A. TITEL
Verdrag inzake de bestrijding van omkoping van buitenlandse ambtenaren
bij internationale zakelijke transacties, met Bijlage;
Parijs, 17 december 1997
B. TEKST
De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1998, 54. Zie ook Trb. 1998,
219.
C. VERTALING
Zie Trb. 1998, 219.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1998, 54.
Artikel 4 van de Rijkswet van 13 december 2000 (Stb.
615) luidt als volgt:
„Het op 17 december 1997 te Parijs totstandgekomen
Verdrag inzake de bestrijding van omkoping van buitenlandse ambtenaren bij
internationale zakelijke transacties, waarvan de tekst is geplaatst in Tractatenblad
1998, 54, en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 1998, 219, wordt
goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.".
Deze Rijkswet is gecontrasigneerd door de Minister
van Justitie, A. H. KORTHALS, de Minister van Buitenlandse Zaken, J. J. VAN
AARTSEN en de Minister van Economische Zaken, A. JORRITSMA-LEBBINK.
Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie: kamerstukken
II 1998/1999, 1999/2000, 26 468 (R 1637); Handelingen II 1999/2000, blz.
5879–5895 en 6098; kamerstukken I 2000/2001 (nrs. 13, 13a en 13b); Handelingen
I: zie vergadering d.d. 11 december 2000.
E. BEKRACHTIGING
De volgende staten hebben in overeenstemming met artikel 14, tweede lid,
van het Verdrag een akte van aanvaarding of bekrachtiging nedergelegd bij
de Secretaris-Generaal van de OESO, depositaris van het Verdrag:
IJsland | 17 augustus 1998 |
Japan | 13 oktober 1998 |
Duitsland | 10 november 1998 |
Hongarije | 4 december 1998 |
De Verenigde Staten van Amerika1 | 8 december 1998 |
Finland | 10 december 1998 |
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brit- tannië en Noord-Ierland | 14 december 1998 |
Canada2 | 17 december 1998 |
Noorwegen | 18 december 1998 |
Bulgarije | 22 december 1998 |
Korea | 4 januari 1999 |
Griekenland | 5 februari 1999 |
Oostenrijk | 20 mei 1999 |
Mexico | 27 mei 1999 |
Zweden | 8 juni 1999 |
België | 27 juli 1999 |
Slowakije | 24 september 1999 |
Australië | 18 oktober 1999 |
Spanje | 14 januari 2000 |
Tsjechië | 21 januari 2000 |
Zwitserland | 7 juni 2000 |
Het Koninkrijk der Nederlanden3 (voor Nederland) | 12 januari 2001 |
Argentinië | 8 februari 2001 |
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zijn ingevolge artikel 15, eerste lid, op
15 februari 1999 in werking getreden.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Verdrag op 13 maart
2001, alleen voor Nederland, in werking treden.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1998, 54 en Trb. 1998, 219.
XNoot
1Onder de volgende mededeling:
``The United States shall not consider this Convention as the legal basis
for extradition to any country with which the United States has no bilateral
extradition treaty in force. In such cases where the United States does have
a bilateral extradition treaty in force, that treaty shall serve as the legal
basis for extradition for offences covered under this Convention.".
XNoot
2Onder de volgende verklaring:
``As noted during the negotiations, in accepting the language of Article
5 of this Convention as written, Canada does so on the clear understanding
that the obligation contained in this article is to ensure that investigation
and prosecution of the bribery of foreign public officials is not influenced
by improper considerations of national economic interest, the potential effect
on relations with another state, or the identity of the natural or legal entities
involved.".
XNoot
3Onder de mededeling dat als autoriteit bedoeld in artikel 4 het Ministerie
van Justitie is aangewezen.