A. TITEL
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek
Duitsland nopens de stationering van militaire eenheden van de Bondsrepubliek
Duitsland in Nederland;
's-Gravenhage, 17 januari 1963
B. TEKST
De tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1963, 7.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1963, 102.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1963, 102.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1963, 7 en 102.
De onderhavige Overeenkomst is in overeenstemming met artikel 102 van
het Handvest der Verenigde Naties op 16 augustus 1963 geregistreerd bij het
Secretariaat van de Verenigde Naties onder nr. 6877. De tekst van de Overeenkomst,
alsmede een vertaling in het Engels en het Frans, zijn afgedrukt in „Recueil
des Traités" van de Verenigde Naties, deel 474, blz. 120 e.v.
Voor het op 4 april 1949 te Washington tot stand gekomen Noord-Atlantisch
Verdrag zie ook, laatstelijk, Trb. 1999, 121.
Voor het op 19 juni 1951 te Londen tot stand gekomen Verdrag tussen de
Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantische Verdrag nopens de rechtspositie
van hun krijgsmachten zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 326.
Voor de op 3 augustus 1959 te Bonn tot stand gekomen Aanvullende Overeenkomst
bij hogergenoemd Verdrag zie ook, laatstelijk, Trb. 1990, 167.
De overeenkomst vervat in de op 17 mei 1963 te 's-Gravenhage tussen de
Nederlandse en de Duitse Bondsregering gewisselde brieven betreffende het
gebruik van de legerplaats Seedorf door de Nederlandse landmacht en het gebruik
van de legerplaats Budel door de „Bundeswehr" (tekst in rubriek J van Trb. 1963,
102) is ingevolge artikel 10, vijfde lid, van het hieronder genoemde Verdrag
van 6 oktober 1997, op 1 januari 2001 buiten werking getreden.
Op 6 oktober 1997 is te 's-Gravenhage tot stand gekomen het Verdrag tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake het ter
beschikking stellen van onroerend goed en het medegebruiken van oefenvoorzieningen.
Het Verdrag strekt onder meer tot vervanging van de in bovengenoemde brieven
van 17 mei 1963 vervatte overeenkomst. De tekst van het Verdrag is geplaatst
in Trb. 1998, 119; zie ook Trb. 2001, 6.