 249 005 | |
72 249 008 | |
72 249 015 | |
72 249 031 | |
72 249 039 | |
Gewalste platte producten van ander gelegeerd staal | |
72 251 100 | |
72 251 910 | |
72 251 990 | |
72 252 020 | |
72 253 000 | |
72 254 020 | |
72 254 050 | |
72 254 080 | |
72 255 000 | |
72 259 110 | |
72 259 210 | |
72 259 910 | |
Gewalste platte producten van ander gelegeerd staal | |
72 261 110 | |
72 261 910 | |
72 261 930 | |
72 262 020 | |
72 269 110 | |
72 269 190 | |
72 269 210 | |
72 269 320 | |
72 269 420 | |
72 269 920 | |
Walsdraad van ander gelegeerd staal | |
72 271 000 | |
72 272 000 | |
72 279 010 | |
72 279 050 | |
72 279 095 | |
Staven en profielen van ander gelegeerd staal | |
72 281 010 | |
72 281 030 | |
72 282 011 | |
72 282 019 | |
72 282 030 | |
72 283 020 | |
72 283 041 | |
72 283 049 | |
72 283 061 | |
72 283 069 | |
72 283 070 | |
72 283 089 | |
72 286 010 | |
72 287 010 | |
72 287 031 | |
72 288 010 | |
72 288 090 | |
Damwandprofielen van ijzer of van staal | |
73 011 000 | |
Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal | |
73 021 031 | |
73 021 039 | |
73 021 090 | |
73 022 000 | |
73 024 010 | |
73 029 010 | |
Buizen, pijpen en holle profielen, van gietijzer | |
73 030 010 | |
73 030 090 | |
Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen (bij voorbeeld verbindingsstukken, ellebogen, moffen) | |
73 071 110 | |
73 071 190 | |
73 071 910 | |
73 071 990 | |
73 072 100 | |
73 072 210 | |
73 072 290 | |
73 072 310 | |
73 072 390 | |
73 072 910 | |
73 072 930 | |
73 072 990 | |
73 079 100 | |
73 079 210 | |
73 079 290 | |
73 079 311 | |
73 079 319 | |
73 079 391 | |
73 079 399 | |
73 079 910 | |
73 079 930 | |
73 079 990 | |
Reservoirs, voeders, kuipen en dergelijke bergingsmiddelen | |
73 090 010 | |
73 090 030 | |
73 090 051 | |
73 090 059 | |
73 090 090 | |
Reservoirs, fusten, trommels, bussen, blikken en dergelijke bergingsmiddelen | |
73 101 000 | |
73 102 110 | |
73 102 191 | |
73 102 199 | |
73 102 910 | |
73 102 990 | |
Bergingsmiddelen voor gecomprimeerd of vloeibaar gemaakt gas | |
73 110 010 | |
73 110 091 | |
73 110 099 | |
Kabels, strengen, lengen en dergelijke artikelen, van ijzer of van staal | |
73 121 030 | |
73 121 051 | |
73 121 059 | |
73 121 071 | |
73 121 075 | |
73 121 079 | |
73 121 082 | |
73 121 084 | |
73 121 086 | |
73 121 088 | |
73 121 099 | |
73 129 090 | |
Prikkeldraad en dergelijk afrasteringsmateriaal | |
73 130 000 | |
Kettingen en delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal | |
73 151 110 | |
73 151 190 | |
73 151 200 | |
73 151 900 | |
73 152 000 | |
73 158 100 | |
73 158 210 | |
73 158 290 | |
73 158 900 | |
73 159 000 | |
Schroeven, bouten, moeren, kraagschroeven, schroefhaken | |
73 181 100 | |
73 181 210 | |
73 181 290 | |
73 181 300 | |
73 181 410 | |
73 181 491 | |
73 181 499 | |
73 181 510 | |
73 181 520 | |
73 181 530 | |
73 181 541 | |
73 181 549 | |
73 181 551 | |
73 181 559 | |
73 181 561 | |
73 181 569 | |
73 181 570 | |
73 181 581 | |
73 181 589 | |
73 181 590 | |
73 181 610 | |
73 181 630 | |
73 181 650 | |
73 181 691 | |
73 181 699 | |
73 181 900 | |
73 182 100 | |
73 182 200 | |
73 182 300 | |
73 182 400 | |
73 182 900 | |
Naainaalden, breipennen, rijgnaalden, haakpennen | |
73 191 000 | |
73 192 000 | |
73 193 000 | |
73 199 000 | |
Veren en veerbladen, van ijzer of van staal | |
73 201 011 | |
73 201 019 | |
73 201 090 | |
73 202 020 | |
73 202 081 | |
73 202 085 | |
73 202 089 | |
73 209 010 | |
73 209 030 | |
73 209 090 | |
Kachels, kookketels met vuurhaard, keukenfornuizen | |
73 211 110 | |
73 211 190 | |
73 211 200 | |
73 211 300 | |
73 218 110 | |
73 218 190 | |
73 218 210 | |
73 218 290 | |
73 218 300 | |
73 219 000 | |
Radiatoren voor centrale verwarming | |
73 221 100 | |
73 221 900 | |
73 229 090 | |
Keukengerei en huishoudelijke artikelen | |
73 231 000 | |
73 239 100 | |
73 239 200 | |
73 239 310 | |
73 239 390 | |
73 239 410 | |
73 239 490 | |
73 239 910 | |
73 239 991 | |
73 239 999 | |
Toiletartikelen en sanitaire artikelen, alsmede delen daarvan, van ijzer of van staal | |
73 241 090 | |
73 242 100 | |
73 242 900 | |
73 249 090 | |
Andere gegoten werken van ijzer of van staal | |
73 251 020 | |
73 251 050 | |
73 251 091 | |
73 251 099 | |
73 259 100 | |
73 259 910 | |
73 259 991 | |
73 259 999 | |
Andere werken van ijzer of van staal | |
73 261 100 | |
73 261 910 | |
73 261 990 | |
73 262 030 | |
73 262 050 | |
73 262 090 | |
73 269 010 | |
73 269 030 | |
73 269 040 | |
73 269 050 | |
73 269 060 | |
73 269 070 | |
73 269 080 | |
73 269 091 | |
73 269 093 | |
73 269 095 | |
73 269 097 | |
Ruw zink | |
79 011 100 | |
79 011 210 | |
79 011 230 | |
79 011 290 | |
79 012 000 | |
Zinkstof; poeder en schilfers, van zink | |
79 031 000 | |
79 039 000 | |
Automobielen voor het vervoer van tien of meer personen | |
87 021 011 | |
87 021 019 | |
87 029 011 | |
87 029 019 | |
Automobielen voor goederenvervoer | |
87 042 131 | |
87 042 139 | |
87 042 291 | |
87 042 299 | |
87 042 391 | |
87 042 399 | |
87 043 131 | |
87 043 139 | |
87 043 291 | |
87 043 299 |
Producten waarop artikel 6, lid 3, niet van toepassing is
GN-code 96 Industrieproducten1 | |
---|---|
Automobielen en andere motorvoertuigen | |
87 031 010 | |
87 031 090 | |
87 032 110 | |
87 032 190 | |
87 032 211 | |
87 032 219 | |
87 032 290 | |
87 032 311 | |
87 032 319 | |
87 032 390 | |
87 032 410 | |
87 032 490 | |
87 033 110 | |
87 033 190 | |
87 033 211 | |
87 033 219 | |
87 033 290 | |
87 033 311 | |
87 033 319 | |
87 033 390 | |
87 039 010 | |
87 039 090 | |
Chassis met motor | |
87 060 011 | |
87 060 019 | |
87 060 091 | |
87 060 099 | |
Carrosserieën voor motorvoertuigen | |
87 071 010 | |
87 071 090 | |
87 079 010 | |
87 079 090 | |
Delen en toebehoren van motorvoertuigen | |
87 081 010 | |
87 081 090 | |
87 082 110 | |
87 082 190 | |
87 082 910 | |
87 082 990 | |
87 083 110 | |
87 083 191 | |
87 083 199 | |
87 083 910 | |
87 083 990 | |
87 084 010 | |
87 084 090 | |
87 085 010 | |
87 085 090 | |
87 086 010 | |
87 086 091 | |
87 086 099 | |
87 087 010 | |
87 087 050 | |
87 087 091 | |
87 087 099 | |
87 088 010 | |
87 088 090 | |
87 089 110 | |
87 089 190 | |
87 089 210 | |
87 089 290 | |
87 089 310 | |
87 089 390 | |
87 089 410 | |
87 089 490 | |
87 089 910 | |
87 089 930 | |
87 089 950 | |
87 089 992 | |
87 089 998 |
GN-code 96 Industrieproducten2 | |
---|---|
Ruw aluminium: | |
76 011 000 | |
76 012 010 | |
76 012 091 | |
76 012 099 | |
Poeders en schilfers, van aluminium | |
76 031 000 | |
76 032 000 |
GN-code 96 Landbouwproducten1 | |
---|---|
Levende paarden, ezels, muildieren en muilezels | |
01 012 010 | |
Melk en room, niet ingedikt | |
04 011 010 | |
04 011 090 | |
04 012 011 | |
04 012 019 | |
04 012 091 | |
04 012 099 | |
04 013 011 | |
04 013 019 | |
04 013 031 | |
04 013 039 | |
04 013 091 | |
04 013 099 | |
Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir | |
04 031 011 | |
04 031 013 | |
04 031 019 | |
04 031 031 | |
04 031 033 | |
04 031 039 | |
Aardappelen, vers of gekoeld | |
07 019 051 | |
Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld | |
07 081 020 | |
07 081 095 | |
Andere groenten, vers of gekoeld | |
07 095 190 | |
07 096 010 | |
Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt | |
07 108 095 | |
Groenten, voorlopig verduurzaamd | |
07 111 000 | |
07 113 000 | |
07 119 060 | |
07 119 070 | |
Dadels, vijgen, ananassen, advocaten (avocado's), guaves, manga's en manggistans | |
08 042 090 | |
08 043 000 | |
08 044 020 | |
08 044 090 | |
08 044 095 | |
Druiven, rozijnen en krenten | |
08 061 029312 | |
08 062 011 | |
08 062 012 | |
08 062 018 | |
Meloenen (watermeloenen daaronder begrepen) en papaja's | |
08 071 100 | |
08 071 900 | |
Abrikozen, kerzen, perziken (nectarines daaronder begrepen) | |
08 093 011512 | |
08 093 051612 | |
Ander fruit, vers | |
08 109 040 | |
08 109 085 | |
Vruchten, voorlopig verduurzaamd | |
08 121 000 | |
08 122 000 | |
08 129 050 | |
08 129 060 | |
08 129 070 | |
08 129 095 | |
Vruchten, gedroogd | |
08 134 010 | |
08 135 015 | |
08 135 019 | |
08 135 039 | |
08 135 091 | |
08 135 099 | |
Peper van het geslacht „Piper"; gedroogd, fijngemaakt of gemalen | |
09 042 010 | |
Soja-olie en fracties daarvan | |
15 071 010 | |
15 071 090 | |
15 079 010 | |
15 079 090 | |
Zonnebloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie | |
15 121 110 | |
15 121 191 | |
15 121 199 | |
15 121 910 | |
15 121 991 | |
15 121 999 | |
15 122 110 | |
15 122 190 | |
15 122 910 | |
15 122 990 | |
Raapzaad-, koolzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan | |
15 141 010 | |
15 141 090 | |
15 149 010 | |
15 149 090 | |
Vruchten en andere eetbare plantendelen | |
20 081 959 | |
Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) | |
20 092 099 | |
20 094 099 | |
20 098 099 | |
Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak | |
24 011 010 | |
24 011 020 | |
24 011 041 | |
24 011 049 | |
24 011 060 | |
24 012 010 | |
24 012 020 | |
24 012 041 | |
24 012 060 | |
24 012 070 |
GN-code 96 Landbouwproducten2 | |
---|---|
Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen | |
06 031 055 | |
06 031 061 | |
06 031 06911 | |
Uien, sjalotten, knoflook, prei | |
07 031 011 | |
07 031 019 | |
07 031 090 | |
07 039 000 | |
Rode kool, witte kool, bloemkool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool | |
07 041 005 | |
07 041 010 | |
07 041 080 | |
07 042 000 | |
07 049 010 | |
07 049 090 | |
Sla (Lactuca sativa), andijvie | |
07 051 105 | |
07 051 110 | |
07 051 180 | |
07 051 900 | |
07 052 100 | |
07 052 900 | |
Wortelen, rapen, kroten, schorseneren, knolselderij | |
07 061 000 | |
07 069 005 | |
07 069 011 | |
07 069 017 | |
07 069 030 | |
07 069 090 | |
Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld | |
07 081 090 | |
07 082 020 | |
07 082 090 | |
07 082 095 | |
07 089 000 | |
Andere groenten, vers of gekoeld | |
07 091 03012 | |
07 093 000 | |
07 094 000 | |
07 095 110 | |
07 095 150 | |
07 097 000 | |
07 099 010 | |
07 099 020 | |
07 099 040 | |
07 099 050 | |
07 099 090 | |
Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt | |
07 101 000 | |
07 102 100 | |
07 102 200 | |
07 102 900 | |
07 103 000 | |
07 108 010 | |
07 108 051 | |
07 108 061 | |
07 108 069 | |
07 108 070 | |
07 108 080 | |
07 108 085 | |
07 109 000 | |
Groenten, voorlopig verduurzaamd | |
07 112 010 | |
07 114 000 | |
07 119 040 | |
07 119 090 | |
Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden | |
07 122 000 | |
07 123 000 | |
07 129 030 | |
07 129 050 | |
07 129 090 | |
Maniokwortel, arrowroot (pijlwortel), salepwortel, aardperen | |
07 149 011 | |
07 149 019 | |
Andere noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal | |
08 021 190 | |
08 022 100 | |
08 022 200 | |
08 024 000 | |
Bananen, „plantains" daaronder begrepen, vers of gedroogd | |
08 030 011 | |
08 030 090 | |
Dadels, vijgen, ananassen, advocaten (avocado's), guaves, manga's en manggistans | |
08 042 010 | |
Citrusvruchten, vers of gedroogd | |
08 052 021112 | |
08 052 023112 | |
08 052 025112 | |
08 052 027112 | |
08 052 029112 | |
08 053 090 | |
08 059 000 | |
Druiven, rozijnen en krenten | |
08 061 095 | |
08 061 097 | |
Appelen, peren en kweeperen, vers | |
08 081 01012 | |
08 082 01012 | |
08 082 090 | |
Abrikozen, kerzen, perziken (nectarines daaronder begrepen) | |
08 091 01012 | |
08 091 05012 | |
08 092 01912 | |
08 092 02912 | |
08 093 011712 | |
08 093 01912 | |
08 093 051812 | |
08 093 05912 | |
08 094 04012 | |
Ander fruit, vers | |
08 101 005 | |
08 102 090 | |
08 103 010 | |
08 103 030 | |
08 103 090 | |
08 104 090 | |
08 105 000 | |
Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt | |
08 112 011 | |
08 112 031 | |
08 112 039 | |
08 112 059 | |
08 119 011 | |
08 119 019 | |
08 119 039 | |
08 119 075 | |
08 119 080 | |
08 119 095 | |
Vruchten, voorlopig verduurzaamd | |
08 129 010 | |
08 129 020 | |
Vruchten, gedroogd | |
08 132 000 | |
Tarwe en mengkoren | |
10 019 010 | |
Boekweit, gierst (andere dan sorgho) en kanariezaad; andere granen | |
10 081 000 | |
10 082 000 | |
10 089 090 | |
Meel, gries, poeder, vlokken, korrels en pellets, van aardappelen | |
11 051 000 | |
11 052 000 | |
Meel, gries en poeder, van gedroogde zaden van peulgroenten | |
11 061 000 | |
11 063 010 | |
11 063 090 | |
Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan | |
15 043 011 | |
Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed | |
16 022 011 | |
16 022 019 | |
16 023 111 | |
16 023 119 | |
16 023 130 | |
16 023 190 | |
16 023 219 | |
16 023 230 | |
16 023 290 | |
16 023 929 | |
16 023 940 | |
16 023 980 | |
16 024 190 | |
16 024 290 | |
16 029 031 | |
16 029 072 | |
16 029 076 | |
Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen | |
20 011 000 | |
20 012 000 | |
20 019 050 | |
20 019 065 | |
20 019 096 | |
Paddestoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd | |
20 031 020 | |
20 031 030 | |
20 031 080 | |
20 032 000 | |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd | |
20 041 010 | |
20 041 099 | |
20 049 050 | |
20 049 091 | |
20 049 098 | |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd | |
20 051 000 | |
20 052 020 | |
20 052 080 | |
20 054 000 | |
20 055 100 | |
20 055 900 | |
Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen | |
20 060 031 | |
20 060 035 | |
20 060 038 | |
20 060 099 | |
Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta | |
20 071 091 | |
20 079 993 | |
Vruchten en andere eetbare plantendelen | |
20 081 194 | |
20 081 198 | |
20 081 919 | |
20 081 995 | |
20 081 999 | |
20 082 051 | |
20 082 059 | |
20 082 071 | |
20 082 079 | |
20 082 091 | |
20 082 099 | |
20 083 011 | |
20 083 039 | |
20 083 051 | |
20 083 059 | |
20 084 011 | |
20 084 021 | |
20 084 029 | |
20 084 039 | |
20 086 011 | |
20 086 031 | |
20 086 039 | |
20 086 059 | |
20 086 069 | |
20 086 079 | |
20 086 099 | |
20 087 011 | |
20 087 031 | |
20 087 039 | |
20 087 059 | |
20 088 011 | |
20 088 031 | |
20 088 039 | |
20 088 050 | |
20 088 070 | |
20 088 091 | |
20 088 099 | |
20 089 923 | |
20 089 925 | |
20 089 926 | |
20 089 928 | |
20 089 936 | |
20 089 945 | |
20 089 946 | |
20 089 949 | |
20 089 953 | |
20 089 955 | |
20 089 961 | |
20 089 962 | |
20 089 968 | |
20 089 972 | |
20 089 974 | |
20 089 979 | |
20 089 999 | |
Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) | |
20 091 119 | |
20 091 191 | |
20 091 919 | |
20 091 991 | |
20 091 999 | |
20 092 019 | |
20 092 091 | |
20 093 019 | |
20 093 031 | |
20 093 039 | |
20 093 051 | |
20 093 055 | |
20 093 091 | |
20 093 095 | |
20 093 099 | |
20 094 019 | |
20 094 091 | |
20 098 019 | |
20 098 050 | |
20 098 061 | |
20 098 063 | |
20 098 073 | |
20 098 079 | |
20 098 083 | |
20 098 084 | |
20 098 086 | |
20 098 097 | |
20 099 019 | |
20 099 029 | |
20 099 039 | |
20 099 041 | |
20 099 051 | |
20 099 059 | |
20 099 073 | |
20 099 079 | |
20 099 092 | |
20 099 094 | |
20 099 095 | |
20 099 096 | |
20 099 097 | |
20 099 098 | |
Andere gegiste dranken (bij voorbeeld appelwijn) | |
22 060 010 | |
Wijnmoer; ruwe wijnsteen | |
23 070 019 | |
Plantaardige zelfstandigheden en plantaardig afval | |
23 089 019 |
GN-code 96Landbouwproducten3 | |
---|---|
Levende varkens: | |
01 039 110 | |
01 039 211 | |
01 039 219 | |
Levende schapen en geiten | |
01 041 030 | |
01 041 080 | |
01 042 090 | |
Levend pluimvee | |
01 051 111 | |
01 051 119 | |
01 051 191 | |
01 051 199 | |
01 051 200 | |
01 051 920 | |
01 051 990 | |
01 059 200 | |
01 059 300 | |
01 059 910 | |
01 059 920 | |
01 059 930 | |
01 059 950 | |
Varkensvlees, vers, gekoeld of bevroren | |
02 031 110 | |
02 031 211 | |
02 031 219 | |
02 031 911 | |
02 031 913 | |
02 031 915 | |
02 031 955 | |
02 031 959 | |
02 032 110 | |
02 032 211 | |
02 032 219 | |
02 032 911 | |
02 032 913 | |
02 032 915 | |
02 032 955 | |
02 032 959 | |
Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren | |
02 041 000 | |
02 042 100 | |
02 042 210 | |
02 042 230 | |
02 042 250 | |
02 042 290 | |
02 042 300 | |
02 043 000 | |
02 044 100 | |
02 044 210 | |
02 044 230 | |
02 044 250 | |
02 044 290 | |
02 044 310 | |
02 044 390 | |
02 045 011 | |
02 045 013 | |
02 045 015 | |
02 045 019 | |
02 045 031 | |
02 045 039 | |
02 045 051 | |
02 045 053 | |
02 045 055 | |
02 045 059 | |
02 045 071 | |
02 045 079 | |
Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee | |
02 071 110 | |
02 071 130 | |
02 071 190 | |
02 071 210 | |
02 071 290 | |
02 071 310 | |
02 071 320 | |
02 071 330 | |
02 071 340 | |
02 071 350 | |
02 071 360 | |
02 071 370 | |
02 071 399 | |
02 071 410 | |
02 071 420 | |
02 071 430 | |
02 071 440 | |
02 071 450 | |
02 071 460 | |
02 071 470 | |
02 071 499 | |
02 072 410 | |
02 072 490 | |
02 072 510 | |
02 072 590 | |
02 072 610 | |
02 072 620 | |
02 072 630 | |
02 072 640 | |
02 072 650 | |
02 072 660 | |
02 072 670 | |
02 072 680 | |
02 072 699 | |
02 072 710 | |
02 072 720 | |
02 072 730 | |
02 072 740 | |
02 072 750 | |
02 072 760 | |
02 072 770 | |
02 072 780 | |
02 072 799 | |
02 073 211 | |
02 073 215 | |
02 073 219 | |
02 073 251 | |
02 073 259 | |
02 073 290 | |
02 073 311 | |
02 073 319 | |
02 073 351 | |
02 073 359 | |
02 073 390 | |
02 073 511 | |
02 073 515 | |
02 073 521 | |
02 073 523 | |
02 073 525 | |
02 073 531 | |
02 073 541 | |
02 073 551 | |
02 073 553 | |
02 073 561 | |
02 073 563 | |
02 073 571 | |
02 073 579 | |
02 073 599 | |
02 073 611 | |
02 073 615 | |
02 073 621 | |
02 073 623 | |
02 073 625 | |
02 073 631 | |
02 073 641 | |
02 073 651 | |
02 073 653 | |
02 073 661 | |
02 073 663 | |
02 073 671 | |
02 073 679 | |
02 073 690 | |
Spek (ander dan doorregen spek), alsmede varkensvet en vet van gevogelte | |
02 090 011 | |
02 090 019 | |
02 090 030 | |
02 090 090 | |
Vlees en eetbare slachtafvallen, gezouten, gepekeld | |
02 101 111 | |
02 101 119 | |
02 101 131 | |
02 101 139 | |
02 101 190 | |
02 101 211 | |
02 101 219 | |
02 101 290 | |
02 101 910 | |
02 101 920 | |
02 101 930 | |
02 101 940 | |
02 101 951 | |
02 101 959 | |
02 101 960 | |
02 101 970 | |
02 101 981 | |
02 101 989 | |
02 101 990 | |
02 109 011 | |
02 109 019 | |
02 109 021 | |
02 109 029 | |
02 109 031 | |
02 109 039 | |
Melk en room, ingedikt | |
04 029 111 | |
04 029 119 | |
04 029 131 | |
04 029 139 | |
04 029 151 | |
04 029 159 | |
04 029 191 | |
04 029 199 | |
04 029 911 | |
04 029 919 | |
04 029 931 | |
04 029 939 | |
04 029 991 | |
04 029 999 | |
Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir | |
04 039 051 | |
04 039 053 | |
04 039 059 | |
04 039 061 | |
04 039 063 | |
04 039 069 | |
Wei, ook indien ingedikt | |
04 041 048 | |
04 041 052 | |
04 041 054 | |
04 041 056 | |
04 041 058 | |
04 041 062 | |
04 041 072 | |
04 041 074 | |
04 041 076 | |
04 041 078 | |
04 041 082 | |
04 041 084 | |
Kaas en wrongel | |
04 061 02011 | |
04 061 08011 | |
04 062 09011 | |
04 063 01011 | |
04 063 03111 | |
04 063 03911 | |
04 063 09011 | |
04 064 09011 | |
04 069 00111 | |
04 069 02111 | |
04 069 05011 | |
04 069 06911 | |
04 069 07811 | |
04 069 08611 | |
04 069 08711 | |
04 069 08811 | |
04 069 09311 | |
04 069 09911 | |
Vogeleieren in de schaal, vers, verduurzaamd of gekookt | |
04 070 011 | |
04 070 019 | |
04 070 030 | |
Vogeleieren uit de schaal en eigeel, vers, | |
04 081 180 | |
04 081 981 | |
04 081 989 | |
04 089 180 | |
04 089 980 | |
Natuurhonig | |
04 090 000 | |
Tomaten, vers of gekoeld | |
07 020 01512 | |
07 020 02012 | |
07 020 02512 | |
07 020 03012 | |
07 020 03512 | |
07 020 04012 | |
07 020 04512 | |
07 020 05012 | |
Komkommers en augurken, vers of gekoeld | |
07 070 01012 | |
07 070 01512 | |
07 070 02012 | |
07 070 02512 | |
07 070 03012 | |
07 070 03512 | |
07 070 04012 | |
07 070 090 | |
Andere groente, vers of gekoeld | |
07 091 01012 | |
07 091 02012 | |
07 092 000 | |
07 099 039 | |
07 099 07512 | |
07 099 07712 | |
07 099 07912 | |
Groenten, voorlopig verduurzaamd | |
07 112 090 | |
Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden | |
07 129 019 | |
Maniokwortel, arrowroot (pijlwortel), salepwortel, aardperen | |
07 141 010 | |
07 141 091 | |
07 141 099 | |
07 142 090 | |
Citrusvruchten, vers of gedroogd | |
08 051 037212 | |
08 051 038212 | |
08 051 039212 | |
08 051 042212 | |
08 051 046212 | |
08 051 082 | |
08 051 084 | |
08 051 086 | |
08 052 01112 | |
08 052 01312 | |
08 052 01512 | |
08 052 01712 | |
08 052 01912 | |
08 052 0211012 | |
08 052 0231012 | |
08 052 0251012 | |
08 052 0271012 | |
08 052 0291012 | |
08 052 03112 | |
08 052 03312 | |
08 052 03512 | |
08 052 03712 | |
08 052 03912 | |
Druiven, rozijnen, krenten | |
08 061 02112 | |
08 061 029412 | |
08 061 03012 | |
08 061 05012 | |
08 061 06112 | |
08 061 06912 | |
08 061 093 | |
Abrikozen, kersen, perziken (nectarines daaronder begrepen) | |
08 091 02012 | |
08 091 03012 | |
08 091 04012 | |
08 092 01112 | |
08 092 02112 | |
08 092 03112 | |
08 092 03912 | |
08 092 04112 | |
08 092 04912 | |
08 092 05112 | |
08 092 05912 | |
08 092 06112 | |
08 092 06912 | |
08 092 07112 | |
08 092 07912 | |
08 093 02112 | |
08 093 02912 | |
08 093 03112 | |
08 093 03912 | |
08 093 04112 | |
08 093 04912 | |
08 094 02012 | |
08 094 03012 | |
Ander fruit, vers | |
08 101 010 | |
08 101 080 | |
08 102 010 | |
Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt | |
08 111 011 | |
08 111 019 | |
Tarwe en mengkoren | |
10 011 000 | |
10 019 091 | |
10 019 099 | |
Rogge | |
10 020 000 | |
Gerst | |
10 030 010 | |
10 030 090 | |
Haver | |
10 040 000 | |
Boekweit, gierst (andere dan sorgho) en kanariezaad; andere granen | |
10 089 010 | |
Meel van tarwe of van mengkoren | |
11 010 011 | |
11 010 015 | |
11 010 090 | |
Meel van granen, andere dan van tarwe of van mengkoren | |
11 021 000 | |
11 029 010 | |
11 029 030 | |
11 029 090 | |
Gries, griesmeel en pellets van granen | |
11 031 110 | |
11 031 190 | |
11 031 200 | |
11 031 910 | |
11 031 930 | |
11 031 990 | |
11 032 100 | |
11 032 910 | |
11 032 920 | |
11 032 930 | |
11 032 990 | |
Op andere wijze bewerkte granen | |
11 041 110 | |
11 041 190 | |
11 041 210 | |
11 041 290 | |
11 041 910 | |
11 041 930 | |
11 041 999 | |
11 042 110 | |
11 042 130 | |
11 042 150 | |
11 042 190 | |
11 042 199 | |
11 042 220 | |
11 042 230 | |
11 042 250 | |
11 042 290 | |
11 042 292 | |
11 042 299 | |
11 042 911 | |
11 042 915 | |
11 042 919 | |
11 042 931 | |
11 042 935 | |
11 042 939 | |
11 042 951 | |
11 042 955 | |
11 042 959 | |
11 042 981 | |
11 042 985 | |
11 042 989 | |
11 043 010 | |
Meel, gries en poeder, van gedroogde zaden van peulgroenten | |
11 062 010 | |
11 062 090 | |
Mout, ook indien gebrand | |
11 071 011 | |
11 071 019 | |
11 071 091 | |
11 071 099 | |
11 072 000 | |
Sint-jansbrood, zeewier en andere algen, suikerbieten | |
12 129 120 | |
12 129 180 | |
Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte | |
15 010 019 | |
Olijfolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd | |
15 091 010 | |
15 091 090 | |
15 099 000 | |
Andere olie en fracties daarvan | |
15 100 010 | |
15 100 090 | |
Degras | |
15 220 031 | |
15 220 039 | |
Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed | |
16 010 091 | |
16 010 099 | |
Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed | |
16 021 000 | |
16 022 090 | |
16 023 211 | |
16 023 921 | |
16 024 110 | |
16 024 210 | |
16 024 911 | |
16 024 913 | |
16 024 915 | |
16 024 919 | |
16 024 930 | |
16 024 950 | |
16 024 990 | |
16 025 031 | |
16 025 039 | |
16 025 080 | |
16 029 010 | |
16 029 041 | |
16 029 051 | |
16 029 069 | |
16 029 074 | |
16 029 078 | |
16 029 098 | |
Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen | |
17 021 100 | |
17 021 900 | |
Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld | |
19 022 030 | |
Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta | |
20 071 099 | |
20 079 190 | |
20 079 991 | |
20 079 998 | |
Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd | |
20 082 011 | |
20 082 031 | |
20 083 019 | |
20 083 031 | |
20 083 079 | |
20 083 091 | |
20 083 099 | |
20 084 019 | |
20 084 031 | |
20 085 011 | |
20 085 019 | |
20 085 031 | |
20 085 039 | |
20 085 051 | |
20 085 059 | |
20 086 019 | |
20 086 051 | |
20 086 061 | |
20 086 071 | |
20 086 091 | |
20 087 019 | |
20 087 051 | |
20 088 019 | |
20 089 216 | |
20 089 218 | |
20 089 921 | |
20 089 932 | |
20 089 933 | |
20 089 934 | |
20 089 937 | |
20 089 943 | |
Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) | |
20 091 111 | |
20 091 911 | |
20 092 011 | |
20 093 011 | |
20 093 059 | |
20 094 011 | |
20 095 010 | |
20 095 090 | |
20 098 011 | |
20 098 032 | |
20 098 033 | |
20 098 035 | |
20 099 011 | |
20 099 021 | |
20 099 031 | |
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen | |
21 069 051 | |
Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen | |
22 041 01911 | |
22 041 09911 | |
22 042 110 | |
22 042 181 | |
22 042 182 | |
22 042 198 | |
22 042 199 | |
22 042 910 | |
22 042 958 | |
22 042 975 | |
22 042 998 | |
22 042 999 | |
22 043 010 | |
22 043 09212 | |
22 043 09412 | |
22 043 09612 | |
22 043 09812 | |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd | |
22 082 040 | |
Zemelen, slijpsel en andere resten | |
23 023 010 | |
23 023 090 | |
23 024 010 | |
23 024 090 | |
Perskoeken en andere vaste afvallen | |
23 069 019 | |
Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren | |
23 091 013 | |
23 091 015 | |
23 091 019 | |
23 091 033 | |
23 091 039 | |
23 091 051 | |
23 091 053 | |
23 091 059 | |
23 091 070 | |
23 099 033 | |
23 099 035 | |
23 099 039 | |
23 099 043 | |
23 099 049 | |
23 099 051 | |
23 099 053 | |
23 099 059 | |
23 099 070 | |
Albuminen | |
35 021 190 | |
35 021 990 | |
35 022 091 | |
35 022 099 |
GN-code 96Landbouwproducten4 | |
---|---|
Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir | |
04 031 051 | |
04 031 053 | |
04 031 059 | |
04 031 091 | |
04 031 093 | |
04 031 099 | |
04 039 071 | |
04 039 073 | |
04 039 079 | |
04 039 091 | |
04 039 093 | |
04 039 099 | |
Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen | |
04 052 010 | |
04 052 030 | |
Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen | |
13 022 010 | |
13 022 090 | |
Margarine | |
15 171 010 | |
15 179 010 | |
Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen | |
17 025 000 | |
17 029 010 | |
Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen) | |
17 041 011 | |
17 041 019 | |
17 041 091 | |
17 041 099 | |
17 049 010 | |
17 049 030 | |
17 049 051 | |
17 049 055 | |
17 049 061 | |
17 049 065 | |
17 049 071 | |
17 049 075 | |
17 049 081 | |
17 049 099 | |
Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten | |
18 061 015 | |
18 061 020 | |
18 061 030 | |
18 061 090 | |
18 062 010 | |
18 062 030 | |
18 062 050 | |
18 062 070 | |
18 062 080 | |
18 062 095 | |
18 063 100 | |
18 063 210 | |
18 063 290 | |
18 069 011 | |
18 069 019 | |
18 069 031 | |
18 069 039 | |
18 069 050 | |
18 069 060 | |
18 069 070 | |
18 069 090 | |
Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie | |
19 011 000 | |
19 012 000 | |
19 019 011 | |
19 019 019 | |
19 019 099 | |
Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld | |
19 021 100 | |
19 021 910 | |
19 021 990 | |
19 022 091 | |
19 022 099 | |
19 023 010 | |
19 023 090 | |
19 024 010 | |
19 024 090 | |
Tapioca en soortgelijke producten | |
19 030 000 | |
Graanpreparaten | |
19 041 010 | |
19 041 030 | |
19 041 090 | |
19 042 010 | |
19 042 091 | |
19 042 095 | |
19 042 099 | |
19 049 010 | |
19 049 090 | |
Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren | |
19 051 000 | |
19 052 010 | |
19 052 030 | |
19 052 090 | |
19 053 011 | |
19 053 019 | |
19 053 030 | |
19 053 051 | |
19 053 059 | |
19 053 091 | |
19 053 099 | |
19 054 010 | |
19 054 090 | |
19 059 010 | |
19 059 020 | |
19 059 030 | |
19 059 040 | |
19 059 045 | |
19 059 055 | |
19 059 060 | |
19 059 090 | |
Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen | |
20 019 040 | |
Andere groenten | |
20 041 091 | |
Andere groenten | |
20 052 010 | |
Vruchten en andere eetbare plantendelen | |
20 089 985 | |
20 089 991 | |
Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) | |
20 098 069 | |
Extracten, essences en concentraten, van koffie | |
21 011 111 | |
21 011 119 | |
21 011 292 | |
21 011 298 | |
21 012 098 | |
21 013 011 | |
21 013 019 | |
21 013 091 | |
21 013 099 | |
Gist, ook indien inactief | |
21 021 010 | |
21 021 031 | |
21 021 039 | |
21 021 090 | |
21 022 011 | |
Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen | |
21 032 000 | |
Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend | |
21 050 010 | |
21 050 091 | |
21 050 099 | |
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen | |
21 061 020 | |
21 061 080 | |
21 069 010 | |
21 069 020 | |
21 069 098 | |
Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen | |
22 029 091 | |
22 029 095 | |
22 029 099 | |
Tafelazijn, natuurlijke of verkregen uit azijnzuur | |
22 090 011 | |
22 090 019 | |
22 090 091 | |
22 090 099 | |
Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan | |
29 054 300 | |
29 054 411 | |
29 054 419 | |
29 054 491 | |
29 054 499 | |
29 054 500 | |
Mengsels van reukstoffen en mengsels (oplossingen in alcohol daaronder begrepen) | |
33 021 010 | |
33 021 021 | |
33 021 029 | |
Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces | |
38 091 010 | |
38 091 030 | |
38 091 050 | |
38 091 090 | |
Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen | |
38 246 011 | |
38 246 019 | |
38 246 091 | |
38 246 099 |
GN-code 96Landbouwproducten5 | |
---|---|
Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen | |
06 031 01511 | |
06 031 02911 | |
06 031 05111 | |
06 031 06511 | |
06 039 00011 | |
Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt | |
08 111 09011 | |
Vruchten en andere eetbare plantendelen | |
20 084 05111 | |
20 084 05911 | |
20 084 07111 | |
20 084 07911 | |
20 084 09111 | |
20 084 09911 | |
20 085 06111 | |
20 085 06911 | |
20 085 07111 | |
20 085 07911 | |
20 085 09211 | |
20 085 09411 | |
20 085 09911 | |
20 087 06111 | |
20 087 06911 | |
20 087 07111 | |
20 087 07911 | |
20 087 09211 | |
20 087 09411 | |
20 087 09911 | |
20 089 25911 | |
20 089 27211 | |
20 089 27411 | |
20 089 27811 | |
20 089 29811 | |
Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) | |
20 091 19911 | |
20 094 03011 | |
20 097 01111 | |
20 097 01911 | |
20 097 03011 | |
20 097 09111 | |
20 097 09311 | |
20 097 09911 | |
Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen | |
22 042 17911 | |
22 042 18011 | |
22 042 18311 | |
22 042 18411 |
GN-code 96Landbouwproducten6 | |
---|---|
Levende runderen | |
01 029 005 | |
01 029 021 | |
01 029 029 | |
01 029 041 | |
01 029 049 | |
01 029 051 | |
01 029 059 | |
01 029 061 | |
01 029 069 | |
01 029 071 | |
01 029 079 | |
Vlees van runderen, vers of gekoeld | |
02 011 000 | |
02 012 020 | |
02 012 030 | |
02 012 050 | |
02 012 090 | |
02 013 000 | |
Vlees van runderen, bevroren | |
02 021 000 | |
02 022 010 | |
02 022 030 | |
02 022 050 | |
02 022 090 | |
02 023 010 | |
02 023 050 | |
02 023 090 | |
Eetbare slachtafvallen van runderen, van varkens, van schapen, van geiten | |
02 061 095 | |
02 062 991 | |
02 062 999 | |
Vlees en eetbare slachtafvallen, gezouten, gepekeld | |
02 102 010 | |
02 102 090 | |
02 109 041 | |
02 109 049 | |
02 109 090 | |
Melk en room, ingedikt | |
04 021 011 | |
04 021 019 | |
04 021 091 | |
04 021 099 | |
04 022 111 | |
04 022 117 | |
04 022 119 | |
04 022 191 | |
04 022 199 | |
04 022 911 | |
04 022 915 | |
04 022 919 | |
04 022 991 | |
04 022 999 | |
Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir | |
04 039 011 | |
04 039 013 | |
04 039 019 | |
04 039 031 | |
04 039 033 | |
04 039 039 | |
Wei, ook indien ingedikt | |
04 041 002 | |
04 041 004 | |
04 041 006 | |
04 041 012 | |
04 041 014 | |
04 041 016 | |
04 041 026 | |
04 041 028 | |
04 041 032 | |
04 041 034 | |
04 041 036 | |
04 041 038 | |
04 049 021 | |
04 049 023 | |
04 049 029 | |
04 049 081 | |
04 049 083 | |
04 049 089 | |
Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen | |
04 051 011 | |
04 051 030 | |
04 051 050 | |
04 051 090 | |
04 052 090 | |
04 059 010 | |
04 059 090 | |
Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen | |
06 031 011 | |
06 031 013 | |
06 031 021 | |
06 031 025 | |
06 031 053 | |
Andere groenten, vers of gekoeld | |
07 099 060 | |
Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt | |
07 104 000 | |
Groenten, voorlopig verduurzaamd | |
07 119 030 | |
Bananen, „plantains" daaronder begrepen, vers of gedroogd | |
08 030 019 | |
Citrusvruchten, vers of gedroogd | |
08 051 00112 | |
08 051 00512 | |
08 051 00912 | |
08 051 01112 | |
08 051 0152 | |
08 051 0192 | |
08 051 0212 | |
08 051 02512 | |
08 051 02912 | |
08 051 03112 | |
08 051 03312 | |
08 051 03512 | |
08 051 037912 | |
08 051 038912 | |
08 051 039912 | |
08 051 042912 | |
08 051 04412 | |
08 051 046912 | |
08 051 0512 | |
08 051 0552 | |
08 051 0592 | |
08 051 0612 | |
08 051 0652 | |
08 051 0692 | |
08 053 0202 | |
08 053 0302 | |
08 053 0402 | |
Druiven, rozijnen, krenten | |
08 061 04012 | |
Appelen, peren, kweeperen, vers | |
08 081 05112 | |
08 081 05312 | |
08 081 05912 | |
08 081 06112 | |
08 081 06312 | |
08 081 06912 | |
08 081 07112 | |
08 081 07312 | |
08 081 07912 | |
08 081 09212 | |
08 081 09412 | |
08 081 09812 | |
08 082 03112 | |
08 082 03712 | |
08 082 04112 | |
08 082 04712 | |
08 082 05112 | |
08 082 05712 | |
08 082 06712 | |
Maïs | |
10 051 090 | |
10 059 000 | |
Rijst | |
10 061 010 | |
10 061 021 | |
10 061 023 | |
10 061 025 | |
10 061 027 | |
10 061 092 | |
10 061 094 | |
10 061 096 | |
10 061 098 | |
10 062 011 | |
10 062 013 | |
10 062 015 | |
10 062 017 | |
10 062 092 | |
10 062 094 | |
10 062 096 | |
10 062 098 | |
10 063 021 | |
10 063 023 | |
10 063 025 | |
10 063 027 | |
10 063 042 | |
10 063 044 | |
10 063 046 | |
10 063 048 | |
10 063 061 | |
10 063 063 | |
10 063 065 | |
10 063 067 | |
10 063 092 | |
10 063 094 | |
10 063 096 | |
10 063 098 | |
10 064 000 | |
Graansorgho | |
10 070 010 | |
10 070 090 | |
Meel van granen, andere dan van tarwe of van mengkoren | |
11 022 010 | |
11 022 090 | |
11 023 000 | |
Gries, griesmeel en pellets van granen | |
11 031 310 | |
11 031 390 | |
11 031 400 | |
11 032 940 | |
11 032 950 | |
Op andere wijze bewerkte granen | |
11 041 950 | |
11 041 991 | |
11 042 310 | |
11 042 330 | |
11 042 390 | |
11 042 399 | |
11 043 090 | |
Zetmeel en inuline | |
11 081 100 | |
11 081 200 | |
11 081 300 | |
11 081 400 | |
11 081 910 | |
11 081 990 | |
11 082 000 | |
Tarwegluten, ook indien gedroogd | |
11 090 000 | |
Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed | |
16 025 010 | |
16 029 061 | |
Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose | |
17 011 110 | |
17 011 190 | |
17 011 210 | |
17 011 290 | |
17 019 100 | |
17 019 910 | |
17 019 990 | |
Andere suiker, chemisch zuivere lactose | |
17 022 010 | |
17 022 090 | |
17 023 010 | |
17 023 051 | |
17 023 059 | |
17 023 091 | |
17 023 099 | |
17 024 010 | |
17 024 090 | |
17 026 010 | |
17 026 090 | |
17 029 030 | |
17 029 050 | |
17 029 060 | |
17 029 071 | |
17 029 075 | |
17 029 079 | |
17 029 080 | |
17 029 099 | |
Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen | |
20 019 030 | |
Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd | |
20 021 010 | |
20 021 090 | |
20 029 011 | |
20 029 019 | |
20 029 031 | |
20 029 039 | |
20 029 091 | |
20 029 099 | |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd | |
20 049 010 | |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd | |
20 056 000 | |
20 058 000 | |
Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta | |
20 071 010 | |
20 079 110 | |
20 079 130 | |
20 079 910 | |
20 079 920 | |
20 079 931 | |
20 079 933 | |
20 079 935 | |
20 079 939 | |
20 079 951 | |
20 079 955 | |
20 079 958 | |
Vruchten en andere eetbare plantendelen | |
20 083 055 | |
20 083 075 | |
20 089 251 | |
20 089 276 | |
20 089 292 | |
20 089 293 | |
20 089 294 | |
20 089 296 | |
20 089 297 | |
Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) | |
20 094 093 | |
20 096 01112 | |
20 096 01912 | |
20 096 05112 | |
20 096 05912 | |
20 096 07112 | |
20 096 07912 | |
20 096 09012 | |
20 098 071 | |
20 099 049 | |
20 099 071 | |
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen | |
21 069 030 | |
21 069 055 | |
21 069 059 | |
Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen | |
22 042 194 | |
22 042 962 | |
22 042 964 | |
22 042 965 | |
22 042 983 | |
22 042 984 | |
22 042 994 | |
Vermout en andere wijn van verse druiven | |
22 051 010 | |
22 051 090 | |
22 059 010 | |
22 059 090 | |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd | |
22 071 000 | |
22 072 000 | |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd | |
22 084 010 | |
22 084 090 | |
22 089 091 | |
22 089 099 | |
Zemelen, slijpsel en andere resten | |
23 021 010 | |
23 021 090 | |
23 022 010 | |
23 022 090 | |
Afvallen van zetmeelfabrieken en dergelijke afvallen | |
23 031 011 | |
Dextrine en ander gewijzigd zetmeel | |
35 051 010 | |
35 051 090 | |
35 052 010 | |
35 052 030 | |
35 052 050 | |
35 052 090 |
GN-code 96Landbouwproducten7 | |
---|---|
Kaas en wrongel | |
04 062 010 | |
04 064 010 | |
04 064 050 | |
04 069 002 | |
04 069 003 | |
04 069 004 | |
04 069 005 | |
04 069 006 | |
04 069 007 | |
04 069 008 | |
04 069 009 | |
04 069 012 | |
04 069 014 | |
04 069 016 | |
04 069 018 | |
04 069 019 | |
04 069 023 | |
04 069 025 | |
04 069 027 | |
04 069 029 | |
04 069 031 | |
04 069 033 | |
04 069 035 | |
04 069 037 | |
04 069 039 | |
04 069 061 | |
04 069 063 | |
04 069 073 | |
04 069 075 | |
04 069 076 | |
04 069 079 | |
04 069 081 | |
04 069 082 | |
04 069 084 | |
04 069 085 | |
Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen | |
22 041 011 | |
22 041 091 | |
22 042 111 | |
22 042 112 | |
22 042 113 | |
22 042 117 | |
22 042 118 | |
22 042 119 | |
22 042 122 | |
22 042 124 | |
22 042 126 | |
22 042 127 | |
22 042 128 | |
22 042 132 | |
22 042 134 | |
22 042 136 | |
22 042 137 | |
22 042 138 | |
22 042 142 | |
22 042 143 | |
22 042 144 | |
22 042 146 | |
22 042 147 | |
22 042 148 | |
22 042 162 | |
22 042 166 | |
22 042 167 | |
22 042 168 | |
22 042 169 | |
22 042 171 | |
22 042 174 | |
22 042 176 | |
22 042 177 | |
22 042 178 | |
22 042 187 | |
22 042 188 | |
22 042 189 | |
22 042 191 | |
22 042 192 | |
22 042 193 | |
22 042 195 | |
22 042 196 | |
22 042 197 | |
22 042 912 | |
22 042 913 | |
22 042 917 | |
22 042 918 | |
22 042 942 | |
22 042 943 | |
22 042 944 | |
22 042 946 | |
22 042 947 | |
22 042 948 | |
22 042 971 | |
22 042 972 | |
22 042 981 | |
22 042 982 | |
22 042 987 | |
22 042 988 | |
22 042 989 | |
22 042 991 | |
22 042 992 | |
22 042 993 | |
22 042 995 | |
22 042 996 | |
22 042 997 | |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd | |
22 082 012 | |
22 082 014 | |
22 082 026 | |
22 082 027 | |
22 082 062 | |
22 082 064 | |
22 082 086 | |
22 082 087 | |
22 083 011 | |
22 083 019 | |
22 083 032 | |
22 083 038 | |
22 083 052 | |
22 083 058 | |
22 083 072 | |
22 083 078 | |
22 089 041 | |
22 089 045 | |
22 089 052 |
Voetnoten
1 (16/5–15/9)
2 (1/6–15/10)
3 (1/1–31/5) met uitsluiting van de soort „Emperor"
4 de soort „Emperor" of (1/6–31/12)
5 (1/1–31/3)
6 (1/10–31/12)
7 (1/4–31/12)
8 (1/1–30/9)
9 (16/10–31/5)
10 (16/9–15/5)
11 Op grond van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Zuid-Afrika wordt elk jaar de jaarlijkse groeifactor op de basishoeveelheden toegepast.
12 Op grond van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Zuid-Afrika is het volledige specifieke recht verschuldigd indien de invoerprijs niet wordt bereikt.
Visserijproducten waarop artikel 6, lid 3, tijdelijk niet van toepassing is
GN-code 96Visproducten1 | |
---|---|
Levende vis | |
03 011 090 | |
03 019 200 | |
03 019 911 | |
Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets | |
03 021 200 | |
03 023 110 | |
03 023 210 | |
03 023 310 | |
03 023 911 | |
03 023 919 | |
03 026 600 | |
03 026 921 | |
Vis, bevroren, andere dan visfilets | |
03 031 000 | |
03 032 200 | |
03 034 111 | |
03 034 113 | |
03 034 119 | |
03 034 212 | |
03 034 218 | |
03 034 232 | |
03 034 238 | |
03 034 252 | |
03 034 258 | |
03 034 311 | |
03 034 313 | |
03 034 319 | |
03 034 921 | |
03 034 923 | |
03 034 929 | |
03 034 941 | |
03 034 943 | |
03 034 949 | |
03 037 600 | |
03 037 921 | |
03 037 923 | |
03 037 929 | |
Visfilets en ander visvlees | |
03 041 013 | |
03 042 013 | |
Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld | |
19 022 010 |
GN-code 96Visproducten2 | |
---|---|
Levende vis | |
03 019 110 | |
03 019 300 | |
03 019 919 | |
Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets | |
03 021 110 | |
03 021 900 | |
03 022 110 | |
03 022 130 | |
03 022 200 | |
03 026 200 | |
03 026 300 | |
03 026 520 | |
03 026 550 | |
03 026 590 | |
03 026 911 | |
03 026 919 | |
03 026 931 | |
03 026 933 | |
03 026 941 | |
03 026 945 | |
03 026 951 | |
03 026 985 | |
03 026 986 | |
03 026 992 | |
03 026 999 | |
03 027 000 | |
Vis, bevroren, andere dan visfilets | |
03 032 110 | |
03 032 900 | |
03 033 110 | |
03 033 130 | |
03 033 300 | |
03 033 910 | |
03 037 200 | |
03 037 300 | |
03 037 520 | |
03 037 550 | |
03 037 590 | |
03 037 911 | |
03 037 919 | |
03 037 935 | |
03 037 937 | |
03 037 945 | |
03 037 951 | |
03 037 960 | |
03 037 962 | |
03 037 983 | |
03 037 985 | |
03 037 987 | |
03 037 992 | |
03 037 993 | |
03 037 994 | |
03 037 996 | |
03 038 000 | |
Visfilets en anders visvlees | |
03 041 019 | |
03 041 091 | |
03 042 019 | |
03 042 021 | |
03 042 029 | |
03 042 031 | |
03 042 033 | |
03 042 035 | |
03 042 037 | |
03 042 041 | |
03 042 043 | |
03 042 061 | |
03 042 069 | |
03 042 071 | |
03 042 073 | |
03 042 087 | |
03 042 091 | |
03 049 010 | |
03 049 031 | |
03 049 039 | |
03 049 041 | |
03 049 045 | |
03 049 057 | |
03 049 059 | |
03 049 097 | |
Vis, gedroogd, gezouten of gepekeld; gerookte vis | |
03 054 200 | |
03 055 950 | |
03 055 970 | |
03 056 300 | |
03 056 930 | |
03 056 950 | |
03 056 990 | |
Schaaldieren, ook indien ontdaan van de schaal, levend, vers | |
03 061 110 | |
03 061 190 | |
03 061 210 | |
03 061 290 | |
03 061 310 | |
03 061 390 | |
03 061 410 | |
03 061 430 | |
03 061 490 | |
03 061 910 | |
03 061 990 | |
03 062 100 | |
03 062 210 | |
03 062 291 | |
03 062 299 | |
03 062 310 | |
03 062 390 | |
03 062 410 | |
03 062 430 | |
03 062 490 | |
03 062 910 | |
03 062 990 | |
Weekdieren, ook indien ontdaan van de schelp, levend, vers | |
03 071 090 | |
03 072 100 | |
03 072 910 | |
03 072 990 | |
03 073 110 | |
03 073 190 | |
03 073 910 | |
03 073 990 | |
03 074 110 | |
03 074 191 | |
03 074 199 | |
03 074 901 | |
03 074 911 | |
03 074 918 | |
03 074 931 | |
03 074 933 | |
03 074 935 | |
03 074 938 | |
03 074 951 | |
03 074 959 | |
03 074 971 | |
03 074 991 | |
03 074 999 | |
03 075 100 | |
03 075 910 | |
03 075 990 | |
03 079 100 | |
03 079 911 | |
03 079 913 | |
03 079 915 | |
03 079 918 | |
03 079 990 | |
Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten | |
16 041 100 | |
16 041 390 | |
16 041 511 | |
16 041 519 | |
16 041 590 | |
16 041 910 | |
16 041 950 | |
16 041 991 | |
16 041 992 | |
16 041 993 | |
16 041 994 | |
16 041 995 | |
16 041 998 | |
16 042 005 | |
16 042 010 | |
16 042 030 | |
16 043 010 | |
16 043 090 | |
Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren | |
16 051 000 | |
16 052 010 | |
16 052 091 | |
16 052 099 | |
16 053 000 | |
16 054 000 | |
16 059 011 | |
16 059 019 | |
16 059 030 | |
16 059 090 |
GN-code 96Visproducten3 | |
---|---|
Levende vis | |
03 019 190 | |
Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets | |
03 021 190 | |
Vis, bevroren, andere dan visfilets | |
03 032 190 | |
Visfilets en ander visvlees | |
03 041 011 | |
03 042 011 | |
03 042 057 | |
03 042 059 | |
03 049 047 | |
03 049 049 | |
Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten | |
16 041 311 |
GN-code 96Visproducten4 | |
---|---|
Levende vis | |
03 019 990 | |
Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets | |
03 022 190 | |
03 022 300 | |
03 022 910 | |
03 022 990 | |
03 023 190 | |
03 023 290 | |
03 023 390 | |
03 023 991 | |
03 023 999 | |
03 024 005 | |
03 024 098 | |
03 025 010 | |
03 025 090 | |
03 026 110 | |
03 026 130 | |
03 026 190 | |
03 026 198 | |
03 026 405 | |
03 026 498 | |
03 026 925 | |
03 026 935 | |
03 026 955 | |
03 026 961 | |
03 026 975 | |
03 026 987 | |
03 026 991 | |
03 026 993 | |
03 026 994 | |
03 026 995 | |
Vis, bevroren, andere dan visfilets | |
03 033 190 | |
03 033 200 | |
03 033 920 | |
03 033 930 | |
03 033 980 | |
03 034 190 | |
03 034 290 | |
03 034 390 | |
03 034 990 | |
03 035 005 | |
03 035 098 | |
03 036 011 | |
03 036 019 | |
03 036 090 | |
03 037 110 | |
03 037 130 | |
03 037 190 | |
03 037 198 | |
03 037 410 | |
03 037 420 | |
03 037 490 | |
03 037 700 | |
03 037 931 | |
03 037 941 | |
03 037 955 | |
03 037 965 | |
03 037 971 | |
03 037 975 | |
03 037 991 | |
03 037 995 | |
Visfilets en ander visvlees | |
03 041 031 | |
03 041 033 | |
03 041 035 | |
03 041 038 | |
03 041 094 | |
03 041 096 | |
03 041 098 | |
03 042 045 | |
03 042 051 | |
03 042 053 | |
03 042 075 | |
03 042 079 | |
03 042 081 | |
03 042 085 | |
03 042 096 | |
03 049 005 | |
03 049 020 | |
03 049 027 | |
03 049 035 | |
03 049 038 | |
03 049 051 | |
03 049 055 | |
03 049 061 | |
03 049 065 | |
Vis, gedroogd, gezouten of gepekeld; gerookte vis | |
03 051 000 | |
03 052 000 | |
03 053 011 | |
03 053 019 | |
03 053 030 | |
03 053 050 | |
03 053 090 | |
03 054 100 | |
03 054 910 | |
03 054 920 | |
03 054 930 | |
03 054 945 | |
03 054 950 | |
03 054 980 | |
03 055 110 | |
03 055 190 | |
03 055 911 | |
03 055 919 | |
03 055 930 | |
03 055 960 | |
03 055 990 | |
03 056 100 | |
03 056 200 | |
03 056 910 | |
03 056 920 | |
Schaaldieren, ook indien ontdaan van de schaal, levend, vers | |
03 061 330 | |
03 061 930 | |
03 062 331 | |
03 062 339 | |
03 062 930 | |
Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten | |
16 041 210 | |
16 041 291 | |
16 041 299 | |
16 041 412 | |
16 041 414 | |
16 041 416 | |
16 041 418 | |
16 041 490 | |
16 041 931 | |
16 041 939 | |
16 042 070 |
GN-code 96Visproducten5 | |
---|---|
Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets | |
03 026 965 | |
03 026 981 | |
Vis, bevroren, andere dan visfilets | |
03 037 810 | |
03 037 890 | |
03 037 981 | |
Visfilets en ander visvlees | |
03 042 083 | |
Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten | |
16 041 319 | |
16 041 600 | |
16 042 040 | |
16 042 050 | |
16 042 090 |
Gemeenschappelijke verklaring inzake cumulatie
De partijen stemmen ermee in dat de volgende definities gelden voor de toepassing van artikel 6, lid 11, van Protocol 1:
ontwikkelingsland: een land dat als zodanig voorkomt in de lijst van het Comité Ontwikkelingshulp van de OESO, behalve landen met een hoog inkomen en landen met een BNP dat in 1992 meer dan 100 miljard dollar bedroeg tegen lopende prijzen;
de term „naburig ontwikkelingsland dat tot een samenhangende geografische eenheid" behoort heeft betrekking op de volgende lijst van landen:
– | Afrika: | Algerije, Egypte, Lybië, Marokko, Tunesië; |
– | Caribbisch gebied: | Colombia, Costa Rica, Cuba, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua, Panama, Venezuela; |
– | Stille Zuidzee: | Nauru. |
Protocol 2 betreffende de tenuitvoerlegging van artikel 9
1. De partijen bij de Overeenkomst zijn overeengekomen alles in het werk te stellen om te voorkomen dat gebruik wordt gemaakt van de in artikel 8 bedoelde vrijwaringsmaatregelen.
2. Beide partijen worden geleid door de overtuiging dat de toepassing van artikel 9, leden 4 en 5, hen in staat zal stellen om eventuele problemen in een vroeg stadium te onderkennen en om, rekening houdend met alle ter zake dienende gegevens, zoveel mogelijk te voorkomen dat gebruik wordt gemaakt van maatregelen die de Gemeenschap haars ondanks zou moeten treffen ten aanzien van haar preferentiële handelspartners.
3. Beide partijen erkennen dat een systeem van voorafgaande informatie als bedoeld in artikel 9, lid 4, moet worden toegepast om te voorkomen dat onverwacht vrijwaringsmaatregelen moeten worden genomen ten aanzien van gevoelige producten. Dit systeem houdt in dat voortdurend handelsinformatie wordt uitgewisseld en dat geregeld overleg wordt gepleegd. Op deze wijze kunnen beide partijen de ontwikkelingen in gevoelige sectoren op de voet volgen en eventuele problemen onderkennen.
4. In verband hiermee zijn de volgende twee regelingen ingesteld:
a. Statistisch toezicht
Onverminderd de interne regelingen die de Gemeenschap voor het toezicht op de invoer kan toepassen, voorziet artikel 9, lid 4, in een statistisch toezicht op de invoer in de Gemeenschap van bepaalde goederen uit de ACS-Staten ten einde het onderzoek naar marktverstorende factoren te vergemakkelijken.
Dit toezicht, dat uitsluitend een betere uitwisseling van informatie tussen de partijen beoogt, geldt slechts voor producten die de Gemeenschap, wat haar betreft, als gevoelig beschouwt.
Dit toezicht wordt in onderlinge overeenstemming toegepast aan de hand van door de Gemeenschap te verstrekken gegevens en met behulp van statistisch materiaal dat de ACS-Staten de Commissie op haar verzoek zullen doen toekomen.
Voor een goede werking van dit toezicht moeten de betrokken ACS-Staten de Commissie, zo mogelijk maandelijks, de statistieken doen toekomen van hun uitvoer naar de Gemeenschap en naar elk van de lidstaten van de Gemeenschap van producten die de Gemeenschap als gevoelig beschouwt.
b. Geregeld overleg
Met behulp van bovengenoemd statistisch toezicht kunnen beide partijen de ontwikkelingen in het handelsverkeer die problemen kunnen opleveren, beter volgen. Op grond van de aldus verkregen informatie kunnen de Gemeenschap en de ACS-Staten overeenkomstig artikel 9, lid 5, op gezette tijden overleg plegen om erop toe te zien dat de doelstellingen van dit artikel worden gerealiseerd. Dit overleg heeft plaats op verzoek van een der partijen.
5. Als de voorwaarden voor de toepassing van vrijwaringsmaatregelen volgens artikel 8 zijn vervuld, moet de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 9, lid 1, inzake het overleg voorafgaand aan de eventuele toepassing van vrijwaringsmaatregelen, onmiddellijk met de betrokken ACS-Staten in overleg treden en hun alle daartoe nodige informatie verstrekken, met name gegevens aan de hand waarvan kan worden beoordeeld in hoeverre de binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten door de invoer van een bepaald product uit een of meer ACS-Staten ernstige schade lijden of dreigen te lijden, in hoeverre een economische sector van de Gemeenschap door de invoer van een bepaald product uit een of meer ACS-Staten ernstig is verstoord of dreigt te worden verstoord en in hoeverre moeilijkheden zijn ontstaan of dreigen te ontstaan waardoor de economische situatie van een regio van de Gemeenschap ernstig achteruit kan gaan.
6. Indien ondertussen geen andere regelingen met de betrokken ACS-Staat of ACS-Staten zijn getroffen, kunnen de bevoegde instanties van de Gemeenschap, na het verstrijken van de voor dit overleg gestelde termijn van 21 dagen, de maatregelen nemen die voor de tenuitvoerlegging van artikel 8 noodzakelijk zijn. De ACS-Staten worden onmiddellijk in kennis gesteld van deze maatregelen, die terstond van toepassing zijn.
7. De toepassing van deze procedure doet niet af aan de maatregelen die volgens artikel 9, lid 3, op grond van bijzondere factoren kunnen worden genomen. In dat geval worden alle dienstige gegevens onmiddellijk aan de ACS-Staten meegedeeld.
8. In elk geval zal bijzondere aandacht worden geschonken aan de belangen van de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire ACS-Staten.
Protocol 3 houdende de tekst van Protocol 3 betreffende ACS-suiker
bij de op 28 februari 1975 ondertekende ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé met de hierop betrekking hebbende verklaringen die aan die Overeenkomst zijn gehecht
1. De Gemeenschap verbindt zich er voor een onbepaalde periode toe, tegen gegarandeerde prijzen bepaalde hoeveelheden ruwe of witte rietsuiker van oorsprong uit de ACS-Staten, tot levering waarvan deze Staten zich verbinden, te kopen en in te voeren.
2. De vrijwaringsclausule in artikel 10 van de Overeenkomst is hierop niet van toepassing. Het Protocol wordt uitgevoerd in het kader van het beheer van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker, dat echter geen afbreuk mag doen aan de in lid 1 bedoelde verbintenis van de Gemeenschap.
1. Onverminderd artikel 7 mogen binnen vijf jaar na de datum waarop de Overeenkomst in werking treedt geen wijzigingen op dit Protocol in werking treden. Daarna treden de eventueel in onderling overleg vastgestelde wijzigingen op een overeen te komen tijdstip in werking.
2. De wijze van toepassing van de in artikel 1 bedoelde garantie wordt vóór het einde van het zevende toepassingsjaar opnieuw bezien.
1. De in metrieke ton witte suiker uitgedrukte hoeveelheden rietsuiker bedoeld in artikel 1, hierna „overeengekomen hoeveelheden" genoemd, welke in elke van de in artikel 4, lid 1, bedoelde twaalfmaandelijkse perioden moeten worden geleverd, bedragen: Barbados 49 300 Fiji 163 600 Guyana 157 700 Jamaica 118 300 Kenia 5 000 Madagascar 10 000 Malawi 20 000 Mauritius 487 200 Oeganda 5 000 Swaziland 116 400 Tanzania 10 000 Trinidad en Tobago 69 000 Volksrepubliek Kongo 10 000
2. Behoudens artikel 7 kunnen deze hoeveelheden niet worden verminderd zonder de toestemming van elk van de betrokken Staten.
3. Voor de periode tot en met 30 juni 1975 bedragen de in metrieke ton witte suiker uitgedrukte overeengekomen hoeveelheden echter: Barbados 29 600 Fiji 25 600 Guyana 29 600 Jamaica 83 800 Madagascar 2000 Mauritius 65 300 Swaziland 19 700 Trinidad en Tobago 54 200.
1. De suikerexporterende ACS-Staten verbinden zich ertoe in elke twaalfmaandelijkse periode van 1 juli tot en met 30 juni, hierna „leveringsperiode" genoemd, de in artikel 3, lid 1, genoemde hoeveelheden te leveren, behoudens aanpassingen ten gevolge van de toepassing van artikel 7. Een soortgelijke verbintenis geldt eveneens voor de in artikel 3, lid 3, genoemde hoeveelheden voor de periode tot en met 30 juni 1975, die eveneens als een leveringsperiode zal worden beschouwd.
2. De hoeveelheden die van de haven van verscheping of, voor zover het niet aan zee grenzende Staten betreft, over de grens onderweg zijn, moeten worden gerekend tot de in artikel 3, lid 3, genoemde hoeveelheden die in de periode tot en met 30 juni 1975 moeten worden geleverd.
3. Voor levering van ACS-rietsuiker in de periode tot en met 30 juni 1975 gelden de gegarandeerde prijzen voor de leveringsperiode die op 1 juli 1975 begint. Voor latere leveringsperiodes kunnen dezelfde regelingen worden getroffen.
1. De witte of ruwe rietsuiker wordt op de markt van de Gemeenschap in de handel gebracht tegen vrij tussen kopers en verkopers bedongen prijzen.
2. De Gemeenschap komt niet tussenbeide indien een Lid-Staat toestaat dat de binnen zijn grenzen toegepaste verkoopprijzen boven de drempelprijs van de Gemeenschap stijgen.
3. De Gemeenschap verbindt zich ertoe hoeveelheden witte of ruwe suiker die niet in de Gemeenschap kunnen worden afgezet tegen een prijs die gelijk is aan of hoger dan de gegarandeerde prijs, tot bepaalde overeengekomen hoeveelheden te kopen tegen de gegarandeerde prijs.
4. De gegarandeerde prijs, die wordt uitgedrukt in rekeneenheden, wordt vastgesteld voor onverpakte suiker van de standaardkwaliteit, cif Europese havens van de Gemeenschap. Deze prijs wordt jaarlijks door onderhandelingen vastgesteld binnen de in de Gemeenschap geldende prijsschaal, waarbij rekening wordt gehouden met alle relevante economische factoren. Deze prijs wordt uiterlijk vastgesteld op 1 mei, onmiddellijk voorafgaande aan de leveringsperiode waarvoor hij zal gelden.
Aankoop tegen de in artikel 5, lid 3, bedoelde gegarandeerde prijs geschiedt via de interventiebureaus of via andere door de Gemeenschap aangewezen gemachtigden.
1. Indien een suikerexporterende ACS-Staat gedurende een leveringsperiode wegens overmacht niet de gehele voor dat land overeengekomen hoeveelheid levert, staat de Commissie, indien de betrokken Staat daarom verzoekt, de nodige verlenging van de leveringsperiode toe.
2. Indien een suikerexporterende ACS-Staat de Commissie in de loop van een leveringsperiode meedeelt dat hij niet in staat zal zijn de gehele voor dat land overeengekomen hoeveelheid te leveren en dat hij geen verlenging van de leveringsperiode, als bedoeld in lid 1, wenst, zal het tekort door de Commissie opnieuw worden toegewezen voor levering in de betrokken leveringsperiode. De Commissie gaat hiertoe over na overleg met de betrokken Staten.
3. Indien een suikerexporterende ACS-Staat gedurende een leveringsperiode om andere redenen dan overmacht niet de gehele voor dat land overeengekomen hoeveelheid suiker levert, zal deze hoeveelheid voor alle volgende leveringsperioden met de niet geleverde hoeveelheid worden verminderd.
4. De Commissie kan bepalen dat voor de latere leveringsperiodes de niet geleverde hoeveelheid opnieuw wordt verdeeld over de andere in artikel 3 genoemde Staten. De Commissie gaat hiertoe over in overleg met de betrokken Staten.
1. Op verzoek van een of meer Staten die suiker leveren in het kader van dit Protocol, of van de Gemeenschap, wordt in een door de partijen bij de Overeenkomst vast te stellen institutioneel kader overleg gepleegd over alle maatregelen voor de tenuitvoerlegging van dit Protocol. Hiertoe kan gedurende de periode van toepassing van de Overeenkomst binnen de hierbij opgerichte instellingen overleg plaatsvinden.
2. Ingeval de Overeenkomst buiten werking treedt, stellen de in lid 1 bedoelde suikerleverende Staten en de Gemeenschap institutionele bepalingen vast om ervoor te zorgen dat de bepalingen van dit Protocol verder worden toegepast.
3. De in dit Protocol voorgeschreven periodieke bestuderingen vinden plaats binnen het overeengekomen institutionele kader.
Bijzondere suikersoorten die van oudsher aan Lid-Staten worden geleverd door bepaalde suikerexporterende ACS-Staten worden meegerekend voor en op dezelfde wijze behandeld als de in artikel 3 genoemde hoeveelheden.
De bepalingen van dit Protocol blijven van kracht na de in artikel 91 van de Overeenkomst vermelde datum. Na die datum kan de Gemeenschap ten aanzien van elke ACS-Staat en kan elke ACS-Staat ten aanzien van de Gemeenschap het Protocol opzeggen, met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee jaar.
Verklaringen betreffende Protocol 3
1. Gemeenschappelijke verklaring betreffende mogelijke verzoeken om toetreding tot Protocol nr. 3. Elk verzoek van een ACS-Staat die partij is bij de Overeenkomst, maar in Protocol nr. 3 niet uitdrukkelijk is vermeld, en die aan de bepalingen van dat Protocol wil deelnemen, wordt onderzocht1).
2. Verklaring van de Gemeenschap betreffende suiker van oorsprong uit Belize, St. Kitts en Nevis-Anguilla en Suriname
a. De Gemeenschap gaat de verplichting aan de nodige maatregelen te treffen om voor de onderstaande hoeveelheden ruwe of witte rietsuiker, van oorsprong uit de volgende landen, dezelfde behandeling te garanderen als is bepaald in Protocol nr. 3: Belize 39 400 metrieke ton, St. Kitts en Nevis-Anguilla 14 800 metrieke ton, Suriname 4 000 metrieke ton.
b. Voor de periode tot en met 30 juni 1975 gelden echter de volgende hoeveelheden: Belize 14 800 metrieke ton, St. Kitts en Nevis-Anguilla 7 900 metrieke ton2).
3. Verklaring van de Gemeenschap ad artikel 10 van Protocol nr. 3
De Gemeenschap verklaart dat artikel 10 van Protocol nr. 3, dat voorziet in de mogelijkheid om dat Protocol op te zeggen overeenkomstig de voorwaarden van dat artikel, rechtszekerheid ten doel heeft en voor de Gemeenschap geen wijziging of beperking vormt van de in artikel 1 van dat Protocol vermelde beginselen3).
1) Bijlage XIII bij de Slotakte van de ACS-EEG-Overeenkomst.
2) Bijlage XXI bij de Slotakte van de ACS-EEG-Overeenkomst
3) Bijlage XXII bij de Slotakte van de ACS-EEG-Overeenkomst
Briefwisseling tussen de Dominicaanse Republiek en de Gemeenschap betreffende het ACS-suikerprotocol
Brief nr. 1 van de Regering van de Dominicaanse Republiek
Mijnheer de Voorzitter,
Hierbij bevestig ik dat de Dominicaanse Republiek noch nu, noch later wenst toe te treden tot het Protocol inzake ACS-suiker bij de ACS-EEG-Overeenkomst. De Dominicaanse Republiek verbindt er zich derhalve toe, niet om toetreding tot dit Protocol te vragen. Zij zendt een brief met dezelfde inhoud aan de groep van ACS-Staten. Ik moge u verzoeken mij de ontvangst van deze brief te bevestigen. Gelieve, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Brief nr. 2 van de Voorzitter van de Raad van de Europese Gemeenschappen
Excellentie,
Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, die als volgt luidt:
„Hierbij bevestig ik dat de Dominicaanse Republiek noch nu, noch later wenst toe te treden tot het Protocol inzake ACS-suiker van de ACS-EEG-Overeenkomst. De Dominicaanse Republiek verbindt er zich derhalve toe, niet om toetreding tot dit Protocol te vragen. Zij zendt een brief met dezelfde inhoud aan de groep van ACS-Staten.".
De Gemeenschap bevestigt haar akkoord met de inhoud van deze brief.
Gelieve, Excellentie, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Overeenkomst
in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en Barbados, Belize, de Volksrepubliek Congo, Fiji, de Coöperatieve Republiek Guyana, Jamaica, de Republiek Kenia, de Democratische Republiek Madagascar, de Republiek Malawi, Mauritius, de Republiek Suriname, het Koninkrijk Swaziland, de Verenigde Republiek Tanzania, Trinidad en Tobago, de Republiek Oeganda, de Republiek Zimbabwe en Saint Kitts en Nevis over de toetreding van laatstgenoemd land tot Protocol 7 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de tweede ACS-EEG-Overeenkomst.
Brussel,
Mevrouw, Mijnheer,
De vertegenwoordigers van de ACS-staten, genoemd in Protocol 7 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de tweede ACS-EEG-Overeenkomst, en van de Commissie, namens de Europese Economische Gemeenschap, zijn het volgende overeengekomen:
– Saint Kitts en Nevis wordt hierbij opgenomen in artikel 3, lid 1, van voornoemd protocol met een overeengekomen hoeveelheid van 14 800 ton met ingang van de dag waarop het toetreedt tot de tweede ACS-EEG-Overeenkomst.
Tot die datum blijven de bepalingen van Bijlage IV bij Besluit 80/1186/EEG van de Raad van 16 december 1980 inzake de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Economische Gemeenschap van toepassing.
Ik moge U verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen en te willen bevestigen dat deze brief en Uw antwoord een overeenkomst tussen de regeringen van voornoemde ACS-staten en de Gemeenschap vormen.
Hoogachtend,
Voor de Raad
van de Europese Gemeenschappen
Mevrouw, Mijnheer,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, welke als volgt luidt:
„De vertegenwoordigers van de ACS-staten, genoemd in Protocol 7 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de tweede ACS-EEG-Overeenkomst, en van de Commissie, namens de Europese Economische Gemeenschap, zijn het volgende overeengekomen:
– Saint Kitts en Nevis wordt hierbij opgenomen in artikel 3, lid 1, van voornoemd protocol met een overeengekomen hoeveelheid van 14 800 ton met ingang van de dag waarop het toetreedt tot de tweede ACS-EEG-Overeenkomst.
Tot die datum blijven de bepalingen van Bijlage IV bij Besluit 80/1186/EEG van de Raad van 16 december 1980 inzake de asssociatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Economische Gemeenschap van toepassing.
Ik moge U verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen en te willen bevestigen dat deze brief en Uw antwoord een overeenkomst tussen de regeringen van voornoemde ACS-staten en de Gemeenschap vormen.".
Ik heb de eer te bevestigen dat de regeringen van de in Uw brief genoemde ACS-staten met de inhoud van deze brief instemmen.
Hoogachtend,
Voor de regeringen
Overeenkomst
in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en Barbados, de Volksrepubliek Congo, Fiji, de Coöperatieve Republiek Guyana, Jamaica, de Republiek Kenia, de Democratische Republiek Madagascar, de Republiek Malawi, Mauritius, de Republiek Suriname, het Koninkrijk Swaziland, de Verenigde Republiek Tanzania, Trinidad en Tobago, de Republiek Oeganda en de Republiek Zimbabwe over de toetreding van laatstgenoemd land tot Protocol 7 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de tweede ACS-EEG-Overeenkomst.
Mevrouw, Mijnheer,
De vertegenwoordigers van de ACS-staten genoemd in Protocol 7 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de tweede ACS-EEG-Overeenkomst, van de Republiek Zimbabwe en van de Commissie, namens de Europese Economische Gemeenschap, zijn het volgende overeengekomen:
De Republiek Zimbabwe wordt hierbij opgenomen in artikel 3, lid 1, van voornoemd protocol met een overeengekomen hoeveelheid van 25 000 ton met ingang van 1 juli 1982 en voor de periode tot en met 30 juni 1982 met een overeengekomen hoeveelheid van 6 000 ton.
Ik moge U verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen en te willen bevestigen dat deze brief en Uw antwoord een overeenkomst tussen de regeringen van voornoemde ACS-staten en de Gemeenschap vormen.
Hoogachtend,
Namens de Raad
van de Europese Gemeenschappen
Mevrouw, Mijnheer,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, welke als volgt luidt:
„De vertegenwoordigers van de ACS-staten, genoemd in Protocol 7 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de tweede ACS-EEG-Overeenkomst, van de Republiek Zimbabwe en van de Commissie, namens de Europese Economische Gemeenschap, zijn het volgende overeengekomen:
De Republiek Zimbabwe wordt hierbij opgenomen in artikel 3, lid 1, van voornoemd protocol met een overeengekomen hoeveelheid van 25 000 ton met ingang van 1 juli 1982 en voor de periode tot en met 30 juni 1982 met een overeengekomen hoeveelheid van 6 000 ton.
Ik moge U verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen en te willen bevestigen dat deze brief en Uw antwoord een overeenkomst tussen de regering van voornoemde ACS-staten en de Gemeenschap vormen.".
Ik heb de eer te bevestigen dat de regeringen van de in deze brief genoemde ACS-staten met het voorgaande instemmen.
Hoogachtend,
Voor de regeringen
Overeenkomst
in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en Barbados, Belize, de Volksrepubliek Congo, Fiji, de Coöperatieve Republiek Guyana, Jamaica, de Republiek Kenia, de Democratische Republiek Madagascar, de Republiek Malawi, Mauritius, de Republiek Suriname, het Koninkrijk Swaziland, de Verenigde Republiek Tanzania, Trinidad en Tobago, de Republiek Oeganda, de Republiek Zimbabwe en de Republiek Ivoorkust over de toetreding van laatstgenoemd land tot Protocol 7 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de tweede ACS-EEG-Overeenkomst.
Mevrouw, Mijnheer,
De groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Zuidzee, vermeld in Protocol 7 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de tweede ACS-EEG-Overeenkomst, de Republiek Ivoorkust en de Europese Economische Gemeenschap zijn het volgende overeengekomen:
De Republiek Ivoorkust wordt hierbij opgenomen in artikel 3, lid 1, van voornoemd protocol met ingang van 1 juli 1983 met een onmiddellijke overeengekomen hoeveelheid van 2 000 ton (witsuikerwaarde).
Ik moge U verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen en te willen bevestigen dat deze brief en Uw antwoord een overeenkomst tussen de regeringen van voornoemde ACS-staten en de Gemeenschap vormen.
Hoogachtend,
Namens de Raad
van de Europese Gemeenschappen
Mevrouw, Mijnheer,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, welke als volgt luidt:
„De groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Zuidzee, vermeld in Protocol 7 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de tweede ACS-EEG-Overeenkomst, de Republiek Ivoorkust en de Europese Economische Gemeenschap zijn het volgende overeengekomen:
De Republiek Ivoorkust wordt hierbij opgenomen in artikel 3, lid 1, van voornoemd protocol met ingang van 1 juli 1983 met een onmiddellijke overeengekomen hoeveelheid van 2 000 ton (witsuikerwaarde).
Ik moge U verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen en te willen bevestigen dat deze brief en Uw antwoord een overeenkomst tussen de regeringen van voornoemde ACS-staten en de Gemeenschap vormen.".
Ik heb de eer te bevestigen dat de regeringen van de in Uw brief genoemde ACS-staten met de inhoud van deze brief instemmen.
Hoogachtend,
Voor de regeringen
Overeenkomst
in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Barbados, Belize, de Republiek Congo, Fiji, de Coöperatieve Republiek Guyana, de Republiek Ivoorkust, Jamaica, de Republiek Kenia, de Republiek Madagascar, de Republiek Malawi, de Republiek Mauritius, de Republiek Suriname, Saint Kitts en Nevis, het Koninkrijk Swaziland, de Verenigde Republiek Tanzania, de Republiek Trinidad en Tobago, de Republiek Oeganda, de Republiek Zambia en de Republiek Zimbabwe inzake de toetreding van de Republiek Zambia tot Protocol 8 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de vierde ACS-EEG-Overeenkomst.
Brussel,
Mevrouw, Mijnheer,
De staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Zuidzee, genoemd in Protocol 8 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de vierde ACS-EEG-Overeenkomst, de Republiek Zambia en de Europese Gemeenschap zijn het volgende overeengekomen:
De Republiek Zambia wordt hierbij opgenomen in artikel 3, lid 1, van voornoemd protocol met ingang van 1 januari 1995 met een overeengekomen hoeveelheid van 0 ton.
Ik moge U verzoeken de ontvangst van deze brief te bevestigen en te willen bevestigen dat deze brief en Uw antwoord een overeenkomst tussen de regeringen van voornoemde ACS-staten en de Gemeenschap vormen.
Hoogachtend,
Namens de Raad
van de Europese Unie
Brussel,
Mevrouw, Mijnheer,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, welke als volgt luidt:
„De staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Zuidzee, genoemd in Protocol 8 betreffende ACS-suiker, gehecht aan de vierde ACS-EEG-Overeenkomst, de Republiek Zambia en de Europese Gemeenschap zijn het volgende overeengekomen:
De Republiek Zambia wordt hierbij opgenomen in artikel 3, lid 1, van voornoemd protocol met ingang van 1 januari 1995 met een overeengekomen hoeveelheid van 0 ton.
Ik moge U verzoeken de ontvangst van deze brief te bevestigen en te willen bevestigen dat deze brief en Uw antwoord een overeenkomst tussen de regeringen van voornoemde ACS-staten en de Gemeenschap vormen.".
Ik heb de eer te bevestigen dat de regeringen van de in Uw brief genoemde ACS-staten met de inhoud van deze brief instemmen.
Hoogachtend,
Voor de regeringen van de in
Protocol nr. 8 genoemde ACS-staten
en de Republiek Zambia
Protocol 4 betreffende rund- en kalfsvlees
De Gemeenschap en de ACS-Staten komen de volgende bijzondere maatregelen overeen om de traditionele rund- en kalfsvleesexporterende ACS-Staten in staat te stellen hun positie op de markt van de Gemeenschap te behouden en hun producenten aldus een bepaald inkomensniveau te garanderen.
Binnen de in artikel 2 vastgestelde grenzen worden de douanerechten, andere dan de ad-valoremrechten, op rund- en kalfsvlees van oorsprong uit de ACS-Staten met 92 % verlaagd.
Onverminderd artikel 4, heeft de in artikel 1 vastgestelde verlaging van de douanerechten per kalenderjaar en per land betrekking op de onderstaande hoeveelheden, uitgedrukt in vlees zonder been:
Botswana 18.916 ton
Kenia 142 ton
Madagascar 7.579 ton
Swaziland 3.363 ton
Zimbabwe 9.100 ton
Namibië 13.000 ton
Mocht er een teruggang van deze uitvoer ten gevolge van rampen zoals droogte, wervelstormen of veeziekten verwacht of geconstateerd worden, dan is de Gemeenschap bereid passende maatregelen te overwegen zodat de om deze redenen in een bepaald jaar niet geëxporteerde hoeveelheden in het volgende jaar kunnen worden geleverd.
Indien een van de in artikel 2 genoemde ACS-Staten in een bepaald jaar niet in staat is de totale toegestane hoeveelheid te leveren en niet in aanmerking wenst te komen voor de in artikel 3 bedoelde maatregelen, kan de Commissie het ontbrekende quantum over de andere betrokken ACS-Staten verdelen. In dat geval stellen de betrokken ACS-Staten de Commissie, uiterlijk op 1 september van het betrokken jaar, de ACS-Staat of ACS-Staten voor die een extra hoeveelheid kunnen leveren, terwijl zij ook vermelden welke ACS-Staat niet in staat is het totale hem toegewezen quantum te leveren, met dien verstande dat deze nieuwe tijdelijke toewijzing de aanvankelijke hoeveelheden niet mag wijzigen.
De Commissie ziet erop toe dat uiterlijk op 15 november een besluit zal zijn genomen.
De uitvoering van dit Protocol geschiedt in het kader van het beheer van de gemeenschappelijke marktordening in de sector rund- en kalfsvlees, hetgeen echter geen invloed mag hebben op de verbintenissen van de Gemeenschap uit hoofde van dit Protocol.
Bij toepassing van de in artikel 8, lid 1, van de bijlage betreffende de handelsregeling die tijdens de voorbereidingsperiode van toepassing is opgenomen vrijwaringsclausule op de sector rund- en kalfsvlees, neemt de Gemeenschap de nodige maatregelen om de uitvoer van de ACS-Staten naar de Gemeenschap te handhaven op een niveau dat verenigbaar is met de verbintenissen uit hoofde van dit Protocol.
Het Tweede Bananenprotocol
De ACS en de EU erkennen het zeer grote economische belang dat de bananenleveranciers in de ACS-Staten hebben bij de uitvoer van hun product naar de EU-markt. De EU stemt ermee in te onderzoeken welke maatregelen zo nodig genomen moeten worden om ervoor te zorgen dat deze leveranciers hun bananen kunnen blijven uitvoeren en op de markt van de Gemeenschap kunnen blijven afzetten.
Elke betrokken ACS-Staat en de Gemeenschap zullen onderling overleg plegen om na te gaan welke maatregelen moeten worden genomen om de voorwaarden voor de productie en de afzet van bananen te verbeteren. Dit doel zal worden nagestreefd met alle middelen waarin de Overeenkomst voorziet uit hoofde van de financiële, technische, industriële en regionale samenwerking en samenwerking op het gebied van de landbouw. Deze maatregelen zullen zodanig zijn dat de ACS-Staten, en met name Somalië, hun concurrentievermogen kunnen verbeteren, gelet op de situatie van ieder van die staten. Er zullen maatregelen worden genomen voor alle stadia tussen productie en verbruik en met name de volgende:
– verbetering van de productievoorwaarden en de kwaliteit door acties op het gebied van onderzoek, oogst, verpakking, laden en lossen;
– vervoer en opslag;
– marketing en handelsbevordering.
Om deze doeleinden te bereiken komen beide partijen overeen overleg te plegen in een permanente gemengde groep, bijgestaan door een groep deskundigen, die tot taak heeft de specifieke problemen die onder hun aandacht worden gebracht doorlopend te bestuderen.
Indien de bananenproducerende ACS-Staten besluiten een gemeenschappelijke organisatie op te richten om deze doelstellingen na te streven, zal de Gemeenschap deze organisatie steunen en de verzoeken in overweging nemen die eventueel tot haar worden gericht ter ondersteuning van de werkzaamheden van die organisatie die passen in het kader van de regionale programma's uit hoofde van de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.
Lijsten van de minst ontwikkelde, de niet aan zee grenzende en de insulaire ACS-staten
Volgende lijsten bevatten de namen van de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire ACS-Staten.
In het kader van deze Overeenkomst worden als minst ontwikkelde ACS-Staten beschouwd:
Angola Mozambique
Benin Niger
Burkina Faso Rwanda
Burundi Samoa
Kaapverdië SaoTomé en Principe
Centraal-Afrikaanse Republiek Sierra Leone
Tsjaad Salomonseilanden
Comoren Somalië
Democratische Republiek Congo Sudan
Djibouti Tanzania
Ethiopië Tuvalu
Eritrea Togo
Gambia Uganda
Guinee Vanuatu
>Guinee-Bissau Zambia
Equatoriaal-Guinea
Haïti
Kiribati
Lesotho
Liberia
Malawi
Mali
Mauritanië
Madagaskar
NIET AAN ZEE GRENZENDE ACS-STATEN
Er zijn specifieke bepalingen en maatregelen vastgesteld om de niet aan zee grenzende ACS-Staten te steunen in hun streven de geografische moeilijkheden en belemmeringen die hun ontwikkeling in de weg staan, te overwinnen zodat zij hun ontwikkelingstempo kunnen versnellen.
De niet aan zee grenzende ACS-staten zijn:
Botswana Mali
Burkina Faso Niger
Burundi Rwanda
Centraal-Afrikaanse Republiek Swaziland
Tsjaad Uganda
Ethiopië Zambia
Lesotho Zimbabwe
Malawi
Er zijn specifieke bepalingen en maatregelen vastgesteld om de insulaire ACS-Staten te steunen in hun streven de natuurlijke en geografische moeilijkheden en andere belemmeringen die hun ontwikkeling in de weg staan, te overwinnen zodat zij hun ontwikkelingstempo kunnen versnellen.
De insulaire ACS-Staten zijn:
Antigua en Barbuda Papoea-Nieuw-Guinea
Bahama's Saint Kitts en Nevis
Barbados Saint Lucia
Kaapverdië Saint Vincent en de Grenadines
Comoren Samoa
Dominica Sao Tomé en Principe
Dominicaanse Republiek Seychellen
Fiji Salomonseilanden
Grenada Tonga
Haïti Trinidad en Tobago
Jamaica Tuvalu
Kiribati Vanuatu
Madagaskar
Mauritius
Protocol 1
betreffende de huishoudelijke uitgaven van de gezamenlijke instellingen
1. De Lid-Staten en de Gemeenschap enerzijds en de ACS-Staten anderzijds nemen de uitgaven voor hun rekening die voortvloeien uit hun deelneming aan de zittingen van de Raad van Ministers en de vergaderingen van de organen die daarvan afhankelijk zijn, zowel wat de personeelsuitgaven, de reis- en verblijfkosten als de frankerings- en telecommunicatiekosten betreft.
De uitgaven voor tolkendiensten bij vergaderingen, alsmede voor de vertaling en vermenigvuldiging van de documenten, en de uitgaven in verband met de praktische organisatie van de vergaderingen (vergaderruimten, benodigdheden, bodes, enz.) van de gezamenlijke instellingen waarin deze Overeenkomst voorziet, worden door de Gemeenschap of door een van de ACS-Staten gedragen, naargelang de vergadering op het grondgebied van een lidstaat of op het grondgebied van een ACS-Staat plaatsvindt.
2. De overeenkomstig artikel 98 van de Overeenkomst aangewezen scheidsrechters hebben recht op vergoeding van hun reis- en verblijfkosten. Deze laatste worden vastgesteld door de Raad van Ministers.
De reis- en verblijfkosten van de scheidsrechters worden voor de helft door de Gemeenschap en voor de helft door de ACS-Staten gedragen. De uitgaven voor de door de scheidsrechters opgerichte griffie, voor de instructie van geschillen en voor de materiële organisatie van de zittingen (vergaderruimten, personeel, tolkendiensten, enz.) worden door de Gemeenschap gedragen. De uitgaven voor buitengewone instructiemaatregelen worden met de overige uitgaven vereffend en worden door de partijen voorgeschoten op de in een beschikking van de scheidsrechters bepaalde wijze.
3. De ACS-Staten stellen een door hun Algemeen Secretariaat te beheren Fonds in waaruit wordt bijgedragen aan de financiering van de door de ACS-deelnemers op de bijeenkomsten van de Paritaire Parlementaire Vergadering en de Raad van Ministers gedane uitgaven.
De ACS-Staten leveren een bijdrage aan dit Fonds. Ten einde het actief deelnemen van alle ACS-Staten aan de binnen de ACS-EU-instellingen gevoerde dialoog aan te moedigen, levert de Gemeenschap aan dit Fonds een bijdrage overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Protocol (EUR 4 miljoen in overeenstemming met het eerste financieel protocol).
De voor het Fonds in aanmerking komende uitgaven beantwoorden aan de in punt 1 omschreven evenals aan de volgende voorwaarden:
– Zij moeten zijn gedaan door parlementsleden of, bij hun afwezigheid, door andere overeenkomstige ACS-vertegenwoordigers die buiten het land dat zij vertegenwoordigen moeten reizen ten einde deel te nemen aan zittingen van de Paritaire Parlementaire Vergadering, vergaderingen van werkgroepen of missies in opdracht van deze instanties, of als gevolg van de deelname van bedoelde vertegenwoordigers en vertegenwoordigers van de civiele samenleving evenals economische en sociale actoren van de ACS-Staten aan in het kader van artikel 15 en 17 van de Overeenkomst gehouden overlegvergaderingen.
– De besluiten inzake aard, organisatie, periodiciteit en plaats van vergaderingen, missies en werkgroepactiviteiten moeten zijn genomen in overeenstemming met de voorschriften en procedures van de Raad van Ministers en de Paritaire Parlementaire Vergadering.
4. De overlegvergaderingen en vergaderingen van economische en sociale actoren van de ACS-Staten en de EU worden georganiseerd door het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie. Met betrekking tot deze vergaderingen wordt de bijdrage van de Gemeenschap voor het dekken van de deelnemingskosten van de economische en sociale actoren van de ACS-Staten rechtstreeks aan het Economisch en Sociaal Comité betaald.
Het ACS-Secretariaat, de Raad van Ministers en de Paritaire Parlementaire Vergadering kunnen, in overeenstemming met de Commissie, de organisatie van overlegbijeenkomsten met de civiele samenleving van de ACS-Staten delegeren aan door de partijen goedgekeurde representatieve organisaties.
betreffende de voorrechten en immuniteiten
De partijen bij de Overeenkomst,
Verlangende de goede werking van de Overeenkomst alsmede de voorbereiding van de daarmee samenhangende werkzaamheden en de uitvoering van de ter toepassing daarvan getroffen maatregelen te bevorderen door het sluiten van een Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten,
Overwegende dat derhalve de voorrechten en immuniteiten waarop de deelnemers aan werkzaamheden betreffende de toepassing van de Overeenkomst aanspraak kunnen maken, alsmede de regeling voor de officiële mededelingen in verband met deze werkzaamheden dienen te worden bepaald, zulks onverminderd het op 8 april 1965 te Brussel ondertekende Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen;
Overwegende voorts dat er een regeling inzake de eigendommen, fondsen en bezittingen van de Raad van ACS-Ministers en inzake het personeel daarvan dient te worden vastgesteld;
Overwegende dat bij de Overeenkomst van Georgetown van 6 juni 1975 de groep van ACS-Staten is opgericht en een Raad van ACS-Ministers en een Comité van Ambassadeurs zijn ingesteld; dat het secretariaat van de organen van de groep van ACS-Staten wordt waargenomen door het secretariaat van de ACS-Staten,
Hebben overeenstemming bereikt omtrent de volgende bepalingen die aan de Overeenkomst zijn gehecht:
personen die deelnemen aan de werkzaamheden met betrekking tot de overeenkomst
De vertegenwoordigers van de Regeringen van de lidstaten en van de ACS-Staten en de vertegenwoordigers van de Instellingen van de Europese Gemeenschappen alsmede hun adviseurs en deskundigen en de personeelsleden van het secretariaat van de ACS-Staten die op het grondgebied van de lidstaten of van de ACS-Staten deelnemen hetzij aan de werkzaamheden van de instellingen van de Overeenkomst of van de coördinatieorganen, hetzij aan werkzaamheden met betrekking tot de toepassing van de Overeenkomst, genieten aldaar gedurende de uitoefening van hun ambt en op hun reizen naar of van de plaats van hun missie de gebruikelijke voorrechten, immuniteiten en faciliteiten.
De vorige alinea is eveneens van toepassing op de leden van de Paritaire Vergadering van de Overeenkomst, op de scheidsrechters die krachtens deze Overeenkomst kunnen worden aangewezen, op de leden van de eventueel op te richten raadgevende instanties van de economische en sociale groeperingen, op de ambtenaren en andere personeelsleden daarvan, op de leden van de organen van de Europese Investeringsbank en het personeel daarvan, alsmede op het personeel van het Centrum voor industriële ontwikkeling en het Centrum voor ontwikkeling van de landbouw.
eigendommen, fondsen en bezittingen van de raad van acs-ministers
De door de Raad van ACS-Ministers voor officiële doeleinden gebruikte gebouwen en lokalen zijn onschendbaar. Zij zijn vrijgesteld van huiszoeking, vordering, verbeurdverklaring of onteigening.
Tenzij zulks noodzakelijk is voor onderzoek in verband met ongevallen veroorzaakt door een motorvoertuig dat aan deze Raad toebehoort of voor zijn rekening aan het verkeer deelneemt, en behoudens in geval van door een dergelijk motorvoertuig veroorzaakte overtredingen van de verkeerswetgeving of ongevallen, kunnen de eigendommen en bezittingen van de Raad van ACS-Ministers zonder toestemming van de bij de Overeenkomst ingestelde Raad van Ministers niet worden getroffen door enige dwangmaatregel van bestuursrechtelijke of gerechtelijke aard.
Het archief van de Raad van ACS-Ministers is onschendbaar.
De Raad van ACS-Ministers, zijn bezittingen, inkomsten en andere eigendommen zijn vrijgesteld van alle directe belastingen.
Wanneer de Raad van ACS-Ministers belangrijke aankopen doet van onroerende of roerende goederen welke strikt noodzakelijk zijn voor zijn officiële taakuitoefening, waarbij indirecte belastingen of belastingen op de verkoop in de prijs zijn begrepen, zal het gastland, telkens wanneer dit mogelijk is, passende maatregelen treffen tot kwijtschelding of teruggave van deze belastingen.
Geen enkele vrijstelling wordt verleend van belastingen, heffingen, rechten en retributies welke vergoedingen voor verrichte diensten vormen.
De Raad van ACS-Ministers is vrijgesteld van alle douanerechten, in- en uitvoerverboden en in- en uitvoerbeperkingen met betrekking tot goederen bestemd voor zijn officiële gebruik; de aldus ingevoerde goederen mogen op het grondgebied van het land waar zij zijn ingevoerd, niet worden verkocht of anderszins onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen, tenzij op voorwaarden welke door de Regering van dat land zijn goedgekeurd.
officiËle mededelingen
Voor hun officiële mededelingen en het overbrengen van al hun documenten genieten de Europese Gemeenschap, de gezamenlijke instellingen van de Overeenkomst en de coördinatieorganen op het grondgebied van de Staten die partij zijn bij de Overeenkomst, dezelfde behandeling als de internationale organisaties.
De officiële correspondentie en andere officiële mededelingen van de Europese Gemeenschap, van de gezamenlijke instellingen van de Overeenkomst en van de coördinatieorganen mogen niet aan censuur worden onderworpen.
personeel van het secretariaat van de acs-staten
1. In de Staat waar de Raad van ACS-Ministers is gevestigd, genieten de secretaris of secretarissen, de adjunct-secretaris of adjunct-secretarissen alsmede de andere door de ACS-Staten aan te wijzen permanente hooggeplaatste personeelsleden van de Raad van ACS-Ministers, onder verantwoordelijkheid van de fungerend voorzitter van het Comité van Ambassadeurs, de voordelen die worden toegekend aan de leden van het diplomatieke personeel van de diplomatieke missies. Hun echtgenoten en minderjarige kinderen met wie zij in gezinsverband leven, genieten onder dezelfde voorwaarden de voordelen die aan de echtgenoten en minderjarige kinderen van diplomatiek personeel worden toegekend.
2. De niet in lid 1 genoemde statutaire ACS-personeelsleden worden door het gastland vrijgesteld van elke belasting op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die hun door de ACS-Staten worden uitbetaald en dit vanaf de dag waarop deze inkomsten aan een belasting ten bate van de ACS-Staten worden onderworpen.
Deze bepaling is niet van toepassing op de door het ACS-secretariaat aan zijn gewezen personeelsleden of hun rechtverkrijgenden uitbetaalde pensioenen en renten, noch op de aan zijn plaatselijke functionarissen uitgekeerde salarissen, emolumenten en vergoedingen.
De Staat waar de Raad van ACS-Ministers is gevestigd, verleent aan de andere dan de in artikel 7, lid 1, bedoelde permanente personeelsleden van het secretariaat van de ACS-Staten slechts vrijstelling van rechtsvervolging voor daden die zij in hun officiële hoedanigheid en binnen de grenzen van hun ambtsbevoegdheden stellen. Deze vrijstelling geldt evenwel niet in geval van verkeersovertredingen door een permanent personeelslid van het secretariaat van de ACS-Staten of van schade veroorzaakt door een hem toebehorend of door hem bestuurd motorvoertuig.
Naam, hoedanigheid en adres van de fungerend voorzitter van het Comité van Ambassadeurs, van de secretaris of secretarissen, de adjunct-secretaris of adjunct-secretarissen van de Raad van ACS-Ministers alsmede van de permanente personeelsleden van het secretariaat van de ACS-Staten worden op gezette tijden door de Voorzitter van de Raad van ACS-Ministers aan de Regering van de Staat waar deze Raad is gevestigd, medegedeeld.
delegaties van de commissie
1. Het hoofd van de delegatie van de Commissie en het gemandateerde personeel van de delegatie, met uitzondering van het plaatselijk aangeworven personeel, zijn vrijgesteld van elke belastingheffing in de ACS-Staat waar zij zijn gevestigd.
2. De in lid 1 bedoelde personeelsleden komen eveneens in aanmerking voor het bepaalde in artikel 31, lid 2, onder g), en in bijlage IV, hoofdstuk 4.
alfemene bepalingen
De in dit Protocol bedoelde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten worden aan de begunstigden uitsluitend in het belang van hun officiële ambt verleend.
De in dit Protocol bedoelde instellingen en organen moeten van de immuniteit afzien in alle gevallen waarin opheffing van de immuniteit naar hun mening niet strijdig is met hun belangen.
Artikel 98 van de Overeenkomst is van toepassing op de geschillen betreffende dit Protocol. De Raad van ACS-Ministers en de Europese Investeringsbank kunnen tijdens een arbitrageprocedure partij zijn in een zaak.
betreffende Zuid-Afrika
1. Zuid-Afrika neemt aan deze Overeenkomst deel onder de in dit protocol omschreven voorwaarden.
2. De bepalingen van de te Pretoria op 11 oktober 1999 ondertekende bilaterale overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap, haar lidstaten en Zuid-Afrika, hierna de „TDCA" (Trade and Development Co-operation Agreement between the European Community, its Member States and South Africa) genoemd, prevaleren boven de bepalingen van deze Overeenkomst.
1. De algemene en institutionele bepalingen evenals de slotbepalingen van deze Overeenkomst zijn op Zuid-Afrika van toepassing.
2. Zuid-Afrika wordt volledig betrokken bij de algemene politieke dialoog en in de werking van de in het kader van deze Overeenkomst opgezette gezamenlijke instellingen en organen. Zuid-Afrika neemt evenwel niet deel aan het besluitvormingsproces ten aanzien van besluiten die moeten worden genomen met betrekking tot bepalingen welke op grond van dit protocol niet op Zuid-Afrika van toepassing zijn.
De bepalingen inzake samenwerkingsstategieën van deze Overeenkomst zijn van toepassing op de samenwerking tussen de EG en Zuid-Afrika.
1. De bepalingen van deze Overeenkomst betreffende de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering zijn niet van toepassing op Zuid-Afrika.
2. In afwijking van dit beginsel heeft Zuid-Afrika evenwel het recht aan de ACS-EG-samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering deel te nemen op de gebieden vermeld in artikel 8, met dien verstande dat de deelname van Zuid-Afrika volledig wordt gefinancierd uit de middelen waarin wordt voorzien onder Titel VII van de TDCA. Voor zover TDCA-middelen worden aangewend voor het deelnemen aan maatregelen in het kader van de ACS-EG-samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering heeft Zuid-Afrika het recht volwaardig deel te nemen aan de besluitvormingsprocedures betreffende de tenuitvoerlegging van bedoelde steunmaatregelen.
3. Zuid-Afrikaanse natuurlijke personen en rechtspersonen komen in aanmerking voor het toegewezen krijgen van contracten welke worden gefinancierd uit de middelen waarin deze Overeenkomst voorziet. Met betrekking daartoe worden aan Zuid-Afrikaanse natuurlijke personen en rechtspersonen echter niet dezelfde preferenties verleend als aan natuurlijke personen en rechtspersonen van de ACS-Staten.
1. De bepalingen van deze Overeenkomst betreffende economische en commerciële samenwerking zijn niet van toepassing op Zuid-Afrika.
2. Zuid-Afrika wordt niettemin als waarnemer betrokken bij de dialoog tussen de overeenkomstsluitende partijen zoals bedoeld in artikelen 34 tot en met 40 van deze Overeenkomst.
De aan deze overeenkomst gehechte protocollen en verklaringen betreffende niet op Zuid-Afrika toepasselijke gedeelten van de Overeenkomst, zijn niet op Zuid-Afrika van toepassing. Alle andere verklaringen en protocollen zijn op Zuid-Afrika van toepassing.
Dit protocol kan bij besluit van de Raad van Ministers worden herzien.
Onverminderd het bepaalde in voorgaande artikelen worden in volgende tabel de op Zuid-Afrika toepasselijke en niet toepasselijke artikelen van de Overeenkomst en haar bijlagen aangegeven.
Toepasselijk | Opmerkingen | Niet toepasselijk |
---|---|---|
Preambule | ||
Deel 1, Titel I, Hoofdstuk 1: „Doeleinden, beginselen en actoren" (artikelen 1–7) | ||
Deel 1, Titel II, „De politieke dimensie" artikelen 8–13 | ||
Deel 2, „Institutionele bepalingen"; artikelen 14–17 | Overeenkomstig artikel 2 van dit protocol heeft Z-A in de gezamenlijke instellingen en organen geen stemrecht ten aanzien van besluiten die moeten worden genomen met betrekking tot bepalingen van de Overeenkomst welke niet op Z-A van toepassing zijn. | |
Deel 3, Titel I, „Ontwikkelingsstrategiën". | ||
Overeenkomstig artikel 5 wordt Zuid-Afrika als waarnemer betrokken bij de dialoog tussen de overeenkomstsluitende partijen zoals bedoeld in artikelen 34 tot en met 40. | Deel 3, Titel II, Economische en commerciële samenwerking. | |
Artikel 75.i (Bevordering van investeringen, steun voor de dialoog in het particuliere bedrijfsleven op regionaal niveau en tussen ACS en EU), Artikel 78 (Bescherming van investeringen) | Overeenkomstig artikel 4 heeft Zuid-Afrika het recht op bepaalde gebieden aan de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering deel te nemen, met dien verstande dat de deelname volledig wordt gefinancierd uit de middelen waarin wordt voorzien onder Titel VII van de TDCA. Overeenkomstig artikel 2 wordt Zuid-Afrika volledig betrokken bij de werkzaamheden van het bij artikel 83 opgerichte ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering zonder evenwel stemrecht te hebben met betrekking tot de bepalingen welke op Zuid-Afrika niet van toepassing zijn. | Deel 4, Samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering |
Deel 5, Algemene bepalingen betreffende de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire ACS-Staten, artikelen 84–90 | ||
Deel 6, Slotbepalingen, artikelen 91–100 | ||
Bijlage I (Financieel protocol) | ||
Bijlage II, Financieringsvoorwaarden, Hoofdstuk 5 (link met artikel 78 / bescherming van investeringen) | Overeenkomstig artikel 4 heeft Zuid-Afrika het recht op bepaalde gebieden aan de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering deel te nemen, met dien verstande dat de deelname volledig wordt gefinancierd uit de middelen waarin wordt voorzien onder Titel VII van de TDCA. | Bijlage II,Financieringsvoorwaarden, Hoofdstukken 1, 2, 3 en 4 |
Bijlage III Institutionele ondersteuning (COD en TCLP) | Overeenkomstig artikel 4 heeft Zuid-Afrika het recht op bepaalde gebieden aan de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering deel te nemen, met dien verstande dat de deelname volledig wordt gefinancierd uit de middelen waarin wordt voorzien onder Titel VII van de TDCA. | |
Bijlage IV, Procedures voor tenuitvoerlegging en beheer: artikelen 6–14, (Regionale samenwerking) artikelen 20–32 (Concurrentie en preferenties) | Overeenkomstig artikel 4 heeft Zuid-Afrika, voor zover TDCA-middelen worden aangewend voor het deelnemen aan maatregelen in het kader van de ACS-EG-samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering, het recht volwaardig deel te nemen aan de besluitvormingsprocedures betreffende de tenuitvoerlegging van bedoelde steunmaatregelen. Zuid-Afrikaanse natuurlijke personen en rechtspersonen komen bovendien in aanmerking voor het toegewezen krijgen van contracten welke worden gefinancierd uit de middelen waarin de Overeenkomst voorziet. Met betrekking daartoe worden aan Zuid-Afrikaanse inschrijvers echter niet dezelfde preferenties verleend als aan die uit de ACS-Staten. | Bijlage IV, artikelen 1–5 (nationale programmering); 15–19 (bepalingen betreffende projectcyclus), 27 (preferenties voor ACS-contractanten) en 34–38 (Uitvoerende instanties) |
Bijlage V / Handelsregeling tijdens de voorbereidingsperiode | ||
Bijlage VI; Lijsten van de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire ACS-Staten |
De Overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
De volgende staat heeft in overeenstemming met artikel 93, tweede lid, van de Overeenkomst een akte van bekrachtiging nedergelegd bij het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Unie;
de Cookeilanden | 27 juni 2000 |
De bepalingen van Overeenkomst, Protocollen en Bijlagen zullen ingevolge artikel 93, derde lid, juncto artikel 100 van de Overeenkomst in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de akten van bekrachtiging van de lidstaten en van tenminste twee derde van de ACS-staten, alsmede de akte van goedkeuring van de Overeenkomst door de Gemeenschap, zijn nedergelegd.
Bij gelegenheid van de ondertekening van de onderhavige Overeenkomst op 23 juni 2000 te Cotonou werd eveneens, voor dezelfde staten als de Overeenkomst, de volgende Slotakte ondertekend:
De gevolmachtigden van:
Zijne Majesteit de Koning der Belgen,
Hare Majesteit de Koningin van Denemarken,
De President van de Bondsrepubliek Duitsland,
De President van de Helleense Republiek,
Zijne Majesteit de Koning van Spanje,
De President van de Franse Republiek,
De President van Ierland,
De President van de Italiaanse Republiek,
Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg,
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,
De Federale President van de Republiek Oostenrijk,
De President van de Portugese Republiek,
De President van de Republiek Finland,
De Regering van het Koninkrijk Zweden,
Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal en bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna „de Gemeenschap" genoemd, wier staten hierna „de lidstaten" worden genoemd,
en van de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en
de gevolmachtigden van:
De President van de Republiek Angola,
Hare Majesteit de Koningin van Antigua en Barbuda,
Het Staatshoofd van het Gemenebest van de Bahama's,
Het Staatshoofd van Barbados,
Hare Majesteit de Koningin van Belize,
De President van de Republiek Benin,
De President van de Republiek Botswana,
De President van Burkina Faso,
De President van de Republiek Boeroendi,
De President van de Republiek Kameroen,
De President van de Republiek Kaapverdië,
De President van de Centraal-Afrikaanse Republiek,
De President van de Republiek Tsjaad,
De President van de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren,
De President van de Democratische Republiek Congo,
De President van de Republiek Congo,
De Regering van de Cookeilanden,
De President van de Republiek Ivoorkust,
De President van de Republiek Djibouti,
De Regering van het Gemenebest Dominica,
De President van de Dominicaanse Republiek,
De President van de Staat Eritrea,
De President van de Republiek Equatoriaal-Guinee,
De President van de Democratische Federale Republiek Ethiopië,
De President van de Soevereine Democratische Republiek Fiji,
De President van de Republiek Gabon,
De President en het Staatshoofd van de Republiek Gambia,
De President van de Republiek Ghana,
Hare Majesteit de Koningin van Grenada,
De President van de Republiek Guinee,
De President van de Republiek Guinee-Bissau,
De President van de Republiek Guyana,
De President van de Republiek Haïti,
Het Staatshoofd van Jamaica,
De President van de Republiek Kenia,
De President van de Republiek Kiribati,
Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Lesotho,
De President van de Republiek Liberia,
De President van de Republiek Madagaskar,
De President van de Republiek Malawi,
De President van de Republiek Mali,
De Regering van de Republiek der Marshalleilanden,
De President van de Islamitische Republiek Mauritanië,
De President van de Republiek Mauritius,
De Regering van de Federale Staten van Micronesië,
De President van de Republiek Mozambique,
De President van de Republiek Namibië,
De Regering van de Republiek Nauru,
De President van de Republiek Niger,
Het Hoofd van de Federale Republiek Nigeria,
De Regering van Niue,
De Regering van de Republiek Palau,
Hare Majesteit de Koningin van de Onafhankelijke Staat Papoea-Nieuw-Guinea,
De President van de Republiek Rwanda,
Hare Majesteit de Koningin van Saint Kitts en Nevis,
Hare Majesteit de Koningin van Saint Lucia,
Hare Majesteit de Koningin van Saint Vincent en de Grenadines,
Het Staatshoofd van de Onafhankelijke Staat Samoa,
De President van de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe,
De President van de Republiek Senegal,
De President van de Republiek der Seychellen,
De President van de Republiek Sierra Leone,
Hare Majesteit de Koningin van de Salomonseilanden,
De President van de Democratische Republiek Somalië,
De President van de Republiek Zuid-Afrika,
De President van de Republiek Soedan,
De President van de Republiek Suriname,
Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Swaziland,
De President van de Verenigde Republiek Tanzania,
De President van de Republiek Togo,
Zijne Majesteit Koning Taufa'ahau Tupou IV van Tonga,
De President van de Republiek Trinidad en Tobago,
Hare Majesteit de Koningin van Tuvalu,
De President van de Republiek Oeganda,
De Regering van de Republiek Vanuatu,
De Regering van de Republiek Zambia,
De President van de Republiek Zimbabwe,
wier staten hierna „de ACS-staten" worden genoemd, anderzijds,
op 23 juni 2000 voor de ondertekening van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst te Cotonou bijeengekomen, hebben de volgende teksten goedgekeurd:
De ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en de volgende bijlagen en Protocollen:
Bijlage I: | Financieel Protocol |
Bijlage II: | Financieringsvoorwaarden |
Bijlage III: | Institutionele steun – Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (CDE) en Technisch centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (CTA) |
Bijlage IV: | Procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer |
Bijlage V: | Handelsregeling die in de in artikel 37, lid 1, genoemde voorbereidingsperiode van toepassing is |
Bijlage VI: | Lijst van minstontwikkelde insulaire en niet aan zee grenzende landen |
Protocol 1 | inzake werkingskosten van de gemeenschappelijke instellingen |
Protocol 2 | inzake voorrechten en immuniteiten |
Protocol 3 | inzake Zuid-Afrika |
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van de ACS-Staten hebben de teksten van de hieronder genoemde en bij deze slotakte gevoegde verklaringen goedgekeurd:
Verklaring I | Gemeenschappelijke Verklaring over de actoren van het partnerschap (Artikel 6) |
Verklaring II | Verklaring van de Commissie en de Raad van de Europese Unie over de clausule betreffende de terugkeer en terugname van illegale immigranten (Artikel 13(5)) |
Verklaring III | Gemeenschappelijke Verklaring over deelneming aan de Gemengde Parlementaire Vergadering (Artikel 17, lid 1) |
Verklaring IV | Verklaring van de Gemeenschap over de financiering van het ACS-Secretariaat |
Verklaring V | Verklaring van de Gemeenschap over de financiering van de gemeenschappelijke instellingen |
Verklaring VI | Verklaring van de Gemeenschap over het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten |
Verklaring VII | Verklaring van de lidstaten over het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten |
Verklaring VIII | Gemeenschappelijke Verklaring over het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten |
Verklaring IX | Gemeenschappelijke Verklaring over artikel 49, lid 2, inzake handel en milieu |
Verklaring X | Verklaring van de ACS-Staten over handel en milieu |
Verklaring XI | Gemeenschappelijke Verklaring over het culturele erfgoed van de ACS-Staten |
Verklaring XII | Verklaring van de ACS-Staten over de teruggave van cultuurgoederen |
Verklaring XIII | Gemeenschappelijke Verklaring over auteursrechten |
Verklaring XIV | Gemeenschappelijke Verklaring over regionale samenwerking en de meest afgelegen regio's (Artikel 28) |
Verklaring XV | Gemeenschappelijke Verklaring over toetreding |
Verklaring XVI | Gemeenschappelijke Verklaring over de toetreding van de in Deel Vier van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde landen en gebieden |
Verklaring XVII | Gemeenschappelijke Verklaring over Artikel 66 (schuldenverlichting) van de Overeenkomst |
Verklaring XVIII | Verklaring van de EU over het Financieel Protocol |
Verklaring XIX | Verklaring door de Raad en de Commissie over het Programmeringsproces |
Verklaring XX | Gemeenschappelijke Verklaring over de gevolgen van schommelingen in de exportopbrengsten voor kwetsbare kleine, insulaire en niet aan zee grenzende ACS-Staten |
Verklaring XXI | Verklaring van de Gemeenschap over Bijlage IV, Artikel 3 |
Verklaring XXII | Gemeenschappelijke Verklaring over de in artikel 1, lid 2, onder a) van Bijlage V bedoelde landbouwproducten |
Verklaring XXIII | Gemeenschappelijke Verklaring over toegang tot de markt in het kader van het EG-ACS-Partnerschap |
Verklaring XXIV | Gemeenschappelijke Verklaring over rijst |
Verklaring XXV | Gemeenschappelijke Verklaring over rum |
Verklaring XXVI | Gemeenschappelijke Verklaring over rund- en kalfsvlees |
Verklaring XXVII | Gemeenschappelijke Verklaring over de regelingen betreffende de toegang van de in artikel 1, lid 2, van Bijlage V genoemde producten uit de ACS-Staten tot de markten van de Franse overzeese departementen |
Verklaring XXVIII | Gemeenschappelijke Verklaring over samenwerking tussen de ACS-Staten en de naburige landen en gebieden overzee en Franse overzeese departmenten |
Verklaring XXIX | Gemeenschappelijke Verklaring over producten waarop het gemeenschappelijke landbouwbeleid van toepassing is |
Verklaring XXX | Verklaring van de ACS-Staten over Artikel 1 van Bijlage V |
Verklaring XXXI | Verklaring van de Gemeenschap over Artikel 5, lid 2, onder a), van Bijlage V |
Verklaring XXXII | Gemeenschappelijke Verklaring over non-discriminatie |
Verklaring XXXIII | Verklaring van de Gemeenschap over artikel 8, lid 3, van Bijlage V |
Verklaring XXXIV | Gemeenschappelijke Verklaring over artikel 12 van Bijlage V |
Verklaring XXXV | Gemeenschappelijke Verklaring over Protocol 1 betreffende Artikel 7 van Bijlage V |
Verklaring XXXVI | Gemeenschappelijke Verklaring over Protocol 1 bij Bijlage V |
Verklaring XXXVII | Gemeenschappelijke Verklaring over Protocol 1 van Bijlage V inzake de oorsprong van visserijproducten |
Verklaring XXXVIII | Verklaring van de Gemeenschap over Protocol 1 van Bijlage V inzake de reikwijdte van territoriale wateren |
Verklaring XXXIX | Verklaring van de ACS-Staten over Protocol 1 bij Bijlage V inzake de oorsprong van visserijproducten |
Verklaring XL | Gemeenschappelijke Verklaring over de toepassing van de afwijkende waarderegel voor tonijn |
Verklaring XLI | Gemeenschappelijke Verklaring over Artikel 6, lid 11, van Protocol 1 bij Bijlage V |
Verklaring XLII | Gemeenschappelijke Verklaring over de oorsprongsregels: cumulatie met Zuid-Afrika |
Verklaring XLIII | Gemeenschappelijke Verklaring over bijlage 2 bij Protocol 1 bij Bijlage V |
De partijen zijn het erover eens dat de omschrijving van de „civiele samenleving" (maatschappelijk middenveld) aanzienlijk kan verschillen al naar gelang de sociaal-economische en culturele omstandigheden van elk ACS-land. Zij gaan er evenwel van uit dat onder meer de volgende organisaties onder deze omschrijving kunnen vallen: organisaties en instanties voor de mensenrechten, organisaties van niet-deskundigen, vrouwenorganisaties, jeugdverenigingen, organisaties voor kinderbescherming, milieugroeperingen, boerenbonden, consumentenverenigingen, religieuze organisaties, structuren ter bevordering van de ontwikkeling (NGO's, onderwijs- en onderzoekinstellingen), culturele verenigingen en de media.
Artikel 13, lid 5, doet geen afbreuk aan de interne scheiding van de machten tussen de Gemeenschap en haar lidstaten wat de sluiting van terugname-overeenkomsten betreft.
De partijen bij de overeenkomst bevestigen de rol van de Gemengde Parlementaire Vergadering bij de bevordering en verdediging van democratische processen door middel van een dialoog tussen parlementsleden, en stemmen ermee in dat vertegenwoordigers die geen parlementsleden zijn, als in Artikel 17 bepaald, uitsluitend in buitengewone omstandigheden aan de vergadering mogen deelnemen. Een dergelijke deelname is uitsluitend toegestaan indien de Gemengde Parlementaire Vergadering voor elke sessie toestemming heeft verleend.
De Gemeenschap zal bijdragen aan de werkingskosten van het ACS-Secretariaat waartoe zij intra-ACS-samenwerkingsmiddelen zal aanwenden.
De Gemeenschap is zich ervan bewust dat de uitgaven voor tolken op vergaderingen en voor de vertaling van documenten voornamelijk uitgaven zijn voor haar eigen behoeften en is daarom bereid deze uitgaven op zich te nemen, zoals ook in het verleden is gebeurd, zowel voor vergaderingen van de instellingen van de Overeenkomst in een lidstaat als voor vergaderingen in een ACS-Staat.
Het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten is vanuit het standpunt van het internationale recht een multilateraal besluit. Mochten echter in de gaststaat problemen rijzen betreffende de toepassing van dit Protocol, dan dienen deze door middel van een bilaterale overeenkomst met die staat te worden geregeld.
De Gemeenschap heeft nota genomen van de verzoeken van de ACS-Staten om enkele bepalingen van Protocol 2 te wijzigen, met name wat de status betreft van het personeel van het ACS-Secretariaat, het Centrum voor de Ontwikkeling van het Bedrijfsleven (CDE) en het Centrum voor de ontwikkeling van de landbouw (CTA).
De Gemeenschap is bereid naar wederzijds aanvaardbare oplossingen te zoeken ten aanzien van de verzoeken van de ACS-Staten om bovenbedoeld afzonderlijk rechtsinstrument vast te stellen.
In dit verband zal het gastland, zonder afbreuk te doen aan de voordelen waarvoor het ACS-Secretariaat, het CDE, het CTA en hun personeel momenteel in aanmerking komen:
1. begrip tonen voor de interpretatie van het begrip „hoger personeel", hetgeen betekent dat een interpretatie van dit begrip in onderling overleg zal worden vastgesteld;
2. de bevoegdheden erkennen die de Voorzitter van de Raad van ACS-Ministers aan de Voorzitter van het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs heeft gedelegeerd ter vereenvoudiging van de toepassing van Artikel 9 van het Protocol;
3. het personeel van het ACS-Secretariaat, het CDE en het CTA faciliteiten verlenen om hun eerste installatie in het gastland te vergemakkelijken;
4. op passende wijze belastinggerelateerde vraagstukken onderzoeken betreffende het ACS-Secretariaat, het CDE, het CTA en hun personeel.
De lidstaten streven ernaar, in het kader van hun wetgeving, de bewegingen binnen hun gebied van de bij de Gemeenschap geaccrediteerde ACS-diplomaten, de leden van het in artikel 7 van Protocol 2 bedoelde ACS-Secretariaat en van het hogere ACS-personeel van het CDE en het CTA bij de uitoefening van hun officiële functies te vergemakkelijken. De namen en functies van de leden van het ACS-Secretariaat worden overeenkomstig artikel 9 van genoemd Protocol bekendgemaakt.
Binnen het kader van hun wetgeving verlenen de ACS-Staten de delegaties van de Commissie voorrechten en immuniteiten die gelijk zijn aan die welke aan diplomatieke missies worden verleend, zodat deze delegaties de hen krachtens de Overeenkomst toegekende functies op correcte en doelmatige wijze kunnen vervullen.
Daar de partijen bij de overeenkomst zich ten zeerste bewust zijn van de bijzondere risico's die aan radioactief afval zijn verbonden, zullen zij zich onthouden van het storten van dergelijk afval op een wijze die inbreuk zou maken op de soevereiniteit van staten of de volksgezondheid in andere landen in gevaar zou brengen. Zij hechten het grootste belang aan de ontwikkeling van een internationale samenwerking om het milieu en de volksgezondheid tegen dergelijke risico's te beschermen. Zij bevestigen vastberaden te zijn een actieve rol te spelen bij de werkzaamheden van de IAEA om een internationaal erkende gedragscode tot stand te brengen.
In Richtlijn 92/3/Euratom van de Raad van 3 februari 1992 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van radioactieve afvalstoffen tussen lidstaten en naar en vanuit de Gemeenschap wordt onder „radioactief afval" materiaal verstaan dat radionucliden bevat of door radionucliden is gecontamineerd en dat niet voor verder gebruik is bestemd. De richtlijn is van toepassing op het vervoer van radioactief materiaal tussen de lidstaten en vanuit en naar de Gemeenschap wanneer het om hoeveelheden en concentraties gaat die de in artikel 3, lid 2, onder a en b, van Richtlijn 96/29/Euratom van 13 mei 1996 vermelde niveaus overschrijden. De vermelde niveaus zijn basisveiligheidsnormen voor de bescherming van de gezondheid van de bevolking in het algemeen en van personen die met bedoelde stoffen werken tegen de gevaren van ioniserende straling.
Op het vervoer van radioactief afval is een systeem van voorafgaande vergunning van toepassing dat is omschreven in Richtlijn 92/3/Euratom van de Raad van 3 februari 1992 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van radioactieve afvalstoffen tussen lidstaten en naar en vanuit de Gemeenschap. Volgens artikel 11, lid 1, onder b), van deze richtlijn geven de bevoegde autoriteiten van een lidstaat geen vergunning af voor het vervoer van radioactief afval naar een staat buiten de Gemeenschap die partij is bij de Vierde ACS-EEG-Overeenkomst, waarbij echter rekening wordt gehouden met artikel 14. De Gemeenschap ziet erop toe dat artikel 11 van Richtlijn 92/3/Euratom in die zin zal worden herzien dat het betrekking heeft op alle partijen bij de huidige overeenkomst die geen lid van de Gemeenschap zijn. Tot dat ogenblik zal de Gemeenschap handelen alsof de overeenkomst reeds op die partijen van toepassing is.
De partijen bij de Overeenkomst stellen alles in het werk om het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, alsmede de wijziging van 1995 op dit verdrag als vastgelegd in Besluit III/1, zo spoedig mogelijk te ondertekenen en te ratificeren.
De ACS-Staten zijn ernstig bezorgd over milieuproblemen in het algemeen en het grensoverschrijdende verkeer van gevaarlijk, nuclair en andere radioactief afval in het bijzonder.
Bij de interpretatie en toepassing van artikel 32, lid 1, onder d, van de Overeenkomst hebben de ACS-Staten verklaard vastbesloten te zijn zich te laten leiden door de beginselen en bepalingen van de Resolutie van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid inzake de Beheersing van het grensoverschrijdende verkeer en de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen in Afrika die in document AHG 182 (XXV) is opgenomen.
1. De partijen bij de overeenkomst geven uitdrukking aan hun gemeenschappelijke wil om het culturele erfgoed van elk ACS-land op internationaal, bilateraal en particulier niveau en in het kader van onderhavige overeenkomst te bewaren en te verrijken.
2. De partijen bij de overeenkomst erkennen dat geschiedkundigen en onderzoekers uit de ACS-Staten toegang moeten hebben tot archieven ter bevordering van de informatie-uitwisseling over het culturele erfgoed van de ACS-Staten.
3. Zij erkennen het nut van het verlenen van bijstand voor passende activiteiten, met name op het gebied van de opleiding, voor het behoud, de bescherming en het tentoonstellen van culturele eigendommen, monumenten en voorwerpen, met inbegrip van het uitvaardigen en toepassen van wetgeving terzake.
4. Zij onderstrepen het belang van gemeenschappelijke culturele activiteiten, de vergemakkelijking van de mobiliteit van ACS- en Europese kunstenaars, alsmede de uitwisseling van voorwerpen die symbolisch zijn voor hun cultuur en beschaving om zodoende meer begrip en solidariteit tussen de bevolkingsgroepen te verkrijgen.
De ACS-Staten dringen er bij de Gemeenschap en haar lidstaten op aan, daar deze het wettelijke recht van de ACS-Staten op culturele identiteit erkennen, stappen te ondernemen om uit de ACS-Staten weggenomen cultuurgoederen die zich nu in de lidstaten bevinden, terug te geven.
De partijen bij de overeenkomst erkennen dat de bevordering van de bescherming van auteursrechten deel uitmaakt van de culturele samenwerking die ten doel heeft alle vormen van menselijke expressie te bevorderen. Voorts is een dergelijke bescherming een eerste vereiste om productie-, verspreidings- en publicatieactiviteiten te ontwikkelen.
Dienovereenkomstig zullen de beide partijen in het kader van de culturele samenwerking tussen de ACS-Staten en de EG de eerbiediging van de auteursrechten en naburige rechten trachten te bevorderen.
In dit kader en overeenkomstig de in de overeenkomst neergelegde regels en procedures kan de Gemeenschap financiële en technische steun verlenen voor de verspreiding van informatie over auteursrechten, de opleiding van bedrijven op het gebied van de bescherming van die rechten en het opstellen van nationale wetgeving voor een betere bescherming van die rechten.
De verwijzing naar de meest afgelegen regio's hebben betrekking op de Spaanse autonome gemeenschap van de Canarische eilanden, de vier Franse overzeese departementen, namelijk Guadeloupe, Guyana, Martinique en Réunion, en de Portugese autonome regio's van de Azoren en Madeira.
Toetreding van een derde staat tot deze overeenkomst geschiedt overeenkomstig artikel 1 en de doelstellingen van artikel 2 die de ACP-Groep in de in november 1992 gewijzigde Overeenkomst van Georgetown heeft laten opnemen.
De Gemeenschap en de ACS-Staten zijn bereid de in Deel Vier van het Verdrag bedoelde landen en gebieden die onafhankelijk zijn geworden toe te staan tot deze overeenkomst toe te treden indien zij hun betrekkingen met de Gemeenschap in deze vorm wensen te handhaven.
De partijen zijn het eens over de volgende beginselen:
a. op langere termijn zullen de partijen trachten het initiatief voor arme landen met een zware schuldenlast te verbeteren en zullen zij een verdieping, verbreding en versnelling van de schuldenverlichting voor de ACS-Staten nastreven;
b. de partijen zullen tevens trachten steunmechanismen voor schuldenverlichting te mobiliseren en vast te stellen ten behoeve van ACS-Staten die nog niet voor het initiatief voor arme landen met een zware schuldenlast in aanmerking komen.
Binnen het totaalbedrag van EUR 13 500 miljoen van het Negende EOF zal EUR 12 500 miljoen onmiddellijk beschikbaar worden gesteld zodra het Financieel Protocol in werking treedt. De resterende EUR 1 000 miljoen zal worden vrijgegeven op grond van de in punt 7 van het Financiële Protocol genoemde evaluatie van de resultaten die in 2004 zal worden uitgevoerd.
Bij de beoordeling van de behoeften aan nieuwe middelen zal geheel en al rekening worden gehouden met deze evaluatie en de uiterste datum waarop betalingsverplichtingen uit het Negende EOF kunnen worden aangegaan.
De Gemeenschap en haar lidstaten verklaren nogmaals dat zij belang hechten aan de overeenkomst inzake een hervorming van het programmeringsproces voor de tenuitvoerlegging van bijstand uit het Negende EOF.
De Gemeenschap en haar lidstaten zijn van oordeel dat een correct toegepast controlemechanisme het belangrijkste instrument is voor een geslaagde programmering. Door de controles waarover ten behoeve van de implementatie van EOF 9 overeenstemming is bereikt, is de continuïteit van het programmeringproces gewaarborgd, terwijl ook de landenondersteuningsstrategie aan de hand van deze controles regelmatig kan worden bijgesteld in overeenstemming met de behoeften en de prestaties van de betrokken ACS-Staat.
Om de voordelen van de controles geheel te kunnen benutten en de doelmatigheid van het programmeringproces te waarborgen, verklaren de Gemeenschap en haar lidstaten nogmaals dat zij zich ertoe verbonden hebben zich aan de volgende beginselen te houden:
De controles moeten zoveel mogelijk in de betrokken ACS-Staat worden uitgevoerd. Dit doet echter geen afbreuk aan het recht van de lidstaten of de diensten van de Commissie het programmeringproces te volgen of zich in dit proces te mengen indien zij dit dienstig achten.
Er mag niet worden afgeweken van de termijnen die voor de voltooiing van de controles zijn vastgesteld.
De controles zijn geen geïsoleerd evenement in het programmeringproces. De controles zijn als beheerinstrumenten te beschouwen die ook rekening houden met de resultaten van de regelmatige (maandelijkse) dialoog tussen de Nationale Ordonnateur en het Hoofd van de Delegatie van de Commissie.
De controles mogen de administratieve werklast van een van de partijen niet zwaarder maken. De procedures en verslaggeving in verband met het programmeringproces moeten daarom op gedisciplineerde wijze verlopen. Te dien einde zal de rol van de lidstaten en van de Commissie in het besluitvormingsproces regelmatig aan een onderzoek worden onderworpen en zo nodig aangepast.
De partijen hebben nota genomen van de bezorgdheid van de ACS-Staten dat het mechanisme voor aanvullende steun geen voldoende bescherming zal bieden tegen de gevolgen van schommelingen in de exportopbrengsten van kwetsbare kleine, insulaire en niet aan zee grenzende staten waarvan de exportopbrengsten sterk schommelen.
De partijen komen overeen de wijze waarop dit mechanisme functioneert vanaf het tweede werkingsjaar op verzoek van een of meer ACS-Staten die problemen hebben ondervonden, op grond van een voorstel van de Commissie te onderzoeken om zo nodig een oplossing te vinden voor de nadelige gevolgen van de schommelingen.
De in Bijlage IV, artikel 3, bedoelde kennisgeving van het indicatieve bedrag is niet van toepassing op ACS-Staten waarmee de Gemeenschap haar samenwerking heeft geschorst.
De partijen bij de overeenkomst hebben er nota van genomen dat de Gemeenschap voornemens is de in de bijlage vermelde maatregelen te nemen en die op de datum van ondertekening van de overeenkomst worden vastgesteld ten einde de ACS-Staten de in artikel 1, lid 2, onder a, bedoelde preferentiële regeling voor bepaalde landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten toe te kennen.
Zij hebben nota genomen van de verklaring van de Gemeenschap dat deze alle nodige maatregelen zal nemen om te bewerkstelligen dat de overeenkomstige landbouwverordeningen op tijd worden vastgesteld en zo veel mogelijk tezelfdertijd in werking treden als de interimovereenkomsten die zullen worden ingevoerd na de ondertekening van de Overeenkomst die in de plaats treedt van de op 15 december 1989 te Lomé ondertekende Vierde ACS-EG-Overeenkomst.
Preferentiële regeling voor landbouwproducten en voedingsmiddelen uit de ACS-Staten | ||
---|---|---|
01 | LEVENDE DIEREN | |
0101 | LEVENDE PAARDEN, EZELS, MUILDIEREN EN MUILEZELS | |
0101 | vrijstelling | |
0102 | LEVENDE RUNDEREN | |
01029005 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
01029021 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
01029029 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
01029041 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
01029049 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
01029051 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
01029059 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
01029061 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
01029069 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
01029071 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
01029079 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
0103 | LEVENDE VARKENS | |
01039110 | vermindering 16% | |
01039211 | vermindering 16% | |
01039219 | vermindering 16% | |
0104 | LEVENDE SCHAPEN EN GEITEN | |
01041030 | vermindering 100% douanerechten binnen de grenzen van het contingent (ctg1) | |
01041080 | vermindering 100% douanerechten binnen de grenzen van het contingent (ctg1) | |
01042010 | vrijstelling | |
01042090 | vermindering 100% douanerechten binnen de grenzen van het contingent (ctg1) | |
0105 | LEVEND PLUIMVEE (HANEN, KIPPEN, EENDEN, GANZEN, KALKOENEN EN PARELHOENDERS) | |
0105 | vermindering 16% | |
0106 | LEVENDE DIEREN (MET UITZONDERING VAN PAARDEN, EZELS, MUILDIEREN EN MUILEZELS, RUNDEREN, VARKENS, SCHAPEN, GEITEN, PLUIMVEE, VIS, SCHAAL- EN WEEKDIEREN EN ANDERE ONGEWERVELDE WATERDIEREN, MICROORGANISCHE CULTUREN ENZ.) | |
0106 | vrijstelling | |
02 | VLEES EN EETBARE SLACHTAFVALLEN | |
0201 | VLEES VAN RUNDEREN, VERS OF GEKOELD | |
0201 | vermindering 100% ad valorem douanerechten (1) | |
0202 | VLEES VAN RUNDEREN, BEVROREN | |
0202 | vermindering 100% ad valorem douanerechten (1) | |
0203 | VLEES VAN VARKENS, VERS, GEKOELD OF BEVROREN | |
02031110 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02031190 | vrijstelling | |
02031211 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02031219 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02031290 | vrijstelling | |
02031911 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02031913 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02031915 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
ex | 02031955 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% (met uitzondering van kophaasjes, apart aangeboden) |
02031959 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02031990 | vrijstelling | |
02032110 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02032190 | vrijstelling | |
02032211 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02032219 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02032290 | vrijstelling | |
02032911 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02032913 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02032915 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
ex | 02032955 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% (met uitzondering van kophaasjes, apart aangeboden) |
02032959 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02032990 | vrijstelling | |
0204 | VLEES VAN SCHAPEN OF VAN GEITEN, VERS, GEKOELD OF BEVROREN | |
0204 | vermindering 100% ad valorem douanerechten; schapen: binnen de grenzen van het contingent (contingent 2) vermindering 65% specifieke rechten; andere soorten: binnen de grenzen van het contingent (contingent 1) vermindering 100% specifieke rechten | |
0205 | VLEES VAN PAARDEN, EZELS, MUILDIEREN EN MUILEZELS | |
0205 | vrijstelling | |
0206 | EETBARE SLACHTAFVALLEN VAN RUNDEREN, VAN VARKENS, VAN SCHAPEN, VAN GEITEN, VAN PAARDEN, VAN EZELS, VAN MUILDIEREN OF VAN MUILEZELS, VERS, GEKOELD OF BEVROREN | |
02061091 | vrijstelling | |
02061095 | vermindering 100% ad valorem douanerechten (1) | |
02061099 | vrijstelling | |
020621 | vrijstelling | |
020622 | vrijstelling | |
02062991 | vermindering 100% ad valorem douanerechten (1) | |
02062999 | vrijstelling | |
02063021 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02063031 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02063090 | vrijstelling | |
02064191 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02064199 | vrijstelling | |
02064991 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02064999 | vrijstelling | |
020680 | vrijstelling | |
020690 | vrijstelling | |
0207 | VLEES EN EETBARE SLACHTAFVALLEN VAN PLUIMVEE (BEDOELD BIJ POST 0105), VERS, GEKOELD OF BEVROREN | |
0207 | binnen de grenzen van het contingent (ctg3) vermindering 65% | |
0208 | VLEES EN EETBARE SLACHTAFVALLEN VAN KONIJNEN, HAZEN, DUIVEN EN ANDERE N.E.G. DIEREN, VERS, GEKOELD OF BEVROREN | |
0208 | vrijstelling | |
0209 | SPEK (ANDER DAN DOORREGEN SPEK), ALSMEDE VARKENSVET EN VET VAN GEVOGELTE, NIET GESMOLTEN, VERS, GEKOELD, BEVROREN, GEZOUTEN, GEPEKELD, GEDROOGD OF GEROOKT | |
02090011 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02090019 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02090030 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02090090 | vermindering 16% | |
0210 | VLEES EN EETBARE SLACHTAFVALLEN, GEZOUTEN, GEPEKELD, GEDROOGD OF GEROOKT; MEEL EN POEDER VAN VLEES OF VAN SLACHTAFVALLEN, GESCHIKT VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE | |
02101111 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101119 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101131 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101139 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101190 | vrijstelling | |
02101211 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101219 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101290 | vrijstelling | |
02101910 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101920 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101930 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101940 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101951 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101959 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101960 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101970 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101981 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101989 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02101990 | vrijstelling | |
021020 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
02109010 | vrijstelling | |
02109011 | vermindering 100% ad valorem douanerechten; schapen (landbouwhuisdieren): binnen de grenzen van het contingent (contingent 2) vermindering 65% specifieke rechten; andere soorten: binnen de grenzen van het contingent (contingent 1) vermindering 100% specifieke rechten | |
02109019 | vermindering 100% ad valorem douanerechten; schapen (landbouwhuisdieren): binnen de grenzen van het contingent (contingent 2) vermindering 65% specifieke rechten; andere soorten: binnen de grenzen van het contingent (contingent 1) vermindering 100% specifieke rechten | |
02109021 | vrijstelling | |
02109029 | vrijstelling | |
02109031 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02109039 | binnen de grenzen van het contingent (ctg7) vermindering 50% | |
02109041 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
02109049 | vrijstelling | |
02109060 | vrijstelling | |
02109071 | vermindering 16% | |
02109079 | vermindering 16% | |
02109080 | vrijstelling | |
02109090 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
03 | VIS, SCHAALDIEREN, WEEKDIEREN EN ANDERE ONGEWERVELDE WATERDIEREN | |
03 | vrijstelling | |
04 | MELK EN ZUIVELPRODUCTEN; VOGELEIEREN; NATUURHONIG; EETBARE PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG, ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN | |
0401 | MELK EN ROOM, NIET INGEDIKT, ZONDER TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN | |
0401 | vermindering 16% | |
0402 | MELK EN ROOM, INGEDIKT OF MET TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN | |
0402 | binnen de grenzen van het contingent (ctg5) vermindering 65% | |
0403 | KARNEMELK, GESTREMDE MELK EN ROOM, YOGHURT, KEFIR EN ANDERE GEGISTE OF AANGEZUURDE MELK EN ROOM, OOK INDIEN INGEDIKT, MET TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN, GEAROMATISEERD OF MET TOEGEVOEGDE VRUCHTEN OF CACAO | |
04031011 | vermindering 16% | |
04031013 | vermindering 16% | |
04031019 | vermindering 16% | |
04031031 | vermindering 16% | |
04031033 | vermindering 16% | |
04031039 | vermindering 16% | |
04031051 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04031053 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04031059 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04031091 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04031093 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04031099 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04039011 | vermindering 16% | |
04039013 | vermindering 16% | |
04039019 | vermindering 16% | |
04039031 | vermindering 16% | |
04039033 | vermindering 16% | |
04039039 | vermindering 16% | |
04039051 | vermindering 16% | |
04039053 | vermindering 16% | |
04039059 | vermindering 16% | |
04039061 | vermindering 16% | |
04039063 | vermindering 16% | |
04039069 | vermindering 16% | |
04039071 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04039073 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04039079 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04039091 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04039093 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
04039099 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
0404 | WEI, OOK INDIEN INGEDIKT OF MET TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN; PRODUCTEN BESTAANDE UIT NATUURLIJKE BESTANDDELEN VAN MELK, OOK INDIEN MET TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN, ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN | |
0404 | vermindering 16% | |
0405 | BOTER EN ANDERE VAN MELK AFKOMSTIGE VETSTOFFEN; ZUIVELPASTA'S | |
0405 | vermindering 16% | |
0406 | KAAS EN WRONGEL | |
0406 | binnen de grenzen van het contingent (ctg6) vermindering 65% | |
0407 | VOGELEIEREN IN DE SCHAAL, VERS, VERDUURZAAMD OF GEKOOKT | |
04070011 | vermindering 16% | |
04070019 | vermindering 16% | |
04070030 | vermindering 16% | |
04070090 | vrijstelling | |
0408 | VOGELEIEREN UIT DE SCHAAL EN EIGEEL, VERS, GEDROOGD, GESTOOMD OF IN WATER GEKOOKT, IN EEN BEPAALDE VORM GEBRACHT, BEVROREN OF OP ANDERE WIJZE VERDUURZAAMD, OOK INDIEN MET TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN | |
04081180 | vermindering 16% | |
04081981 | vermindering 16% | |
04081989 | vermindering 16% | |
04089180 | vermindering 16% | |
04089980 | vermindering 16% | |
0409 | NATUURHONIG | |
0409 | vrijstelling | |
0410 | SCHILDPADEIEREN, VOGELNESTEN EN ANDERE EETBARE PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG, ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN | |
0410 | vrijstelling | |
05 | ANDERE PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG, ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN | |
05 | vrijstelling | |
06 | LEVENDE PLANTEN EN PRODUCTEN VAN DE BLOEMENTEELT | |
06 | vrijstelling | |
07 | GROENTEN, PLANTEN, WORTELS EN KNOLLEN, VOOR VOEDINGSDOELEINDEN | |
0701 | AARDAPPELEN, VERS OF GEKOELD | |
0701 | vrijstelling | |
0702 | TOMATEN, VERS OF GEKOELD | |
0702 | tomaten andere dan kerstomaten 15/11–30/4: vermindering 60% ad valorem douanerechten binnen de grenzen van het contingent (contingent 13a); kerstomaten 15/11–30/4: vermindering 100% ad valorem douanerechten binnen de grenzen van het contingent (contingent 13b) | |
0703 | UIEN, SJALOTTEN, KNOFLOOK, PREI EN ANDERE EETBARE LOOKSOORTEN, VERS OF GEKOELD | |
07031019 | vermindering 15% van 16/5–31/1 , vrijstelling 1/2–15/5 | |
07031090 | vermindering 16% | |
070320 | vermindering 15% van 1/6–31/1 , vrijstelling 1/2–31/5 | |
070390 | vermindering 16% | |
0704 | RODE KOOL, WITTE KOOL, BLOEMKOOL, SPRUITJES, KOOLRABI, BOERENKOOL EN DERGELIJKE EETBARE KOOL VAN HET GESLACHT „BRASSICA", VERS OF GEKOELD | |
070410 | vermindering 16% | |
070420 | vermindering 16% | |
07049010 | vermindering 16% | |
07049090 | Chinese kool: vermindering 15% 1/1–30/10, vrijstelling 1/11–31/12; andere kool: vermindering 16% | |
0705 | SLA (LACTUCA SATIVA), ANDIJVIE, WITLOOF EN ANDERE CICHOREIGROENTEN (CICHORIUM SPP.), VERS OF GEKOELD | |
070511 | Iceberg sla: vermindering 15% 1/11–30/6, vrijstelling 1/7–31/10; andere sla: vermindering 16% | |
070519 | vermindering 16% | |
070521 | vermindering 16% | |
070529 | vermindering 16% | |
0706 | WORTELEN, RAPEN, KROTEN, SCHORSENEREN, KNOLSELDERIJ, RADIJS EN DERGELIJKE EETBARE WORTELEN EN KNOLLEN, VERS OF GEKOELD | |
070610 | wortelen: vermindering 15% 1/4–31/12, vrijstelling 1/1–31/3; rapen: vermindering 16% | |
07069005 | vermindering 16% | |
07069011 | vermindering 16% | |
07069017 | vermindering 16% | |
07069030 | vrijstelling | |
ex | 07069090 | kroten en radijs (raphanus sativus): vrijstelling |
0707 | KOMKOMMERS EN AUGURKEN, VERS OF GEKOELD | |
ex | 07070005 | kleine winterkomkommers 1/11–15/5: vermindering 100% ad valorem douanerechten; winterkomkommers andere dan kleine komkommers: vermindering 16% ad valorem douanerechten |
07070090 | vermindering 16% | |
0708 | PEULGROENTEN, OOK INDIEN GEDOPT, VERS OF GEKOELD | |
0708 | vrijstelling | |
0709 | ANDERE GROENTEN, VERS OF GEKOELD | |
070910 | vermindering 15% 1/1–30/9, vermindering 100% ad valorem douanerechten 1/10–31/12 | |
070920 | vermindering 15% 1/2–14/8, vermindering 40% du 16/1–31/1 , vrijstelling 15/8–15/1 | |
070930 | vrijstelling | |
070940 | vrijstelling | |
07095110 | vermindering 16% | |
07095130 | vermindering 16% | |
07095150 | vermindering 16% | |
07095190 | vrijstelling | |
070952 | vermindering 16% | |
070960 | vrijstelling | |
070970 | vermindering 16% | |
07099010 | vermindering 16% | |
07099020 | vermindering 16% | |
07099040 | vermindering 16% | |
07099050 | vermindering 16% | |
07099060 | vermindering 1,81 EUR/t | |
07099070 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
07099090 | vrijstelling | |
0710 | GROENTEN, OOK INDIEN GESTOOMD OF IN WATER GEKOOKT, BEVROREN | |
071010 | vrijstelling | |
071021 | vrijstelling | |
071022 | vrijstelling | |
071029 | vrijstelling | |
071030 | vrijstelling | |
071040 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
07108051 | vrijstelling | |
07108059 | vrijstelling | |
07108061 | vrijstelling | |
07108069 | vrijstelling | |
07108070 | vrijstelling | |
07108080 | vrijstelling | |
07108085 | vrijstelling | |
07108095 | vrijstelling | |
071090 | vrijstelling | |
0711 | GROENTEN, VOORLOPIG VERDUURZAAMD (BIJVOORBEELD DOOR MIDDEL VAN ZWAVELDIOXIDE OF IN WATER WAARAAN, VOOR HET VOORLOPIG VERDUURZAMEN, ZOUT, ZWAVEL OF ANDERE STOFFEN ZIJN TOEGEVOEGD), DOCH ALS ZODANIG NIET GESCHIKT VOOR DADELIJKE CONSUMPTIE | |
071110 | vrijstelling | |
071130 | vrijstelling | |
071140 | vrijstelling | |
07119010 | vrijstelling | |
07119030 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
07119040 | vrijstelling | |
07119060 | vrijstelling | |
07119070 | vrijstelling | |
07119090 | vrijstelling | |
0712 | GEDROOGDE GROENTEN, OOK INDIEN IN STUKKEN OF IN SCHIJVEN GESNEDEN, DAN WEL FIJNGEMAAKT OF IN POEDERVORM, DOCH NIET OP ANDERE WIJZE BEREID | |
071220 | vrijstelling | |
071230 | vrijstelling | |
07129005 | vrijstelling | |
07129019 | vermindering 1,81 EUR/t | |
07129030 | vrijstelling | |
07129050 | vrijstelling | |
ex | 07129090 | vrijstelling behalve olijven |
0713 | GEDROOGDE ZADEN VAN PEULGROENTEN, OOK INDIEN GEPELD (BIJVOORBEELD SPLITERWTEN) | |
0713 | vrijstelling | |
0714 | MANIOKWORTEL, ARROWROOT (PIJLWORTEL), SALEPWORTEL, AARDPEREN, BATATEN (ZOETE AARDAPPELEN) EN DERGELIJKE WORTELS EN KNOLLEN MET EEN HOOG GEHALTE AAN ZETMEEL OF AAN INULINE, VERS, GEKOELD, OOK INDIEN IN STUKKEN OF IN PELLETS; MERG VAN DE SAGOPALM | |
07141010 | vermindering 8,38 EUR/t | |
07141091 | vrijstelling | |
07141099 | vermindering 6,19 EUR/t | |
071420 | vrijstelling | |
07149011 | vrijstelling | |
07149019 | vermindering 6,19 EUR/t; arrow-root (pijlwortel): vrijstelling | |
07149090 | vrijstelling | |
08 | FRUIT; SCHILLEN VAN CITRUSVRUCHTEN EN VAN MELOENEN | |
0801 | KOKOSNOTEN, PARANOTEN EN CASHEWNOTEN, VERS OF GEDROOGD, OOK ZONDER DOP OF SCHAAL | |
0801 | vrijstelling | |
0802 | ANDERE NOTEN, VERS OF GEDROOGD, OOK ZONDER DOP OF SCHAAL, AL DAN NIET GEPELD (MET UITZONDERING VAN KOKOSNOTEN, PARANOTEN EN CASHEWNOTEN) | |
08021190 | vermindering 16% | |
08021290 | vermindering 16% | |
080221 | vermindering 16% | |
080222 | vermindering 16% | |
080231 | vrijstelling | |
080232 | vrijstelling | |
080240 | vermindering 16% | |
080250 | vrijstelling | |
080290 | vrijstelling | |
0803 | BANANEN, „PLANTAINS" DAARONDER BEGREPEN, VERS OF GEDROOGD | |
08030011 | vrijstelling | |
08030019 | De invoerregeling van de Gemeenschap voor bananen wordt thans herzien. De partijen garanderen een passende preferentiële toegang voor ACS-bananen in het kader van de toekomstige regeling van de Gemeenschap voor bananen. | |
08030090 | vrijstelling | |
0804 | DADELS, VIJGEN, ANANASSEN, ADVOCATEN (AVOCADO'S), GUAVES, MANGA'S EN MANGGISTANS, VERS OF GEDROOGD | |
080410 | vrijstelling | |
08042010 | vrijstelling van 1/11–30/4 binnen de limiet van het plafond (plafond 3) | |
08042090 | vrijstelling | |
080430 | vrijstelling | |
080440 | vrijstelling | |
080450 | vrijstelling | |
0805 | CITRUSVRUCHTEN, VERS OF GEDROOGD | |
080510 | vermindering 80% ad valorem douanerechten; binnen het kader van de referentiehoeveelheid (ref. hoev. 1) 15/5–30/9 vermindering 100% ad valorem douanerechten (4) | |
080520 | vermindering 80% ad valorem douanerechten; binnen het kader van de referentiehoeveelheid (ref. hoev. 2) 15/5–30/9 vermindering 100% ad valorem douanerechten (4) | |
08053090 | vrijstelling | |
080540 | vrijstelling | |
080590 | vrijstelling | |
0806 | DRUIVEN, ROZIJNEN EN KRENTEN | |
ex | 08061010 | pitloze druiven voor tafelgebruik: binnen de grenzen van het contingent (contingent 14) 1/12–31/1 vrijstelling; binnen het kader van de referentiehoeveelheid (ref. hoev. 3) 1/2–31/3 vrijstelling (4) van 1/2–31/3 vrijstelling (4) |
080620 | vrijstelling | |
0807 | MELOENEN (WATERMELOENEN DAARONDER BEGREPEN) EN PAPAJA'S, VERS | |
0807 | vrijstelling | |
0808 | APPELEN, PEREN EN KWEEPEREN, VERS | |
080810 | binnen de grenzen van het contingent (ctg15) vermindering 50% ad valorem douanerechten | |
08082010 | binnen de grenzen van het contingent (ctg16) vermindering 65% ad valorem douanerechten | |
08082050 | binnen de grenzen van het contingent (ctg16) vermindering 65% ad valorem douanerechten | |
08082090 | vermindering 16% | |
0809 | ABRIKOZEN, KERSEN, PERZIKEN (NECTARINES DAARONDER BEGREPEN), PRUIMEN EN SLEEPRUIMEN, VERS | |
080910 | van 1/5–31/8 vermindering 15% ad valorem douanerechten, 1/9–30/4 vrijstelling | |
08092005 | van 1/11–31/3: vrijstelling | |
080930 | van 1/4–30/11 vermindering 15% ad valorem douanerechten, 1/12–31/3 vrijstelling | |
08094005 | van 1/4–14/12 vermindering 15% ad valorem douanerechten, 15/12–31/3 vrijstelling | |
08094090 | vrijstelling | |
0810 | AARDBEIEN, FRAMBOZEN, BRAMEN, ZWARTE, WITTE OF RODE AALBESSEN, KRUISBESSEN EN ANDERE VRUCHTEN, N.E.G., VERS | |
08101005 | binnen de grenzen van het contingent (ctg17) van 1/11–29/2 vrijstelling | |
08101080 | binnen de grenzen van het contingent (ctg17) van 1/11–29/2 vrijstelling | |
081020 | vermindering 16% | |
081030 | vermindering 16% | |
08104030 | vrijstelling | |
08104050 | recht = 3% | |
08104090 | recht= 5% | |
081090 | vrijstelling | |
0811 | VRUCHTEN, OOK INDIEN GESTOOMD OF IN WATER GEKOOKT, BEVROREN, AL DAN NIET MET TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN | |
08111011 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
08111019 | vrijstelling | |
08111090 | vrijstelling | |
08112011 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
08112019 | vrijstelling | |
08112031 | vrijstelling | |
08112039 | vrijstelling | |
08112051 | vrijstelling | |
08112059 | vrijstelling | |
08112090 | vrijstelling | |
08119011 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
08119019 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
08119031 | vrijstelling | |
08119039 | vrijstelling | |
08119050 | vrijstelling | |
08119070 | vrijstelling | |
08119075 | vrijstelling | |
08119080 | vrijstelling | |
08119085 | vrijstelling | |
08119095 | vrijstelling | |
0812 | VRUCHTEN, VOORLOPIG VERDUURZAAMD (BIJVOORBEELD DOOR MIDDEL VAN ZWAVELDIOXIDE OF IN WATER WAARAAN, VOOR HET VOORLOPIG VERDUURZAMEN, ZOUT, ZWAVEL OF ANDERE STOFFEN ZIJN TOEGEVOEGD), DOCH ALS ZODANIG NIET GESCHIKT VOOR DADELIJKE CONSUMPTIE | |
081210 | vrijstelling | |
081220 | vrijstelling | |
08129010 | vrijstelling | |
08129020 | vrijstelling | |
08129030 | vrijstelling | |
08129040 | vrijstelling | |
08129050 | vrijstelling | |
08129060 | vrijstelling | |
08129070 | vrijstelling | |
08129095 | vrijstelling | |
0813 | ABRIKOZEN, PRUIMEN, APPELEN, PERZIKEN, PEREN, PAPAJA'S, TAMARINDEVRUCHTEN EN ANDERE GEDROOGDE VRUCHTEN N.E.G; MENGSELS VAN NOTEN OF GEDROOGDE VRUCHTEN | |
0813 | vrijstelling | |
0814 | SCHILLEN VAN CITRUSVRUCHTEN EN VAN MELOENEN (WATERMELOENEN DAARONDER BEGREPEN), VERS, BEVROREN, GEDROOGD, DAN WEL IN WATER WAARAAN, VOOR HET VOORLOPIG VERDUURZAMEN, ZOUT OF ANDERE STOFFEN ZIJN TOEGEVOEGD | |
0814 | vrijstelling | |
09 | KOFFIE, THEE, MATE EN SPECERIJEN | |
09 | vrijstelling | |
10 | GRANEN | |
1001 | TARWE EN MENGKOREN | |
100110 | binnen de grenzen van het contingent (ctg10) vermindering 50% | |
10019010 | vrijstelling | |
10019091 | binnen de grenzen van het contingent (ctg10) vermindering 50% | |
10019099 | binnen de grenzen van het contingent (ctg10) vermindering 50% | |
1002 | ROGGE | |
1002 | binnen de grenzen van het contingent (ctg10) vermindering 50% | |
1003 | GERST | |
1003 | binnen de grenzen van het contingent (ctg10) vermindering 50% | |
1004 | HAVER | |
1004 | binnen de grenzen van het contingent (ctg10) vermindering 50% | |
1005 | MAIS | |
10051090 | vermindering 1,81 EUR/t | |
100590 | vermindering 1,81 EUR/t | |
1006 | RIJST | |
10061010 | vrijstelling | |
10061021 | binnen de grenzen van het contingent (ctg11) vermindering 65% en 4,34 EUR/t (2) | |
10061023 | binnen de grenzen van het contingent (ctg11) vermindering 65% en 4,34 EUR /t (2) | |
10061025 | binnen de grenzen van het contingent (ctg11) vermindering 65% en 4,34 EUR /t (2) | |
10061027 | binnen de grenzen van het contingent (ctg11) vermindering 65% en 4,34 EUR/t (2) | |
10061092 | binnen de grenzen van het contingent (ctg11) vermindering 65% en 4,34 EUR/t (2) | |
10061094 | binnen de grenzen van het contingent (ctg11) vermindering 65% en 4,34 EUR/t (2) | |
10061096 | binnen de grenzen van het contingent (ctg11) vermindering 65% en 4,34 EUR/t (2) | |
10061098 | binnen de grenzen van het contingent (ctg11) vermindering 65% en 4,34 EUR/t (2) | |
100620 | binnen de grenzen van het contingent (ctg11) vermindering 65% en 4,34 EUR/t (2) | |
100630 | binnen de grenzen van het contingent (ctg11) vermindering van 16,78 EUR/t, vervolgens vermindering met 65% en 6,52 EUR/t (2) | |
100640 | binnen de grenzen van het contingent (ctg12) vermindering 65% en 3,62 EUR/t (2) | |
1007 | GRAANSORGHO | |
1007 | vermindering 60% binnen de limiet van het plafond (plafond 3) (3) | |
1008 | BOEKWEIT, GIERST, KANARIEZAAD EN ANDERE GRANEN (MET UITZONDERING VAN TARWE EN MENGKOREN, ROGGE, GERST, HAVER, MAIS, RIJST EN GRAANSORGHO) | |
100810 | binnen de grenzen van het contingent (ctg10) vermindering 50% | |
100820 | vermindering 100% binnen de limiet van het plafond (plafond 2) (3) | |
100890 | binnen de grenzen van het contingent (ctg10) vermindering 50% | |
11 | PRODUCTEN VAN DE MEELINDUSTRIE; MOUT; ZETMEEL; INULINE; TARWEGLUTEN | |
1101 | MEEL VAN TARWE OF VAN MENGKOREN | |
1101 | vermindering 16% | |
1102 | MEEL VAN GRANEN, ANDERE DAN VAN TARWE OF VAN MENGKOREN | |
110210 | vermindering 16% | |
11022010 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11022090 | vermindering 3,6 EUR/t | |
110230 | vermindering 3,6 EUR/t | |
11029010 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11029030 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11029090 | vermindering 3,6 EUR/t | |
1103 | GRIES, GRIESMEEL EN PELLETS VAN GRANEN | |
110311 | vermindering 16% | |
110312 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11031310 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11031390 | vermindering 3,6 EUR/t | |
110314 | vermindering 3,6 EUR/t | |
11031910 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11031930 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11031990 | vermindering 3,6 EUR/t | |
110321 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11032910 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11032920 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11032930 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11032940 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11032950 | vermindering 3,6 EUR/t | |
11032990 | vermindering 3,6 EUR/t | |
1104 | OP ANDERE WIJZE BEWERKTE GRANEN (BIJVOORBEELD GEPELD, GEPLET, IN VLOKKEN, GEPARELD, GESNEDEN OF GEBROKEN), GRAANKIEMEN, OOK INDIEN GEPLET, IN VLOKKEN OF GEMALEN, ANDERE DAN MEEL VAN GRANEN, GEDOPTE RIJST, HALFWITTE EN VOLWITTE RIJST EN GEBROKEN RIJST | |
11041110 | vermindering 3,6 EUR/t | |
11041190 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11041210 | vermindering 3,6 EUR/t | |
11041290 | vermindering 7,3 EUR/t | |
110419 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11042110 | vermindering 3,6 EUR/t | |
11042130 | vermindering 3,6 EUR/t | |
11042150 | vermindering 7,3 EUR/t | |
11042190 | vermindering 3,6 EUR/t | |
11042199 | vermindering 3,6 EUR/t | |
110422 | vermindering 3,6 EUR/t | |
110423 | vermindering 3,6 EUR/t | |
110429 | vermindering 3,6 EUR/t | |
110430 | vermindering 7,3 EUR/t | |
1105 | MEEL, GRIES, POEDER, VLOKKEN, KORRELS EN PELLETS, VAN AARDAPPELEN | |
1105 | vrijstelling | |
1106 | MEEL, GRIES EN POEDER, VAN GEDROOGDE ZADEN VAN PEULGROENTEN BEDOELD BIJ POST 0713, VAN SAGO OF VAN WORTELS EN KNOLLEN BEDOELD BIJ POST 0714 OF VAN DE PRODUCTEN VAN HOOFDSTUK 8 | |
110610 | vrijstelling | |
11062010 | vermindering 7,98 EUR/t; arrow-root: vrijstelling | |
11062090 | vermindering 29,18 EUR/t; arrow-root: vrijstelling | |
110630 | vrijstelling | |
1108 | ZETMEEL EN INULINE | |
110811 | vermindering 24,8 EUR/t | |
110812 | vermindering 24,8 EUR/t | |
110813 | vermindering 24,8 EUR/t | |
110814 | vermindering 50% + vermindering 24,8 EUR/t | |
11081910 | vermindering 37,2 EUR/t | |
11081990 | vermindering 50% + vermindering 24,8 EUR/t; arrow-root (pijlwortel): vrijstelling | |
110820 | vrijstelling | |
1109 | TARWEGLUTEN, OOK INDIEN GEDROOGD | |
1109 | vermindering 219 EUR/t | |
12 | OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN; ALLERLEI ZADEN, ZAAIGOED EN VRUCHTEN; PLANTEN VOOR INDUSTRIEEL EN VOOR GENEESKUNDIG GEBRUIK; STRO EN VOEDER | |
1208 | MEEL VAN OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN, ANDER DAN MOSTERDMEEL | |
120810 | vrijstelling | |
1209 | ZAAIGOED, SPOREN DAARONDER BEGREPEN, ANDERE DAN PEULVRUCHTEN EN SUIKERMAIS, KOFFIE, THEE, MATE EN SPECERIJEN, GRAAN, OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN, EN ZADEN EN VRUCHTEN VAN DE SOORT HOOFDZAKELIJK GEBRUIKT IN DE REUKWERKINDUSTRIE | |
1209 | vrijstelling | |
1210 | HOPBELLEN, VERS OF GEDROOGD, OOK INDIEN FIJNGEMAAKT, GEMALEN OF IN PELLETS; LUPULINE | |
1210 | vrijstelling | |
1211 | PLANTEN, PLANTENDELEN, ZADEN EN VRUCHTEN, VAN DE SOORT HOOFDZAKELIJK GEBRUIKT IN DE REUKWERKINDUSTRIE, IN DE GENEESKUNDE OF VOOR INSECTEN- OF PARASIETENBESTRIJDING OF VOOR DERGELIJKE DOELEINDEN, VERS OF GEDROOGD, OOK INDIEN GESNEDEN, GEBROKEN OF IN POEDERVORM | |
1211 | vrijstelling | |
1212 | SINT-JANSBROOD, ZEEWIER EN ANDERE ALGEN, SUIKERBIETEN EN SUIKERRIET, VERS, GEKOELD, BEVROREN OF GEDROOGD, OOK INDIEN IN POEDERVORM; VRUCHTENPITTEN, OOK INDIEN IN DE STEEN EN ANDERE PLANTAARDIGE PRODUCTEN (ONGEBRANDE CICHOREIWORTELS VAN DE VARIETEIT „CICHORIUM INTYBUS SATIVUM") | |
121210 | vrijstelling | |
121230 | vrijstelling | |
121291 | vermindering 16% (5) | |
121292 | vermindering 16% (5) | |
12129910 | vrijstelling | |
1214 | KOOLRAPEN, VOEDERBIETEN, VOEDERWORTELS, HOOI, LUZERNE, KLAVER, HANENKAMMETJES (ESPARCETTE), MERGKOOL, LUPINE, WIKKE EN DERGELIJKE VOEDERGEWASSEN, OOK INDIEN IN PELLETS | |
12149010 | vrijstelling | |
13 | GOMMEN, HARSEN EN ANDERE PLANTENSAPPEN EN PLANTENEXTRACTEN | |
13 | vrijstelling | |
15 | VETTEN EN OLIËN (DIERLIJKE EN PLANTAARDIGE) EN DISSOCIATIEPRODUCTEN DAARVAN; BEWERKT SPIJSVET; WAS VAN DIERLIJKE OF VAN PLANTAARDIGE OORSPRONG | |
1501 | VARKENSVET EN VET VAN GEVOGELTE, GESMOLTEN, AL DAN NIET GEPERST OF MET OPLOSMIDDELEN GEEXTRAHEERD | |
1501 | vermindering 16% | |
1502 | RUNDER-, SCHAPEN- OF GEITENVET, AL DAN NIET GESMOLTEN, AL DAN NIET GEPERST OF MET OPLOSMIDDELEN GEEXTRAHEERD | |
1502 | vrijstelling | |
1503 | VARKENSSTEARINE, SPEKOLIE, OLEOSTEARINE, OLEOMARGARINE EN TALKOLIE, NIET GEËMULGEERD, NIET VERMENGD, NOCH OP ANDERE WIJZE BEREID, | |
1503 | vrijstelling | |
1504 | VETTEN EN OLIËN, VAN VIS OF VAN ZEEZOOGDIEREN, ALSMEDE FRACTIES DAARVAN, OOK INDIEN GERAFFINEERD, DOCH NIET CHEMISCH GEWIJZIGD | |
1504 | vrijstelling | |
1505 | WOLVET EN DAARUIT VERKREGEN VETSTOFFEN, LANOLINE DAARONDER BEGREPEN | |
1505 | vrijstelling | |
1506 | ANDERE DIERLIJKE VETTEN EN OLIËN, ALSMEDE FRACTIES DAARVAN, OOK INDIEN GERAFFINEERD, DOCH NIET CHEMISCH GEWIJZIGD MET UITZONDERING VAN VARKENSVET, VET VAN GEVOGELTE, RUNDER-, SCHAPEN- EN GEITENVET, VET VAN VIS OF VAN ANDERE ZEEDIEREN, VARKENSSTEARINE | |
1506 | vrijstelling | |
1507 | SOJAOLIE EN FRACTIES DAARVAN, OOK INDIEN GERAFFINEERD, DOCH NIET CHEMISCH GEWIJZIGD | |
1507 | vrijstelling | |
1508 | GRONDNOTENOLIE EN FRACTIES DAARVAN, OOK INDIEN GERAFFINEERD, DOCH NIET CHEMISCH GEWIJZIGD | |
1508 | vrijstelling | |
1511 | PALMOLIE EN FRACTIES DAARVAN, OOK INDIEN GERAFFINEERD, DOCH NIET CHEMISCH GEWIJZIGD | |
1511 | vrijstelling | |
1512 | ZONNEBLOEMZAAD-, SAFFLOER- EN KATOENZAADOLIE, ALSMEDE FRACTIES DAARVAN, OOK INDIEN GERAFFINEERD, DOCH NIET CHEMISCH GEWIJZIGD | |
1512 | vrijstelling | |
1513 | KOKOSOLIE (KOPRAOLIE), PALMPITTEN- EN BABASSUNOTENOLIE ALSMEDE FRACTIES DAARVAN, OOK INDIEN GERAFFINEERD, DOCH NIET CHEMISCH GEWIJZIGD | |
1513 | vrijstelling | |
1514 | RAAPZAAD-, KOOLZAAD- EN MOSTERDZAADOLIE, ALSMEDE FRACTIES DAARVAN, OOK INDIEN GERAFFINEERD, DOCH NIET CHEMISCH GEWIJZIGD | |
1514 | vrijstelling | |
1515 | ANDERE PLANTAARDIGE VETTEN EN VETTE OLIËN (JOJOBAOLIE DAARONDER BEGREPEN), ALSMEDE FRACTIES DAARVAN, OOK INDIEN GERAFFINEERD, DOCH NIET CHEMISCH GEWIJZIGD | |
1515 | vrijstelling | |
1516 | DIERLIJKE EN PLANTAARDIGE VETTEN EN OLIËN, ALSMEDE FRACTIES DAARVAN, GEHEEL OF GEDEELTELIJK GEHYDROGENEERD, VERESTERD, OPNIEUW VERESTERD OF GEËLAIDINISEERD, OOK INDIEN GERAFFINEERD, DOCH NIET VERDER BEREID | |
1516 | vrijstelling | |
1517 | MARGARINE; MENGSELS EN BEREIDINGEN, VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE, VAN DIERLIJKE OF PLANTAARDIGE VETTEN OF OLIËN OF VAN FRACTIES VAN VERSCHILLENDE VETTEN EN OLIËN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE | |
15171010 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
15171090 | vrijstelling | |
15179010 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
15179091 | vrijstelling | |
15179093 | vrijstelling | |
15179099 | vrijstelling | |
1518 | STANDOLIE EN ANDERE DIERLIJKE OF PLANTAARDIGE OLIËN, ALSMEDE FRACTIES DAARVAN, GEKOOKT, GEOXIDEERD, GEDEHYDREERD, GEZWAVELD, GEBLAZEN OP ANDERE WIJZE CHEMISCH GEWIJZIGD, MENGSELS VAN DIERLIJKE OF PLANTAARDIGE VETTEN, NIET GESCHIKT VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE | |
1518 | vrijstelling | |
1520 | GLYCEROL „GLYCERINE", OOK INDIEN NIET ZUIVER; GLYCEROLWATER EN GLYCEROLLOGEN | |
1520 | vrijstelling | |
1521 | PLANTAARDIGE WAS (ANDERE DAN TRIGLYCERIDEN), BIJENWAS, WAS VAN ANDERE INSECTEN, ALSMEDE WALSCHOT (SPERMACETI), OOK INDIEN GERAFFINEERD OF GEKLEURD | |
1521 | vrijstelling | |
1522 | DEGRAS; AFVALLEN, AFKOMSTIG VAN DE BEHANDELING VAN VETSTOFFEN OF VAN DIERLIJKE OF PLANTAARDIGE WAS | |
15220010 | vrijstelling | |
15220091 | vrijstelling | |
15220099 | vrijstelling | |
16 | BEREIDINGEN VAN VLEES, VAN VIS, VAN SCHAALDIEREN, VAN WEEKDIEREN OF VAN ANDERE ONGEWERVELDE WATERDIEREN | |
1601 | WORST VAN ALLE SOORTEN, VAN VLEES, VAN SLACHTAFVALLEN OF VAN BLOED; BEREIDINGEN VAN DEZE PRODUCTEN, VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE | |
1601 | binnen de grenzen van het contingent (ctg8) vermindering 65% | |
1602 | ANDERE BEREIDINGEN EN CONSERVEN, VAN VLEES, VAN SLACHTAFVALLEN OF VAN BLOED (MET UITZONDERING VAN WORST VAN ALLE SOORTEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE EN VAN EXTRACTEN EN SAPPEN VAN VLEES) | |
160210 | vermindering 16% | |
16022011 | vrijstelling | |
16022019 | vrijstelling | |
16022090 | vermindering 16% | |
160231 | binnen de grenzen van het contingent (ctg4) vermindering 65% | |
160232 | binnen de grenzen van het contingent (ctg4) vermindering 65% | |
160239 | binnen de grenzen van het contingent (ctg4) vermindering 65% | |
16024110 | vermindering 16% | |
16024190 | vrijstelling | |
16024210 | vermindering 16% | |
16024290 | vrijstelling | |
160249 | vermindering 16% | |
16025031 | vrijstelling | |
16025039 | vrijstelling | |
16025080 | vrijstelling | |
16029010 | vermindering 16% | |
16029031 | vrijstelling | |
16029041 | vrijstelling | |
16029051 | vermindering 16% | |
16029069 | vrijstelling | |
16029072 | vrijstelling | |
16029074 | vrijstelling | |
16029076 | vrijstelling | |
16029078 | vrijstelling | |
16029098 | vrijstelling | |
1603 | EXTRACTEN EN SAPPEN VAN VLEES, VAN VIS, VAN SCHAALDIEREN, VAN WEEKDIEREN OF VAN ANDERE ONGEWERVELDE WATERDIEREN | |
1603 | vrijstelling | |
1604 | BEREIDINGEN EN CONSERVEN VAN VIS; KAVIAAR EN KAVIAARSURROGATEN BEREID UIT KUIT | |
1604 | vrijstelling | |
1605 | BEREIDINGEN EN CONSERVEN VAN SCHAALDIEREN, VAN WEEKDIEREN OF VAN ANDERE ONGEWERVELDE WATERDIEREN | |
1605 | vrijstelling | |
17 | SUIKER EN SUIKERWERK | |
1702 | ANDERE SUIKER, CHEMISCH ZUIVERE LACTOSE, MALTOSE, GLUCOSE EN FRUCTOSE (LEVULOSE) DAARONDER BEGREPEN, IN VASTE VORM; SUIKERSTROOP, NIET GEAROMATISEERD EN ZONDER TOEGEVOEGDE KLEURSTOFFEN; KUNSTHONIG, OOK INDIEN MET NATUURHONIG VERMENGD; KARAMEL | |
170211 | vermindering 16% | |
170219 | vermindering 16% | |
170220 | vermindering 16% (5) | |
17023010 | vermindering 16% (5) | |
17023051 | vermindering 117 EUR/t | |
17023059 | vermindering 81 EUR/t | |
17023091 | vermindering 117 EUR/t | |
17023099 | vermindering 81 EUR/t | |
17024010 | vermindering 16% (5) | |
17024090 | vermindering 81 EUR/t | |
170250 | vrijstelling | |
170260 | vermindering 16% (5) | |
17029010 | vrijstelling | |
17029030 | vermindering 16% (5) | |
17029050 | vermindering 81 EUR/t | |
17029060 | vermindering 16% (5) | |
17029071 | vermindering 16% (5) | |
17029075 | vermindering 117 EUR/t | |
17029079 | vermindering 81 EUR/t | |
17029080 | vermindering 16% (5) | |
17029099 | vermindering 16% (5) | |
1703 | MELASSE VERKREGEN BIJ DE EXTRACTIE OF DE RAFFINAGE VAN SUIKER | |
1703 | binnen de grenzen van het contingent (ctg9) vermindering 100% | |
1704 | SUIKERWERK ZONDER CACAO (WITTE CHOCOLADE DAARONDER BEGREPEN) | |
170410 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
17049010 | vrijstelling | |
17049030 | vrijstelling | |
17049051 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
17049055 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
17049061 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
17049065 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
17049071 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
17049075 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
17049081 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
17049099 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
18 | CACAO EN BEREIDINGEN DAARVAN | |
1801 | CACAOBONEN, OOK INDIEN GEBROKEN, AL DAN NIET GEBRAND | |
1801 | vrijstelling | |
1802 | CACAODOPPEN, CACAOSCHILLEN, CACAOVLIEZEN EN ANDERE AFVALLEN VAN CACAO | |
1802 | vrijstelling | |
1803 | CACAOPASTA, OOK INDIEN ONTVET | |
1803 | vrijstelling | |
1804 | CACAOBOTER, CACAOVET EN CACAO-OLIE | |
1804 | vrijstelling | |
1805 | CACAOPOEDER, ZONDER TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN | |
1805 | vrijstelling | |
1806 | CHOCOLADE EN ANDERE BEREIDINGEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE DIE CACAO BEVATTEN | |
18061015 | vrijstelling | |
18061020 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
18061030 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
18061090 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
180620 | vrijstelling | |
180631 | vrijstelling | |
180632 | vrijstelling | |
18069011 | vrijstelling | |
18069019 | vrijstelling | |
18069031 | vrijstelling | |
18069039 | vrijstelling | |
18069050 | vrijstelling | |
18069060 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
18069070 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
18069090 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
19 | BEREIDINGEN VAN GRAAN, VAN MEEL, VAN ZETMEEL OF VAN MELK; GEBAK | |
1901 | MOUTEXTRACT; BEREIDINGEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE VAN MEEL, GRIES, GRIESMEEL, ZETMEEL OF MOUTEXTRACT, GEEN OF MINDER DAN 50 GEWICHTSPERCENTEN CACAO BEVATTEND, ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN; BEREIDINGEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE VAN PRODUCTEN BEDOELD BIJ DE POSTEN 0401 TOT EN MET 0404 | |
190110 | vermindering 100% ad valorem douanerechten; vrijstelling EA in de conditie (c1) | |
190120 | vermindering 100% ad valorem douanerechten; vrijstelling EA in de conditie (c1) | |
19019011 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
19019019 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
19019091 | vrijstelling | |
19019099 | vermindering 100% ad valorem douanerechten; vrijstelling EA in de conditie (c1) | |
1902 | DEEGWAREN, OOK INDIEN GEKOOKT OF GEVULD (MET VLEES OF ANDERE ZELFSTANDIGHEDEN) DAN WEL OP ANDERE WIJZE BEREID, ZOALS SPAGHETTI, MACARONI, NOEDELS, LASAGNE, GNOCCHI, RAVIOLI EN CANNELLONI; KOESKOES, OOK INDIEN BEREID | |
190211 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
190219 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
19022010 | vrijstelling | |
19022030 | vermindering 16% | |
19022091 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
19022099 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
190230 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
190240 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
1903 | TAPIOCA EN SOORTGELIJKE PRODUCTEN BEREID UIT ZETMEEL, IN DE VORM VAN VLOKKEN, KORRELS, PARELS EN DERGELIJKE | |
1903 | vrijstelling | |
1904 | GRAANPREPARATEN VERKREGEN DOOR POFFEN OF DOOR ROOSTEREN (BIJVOORBEELD CORN-FLAKES); GRANEN (ANDERE DAN MAIS) IN DE VORM VAN KORRELS, VOORGEKOOKT OF OP ANDERE WIJZE BEREID | |
1904 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
1905 | BROOD, GEBAK, BISCUITS EN ANDERE BAKKERSWAREN, OOK INDIEN DEZE PRODUCTEN CACAO BEVATTEN; OUWEL IN BLADEN, HOSTIES, OUWELS VOOR GENEESMIDDELEN, PLAKOUWELS EN DERGELIJKE PRODUCTEN VAN MEEL OF VAN ZETMEEL | |
190510 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
190520 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
19053011 | vermindering 100% ad valorem douanerechten; biscuits: vrijstelling | |
19053019 | vermindering 100% ad valorem douanerechten; biscuits: vrijstelling | |
19053030 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
19053051 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
19053059 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
19053091 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
19053099 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
190540 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
190590 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20 | BEREIDINGEN VAN GROENTEN, VAN VRUCHTEN EN VAN ANDERE PLANTENDELEN | |
2001 | GROENTEN, VRUCHTEN EN ANDERE EETBARE PLANTENDELEN, BEREID OF VERDUURZAAMD IN AZIJN OF IN AZIJNZUUR | |
200110 | vrijstelling | |
200120 | vrijstelling | |
20019020 | vrijstelling | |
20019030 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20019040 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20019050 | vrijstelling | |
20019060 | vrijstelling | |
20019065 | vrijstelling | |
20019070 | vrijstelling | |
20019075 | vrijstelling | |
20019085 | vrijstelling | |
20019091 | vrijstelling | |
ex | 20019096 | vrijstelling behalve wingerdbladeren |
2002 | TOMATEN, OP ANDERE WIJZE BEREID OF VERDUURZAAMD DAN IN AZIJN OF AZIJNZUUR | |
2002 | vrijstelling | |
2003 | PADDESTOELEN EN TRUFFELS, OP ANDERE WIJZE BEREID OF VERDUURZAAMD DAN IN AZIJN OF AZIJNZUUR | |
2003 | vrijstelling | |
2004 | ANDERE GROENTEN, OP ANDERE WIJZE BEREID OF VERDUURZAAMD DAN IN AZIJN OF AZIJNZUUR, BEVROREN (MET UITZONDERING VAN TOMATEN, PADDESTOELEN EN TRUFFELS) | |
20041010 | vrijstelling | |
20041091 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20041099 | vrijstelling | |
20049010 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
ex | 20049030 | vrijstelling behalve olijven |
20049050 | vrijstelling | |
20049091 | vrijstelling | |
20049098 | vrijstelling | |
2005 | ANDERE GROENTEN, OP ANDERE WIJZE BEREID OF VERDUURZAAMD DAN IN AZIJN OF AZIJNZUUR, NIET BEVROREN (MET UITZONDERING VAN TOMATEN, PADDESTOELEN EN TRUFFELS) | |
200510 | vrijstelling | |
20052010 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20052020 | vermindering 16% | |
20052080 | vermindering 16% | |
200540 | vrijstelling | |
200551 | vrijstelling | |
200559 | vrijstelling | |
200560 | vrijstelling | |
200570 | vrijstelling | |
200580 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
200590 | vrijstelling | |
2006 | GROENTEN, VRUCHTEN, VRUCHTENSCHILLEN EN ANDERE PLANTENDELEN, GEKONFIJT MET SUIKER (UITGEDROPEN, GEGLACEERD OF UITGEKRISTALLISEERD) | |
20060031 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20060035 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20060038 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20060091 | vrijstelling | |
20060099 | vrijstelling | |
2007 | JAM, VRUCHTENGELEI, MARMELADE, VRUCHTENMOES EN VRUCHTENPASTA, DOOR KOKEN OF STOVEN VERKREGEN, MET OF ZONDER TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN | |
20071010 | vrijstelling | |
20071091 | vrijstelling | |
20071099 | vrijstelling | |
20079110 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20079130 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20079190 | vrijstelling | |
20079910 | vrijstelling | |
20079920 | vrijstelling | |
20079931 | vrijstelling | |
20079933 | vrijstelling | |
20079935 | vrijstelling | |
20079939 | vrijstelling | |
20079951 | vrijstelling | |
20079955 | vrijstelling | |
20079958 | vrijstelling | |
20079991 | vrijstelling | |
20079993 | vrijstelling | |
20079998 | vrijstelling | |
2008 | VRUCHTEN EN ANDERE EETBARE PLANTENDELEN, OP ANDERE WIJZE BEREID OF VERDUURZAAMD, OOK INDIEN MET TOEGEVOEGDE SUIKER, ANDERE ZOETSTOFFEN OF ALCOHOL, ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN | |
200811 | vrijstelling | |
200819 | vrijstelling | |
200820 | vrijstelling | |
20083011 | vrijstelling | |
20083019 | vermindering 100% ad valorem douanerechten; grapefruit: vrijstelling | |
20083031 | vrijstelling | |
20083039 | vrijstelling | |
20083051 | vrijstelling | |
20083055 | vrijstelling | |
20083059 | vrijstelling | |
20083071 | vrijstelling | |
20083075 | vrijstelling | |
20083079 | vrijstelling | |
20083091 | vrijstelling | |
20083099 | vrijstelling | |
200840 | vrijstelling | |
20085011 | vrijstelling | |
20085019 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20085031 | vrijstelling | |
20085039 | vrijstelling | |
20085051 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20085059 | vrijstelling | |
20085061 | vrijstelling | |
20085069 | vrijstelling | |
20085071 | vrijstelling | |
20085079 | vrijstelling | |
20085092 | vrijstelling | |
20085094 | vrijstelling | |
20085099 | vrijstelling | |
20086011 | vrijstelling | |
20086019 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20086031 | vrijstelling | |
20086039 | vrijstelling | |
20086051 | vrijstelling | |
20086059 | vrijstelling | |
20086061 | vrijstelling | |
20086069 | vrijstelling | |
20086071 | vrijstelling | |
20086079 | vrijstelling | |
20086091 | vrijstelling | |
20086099 | vrijstelling | |
20087011 | vrijstelling | |
20087019 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20087031 | vrijstelling | |
20087039 | vrijstelling | |
20087051 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20087059 | vrijstelling | |
20087061 | vrijstelling | |
20087069 | vrijstelling | |
20087071 | vrijstelling | |
20087079 | vrijstelling | |
20087092 | vrijstelling | |
20087094 | vrijstelling | |
20087099 | vrijstelling | |
200880 | vrijstelling | |
200891 | vrijstelling | |
20089212 | vrijstelling | |
20089214 | vrijstelling | |
20089216 | vrijstelling | |
20089218 | vrijstelling | |
20089232 | vrijstelling | |
20089234 | vrijstelling | |
20089236 | vrijstelling | |
20089238 | vrijstelling | |
20089251 | vrijstelling | |
20089259 | vrijstelling | |
20089272 | vrijstelling | |
20089274 | vrijstelling | |
20089276 | vrijstelling | |
20089278 | vrijstelling | |
20089292 | vrijstelling | |
20089293 | vrijstelling | |
20089294 | vrijstelling | |
20089296 | vrijstelling | |
20089297 | vrijstelling | |
20089298 | vrijstelling | |
20089911 | vrijstelling | |
20089919 | vrijstelling | |
20089921 | vrijstelling | |
20089923 | vrijstelling | |
20089925 | vrijstelling | |
20089926 | vrijstelling | |
20089928 | vrijstelling | |
20089932 | vrijstelling | |
20089933 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20089934 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20089936 | vrijstelling | |
20089937 | vrijstelling | |
20089938 | vrijstelling | |
20089940 | vrijstelling | |
20089943 | vrijstelling | |
20089945 | vrijstelling | |
20089946 | vrijstelling | |
20089947 | vrijstelling | |
20089949 | vrijstelling | |
20089953 | vrijstelling | |
20089955 | vrijstelling | |
20089961 | vrijstelling | |
20089962 | vrijstelling | |
20089968 | vrijstelling | |
20089972 | vrijstelling | |
20089974 | vrijstelling | |
20089979 | vrijstelling | |
ex | 20089985 | vrijstelling behalve suikermaïs |
20089991 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
ex | 20089999 | vrijstelling behalve wingerdbladeren |
2009 | ONGEGISTE VRUCHTENSAPPEN (DRUIVENMOST DAARONDER BEGREPEN) EN ONGEGISTE GROENTESAPPEN, ZONDER TOEGEVOEGDE ALCOHOL, OOK INDIEN MET TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN | |
20091111 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20091119 | vrijstelling | |
20091191 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20091199 | vrijstelling | |
20091911 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20091919 | vrijstelling | |
20091991 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20091999 | vrijstelling | |
200920 | vrijstelling | |
20093011 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20093019 | vrijstelling | |
20093031 | vrijstelling | |
20093039 | vrijstelling | |
20093051 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20093055 | vrijstelling | |
20093059 | vrijstelling | |
20093091 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20093095 | vrijstelling | |
20093099 | vrijstelling | |
200940 | vrijstelling | |
200950 | vrijstelling | |
200960 | vrijstelling | |
20097011 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20097019 | vrijstelling | |
20097030 | vrijstelling | |
20097091 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20097093 | vrijstelling | |
20097099 | vrijstelling | |
20098011 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20098019 | vrijstelling | |
20098032 | vrijstelling | |
20098033 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20098035 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20098036 | vrijstelling | |
20098038 | vrijstelling | |
20098050 | vrijstelling | |
20098061 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20098063 | vrijstelling | |
20098069 | vrijstelling | |
20098071 | vrijstelling | |
20098073 | vrijstelling | |
20098079 | vrijstelling | |
20098083 | vrijstelling | |
20098084 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20098086 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20098088 | vrijstelling | |
20098089 | vrijstelling | |
20098095 | vrijstelling | |
20098096 | vrijstelling | |
20098097 | vrijstelling | |
20098099 | vrijstelling | |
20099011 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20099019 | vrijstelling | |
20099021 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20099029 | vrijstelling | |
20099031 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20099039 | vrijstelling | |
20099041 | vrijstelling | |
20099049 | vrijstelling | |
20099051 | vrijstelling | |
20099059 | vrijstelling | |
20099071 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20099073 | vrijstelling | |
20099079 | vrijstelling | |
20099092 | vrijstelling | |
20099094 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
20099095 | vrijstelling | |
20099096 | vrijstelling | |
20099097 | vrijstelling | |
20099098 | vrijstelling | |
21 | DIVERSE PRODUCTEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE | |
2101 | EXTRACTEN, ESSENCES EN CONCENTRATEN, VAN KOFFIE, VAN THEE OF VAN MATÉ EN PREPARATEN OP BASIS VAN DEZE PRODUCTEN OF OP BASIS VAN KOFFIE, VAN THEE OF VAN MATE; GEBRANDE CICHOREI EN ANDERE GEBRANDE KOFFIESURROGATEN, ALSMEDE EXTRACTEN, ESSENCES EN CONCENTRATEN DAARVAN | |
210111 | vrijstelling | |
210112 | vrijstelling | |
210120 | vrijstelling | |
21013011 | vrijstelling | |
21013019 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
21013091 | vrijstelling | |
21013099 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
2102 | GIST, OOK INDIEN INACTIEF; ANDERE EENCELLIGE MICRO-ORGANISMEN, DOOD; SAMENGESTELD BAKPOEDER (MET UITZONDERING VAN ALS GENEESMIDDEL VERPAKTE EENCELLIGE MICRO-ORGANISMEN) | |
21021010 | vrijstelling | |
21021031 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
21021039 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
21021090 | vrijstelling | |
210220 | vrijstelling | |
210230 | vrijstelling | |
2103 | SAUSEN EN PREPARATEN VOOR SAUSEN; SAMENGESTELDE KRUIDERIJEN EN DERGELIJKE PRODUCTEN; MOSTERDMEEL EN BEREIDE MOSTERD | |
2103 | vrijstelling | |
2104 | PREPARATEN VOOR SOEP OF VOOR BOUILLON; BEREIDE SOEP EN BOUILLON; BEREIDINGEN BESTAANDE UIT EEN FIJN GEHOMOGENISEERD MENGSEL VAN TWEE OF MEER BASISBESTANDDELEN ZOALS VLEES, VIS, GROENTEN EN VRUCHTEN, OPGEMAAKT VOOR DE VERKOOP IN HET KLEIN ALS KINDERVOEDING | |
2104 | vrijstelling | |
2105 | CONSUMPTIE-IJS, OOK INDIEN CACAO BEVATTEND | |
2105 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
2106 | PRODUCTEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE, ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN | |
210610 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
21069020 | vrijstelling | |
21069030 | vermindering 16% (5) | |
21069051 | vermindering 16% | |
21069055 | vermindering 81 EUR/t | |
21069059 | vermindering 16% (5) | |
21069092 | vrijstelling | |
21069098 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
22 | DRANKEN, ALCOHOLHOUDENDE VLOEISTOFFEN EN AZIJN | |
2201 | WATER, NATUURLIJK OF KUNSTMATIG MINERAALWATER EN SPUITWATER DAARONDER BEGREPEN, ZONDER TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN, NOCH GEAROMATISEERD; IJS EN SNEEUW | |
2201 | vrijstelling | |
2202 | WATER, MINERAALWATER EN SPUITWATER DAARONDER BEGREPEN, MET TOEGEVOEGDE SUIKER OF ANDERE ZOETSTOFFEN, DAN WEL GEAROMATISEERD, ALSMEDE ANDERE ALCOHOLVRIJE DRANKEN, ANDERE DAN VRUCHTEN- EN GROENTENSAPPEN EN MELK | |
220210 | vrijstelling | |
22029010 | vrijstelling | |
22029091 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
22029095 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
22029099 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
2203 | BIER VAN MOUT | |
2203 | vrijstelling | |
2204 | WIJN VAN VERSE DRUIVEN, WIJN WAARAAN ALCOHOL IS TOEGEVOEGD DAARONDER BEGREPEN; DRUIVENMOST, GEDEELTELIJK GEGIST, MET EEN EFFECTIEF ALCOHOL-VOLUMEGEHALTE VAN > 0,5% VOL, AL DAN NIET MET TOEGEVOEGDE ALCOHOL | |
22043092 | vrijstelling | |
22043094 | vrijstelling | |
22043096 | vrijstelling | |
22043098 | vrijstelling | |
2205 | VERMOUT EN ANDERE WIJN VAN VERSE DRUIVEN, BEREID MET AROMATISCHE PLANTEN OF MET AROMATISCHE STOFFEN | |
2205 | vrijstelling | |
2206 | ANDERE GEGISTE DRANKEN, MENGSELS VAN GEGISTE DRANKEN EN MENGSELS VAN GEGISTE DRANKEN MET ALCOHOLVRIJE DRANKEN, ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN | |
22060031 | vrijstelling | |
22060039 | vrijstelling | |
22060051 | vrijstelling | |
22060059 | vrijstelling | |
22060081 | vrijstelling | |
22060089 | vrijstelling | |
2207 | ETHYLALCOHOL, NIET GEDENATUREERD, MET EEN ALCOHOL-VOLUMEGEHALTE VAN 80% VOL OF MEER; ETHYLALCOHOL EN GEDISTILLEERDE DRANKEN, GEDENATUREERD, ONGEACHT HET GEHALTE | |
2207 | vrijstelling | |
2208 | ETHYLALCOHOL, NIET GEDENATUREERD, MET EEN ALCOHOL-VOLUMEGEHALTE VAN MINDER DAN 80% VOL; GEDISTILLEERDE DRANKEN, LIKEUREN EN ANDERE DRANKEN DIE GEDISTILLEERDE ALCOHOL BEVATTEN; SAMENGESTELDE ALCOHOLHOUDENDE PREPARATEN VAN DE SOORT GEBRUIKT VOOR DE VERVAARDIGING VAN DRANKEN | |
2208 | vrijstelling | |
2209 | TAFELAZIJN, NATUURLIJKE OF VERKREGEN UIT AZIJNZUUR | |
22090091 | vrijstelling | |
22090099 | vrijstelling | |
23 | RESTEN EN AFVAL VAN DE VOEDSELINDUSTRIE; BEREID VOEDSEL VOOR DIEREN | |
2302 | ZEMELEN, SLIJPSEL EN ANDERE RESTEN VAN HET ZEVEN, VAN HET MALEN OF VAN ANDERE BEWERKINGEN VAN GRANEN OF VAN PEULVRUCHTEN, OOK INDIEN IN PELLETS | |
230210 | vermindering 7,2 EUR/t | |
230220 | vermindering 7,2 EUR/t | |
230230 | vermindering 7,2 EUR/t | |
230240 | vermindering 7,2 EUR/t | |
230250 | vrijstelling | |
2303 | AFVALLEN VAN ZETMEELFABRIEKEN EN DERGELIJKE AFVALLEN, BIETENPULP, UITGEPERST SUIKERRIET (AMPAS) EN ANDERE AFVALLEN VAN DE SUIKERINDUSTRIE, BOSTEL (BROUWERIJAFVAL), AFVALLEN VAN BRANDERIJEN, OOK INDIEN IN PELLETS | |
23031011 | vermindering 219 EUR/t | |
2308 | PLANTAARDIGE ZELFSTANDIGHEDEN EN PLANTAARDIG AFVAL, PLANTAARDIGE RESIDUEN EN BIJPRODUCTEN, OOK INDIEN IN PELLETS, VAN DE SOORT GEBRUIKT VOOR HET VOEDEREN VAN DIEREN, ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN | |
23089090 | vrijstelling | |
2309 | BEREIDINGEN VAN DE SOORT GEBRUIKT VOOR HET VOEDEREN VAN DIEREN | |
23091013 | vermindering 10,9 EUR/t | |
23091015 | vermindering 16% | |
23091019 | vermindering 16% | |
23091033 | vermindering 10,9 EUR/t | |
23091039 | vermindering 16% | |
23091051 | vermindering 10,9 EUR/t | |
23091053 | vermindering 10,9 EUR/t | |
23091059 | vermindering 16% | |
23091070 | vermindering 16% | |
23091090 | vrijstelling | |
23099010 | vrijstelling | |
23099031 | vermindering 10,9 EUR/t | |
23099033 | vermindering 10,9 EUR/t | |
23099035 | vermindering 16% | |
23099039 | vermindering 16% | |
23099041 | vermindering 10,9 EUR/t | |
23099043 | vermindering 10,9 EUR/t | |
23099049 | vermindering 16% | |
23099051 | vermindering 10,9 EUR/t | |
23099053 | vermindering 10,9 EUR/t | |
23099059 | vermindering 16% | |
23099070 | vermindering 16% | |
23099091 | vrijstelling | |
24 | TABAK EN TOT VERBRUIK BEREIDE TABAKSSURROGATEN | |
24 | vrijstelling (6) | |
29 | ORGANISCHE CHEMISCHE PRODUCTEN | |
2905 | ACYCLISCHE ALCOHOLEN, ALSMEDE HALOGEEN-, SULFO-, NITRO- EN NITROSODERIVATEN DAARVAN | |
2905 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
33 | ETHERISCHE OLIËN EN HARSAROMA'S; PARFUMERIEËN, TOILETARTIKELEN EN COSMETISCHE PRODUCTEN | |
3301 | ETHERISCHE OLIËN (OOK INDIEN DAARUIT DE TERPENEN ZIJN AFGESPLITST), VAST OF VLOEIBAAR; HARSAROMA'S; GECONCENTREERDE OPLOSSINGEN VAN ETHERISCHE OLIËN IN VET, IN VETTE OLIËN, IN WAS OF IN DERGELIJKE STOFFEN, VERKREGEN DOOR ENFLEURAGE OF DOOR MACERATIE; TERPEENHOUDENDE BIJPRODUCTEN | |
3301 | vrijstelling | |
3302 | MENGSELS VAN REUKSTOFFEN EN MENGSELS (OPLOSSINGEN IN ALCOHOL DAARONDER BEGREPEN) OP BASIS VAN EEN OF MEER VAN DEZE ZELFSTANDIGHEDEN MET ANDERE STOFFEN, VAN DE SOORT GEBRUIKT ALS GRONDSTOF VOOR DE INDUSTRIE | |
33021029 | vrijstelling | |
35 | EIWITSTOFFEN; GEWIJZIGD ZETMEEL; LIJM; ENZYMEN | |
3501 | CASEÏNE, CASEÏNATEN EN ANDERE DERIVATEN VAN CASEÏNE; LIJM VAN CASEÏNE (MET UITZONDERING VAN DIE WELKE ALS LIJM VOOR DE VERKOOP IN HET KLEIN ZIJN VERPAKT MET EEN GEWICHT VAN NIET MEER DAN 1 KG) | |
3501 | vrijstelling | |
3502 | ALBUMINEN (DAARONDER BEGREPEN CONCENTRATEN VAN TWEE OF MEER WEIPROTEÏNEN, BEVATTENDE MEER DAN 80 GEWICHTSPERCENTEN WEIPROTEÏNEN, BEREKEND OP DE DROGE STOF), ALBUMINATEN EN ANDERE DERIVATEN VAN ALBUMINEN | |
35021190 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
35021990 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
35022091 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
35022099 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
3503 | GELATINE (GELATINE IN VIERKANTE OF RECHTHOEKIGE BLADEN OF VELLEN, OOK INDIEN GEKLEURD OF AAN HET OPPERVLAK BEWERKT, DAARONDER BEGREPEN) EN DERIVATEN DAARVAN; „ISINGLASS"; ANDERE LIJM VAN DIERLIJKE OORSPRONG | |
3503 | vrijstelling | |
3504 | PEPTONEN EN DERIVATEN DAARVAN; ANDERE PROTEÏNESTOFFEN EN DERIVATEN DAARVAN, ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN; POEDER VAN HUIDEN, OOK INDIEN BEHANDELD MET CHROOM | |
3504 | vrijstelling | |
3505 | DEXTRINE EN ANDER GEWIJZIGD ZETMEEL (BIJ VOORBEELD VOORGEGELATINEERD OF VERESTERD ZETMEEL); LIJM OP BASIS VAN ZETMEEL, VAN DEXTRINE OF VAN ANDER GEWIJZIGD ZETMEEL, ANDERE DAN DIE WELKE VERPAKT ZIJN VOOR DE VERKOOP IN HET KLEIN MET EEN GEWICHT VAN NIET MEER DAN 1 KG) | |
35051010 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
35051050 | vrijstelling | |
35051090 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
350520 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
38 | DIVERSE PRODUCTEN VAN DE CHEMISCHE INDUSTRIE | |
3809 | APPRETEERMIDDELEN, MIDDELEN VOOR HET VERSNELLEN VAN HET VERFPROCES OF VAN HET FIXEREN VAN KLEURSTOFFEN, ALSMEDE ANDERE PRODUCTEN EN PREPARATEN (BIJVOORBEELD PREPARATEN VOOR HET BEITSEN), VAN DE SOORT GEBRUIKT IN DE TEXTIELINDUSTRIE, IN DE PAPIERINDUSTRIE, IN DE LEDERINDUSTRIE OF IN DERGELIJKE INDUSTRIEËN | |
380910 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
3824 | BEREIDE BINDMIDDELEN VOOR GIETVORMEN OF VOOR GIETKERNEN; CHEMISCHE PRODUCTEN EN PREPARATEN VAN DE CHEMISCHE OF VAN AANVERWANTE INDUSTRIEËN (MENGSELS VAN NATUURLIJKE PRODUCTEN DAARONDER BEGREPEN), ELDERS GENOEMD NOCH ELDERS ONDER BEGREPEN; RESIDUEN VAN DE CHEMISCHE OF VAN AANVERWANTE INDUSTRIEËN | |
382460 | vermindering 100% ad valorem douanerechten | |
50 | ZIJDE | |
50 | vrijstelling | |
52 | KATOEN | |
52 | vrijstelling |
1. Bij invoer in de Franse departementen overzee worden geen douanerechten geheven van de volgende producten van oorsprong uit de ACS-Staten of de landen en gebieden overzee:
GN-code | Omschrijving |
---|---|
0102 | Levende runderen van een gedomesticeerde soort andere dan fokdieren |
0102 90 | |
0102 90 05 | |
0102 90 21 | |
0102 90 29 | |
0102 90 41 | |
0102 90 49 | |
0102 90 51 | |
0102 90 59 | |
0102 90 61 | |
0102 90 69 | |
0102 90 71 | |
0102 90 79 | |
0201 | Rundvlees, vers, gekoeld of bevroren |
0202 | |
0206 10 95 | |
0206 29 91 | Suikermaïs |
0709 90 60 | |
0712 10 90 | |
1005 90 00 | |
0714 10 91– | Maniokwortels, broodwortelen daaronder begrepen |
0714 90 11 |
2. Het douanerecht wordt niet geheven bij de rechtstreekse invoer van onder GN-post 1006 ingedeelde rijst andere dan onder GN-post 1006 10 10 ingedeelde rijst voor zaaidoeleinden in Réunion.
3. Indien de invoer van suikermaïs van oorsprong uit de ACS-Staten of de landen en gebieden overzee in de Franse departementen overzee in een bepaald jaar meer dan 25000 ton bedraagt en indien deze invoer deze markten ernstig dreigt te verstoren, zal de Commissie de nodige maatregelen nemen.
4. Binnen de grenzen van een contingent van 2000 ton per jaar worden geen douanerechten geheven van onder de GN-codes 0714 10 91 en 0714 90 11 ingedeelde producten.
Verwijzingen
contingent 1 | 100 ton | Levende schapen en geiten |
contingent 2 | 500 ton | Schapen- of geitenvlees |
contingent 3 | 400 ton | Vlees van gevogelte |
contingent 4 | 500 ton | Bereid vlees van gevogelte |
contingent 5 | 1000 ton | Melk en room |
contingent 6 | 1000 ton | Kaas en wrongel |
contingent 7 | 500 ton | Varkensvlees |
contingent 8 | 500 ton | Bereid varkensvlees |
contingent 9 | 600000 ton | Melasse |
contingent 10 | 15000 ton | Tarwe en mengkoren |
contingent 11 | 125000 ton | Gedopte rijst |
contingent 12 | 20000 ton | Gebroken rijst |
contingent 13a | 2000 ton | Tomaten andere dan kerstomaten |
contingent 13b | 2000 ton | Kerstomaten |
contingent 14 | 800 ton | Druiven zonder pit voor tafelgebruik |
contingent 15 | 1000 ton | Appelen |
contingent 16 | 2000 ton | Peren |
contingent 17 | 1600 ton | Aardbeien |
plafond 1 | 100000 ton | Sorgho |
plafond 2 | 60000 ton | Gierst |
plafond 3 | 200 ton | Verse vijgen |
ref.hoev. 1 | 25000 ton | Sinaasappelen |
ref.hoev. 2 | 4000 ton | Mandarijnen |
ref. hoev. 3 | 100 ton | Druiven zonder pit voor tafelgebruik |
1. Wanneer de invoer van onder de GN-codes 0201, 0206 10 95, 0206 29 91, 1602 50 10 of 1602 90 61 ingedeelde producten van oorsprong uit een ACS-Staat in een jaar de hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan de grootste hoeveelheid die vanuit die ACS-Staat in een van de jaren van 1969 tot en met 1974 in de Gemeenschap werd ingevoerd, vermeerderd met een groeipercentage van 7% per jaar, wordt de vrijstelling van douanerechten die voor die producten van die oorsprong geldt, geheel of gedeeltelijk geschorst.
In dat geval stelt de Gemeenschap de regelingen vast die op de invoer van die producten van toepassing zullen zijn.
2. De vermindering is uitsluitend van toepassing op producten waarvoor de importeur het bewijs levert dat het land van uitvoer een uitvoerheffing of een met de vermindering gelijkstaand bedrag heeft geïnd.
3. Indien het plafond in de loop van een jaar wordt bereikt, kan de Gemeenschap door middel van een verordening de normale douanerechten weer van toepassing verklaren tot het eind van de periode van geldigheid; de toepasselijke rechten worden met 50% verminderd.
4. Indien de invoer van een product de referentiehoeveelheid overschrijdt, kan besloten worden voor de invoer van dit product een plafond in te stellen dat gelijk is aan de referentiehoeveelheid, waarbij gelet wordt op de jaarbalans van de handel in dat product.
5. Deze vermindering wordt niet toegepast wanneer de Gemeenschap, in overeenstemming met haar verplichtingen in het kader van de Uruguay Ronde, aanvullende rechten toepast.
6. Indien door een sterke verhoging van de rechtenvrije invoer van onder de GN-code 2401 vallende producten van oorsprong uit de ACS-Staten ernstige verstoringen ontstaan of indien deze invoer problemen veroorzaakt waardoor de economische situatie van een regio van de Gemeenschap achteruit gaat, kan de Gemeenschap maatregelen nemen om een verlegging van de handel tegen te gaan.
c1. Ook indien minder dan 1,5 gewichtspercenten melkvet bevattende, met een gehalte aan zetmeel of meel van 50 of meer, maar minder dan 75 gewichtspercenten.
De partijen aanvaarden het feit dat beide zijden verwachten deel te nemen aan de onderhandelingen over en de tenuitvoerlegging van multilaterale en bilaterale overeenkomsten voor een verdergaande handelsliberalisering.
De partijen nemen nota van de toezegging van de Gemeenschap de minstontwikkelde landen vanaf 2005 voor nagenoeg alle producten vrije toegang tot haar markt te verlenen.
Tevens erkennen zij, wat de preferentiële toegang van de ACS-Staten tot de markt van de Gemeenschap betreft, dat een verdere liberalisering tot een verslechtering van de relatieve concurrentiepositie van de ACS-Staten zou kunnen leiden en dus ten koste van hun ontwikkeling zou kunnen gaan, terwijl de Gemeenschap deze toch tracht te steunen.
De partijen komen derhalve overeen alle nodige maatregelen te onderzoeken om de concurrentiepositie van de ACS-Staten op de markt van de Gemeenschap in de voorbereidingsperiode te handhaven. Dit onderzoek kan onder meer betrekking hebben op tijdschema's, oorsprongsregels, sanitaire en fytosanitaire maatregelen en de toepassing van bijzondere maatregelen om aanbodproblemen in de ACS-Staten op te lossen. Doel van dit onderzoek is het de ACS-Staten mogelijk te maken te profiteren van hun bestaande en potentiële comparatieve voordeel op de EG-markt. Hun verplichtingen tot medewerking in het kader van de WTO in aanmerking genomen, komen de partijen overeen dat bij dit onderzoek ook rekening zal worden gehouden met een eventuele uitbreiding van de handelsvoordelen die lidstaten ontwikkelingslanden in het kader van de WTO kunnen aanbieden.
Te dien einde dient het Gemengde Ministeriële Handelscomité aanbevelingen te doen op grond van een eerste onderzoek dat de Commissie en het ACS-Secretariaat zullen voorbereiden. De EG-Raad zal deze aanbevelingen op grond van een voorstel van de Commissie onderzoeken, waarbij hij ernaar zal streven de voordelen van de ACS-EG-handelsregeling te handhaven.
De Raad van de Europese Unie van zijn kant wijst op zijn verplichting rekening te houden met de gevolgen van door de EG te sluiten overeenkomsten of door de EG te nemen maatregelen voor de handel tussen de ACS-Staten en de EG. Hij verzoekt de Commissie stelselmatig tot een evaluatie van deze gevolgen over te gaan.
Bij het nemen van de maatregelen voor de voorbereidingsperiode zal rekening worden gehouden met het gemeenschappelijke landbouwbeleid van de Gemeenschap.
Het Gemengde Ministeriële Handelscomité houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van deze verklaring en zal de nodige verslagen uitbrengen bij de Raad van Ministers.
1. De partijen erkennen het belang van rijst voor de economische ontwikkeling van een aantal ACS-Staten in termen van werkgelegenheid, deviezen en sociale en politieke stabiliteit.
2. Zij erkennen voorts het belang van de markt van de Gemeenschap als afzetgebied voor rijst. De Gemeenschap wijst er nogmaals op dat zij het concurrentievermogen en de doelmatigheid van de rijstsector van de ACS-Staten zal helpen bevorderen teneinde een vitale en duurzame bedrijfstak in stand te houden, hetgeen bij zal dragen tot een soepele integratie van de ACS-Staten in de wereldeconomie.
3. De Gemeenschap is bereid voldoende middelen te verstrekken om in de voorbereidingsperiode, in overleg met de betrokken ACS-sector, een geïntegreerd sectorspecifiek programma te financieren ter ontwikkeling van de rijstexport van de ACS-Staten, welk programma met name maatregelen op de volgende gebieden zou kunnen inhouden:
– verbetering van de productievoorwaarden en van de kwaliteit door middel van acties op het gebied van onderzoek, het oogsten en op- en overslag;
– vervoer en opslag ;
– verbetering van het concurrentievermogen van bestaande rijstexporteurs;
– hulp aan rijstproducenten in de ACS-Staten zodat deze kunnen voldoen aan de milieunormen, de normen op het gebied van afvalbeheer en de andere normen die op de internationale markten, waaronder die van de Gemeenschap, van toepassing zijn;
– marketing en handelsbevordering;
– programma's ter ontwikkeling van bijproducten met toegevoegde waarde.
Dit pakket maatregelen zal in de rijstexporterende ACS-Staten op nationale basis worden gefinancierd in onderling overleg tussen beide partijen en door middel van sectorspecifieke programma's die in overeenstemming zijn met de programmeringsvoorschriften en -methoden. Op korte termijn geschiedt financiering uit niet-toegewezen EOF-middelen na een besluit van de Raad van Ministers.
4. De partijen wijzen er nogmaals op dat zij nauw zullen samenwerken om te bewerkstelligen dat de ACS-Staten ten volle van de preferentiële regeling van de Gemeenschap voor ACS-rijst kunnen profiteren. Zij zijn het eens over het belang van een doelmatige en doorzichtige uitvoer van rijst van ACS-oorsprong naar de Gemeenschap.
5. De Gemeenschap zal de toestand van de rijstsector van de ACS-Staten na de inwerkingtreding van de overeenkomst onderzoeken in het licht van eventuele wijzigingen op de markt van de Gemeenschap voor rijst. Te dien einde komen de partijen overeen met de ACS-Staten en vertegenwoordigers van de betrokken sector een gemeenschappelijke werkgroep op te richten die eens per jaar bijeen zal komen. De Gemeenschap verplicht zich er voorts toe de ACS-Staten over bilaterale of multilaterale besluiten te raadplegen die gevolgen kunnen hebben voor de concurrentiepositie van de ACS-rijst op de markt van de Gemeenschap.
De partijen erkennen het belang van de rumsector voor de economische en sociale ontwikkeling van verscheidene ACS-landen en regio's en het grote aandeel van deze sector in de werkgelegenheid, de exportopbrengsten en de overheidsinkomsten. Zij erkennen dat rum een verwerkt ACS-landbouwproduct met toegevoegde waarde is dat, na de nodige inspanningen, op wereldniveau kan concurreren. Zij erkennen daarom dat alle nodige maatregelen moeten worden genomen om een einde te maken aan het concurrentienadeel waaronder ACS-producenten momenteel te lijden hebben. Zij wijzen in dit verband naar de Verklaring van de Raad en de Commissie van 24 maart 1997 waarin deze toezeggen bij toekomstige onderhandelingen en regelingen over de rumsector ten volle rekening te houden met de gevolgen van de overeenkomst tussen de EG en de VS van dezelfde datum het recht op bepaalde alcoholhoudende dranken af te schaffen. Zij erkennen voorts de dringende behoefte van ACS-producenten minder afhankelijk te worden van de grondstoffenmarkt voor rum.
De partijen komen daarom overeen dat de rumsector in de ACS-Staten snel ontwikkeld moet worden zodat rumexporteurs in die staten op de markt voor alcoholhoudende dranken van de Gemeenschap en op internationale markten kunnen concurreren. Te dien einde worden de volgende maatregelen genomen:
1. Rum, arak en tafia, ingedeeld onder GS-code 22 08 40, van oorsprong uit de ACS-Staten, worden op grond van de huidige overeenkomst en de daarvoor in de plaats tredende overeenkomst vrij van rechten en zonder kwantitatieve beperkingen ingevoerd.
2. De Gemeenschap verbindt zich ertoe zorg te dragen voor een eerlijke concurrentie op haar markt en erop toe te zien dat ACS-rum niet wordt benadeeld of gediscrimineerd ten opzichte van rum uit andere derde landen.
3. De Gemeenschap zal bij het onderzoek van aanvragen om afwijkingen van het bepaalde in artikel 14, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 maart 1989 overleg plegen en rekening houden met de bijzondere belangen van de ACS-landen.
4. De Gemeenschap is bereid voldoende middelen te verschaffen om tijdens de voorbereidingsperiode, in overleg met de betrokken ACS-sector, een geïntegreerd sectorspecifiek programma te financieren voor de ontwikkeling van de uitvoer van rum uit de ACS-Staten, dat met name uit de volgende maatregelen kan bestaan:
– verbetering van het concurrentievermogen van de reeds aanwezige rumexporteurs;
– hulp bij het creëren van rummerken per ACS-regio of -land;
– bijstand bij de opzet en uitvoering van marketingcampages;
– bijstand aan rumproducenten in de ACS-Staten, zodat deze aan milieunormen en normen op het gebied van het afvalbeheer en andere internationale normen, waaronder die van de Gemeenschap, kunnen voldoen;
– bijstand aan de rumsector zodat deze niet slechts rum in bulk produceert voor de grondstoffenmarkt, maar ook actief wordt op de markt voor duurdere rumproducten met merknaam.
Dit pakket maatregelen zal op nationale en regionale basis worden gefinancierd, in overleg tussen beide partijen, door middel van sectorspecifieke programma's die in overeenstemming zijn met de programmeringsvoorschriften en -methoden. Op korte termijn geschiedt financiering uit niet-toegewezen EOF-middelen na een besluit van de Raad van Ministers.
5. De Gemeenschap verbindt zich ertoe de gevolgen te onderzoeken van de indexering van het in het Memorandum van Overeenstemming inzake rum opgenomen prijspunt, waarop rechten worden toegepast indien de rum niet uit een ACS-Staat komt. (Genoemd memorandum maakt deel uit van de overeenkomst inzake witte alcoholhoudende dranken van maart 1997.) Zij zal in dit verband zo nodig passende maatregelen nemen.
6. De Gemeenschap verbindt zich ertoe over bijzondere, uit deze verbintenissen voortvloeiende kwesties, overleg te plegen met de ACS in een Gemengde Werkgroep die regelmatig bijeen zal komen. De Gemeenschap verbindt zich er voorts toe de ACS-Staten te raadplegen over bilaterale of multilaterale besluiten, met inbegrip van besluiten over de vermindering van douanerechten en de uitbreiding van de Gemeenschap, die van invloed kunnen zijn op de concurrentiepositie van ACS-rum in de Gemeenschap.
1. De Gemeenschap verbindt zich ertoe ervoor te zorgen dat de ACS-Staten die begunstigde zijn van het Protocol inzake rund- en kalfsvlees, de voordelen van dit protocol geheel en al kunnen benutten. Te dien einde verbindt zij zich ertoe de bepalingen van dit protocol door de tijdige opstelling van passende regels en procedures ten uitvoer te leggen.
2. De Gemeenschap verbindt zich er voorts toe het protocol op zodanige wijze ten uitvoer te leggen dat de ACS-Staten hun rund- en kalfsvlees het gehele jaar door zonder onnodige beperkingen kunnen afzetten. Voorts zal de EG de exporteurs van rund- en kalfsvlees in de ACS-Staten bijstand verlenen bij het verbeteren van hun concurrentievermogen door, onder meer, oplossingen aan te bieden voor aanbodproblemen, zulks volgens de in de overeenkomst omschreven ontwikkelingsstrategieën en in het kader van de nationale en regionale indicatieve programma's.
3. De Gemeenschap zal de verzoeken van de minstontwikkelde ACS-Staten om hun rund- en kalfsvlees op preferentiële voorwaarden uit te voeren onderzoeken in het licht van de acties die zij voornemens is te ondernemen op grond van het Geïntegreerde Kader voor de Minstontwikkelde Landen van de WTO.
De partijen bij de overeenkomst bevestigen dat de bepalingen van Bijlage V van toepassing zijn op de betrekkingen tussen de Franse overzeese departmenten en de ACS-Staten.
De Gemeenschap heeft tijdens de looptijd van de overeenkomst het recht de regelingen betreffende de toegang van de in artikel 1, lid 2, van Bijlage V, genoemde producten tot de markten van de Franse overzeese departementen in het licht van de behoeften aan economische ontwikkeling van deze departementen te wijzigen.
Bij het onderzoek naar de mogelijke uitoefening van dit recht zal de Gemeenschap rekening houden met de rechtstreekse handel tussen de ACS-Staten en de Franse overzeese departementen. De betrokken partijen passen hierbij de in artikel 12 van bijlage V omschreven informatie- en overlegprocedures toe.
De partijen bij de overeenkomst stimuleren een nauwere regionale samenwerking tussen ACS-Staten en naburige landen en gebieden overzee en Franse overzeese departementen in het Caribisch gebied, het gebied van de Stille Oceaan en de Indische Oceaan.
De partijen bij de overeenkomst doen een beroep op betrokken partijen bij de overeenkomst elkaar te raadplegen over de te volgen procedures ter bevordering van deze samenwerking en in dit verband maatregelen te nemen die in overeenstemming zijn met hun beleid en hun bijzondere situatie in de regio waardoor initiatieven op economisch gebied, waaronder de ontwikkeling van de handel, alsmede op sociaal en cultureel gebied, kunnen worden genomen.
Handelsovereenkomsten waarbij Franse overzeese departementen zijn betrokken, kunnen voorzien in bijzondere maatregelen ten gunste van producten uit deze departementen.
Kwesties met betrekking tot de samenwerking in deze verschillende gebieden worden onder de aandacht van de Raad van Ministers gebracht ten einde deze op de hoogte te houden van de gemaakte vorderingen.
De partijen bij de overeenkomst erkennen dat bijzondere regels en voorschriften, en met name vrijwaringsmaatregelen, gelden voor producten waarop het gemeenschappelijk landbouwbeleid van toepassing is. De bepalingen van de overeenkomst inzake de vrijwaringsclausule kunnen uitsluitend op deze producten worden toegepast voorzover zij verenigbaar zijn met de bijzondere aard van deze regels en voorschriften.
Zich bewust van het onevenwicht en de discriminerende gevolgen van de behandeling van meestbegunstigde natie die op grond van artikel 1, lid 2, onder a), van Bijlage V in de Gemeenschap van toepassing is op producten uit de ACS-Staten, wijzen de ACS-Staten er nogmaals op dat zij dit artikel zo opvatten dat het daarin bedoelde overleg zal waarborgen dat de voornaamste exportproducten van de ACS-Staten voor een behandeling in aanmerking komen die ten minste zo gunstig is als de behandeling die de Gemeenschap aan landen toekent die als meest begunstigde derde landen worden behandeld.
Voorts zal dergelijk overleg ook plaats vinden wanneer:
a. een of meer ACS-Staten potentieel vertonen voor een of meer specifieke producten waarvoor preferentiële derde landen een gunstiger behandeling verkrijgen;
b. een of meer ACS-Staten voornemens zijn een of meer specifieke producten naar de Gemeenschap uit te voeren waarvoor preferentiële derde landen een gunstiger behandeling verkrijgen.
De Gemeenschap stemt in met de overname van de tekst van artikel 9, lid 2, onder a, van de tweede ACS-EEG-Overeenkomst in artikel 5, lid 2, onder a van Bijlage V, en wijst op de interpretatie van die tekst, namelijk dat de ACS-Staten de Gemeenschap geen minder gunstige behandeling verlenen dan die welke zij op grond van handelsovereenkomsten aan ontwikkelde staten verlenen, wanneer deze staten de ACS-Staten niet meer preferenties verlenen dan die welke de Gemeenschap verleent.
De partijen komen overeen dat, in afwijking van de bijzondere bepalingen in Bijlage V bij deze Overeenkomst, de Gemeenschap niet tussen ACS-Staten zal discrimineren bij de toepassing van de handelsregeling waarin deze Bijlage voorziet, waarbij evenwel rekening zal worden gehouden met de bepalingen van deze overeenkomst en van bijzondere autonome initiatieven in multilateraal verband van de Gemeenschap zoals die ten gunste van de minstontwikkelde landen.
Indien de Gemeenschap de in dit artikel bedoelde strikt noodzakelijke maatregelen neemt, zal zij trachten het geografische toepassingsgebied van de maatregelen of de categorie producten waarop die maatregelen betrekking hebben zo af te bakenen dat de uitvoer van de ACS-Staten hierdoor het minst wordt verstoord.
De partijen bij de overeenkomst komen overeen dat de volgende procedures in acht worden genomen bij het in Artikel 12 van Bijlage V bedoelde overleg:
i. de twee partijen zorgen voor een tijdige verstrekking van alle nodige en ter zake dienende gegevens over de te behandelen kwestie(s), zodat de besprekingen in een vroeg stadium en uiterlijk een maand na ontvangst van het verzoek om overleg kunnen aanvangen;
ii. de drie maanden durende overlegperiode vangt aan op de dag van ontvangst van deze gegevens. Binnen deze drie maanden wordt het technisch onderzoek van de gegevens binnen een maand, en het gezamenlijk overleg op het niveau van het Comité van Ambassadeurs binnen de volgende twee maanden voltooid;
iii. indien geen voor beide partijen aanvaardbare conclusie wordt bereikt, wordt de kwestie aan de Raad van Ministers voorgelegd;
iv. indien de Raad van Ministers geen voor beide partijen aanvaardbare oplossing kan vaststellen, besluit hij welke andere stappen ondernomen moeten worden om de verschillen te regelen die bij de besprekingen naar voren zijn gekomen.
Indien de ACS-Staten een bijzondere tariefbehandeling toepassen op producten van oorsprong uit de Gemeenschap, met inbegrip van Ceuta en Melilla, is Protocol 1 van overeenkomstige toepassing. In alle andere gevallen waarin, bij invoer in de ACS-Staten, een bewijs van de oorsprong moet worden overgelegd, aanvaarden deze staten certificaten van oorsprong die overeenkomstig de desbetreffende internationale overeenkomsten zijn opgesteld.
1. Voor de toepassing van artikel 12, lid 2, onder c, van het Protocol wordt het vervoerdocument dat in de eerste haven van lading voor verzending naar de Gemeenschap is afgegeven gelijkgesteld met het doorvoercognossement voor producten die gedekt zijn door certificaten inzake goederenverkeer die in niet aan zee grenzende ACS-Staten zijn afgegeven.
2. Voor producten die uit niet aan zee grenzende ACS-Staten zijn uitgevoerd en die elders zijn opgeslagen dan in de in Bijlage III bij het Protocol bedoelde landen en gebieden kunnen in de in artikel 16 bedoelde omstandigheden certificaten inzake goederenverkeer worden afgegeven.
3. Voor de toepassing van artikel 15, lid 4, van het Protocol zullen door een bevoegde instantie afgegeven en door de douaneautoriteiten geviseerde EUR.1-certificaten worden aanvaard.
4. Om de ACS-bedrijven te helpen bij het zoeken naar nieuwe leveringsbronnen waardoor zij zoveel mogelijk van de bepalingen van het Protocol inzake de cumulatie van de oorsprong kunnen profiteren, zullen stappen worden ondernomen om ervoor te zorgen dat het Centrum voor de Ontwikkeling van het Bedrijfsleven (Centre for the Development of Enterprise of CDE) de ACS-bedrijven bijstand verleent bij het leggen van contacten met leveranciers in de ACS-Staten, de Gemeenschap en de landen en gebieden overzee en om de betrekkingen tussen de betrokken bedrijven op het gebied van de industriële samenwerking te bevorderen.
De Gemeenschap erkent het recht van de aan zee grenzende ACS-Staten om in alle wateren die binnen hun rechtsgebied vallen de visstand te ontwikkelen en rationeel te exploiteren.
De partijen bij de overeenkomst komen overeen dat de bestaande oorsprongsregels onderzocht moeten worden om vast te stellen welke wijzigingen in het licht van de eerste alinea eventueel moeten worden aangebracht.
Zich van hun elkaars zorgen en belangen bewust komen de ACS-Staten en de Gemeenschap overeen het probleem van de toegang tot de markt van de Gemeenschap van visserijproducten gevangen in zones binnen de nationale jurisdictie van de ACS-Staten te blijven onderzoeken om tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen. Na de inwerkingtreding van de overeenkomst zal dit onderzoek plaatsvinden binnen het Comité Douanesamenwerking dat zo nodig door deskundigen zal worden bijgestaan. De resultaten van dit onderzoek worden binnen het eerste jaar van toepassing van de overeenkomst aan het Comité van Ambassadeurs en uiterlijk in het tweede jaar aan de Raad van Ministers voorgelegd, zodat deze de resultaten kunnen bespreken om tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen.
Wat de verwerking van visserijproducten in de ACS-Staten betreft, verklaart de Gemeenschap dat zij bereid is verzoeken om voor verwerkte producten in deze productiesector van de oorsprongsregels te mogen afwijken met een open geest te onderzoeken gezien de verplichtingen tot aanvoer die in visserijovereenkomsten met derde landen zijn aangegaan. Bij het door de Gemeenschap in te stellen onderzoek zal met name rekening worden gehouden met het feit dat de betrokken derde landen de normale markt voor deze producten, na verwerking, dienen te verzorgen voorzover deze producten niet bestemd zijn voor nationaal of regionaal verbruik.
De Gemeenschap wijst erop dat de territoriale wateren volgens erkende internationale rechtsbeginselen tot 12 zeemijl zijn beperkt en verklaart dat zij met deze afbakening rekening zal houden bij de toepassing van de bepalingen van het Protocol waarin naar dit begrip wordt verwezen.
De ACS-Staten wijzen nogmaals op het standpunt dat zij tijdens de onderhandelingen over de oorsprongsregels voor visserijproducten herhaaldelijk tot uiting hebben gebracht en blijven derhalve van oordeel dat, op grond van de uitoefening van hun soevereine rechten op de visbestanden in de wateren binnen hun nationale jurisdictie, met inbegrip van de exclusieve economische zone, zoals gedefinieerd in het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties, alle vangsten in die wateren die ter verwerking in de havens van de ACS-Staten moeten worden aangevoerd als product van oorsprong dienen te worden beschouwd.
De Europese Gemeenschap verbindt zich ertoe passende bepalingen op te stellen om de afwijkende waarderegel voor tonijn in artikel 4, lid 2, van protocol 1 bij Bijlage V geheel van kracht te doen worden. Te dien einde zal de Gemeenschap, voor de ondertekening van deze overeenkomst, de voorwaarden voorleggen waarop de 15% tonijn die niet van oorsprong is op grond van dat artikel kan worden gebruikt.
De Gemeenschap zal voorstellen op welke wijze de berekeningswijze op het certificaat inzake goederenverkeer EUR 1 wordt gebaseerd.
Beide partijen komen overeen deze berekeningswijze, indien de daarmee nagestreefde flexibiliteit niet wordt bereikt, na een tweejarige toepassing te herzien.
De Gemeenschap stemt ermee in, in het licht van artikel 40 van Protocol 1, per geval, de met bewijsmateriaal gestelde aanvragen te onderzoeken die na de ondertekening van de overeenkomst worden ingediend betreffende textielproducten die van de cumulatie met naburige ontwikkelingslanden zijn uitgesloten (Artikel 6, lid 11, van Protocol 1).
Het ACS-EG-Comité Douanesamenwerking is bereid zo spoedig mogelijk aanvragen te onderzoeken voor de cumulatie van be- en verwerkingen op grond van artikel 6, lid 10, van Protocol 1 bij Bijlage V die afkomstig zijn van regionale instanties die een hoog niveau van regionale economische integratie vertegenwoordigen.
Indien de toepassing van de regels van Bijlage II een nadelige invloed heeft op de uitvoer van de ACS-Staten zal de Gemeenschap zo nodig corrigerende maatregelen nemen om uiteindelijk weer tot de situatie te komen die voorheen bestond (Besluit 2/97 van de Raad van Ministers).
De Gemeenschap heeft nota genomen van de verzoeken die de ACS-Staten in het kader van de onderhandelingen in verband met de oorsprongsregels hebben gedaan. De Gemeenschap stemt ermee in met bewijsmateriaal gestaafde verzoeken voor een verbetering van de in Bijlage II vervatte oorsprongsregels in het licht van artikel 40 van Protocol 1 per geval te onderzoeken.
GEDAAN te Cotonou, de drieëntwintigste juni 2000.
De Slotakte is ondertekend voor:
België
Denemarken
Duitsland
Finland
Frankrijk
Griekenland
Ierland
Italië
Luxemburg
het Koninkrijk der Nederlanden
Oostenrijk
Portugal
Spanje
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
Zweden
de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen
en
Angola
Antigua en Barbuda
de Bahama's
Barbados
Belize
Benin
Botswana
Burkina Faso
Burundi
de Centraal-Afrikaanse Republiek
de Comoren
Congo
de Cookeilanden
Democratische Republiek Congo
Djibouti
Dominica
de Dominicaanse Republiek
Equatoriaal Guinee
Eritrea
Ethiopië
Fiji
Gabon
Gambia
Ghana
Grenada
Guinee
Guinee-Bissau
Guyana
Haïti
Ivoorkust
Jamaica
Kameroen
Kaapverdië
Kenia
Kiribati
Lesotho
Liberia
Madagaskar
Malawi
Mali
de Marshalleilanden
Mauritanië
Mauritius
Micronesië
Mozambique
Namibië
Nauru
Niger
Nigeria
Niue
Palau
Papoea-Nieuw-Guinea
Ruanda
Saint Kitts en Nevis
Saint Lucia
Saint Vincent en de Grenadines
Samoa
Sao Tomé en Principe
Senegal
de Seychellen
Sierra Leone
de Salomonseilanden
Soedan
Somalië
Suriname
Swaziland
Tanzania
Togo
Tonga
Trinidad en Tobago
Tsjaad
Tuvalu
Uganda
Vanuatu
Zambia
Zimbabwe
Zuid-Afrika
1) Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Verwijzingen
Het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, naar welk Verdrag in artikel 46, vijfde lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is op 20 maart 1883 te Parijs gesloten en vervolgens een aantal malen herzien, laatstelijk op 14 juli 1967 te Stockholm. De tekst van de herziening van 1967 is geplaatst in Trb. 1969, 144 en de vertaling in Trb. 1970, 187. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 308.
Van het op 28 juni 1919 te Versailles tot stand gekomen Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, naar welke Organisatie in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de gewijzigde tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1975, 102. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 290.
Van de op 25 januari 1924 te Parijs tot stand gekomen Internationale Overeenkomst betreffende de oprichting te Parijs van een Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten, naar welk Organisatie in artikel48, tweede lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Stb. 1926, 354. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 134.
Van het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest van de Verenigde Naties, naar welk Handvest in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de gewijzigde Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1979, 37 en is de herziene vertaling geplaatst in Trb. 1987, 113. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 145.
Van de op 27 december 1945 te Washington tot stand gekomen Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds, naar welke Organisatie in artikel 12, derde lid, van bijlage I bij de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn tekst en vertaling, zoals deze luiden sinds 1 april 1978 geplaatst in Trb. 1977, 40. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 72.
Van de op 10 december 1948 door de Derde Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in haar derde zitting aangenomen Universele Verklaring van de rechten van de mens, naar welke Verklaring in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse tekst en de vertaling geplaatst in rubriek J van Trb. 1969, 99.
Van het op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden en zieken zich bevindende bij de strijdkrachten te velde, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Stb. 1954, 249 en de vertaling in Trb. 1951, 72. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 237.
Van het op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève voor verbetering van het lot der gewonden, zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Stb. 1954, 249 en de vertaling in Trb. 1951, 73. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 238.
Van het op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Stb. 1954, 249 en de vertaling in Trb. 1951, 74. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 239.
Van het op 12 augustus 1949 tot stand gekomen Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Stb. 1954, 249 en de vertaling in Trb. 1951, 75. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 240.
Van het op 4 april 1950 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1951, 54 en is de herziene vertaling geplaatst in Trb. 1990, 156. Zie ook Trb. 1998, 87.
Het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten, naarwelk Verdrag in artikel 48, tweede lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is op 6 december 1951 te Rome tot stand gekomen en vervolgens twee maal door de FAO-Conferentie gewijzigd, laatstelijk op 17 november 1997. De tekst van de wijziging van 1997 is geplaatst in Trb. 1998, 125 en de vertaling in Trb. 2000, 31.
Van het op 28 september 1954 te New York tot stand gekomen Verdrag betreffende de status van staatlozen, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1955, 42 en de vertaling in Trb. 1957, 22. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 137.
Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Franse tekst geplaast in Trb. 1957, 74 en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 91. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 13.
Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Protocol betreffende de statuten van de Europese investeringsbank, naar welke Organisatie in artikel 61, vijfde lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1957, 74 (blz. 112 e.v.) en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 91 (blz. 130 e.v.). Zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 13.
Van het op 14 december 1960 te Parijs tot stand gekomen Verdrag nopens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, naar welke Organisatie onder meer in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1961, 42 en de vertaling in Trb. 1961, 60. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 193.
De Commissie van de Europese Gemeenschappen, naar welke Commissie in de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is ingesteld bij een op 8 april 1965 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, met Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen. Van dit Verdrag zijn de Nederlandse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1965, 130. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 266.
Van het op 8 april 1965 te Brussel tot stand gekomen Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, naar welk Protocol onder meer in de preambule van Protocol 2 bij de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Nederlandse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1965, 130. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 266.
Van het op 7 maart 1966 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1966, 237 en de vertaling in Trb. 1967, 48. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1993, 94.
Van het op 19 december 1966 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, naar welkVerdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1969, 99 en de herziene vertaling in 78, 177. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 18.
Van het op 19 december 1966 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, naar welke Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1969, 100 en de herziene vertaling in Trb. 1978, 178. Zie ook Trb. 1995, 19.
Van het op 31 januari 1967 te New York tot stand gekomen Protocol betreffende de status van vluchtelingen, naar welk Protocol in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst alsmede de vertaling geplaatst in Trb. 1967, 76. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 138.
Van de op 28 februari 1975 te Lomé tot stand gekomen ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé, naar welke Overeenkomst onder meer in artikel 35, eerste lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1975, 110. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1976, 168.
Van de op 6 juni 1975 te Georgetown tot stand gekomen Overeenkomst van Georgetown tot oprichting van de groep van Staten in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de tekst geplaatst in UNTS 1247, I-30345, blz. 147 e.v..
Van de op 31 oktober 1979 te Lomé tot stand gekomen Tweede ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé, naar welke Overeenkomst in artikel 35, eerste lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1980, 72. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1981, 87.
Van het op 12 december 1979 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1980, 146 en de vertaling in Trb. 1981, 61. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 97.
Van het op 10 december 1982 te Montego-Bay tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, naar welk Verdrag in Verklaring XXXIX van de Slotakte bij de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1983, 83 en de vertaling in Trb. 1984, 55. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 272.
Van de op 8 december 1984 te Lomé tot stand gekomen Derde ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé, naar welke Overeenkomst in artikel 35, eerste lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1985, 58. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1988, 56.
Van het op 22 maart 1989 te Bazel tot stand gekomen Verdrag vanBazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, naar welk Verdrag in Verklaring IX van de Slotakte bij de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst alsmede de vertaling geplaatst in Trb. 1990, 12. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 81.
Van het op 20 november 1989 tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van het kind, naar welk Verdrag in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1990, 46 en de vertaling in Trb. 1990, 170. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 62.
Van de op 15 december 1989 te Lomé tot stand gekomen Vierde ACS-EEG-Overeenkomst, naar welke Overeenkomst onder meer in artikel 35, eerste lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1991, 35. Zie ook Trb. 1992, 10.
Van het op 7 februari 1992 te Maastricht tot stand gekomen Verdrag betreffende de Europese Unie, naar welke Organisatie in de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1992, 74 en de geconsolideerde versie in rubriek J van Trb. 1998, 12.
Van het op 5 juni 1992 te Rio de Janeiro tot stand gekomen Verdrag inzake biologische diversiteit, naar welk Verdrag in artikel 46, tweede lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1992, 164 en de vertaling in Trb. 1993, 54. Zie ook, laatstelijk, Trb. 2000, 54.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), naar welke Organisatie onder meer in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 1 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 3 e.v.). Zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 325.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel (GATT), als gewijzigd bij de Uruguay-ronde, naar welke Overeenkomst wordt verwezen in artikel 12, derde lid, van bijlage I bij de onderhavige Overeenkomst, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 16 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 19 e.v.). Zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel 1994, naar welke Overeenkomst in artikel 1, onder e, van Protocol I van bijlage V bij de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 21 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 23 e.v.). Zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen, naar welke Overeenkomst in artikel 48, eerste lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 60 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 67 e.v.). Zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen, naar welke Overeenkomst in artikel 47, eerste lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 124 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 136 e.v.). Zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (GATS), naar welke Overeenkomst onder meer in artikel 41, tweede lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 304 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 331 e.v.). Zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263.
Van de op 15 april 1994 te Marrakesh tot stand gekomen Overeenkomst inzake handelsaspecten van de intellectuele eigendom, naar welke Overeenkomst in artikel 46, tweede lid, van de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Engelse tekst geplaatst in Trb. 1994, 235 (blz. 337 e.v.) en de vertaling in Trb. 1995, 130 (blz. 361 e.v.). Zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 263.
Van de op 22 september 1995 te Genève tot stand gekomen Wijziging op het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, aangenomen op de derde vergadering van de Conferentie der Partijen, naar welke wijziging in Verklaring IX van de Slotakte bij de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst alsmede de vertaling geplaatst in rubriek J van Trb. 1996, 81.
Van de op 11 oktober 1999 te Pretoria tot stand gekomen Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, naar welke Overeenkomst onder meer in artikel 6, vijfde lid, van Protocol I van bijlage V bij de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 2000, 45.
blz. | ||
A. | TITEL | 1 |
B. | TEKST | |
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds | 1 | |
Ondertekeningen | 70 | |
Bijlage I: Financieel Protocol | 72 | |
Bijlage II: Financieringsvoorwaarden | 74 | |
Bijlage III: Institutionele ondersteuning-COB en TCLP | 83 | |
Bijlage IV: Procedures voor tenuitvoerlegging en beheer | 87 | |
Bijlage V: Handelsregeling die tijdens de in artikel 37, lid 1, bedoelde voorbereidingsperiode van toepassing is | 112 | |
Protocol 1 betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking | 119 | |
Bijlage I bij Protocol I: Aantekeningen bij de lijst in Bijlage II | 145 | |
Bijlage II bij Protocol I: Lijst van Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | 153 | |
Bijlage III bij Protocol I | 335 | |
Bijlage IV bij Protocol I: Formulier voor het certificaat inzake goederenverkeer | 336 | |
Bijlage V bij Protocol I: Factuurverklaring | 341 | |
Bijlage VI A bij Protocol I: Leveranciersverklaring voor producten van preferentiële oorsprong | 344 | |
Bijlage VI B bij Protocol I: Leveranciersverklaring voor producten die niet van preferentiële oorsprong zijn | 345 | |
Bijlage VII bij Protocol 1: Inlichtingenblad | 346 | |
Bijlage VIII bij Protocol 1: Formulier voor het verzoek om een afwijking | 349 | |
Bijlage IX bij Protocol 1 | 351 | |
Bijlage X bij Protocol 1: Textielproducten waarop de cumulatieprocedure met de in artikel 6, lid 11, bedoelde ontwikkelingslanden niet van toepassing is | 365 | |
Bijlage XI bij Protocol 1: Producten waarop de in artikel 6, lid 3, bedoelde cumulatie met Zuid-Afrika wordt toegepast drie jaar na de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika | 366 | |
Bijlage XII bij Protocol 1: Producten waarop de in artikel 6, lid 3, bedoelde cumulatie met Zuid-Afrika van toepassing wordt zes jaar na de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika | 446 | |
Bijlage XIII bij Protocol: Producten waarop artikel 6, lid 3, niet van toepassing is | 476 | |
Bijlage XIV bij Protocol 1: Visserijproducten waarop artikel 6, lid 3, tijdelijk niet van toepassing | 532 | |
Bijlage XV bij Protocol 1: Gemeenschappelijke verklaring inzake cumulatie | 545 | |
Protocol 2 betreffende de tenuitvoerlegging van artikel 9 | 546 | |
Protocol 3 houdende de tekst van Protocol 3 betreffende ACS-suiker | 548 | |
Bijlage bij Protocol 3: Verklaringen betreffende Protocol 3 | 552 | |
Bijlage bij Protocol 3: Briefwisseling tussen de Dominicaanse Republiek en de Gemeenschap betreffende het ACS-suikerprotocol | 553 | |
Protocol 4 betreffende rund- en kalfsvlees | 562 | |
Protocol 5: Het Tweede Bananenprotocol | 564 | |
Bijlage VI: Lijsten van de minst ontwikkelde, de niet aan zee grenzende en de insulaire ACS-staten | 565 | |
Protocol 1 betreffende de huishoudelijke uitgaven van de gezamenlijke instellingen | 567 | |
Protocol 2 betreffende de voorrechten en immuniteiten | 568 | |
Protocol 3 betreffende Zuid-Afrika | 572 | |
D. | PARLEMENT | 579 |
E. | BEKRACHTIGING | 579 |
G. | INWERKINGTREDING | 579 |
J. | GEGEVENS | 579 |
Slotakte | 579 | |
Ondertekeningen | 655 | |
Verwijzingen | 657 |
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
De Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Portugese, de Spaanse, en de Zweedse tekst zijn niet afgedrukt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-2001-57.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.